EEN ROMANTISCHE JONDEN DE EEMLANDER". Maandag 8 Februari 1915. BUITENLAND^ FEUILLETON. N° 189 13-" Jaargang. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoort f I.AO. Idem franco per post J-'JJJ* Per week (met gratis verzekering tegon ongelukken) - Afzonderlijke nummers °«ü5« Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertcntiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regelsf 0.50. Elke regel meer0.10 Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bostaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. HERIJK VAN MATEN EN GEWICHTEN. 'Burgemeester en Wethouders van Amersfoort maken bii deze bekend a. dat dit jaar voor den herijk van maten en gewichten zitting zal worden gehouden alhier in het gebouw van de Schietvereemging „Prins Hendrik", Willem van Mechelenstraat no. 24. Voor verkoopers van nieuwe maten en ge wichten en voor eenige eigenaars van groote partijen, die een oproepingsbriefje ontvangen, op Maandag en Dinsdag 22 en 23 FebrOari 1915. Voor hen wier familienaam begint met A en C, Woensdag 21 Februari, des voormid dags. Voor hen wier familienaam begiat met B, Woensdag 24 Februari, des namiddags, en Donderdag 25 Februari. Voor hen wier familienaam begint met D, Vrijdag 20 Februari, des namiddags. Voor hen wier familienaam begint met E en F, Maandag 1 Maart, des voormiddags. Voor heil wier familienaam begint met G, Maandag 1 Maart, des namiddags. Voor hen wier familienaam begint met IJ, I en J, Dinsdag 2 Maart. Voor hen wier familienaam begint met K en L, Woensdag 3 Maart. Voor hen wier familienaam begint met M en N, Donderdag 4 Maart. Voor hen wier familienaam begint met O en P, Maandag 8 Maart, des voormiddags. Voor hen wier familienaam begint met Q en R, Maandag 8 Maart, des namiddags. Voor hen wier familienaam begint met S en T, Dinsdag 9 Maart. Voor hen wier familienaam begint met U en V, Woensdag 10 Maart. Voor hen wier familienaam begint met W. X, IJ en Z, Donderdag 11 Maart. De duur der zittingen op bovengenoemde dagen is des voorrrviddags van 9 tot 12 en des namiddags van 1 tot 3 uur. Voor apothekers, goud- en zilversmeden (fijnere weging) Maandag 15 Maart van 9 tot 12 en von 1 tot 2 uur b. dat de maten en gewichten schoon, droog en roestvrij moeten worden aangeboden om onderzocht te kunnen worden; c. dat betaald moet worden voor het justec- ren van gewichten en wel ten bate van s Rijks schatkist d. dat de malen en gewichten, die gestempeld worden met het afkeuringsmerk, (een driehoek), niet in winkels enz. teruggebracht .mogen wor den e. dat de maten en gewichten vóór het einde van het jaar 1915 gestempeld moeten zijn met de ietier V en dat er, bij verzuim of verhinde ring om van de onder a. genoemde zitting ge bruik te maken, nog gelegenheid bestaat malen en gewichten te laten herijken aan het ijkkantoor te Utrecht, des Zaterdags van 9 tot 1 uur f. dat de milligram-gewichten niet op de her- ijkzitting, maar alieen aan de ijkkanloren herijkt kunnen worden. (Opzending per post franco). Amersfoort, den 3. Februari 1915.' De Secretaris, De Burgemeester, A. R. VEENSTRA. VAN RAND WIJ CK. Politiek Overzicht. De wereldstrijd. Aan lord Kitchener, den Brilschen minister van oorlog, wordt het gezegde in den mond gelegd: „Wanneer de oorlog zal eindigen, weet ik niet; maar ik weet wel wanneer hij begint: in Mei.' Hiermede is natuurlijk be doeld de oorlog op het slagveld, Voor zooveel Engeland aanueei daarin heeft. Er wordt aan genomen, dat Engeland dan zijn volle strijd macht beschikbaar zal hebben om dien oor log te voeren met den nadruk, dtie noodig is om hem tot de beslissing te brengen. Maar in afwachting daarvan is aan Enge land een tweede oorlog aangezegd. Duilsch- land heelL aangekondigd, dal het. 1. zich met alle middelen zal verzetten tegen de overbren ging van de slrijdniachl, waarmee