EEN ifflilü JONGEN
„D E E EM LAN DER".
Donderdag 11 Februari 1915.
_BUITENLAND1_
FEUILLETON.
N 19£
13d* Jaargang.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFF fit Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.CO.
Idem franco per post l"'®*
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) -
Afzonderlijke nummers "®*°f*
Deze Courant verse hynt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER
ADVERTENTIËN:
f 0.50.
Van 15 regels..
Elke regel meer0.10
Dienstaanbiedingen 25. cents bij vooruitbetaling.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepaliugen
tot het herhaald ad verteeren in dit Blad, bij abonnement
Eene circulaire, bovattondo de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester van Amer^oort,
B^rvgt ter kennis van belanghebbenden, dat,
blijkens schrijven van den Commissaris der Ko
ningin in deze provincie van den 5. Februari
1915, 4e Afdeeling, no. 433, in de gemeente
Soest een geval van mond- en klauwzeer is
voorgekomen.
Amersfoort, 8 Februari 1915.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWDCK.
Kiezer» kweek.
Er blijkt uil jaar groote lusteloosheid le
bestaan voor de kiezerskweek en wij moeten
dadelijk toegeven, dal het werk thans ïnoeic-
fijiker is dan ooit te voren. Zeer velen toch,
die in aanmerking zouden komen om „be
werkt" te worden, zijn gemobiliseerd. Is liet
van 'n politieke organisatie in deze tijden te
vergen, dat zij in Brabant kiezers gaat zoe
ken?
Maar wel kan ieder in eigen kring goed
werk verrichten, leder heelt wel bekenden,
die der. kiezersleeflijd bereikt hebben en het
is toch zeker niet te veel moeite om even te
informeeren of deze 25-jarigen in de termen
vallen om kiezer te worden en de noodige
stappen daartoe gedaan hebben.
Zi die mcenen aanspraak te kufuien maken,
moeten vóór 15 Februari aaugillc doen; for
mulieren zijn ter secretarie kosteloos ver
krijgbaar.
Voor wie reeds op de oude kiezerslijst staat
is geen nieuwe aangitte noouig.
Bij de Wet, houuciiue lijueiijke afwijking
van de Kieswet is bepaald, dot de Kiezers
lijst. van Kraakt jjjeworucn 15 Mei 1914, van
kracht blijft tot Ij Mei 1Mb.
Herinnerd worut voorts aan ai l. 3 van do
Wet van 50 Januari lala (Kiaatsorad no. 37)
iLOudemie tijdelijke ai wijking van <re Kies
wet volgens nel welk van de 15 Mei 1911 van
kracht geworden Kiezerslijst worden afge
voerd zij:
a. die hun Nederlanderschap bobben ver
loren;
b wien het kiesrt-lit bij onherroepelijk "c-
worden rechterlijke uitspraak is ontzegd;
c. die hij onherroepelijk geworden rechter
lijke uitspraak de beschikking of het beheer
over hunne goederen he-bben verloren;
d. die hebben opgehouden ingezetenen der
Gemeente te zijn;
een cn ander beoordeeld naar den toe
stand op 1 Februari 1915.
In de tabel, 'bedoeld in de artikelen 1 cn
2 der Kieswet, is, voor zoover dc Gemeente
Amersfoort betreft, bepaald.
dal voor Amersfoorl-sladsgodeelte de mi
nimum-huurprijs f 1.50 ner week cn hel mi
nimum-inkomen f 400 per jaar, moet bedra
gen cn dat vrije woning of inwoning wordt
berekend op f 75 per jaar cn vrije kost en
inwoning op f 275 por jaar; en dat voor
Amcrsfoort-ovorig doel de minimum-huur
prijs f 1 per week cn het minimum inkomen
f 300 per jaar moet bedragen en dal vrije
woning of inwoning wordt berekend op
f 37.50 per jaar en vrije kost en inwoning
op f 200 per jaar.
Politiek Overzicht.
Italië en de wereidstrïjd.
Van het begin van den wereldslrijd af
houdt de vraag. Wat zat Italië doen? de ge
moederen bezig. Zal Italië volharden m de
neutraliteit, die het zich tot richtsnoer voor
zijne handelingen heelt gekozen, toen het ver
klaarde, dat de redenen waarom Duitsch-
iand cn Oostenrijk-Hongarije in den strijd
gingen, het geene aanleiding gaven om
aan de zijcle van zijne medeleden van
den driebond aan den oorlog mee te
doen? t>i zal het zijn onzijdig stand
punt verlaten en aan de zijde van de triple-
entente tegen zijne voormalige bondgenooten
ten strijae trekken? liet antwoord op die
vragen kan alleen de toekomst ons brengen.
Wij welen alleen, dat Italië tot dusver heeft
gemeend, dat zijn belang het best gediend
werd door zioh in den strijd onzijdig te hou
den. Maar ot het belang van Italië meebrengt
onzijdig te blijven, ziedaar cenc vraag, waar
omtrent Italië zich voorbehoudt* le heslissen
naarmate van dc omstanuaguieden, die zich
zullen voordoen. liet zijn dus geene stellige,
bindende verklaringen, die men van dc Ita-
haansche regceringsmannen hoortzij houden
altijd een slag om den arm.
Den 4en December heeft de minister-presi
dent Saiandra in de Kamer verklaard, dat
Italië eene gewapende neutraliteit in acht
moet nemen; het zal in den oorlog slechts in
grijpen, wanneer er een keer mocht komen,
waardoor de belangen van het land bedreigd
worden. De verklaring was bewust sibyl-
lijnseiizij deed niet kennen hoe en van welke
zijde dc belangen van Italië bedreigd zouden
kunnen worden en legen wicn zich, als het ge
val zich voordeed, de wapenen van Italië zich
zouden keeren.
Enkele dagen geleden heeft Giolilti, de
voorganger van Saiandra op den ministèr-
presidentszelel, een brief laten hekend ma
ken, dien hij heelt geschreven aan een vriend,
den afgevaardigde Pcano. Hij verklaart daar
in, dat hij lep onrechte wordt voorgesteld als
een voorstander van de neutraliteit tot eiken
prijs, ofschoon hij den