Engeland ücn beslissenden slrijd wil voeren, en 2. een meedogenloozen strijd zal voeren in de wate ren, *die GrooL-Briliannie en Ierland omrin gen, om den toevoer van goederen uit vreem de landen naar het Vereendgde koninkrijk te verhinderen. Deze laalsle aankondiging be dreigt Engeland met een groot gevaar, want voor zijn levensonderhoud is Engeland voor een groot deel afhankelijk van 't geen het van buiten aangevoerd krijgt. Tot beoordeeling daarvan kunnen de gegevens dienen, die ver zameld zijn door eene staatscommissie, die in de iaren 1903 en 1901 bezig is geweest met het ondervoek van de vraag der verzorging van jGrool-ïhitlannde met levensmiddelen en grondstolfen in geval van oorlog. Hel rapport van die commissie is in 1905 verschenen; het is dus tien jaren oud. Maar al is het niet up to date, hel verschaft toch een leiddraad, die dienstig kan zijn bij de beantwoording van de vraag welke leans van slagen de door Duitschland aangekonudgde vergeldingsmaat regelen legen het Engelsche uithongerings- pian bieden. "Wal de vraag betreft der in het land aan wezige grondstoffen kwam dc commissie tot het resultaat, dat de in het land aanwezige voorraad katoen voldoende was voor zes maanden, builcnlandsche wol twee tol drie maanden, inlandsche wol voor zes maanden, vlas vier tot negen maanden, jute vier lot zes maanden, zijde ongeveer twee maanden, vreemd ijzererts een tol twee maanden, houl acht maanden, huiden en leder zes tot negen maanden, petroleum zes maanden, gummi vier tot acht weken, tabak een tot twee jaren. Ten aanzien van de voedingsmiddelen werd geconstateerd: „Ongeveer 45 pet. van hel vleeschverbruik wordt ingevoerd; voor Lon den is diA percentage nog hooger. Een klein deel van het ingevoerde vleesch is versch ge slacht en kan dientengevolge niet lang be waard blijven. Het grootste gedeelte is levend vee uit Canada en dc Vereendgde Staten of bevroren vleesch uit Australië en Argentinië. Ingevoerd vee moet binnen tien dagen ge slacht worden; dc voorraad bevroren vleesch is voldoende voor eene maand. Spek lii ham komen voor 60 pet. van het verbruik van bui ten de voorraad reikt slechts voor eenige we ken. Melkproducten en eieren zijn slechts voor weinige weken voorhanden. De helft van de verbruikte kaas en twee derden van de boter komen uit het buitenland. De voorraad thee zal voor vijf maanden, die van koffie voor twee jaren, de suikervoorraad voor drie maan den, die van verduurzaamde levensmiddelen voor drie maanden strekken." In de opgaven over de voorraden aan tarwe en meel staat bovenaan, dat de tarwe bij de voeding .van de bevolking der Britschc eilan den eene overwegende rol speelt. Tarwe is het gewichtigste voedingsmiddel. Maar levens wordt geconstateerd, dal Groot-Britlannie, wat tarwe en meel betreft, veel meer afhanke lijk is van het buitenland dan ten aanzien van eenig ander voedingsmiddel. Vier vijfden van 't geen benoodigd is, wordt van buiten inge voerd. Ten aanzien van de in hel land aanwe zige voorraden, wordt aangenomen, dat er in ec-n normaal jaar een voorraad is van onge veer zes weken. Men ziet uit deze cijfers hoezeer het Ver- c-enigde Koninkrijk voor zijn levensonderhoud van den gesladigcn aanvoer uit hel buiten land afhankelijk is en niet welk reusachtig ge vaar Duitsehlands aankondiging van een „guerre sans merci" tegen de Britschc han delsvloot Engeland bedreigt. Nu is het waar, dat het uiten van de bedreiging op zich zelf nog niet veel beteekent. Hel koinl er op aan de bedreiging lot uitvoering te brengen. Maar men maakt ziiah al te gemakkelijk van de zaak af, door Lc spreken van een „grooten Duitschen bluf". Dat kan men niet ernstig meenen, want de Duitschers hebben reeds te goed bewezen welk een geducht wapen de duikboot, de nieuwe vinding op het gebied van vlootlechniek, in hunne handen is. Het is voor ieder duidelijk, dat hel verschijnen van de Duitsche onderzeeërs in de leitsche zee de ernstigste bedreiging van dc verzorging van Engeland met levensmiddelen is, die tot dus ver is voorgekomen. Dit wordt ook erkend door gezaghebbende Engelsche organen, o.a. door de Standard, die schrijft: Duitschland heeft ongetwijfeld nieuwe duik- bootcn van krachtige werking in aanbouw, en mc-n zal dit wapen tegen ons met grooteren nadruk kunnen aanwenden dan omgekeerd, want Duitsohland voert 'hans geen scheep vaart. Hel gevolg zal zijn, dat de vrachten en verzekeringspremiên voor dc schepen zuilen stijgen, de risico's van hel handelsverkeer belangrijk veel grooter zullen worden en de prijsverhooging van de levensmiddelen vor men zal aannemen, die lol dusver in Engeland onbekend waren. Het is aan te nemen, dat Duitschland de uitbreiding van zijne duik- bootenvloot zooveel mogelijk bespoedigt en zijne groote onderzeeërs misschien binnen 5 k 6 maanden gereed zal krijgen. Iloe langer de oorlog duurt, des te grooter zal het aantal van deze verschrikkelijke booten zijn en des te grooteren omvang zal het besnoeien van de levenszenuwen van Engeland krijgen. Daarom zal een lang rekken van den oorlog juist voor Engeland de ergste gevolgen hebben. De oorlog. B c r 1 ij n, 7 Feb r. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit hei groote hoofd kwartier van heden voormiddag. Ten zuidoosten van Yperen namen wij een Fransche «loopgraaf en maakten daarbij twee Engelsohe machinegeweren buit. Ten zuiden van het kanaal bij La Bassée drong de vijand in een van onze loopgraven. De strijd is daar nog aan den gang. Overigens kwamen builen artilleriegevech- ten geene gebeurtenissen van belang voor. P a r ij s, 7 F e b r. (R.) Namiddagcommuni qué. De Franschen hadden hel rustig in België. Tusschen het kanaal en den weg van Bethune naar La Bassée, een Kilometer oostelijk van Cuinchy, werd een steenbakkerij, due tot dus ver door den vijand bezet was, genomen door de Engelschen. In Champagne hebben wij den aanval van ccn half hataillon ten noorden van Beauséjour afgeslagen. Op de rest van hel front slechts artilleriege vechten. Avondcominuuiqué. lil den avond, van Zaterdag en den daarop volgenden nacht werden verscheidene kleine aanvallen oudernomen in de streek van Nieuwpoort. die allen teruggeslagen werden Over de operation van heden wordt niets bericht behalve dat de noordelijke wijk van Soissons is gebombardeerd. B e r 1 ij n, 7 Feb r. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofd kwartier van heden voormiddag. behalve artillerie-gevechten, kwamen geenc gebeurtenissen van beteekenis voor. W e e n e n, 7 Feb r. (W. 13.) Officieel be richt van heden middag. Dc toestand in Russisch Polen en Wcst- Galieië is onveranderd. Aan het Kurpalben- front wordt hevig gestreden. la dc zuidelijke Bukowina zijn onze troepen mei succes vooruit gaande. De Russen zijn in vollen terugtocht. Gisteren werden 1200 ge vangenen en falrijk ooriogsmalericel buitge maakt. In den namiddag trokken onze troe pen onder groot gejuich van de bevolking en van de eigen troepen Kimpolung binnen. Petersburg, 7 Febr (Tel.-agent- schap.) Ondanks het teruggaan van onze troe pen in d.e zuidelijke Kar pathen en in Buko wina volgen <le gevechten, die daar zijn be gonnen, oen gunstigen loop voor ons. Den 4cu maakten wij ongeveer 1ÜÖÜ gevangenen. Men merkt op dit front verscheidene Oosten- rijksche divisiën, die tot voor korten lijd. te gen de Serven hebben gestreden. Een van onze legerkorpsen, waaraan de laak was opgedragen het offensief te begin nen in de richting van Mesolalortsch, nam van den 26en Januari tot den 5en Februari elf veldkanonnen, twee bergkanonnen, twee torpedomortieren, 22 mitrailleuses, een vlieg tuig en vele telefonen. liet maakte 2 regi mentscommandanten, 170 officieren en 10,000 soldaten gevangen, waaronder vele Honga ren. B r 1 ij n, 7 F c b r. (W. B.) Officieel be richt. Dc keizer bezocht gisteren de Silezische landweer in hare loopgraven bij Gruszcijyn ten oosten can \Vloczczowa. B c r 1 ij n, 7 Febr. (W. B.) De Berliner Zcilung am Mitlag bericht uit het Ooslenrijk- schc persk war lier, dat de prins zu Wied, de voormalige vorst van Albanië, ingedeeld is bij hel officierenkorps van de in de Karpalhen strijdende Duitschers. Ween en, 6 Febr. (W. B.) Officieel be- rich. van heden middag. Op hel zuidelijke oorlogstooneel is in den laatst en tijd niets van belang gebeurd. 7 Febr. Wederom geen verandering. Washington, 6 Febr. (R.) De Duit sche ambassade heeft aan de regcering me degedeeld, dat het besluit waarbij de wate ren rondom Groót-Brittanniê tot oorlogsge bied worden verklaard, niet 'bedoelt overlast aan te doen aan Amorikaansclic schepen, die levensmiddelen brengen aan de burgerlijke bevolking der vijandelijke landen, of die schepen in beslag te nemen. Tweede telegram. De mededeeling van de Duitsche ambassade houd in, dal cr niets nieuws is in de houding van de Duit sche admiraliteit. Zij bevat eenvoudig een exposé van wat sedert het begin van den oorlog dc houding van alle ooi iogvoerende violen geweest is tegenover vijandelijke sche pen. Volgens de welbekende en overal aan genomen gewoonten van den zeeoorlog, zijn de oorlogsschepen ten volle gerechtigd de vijandelijke handelsschepen te vernielen. Na tc hebben venkJaarid, dat Duitschland geen plan heeft levensmiddelen in beslag te ne men. gaal de mededeeling ^oort: „Wij ho» pen, dat Groot-Brittannië ons niet zal nood zaken deze houding te veranderen, door Ame« rikaansche schepen zooals de WiLhcimina in beslag te nemen." Washington, 6 Febr. (R.) De Neder- landsche gezant van Rappard heeft eene con ferentie gehad met den raadsheer in het slaatsdepartement Lansing. Er wordt ver klaard, dat hij geene instruction had van zijue regeering, maar er is reden om te geloovcn, dui het doel van de conferentie was zich te vergewissen of er uitzicht beslaat op een pro- lest van de Vereenigde Staten tegen de ken nisgeving van de Duitsche admiraliteit. Iu de regeeringskringen er wacht men, dat een toe lichtende memorandum van het Duitsche de partement van builenlandsche zaken zal wor den gezonden door den Amerikaanschen am bassadeur te Berlijn. Men hoopt, dat dit eeno uitlegging zal geven van punten, waarover nu twijfel bestaat Men is van meening, dat, als niet in dit memorandum wordt uiteengezet, dat do Duitsche bevelvoerende officieren op zee voorzorgen moeten nemen om zich er van te vergewissen of de onder neutrale vlag varende scnepen werkelijk neutraal zijn, het zeer waarschijnlijk is, dat van de Amerikaaa- sche regeering een stuk zal uitgaan, dat in termen, die geene plaats voor onzekerheid laten, uitdrukt, dat in de vernietiging van neu trale schepen met eene lading van goederen, die geene contrabande zijn en het toebrengen van leed aan hunne passagiers, door de Ame- rikaansche regeering niet zal worden berust. N e w-Y o r k, 6 Febr. (R.) Dc morgen- bladen zijn zeer openhartig in hunne kritiek over d:e Duitsche blokkade. De Herald zegt; Watt zullen wüj-nu doen? Oordeelende naarc dit laatste voorbeeld van Duitsche bar» baarschheid, heeft Roosevelt gelijk in zijne meening, dat de Vereenigde Staten nog kun nen worden opgeroepen om hunne strijd macht te vareenigen met die van de bondge- nooten en hen te helpen den dollen hond van Europa aan den ketting te leggen. De Times zegt, dal dit eene daad as, die schijnt aan te duiden, dat Duitschland besio. ten is zich zelf te berooven van iede/r, die nog als vriend mocht zijn overgebleven. De beoordeelingcn van dc andere bladen zijn op denzelfden toon gestemd. Christiania, 7 Febr. (W. B.) De voor zitter van. het Noorwccg&che odellhing Liefde is leven voor, denken aan anderen, zelfzucht is leven voor, denken* aan ziahzeli levensbeeld door JOANNES REDDJLNG1US, 49 Jaren zwierf ik als dolend ridder. Eens zag ik mijn gelaat in een Veneliaanschen spiegel, welken een Joodsch koopman mij trachtte te verkoopen; het was verouderd, aan de slapen begon het haar te grijzen en menige impel lijnde in het voorhoofd, 't was mij, of ik aan schouwde het gelaat van een ouderen broer; 'k was wél ouder geworden, maar in mijn hart leefde nog altijd het verlangen. Ik hield ervan te luisteren naar de verha len van mannen, (lie uit het Oosten kwamen, een oude monnik, die op een muilezel door <de landen trok, was langen tijd mijn makker, 'k Vond er vermaak in te luisteren naar de woorden van verdoemenis, welke hij de men- schen tegendonderde, want ik kende als hij hun donkere daden en hun zwarte gedachten. In een najaar kwam hij te sterven aan een bloedspuwing. Ik wendde mij er aan 's nachts door de Wouden te rijden, dan was ik 't helderst van geest, vooral als het Maanlicht de valleien deed glanzen van zilver. Stemmen hoorde ik dan; ik was in hel bosch niet alleen. Het gebeurde mij wel eens, dal ik aan mijn vader dacht en aan mijn dooden vriend uil mijn jeugd en alles was mij ais heel lang ge leden. Rusteloos zwierf ik voort van stad toi stad, van burcht lot burcht. Op menig lour- nooi vocht ik, maar geen vreugde bracht mij de overwinning en met minachting beschouw de ik yaak de kostbare prijzen, want altijd rees in mijn hart de vraag, waarom? Schild knapen, dol op avonturen boden zich aan den zwijgenden ridder te volgen en ook ge beurde het, dat jonkvrouwen mij aanzagen met lokking in de mooie oogen en ook zag ik het wenkend gellaar, maar ik dankte de schildknapen voor hun aanbod en keek de jonkvrouwen aan met vragenden blik, zoodal zij bloosden en het hoofd bogen. Droevig was dan vaak mijn hart van weer niet gevonden te hebben. Soms was ik maanden aaneen in een kloos ter en sprak met geleerde monniken over dingen van wijsheid en bad dag aan dag in de kapel. God smeekend mij rust te geven en inzicht in dingen ,die ik zou moeten doen om te. vinden. Ik was de vriend van de armen, menig geldstuk gaf ik zonder te zien, daai ellende mij droevig stemde; soms vond ik woorden van troost. Zóó zwierf ik vele jaren. En het gebeurde, dat ik.op een van de eerste dagen van den negenden maand van het jaar, na dagen lang eindelooze vlak ten te zijn doorgereden, in een bergland kwam. Vijf bergen was ik overgetogen en had mij te rusten g'ezet tegen een boom. Op de hel ling groeide spichtig gras, mijn paard liet ik grazen en al drooinend vermeldde ik mij in de lierfstpracht van het woud. De morgen zon deed de bruine blaren der beuken blin ken en 't bosch was vol gesuizel, want de wind was spelend aldoor, k Weet niet, wal mij dien dag bezielde, maar ik was iu een opgewekte stemming. Ik kreeg behoefte den zwaren helm af lc zetten, om beter te kun nen zien. Dit deed ik en met een zucht vjp verlichting streek ik met mijn vingers door het haar. 'k Zag \oor mij uit; in de verte rezen weer bergen en ai overpeinzend, wat ik achter die reuzen zou vinden, kwam ik er toe mij dc vraag te doen, voor de zooyeelsle maal, wie of ik toch eigenlijk was. Was ik nog dezelfde van vroeger? ik leefde, ik be stond, sommige diugen ging ik na, 'k wist dat ik een vader had, die in ccn sterk kasteel woonde iu een land ver van hier. Op mijn Dorst droeg ik het pergament met de won dere teekens, 'k had dus een goeden vriend gehad, lang geleden. Hoe ook veranderd, ik was nog, die ik eenmaal was. Ik moest de zelfde nog zijn, want ik herinnerde mij heel zuiver de kleur van een rood manteltje, dat ik als kind had gedragen en ook den vorm van een rood kapje met lange linten. Ik her innerde mij de vele wapenrustingen in de ridderzqal en bizonder lang hield ik mij be zig met het feit, dat ik als knaap met een dolk lijp.en had gegrift in een blauwen steen, die gemetseld was in de derde trede van een wenteltrap, die naar een toren leidde. Ook wist ik eens een dood vogeltje begraven tc hebben in het bosch en de melodie van een lied, dat mijn moeder zong. ais zij zat het spinnewiel, terwijl ik op den grond speel de, zong vaak in mij om. Eens kwam een man met een beer op de binnenplaats van het slot, 't dier danste, o mijn angst voor het roodtongig monster. Op dien dag droeg iqiin moeder een tasch met zilveren beugel, haar gewaad was effen, haar sleep begon hoog in het middel en liep breed uit; als zij hep, moest ik aan een sleep trekvogels denken, die trek ken in het najaar naar warmere streken. Als ik een ander was, zoo redeneerde ik, zou ik die dingen niet meer weten en toch vond ik mij zelf niet terug, zwerver die ik was, die zocht en wellicht nooit zou vinden. Wie was ik en wat deed ik in de wereld, had ik een roe ping te vervullen, had ik vroeger al eens ge leefd en droeg ik nu de gevolgen van dat le ven, en zou ik na dit leven wederom als mensch geboren worden om opnieuw te stre ven en te sterven? Wat al vragen kwamen iu mij op en hoe rustig voelde ik'mij, die niet wist wat de dag van morgen mij zou geven, maar één ding stond bij mij vast, dat ik moest vertrouwen op de wonderbaarlijke verschij ning, die de oorzaak was voor mijn zwer ven. Toen, in mijn rustige stemming, weid ik mij weer bewust, dat alles verandert, dal niets blijft, eeuwig alom is de wet, en alle dingen om ons heen zijn vergankelijk als ons lichaam, zelfs de sterkste burcht moest vallen in puin en de krachtigste boom moest sterven en de wolken bleven niet wolken altijd. Sinds een jaar betreurde ik hel %erlies van mijn paard, hel derde, dat ik bereed, sinds den aanvang van mijn tocht Aan dit dier was ik bizonder gehecht geweest, maar het moest afgemaakt worden wegens het breken van een poot bij een val. Alles ging voorbij, ik wist het zoo wel en daarom moest de mensch zich niet te veel hechten aan aardsche diu gen en toch en toch Zou ik haar nog herkennen, zoo vroeg ik mij af, de wondere vrouw, mensch of geest, die mij verscheen, zou ook zij veranderd zijn in de jaren van mijn verre tochten, ja, dit zeker, want niets is zonder verandering, maar toch hoe in ander«o staat ik zou haar her kennen cn onze zielen zouden welen het schoone geheim Terwijl ik zoo mijmerend mij verlustigde in 't ver heen zien naar lichte verschieten va» wondere wereld, keerde ik plotseling tot de werkelijkheid terug door den zilver-fijnen toon van een fluitje, waarop spoedig 't geblaf van een hond volgde. Ik stond op en zag naar den kant, vanwaar het geluid was gekomen. Een bergpad hep verloren lus» schen het kreupelhout en op dat pad ver scheen opeens een langharige bruine hond,' die grommend op mij toeschoot, rustig bleef ik staan, snuffelend herook het dier mijn beenstukken, zijn wildheid was bedaard hij blafte een paar keer en snelde voort langs het pad, om weldra weer terug te komen met een vrouw, wier aanblik mij diep ontroerde. Zij streelde den hond, en mij in 't gelaat ziende, zeide zij: Gegroet heer ridder, Tejo ziet In u een vriend, wees welkom in mijn woud. Ik boog de knie en stamelde een groet, kussend den zoom van haar kleed. Sta op, edele ridder, en volg mij, de dal- weide zal beter voedsel voor uw paard heb ben dan de helling hier biedt en gij zelf zult wellicht een stevig maai eer aan doen, ook ai kan ik u geen ander gezelschap bieden dan bet mijne en dat van mijn biechtvader, want zonder vriend of magen woon ik in miin ka steel volg mij zoo gij wilt, ik zal u den weg wijzen. Zoo sprekende hief zij haar hand, die ik aanraakte met mijn lippen, na een edel ge baar. Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1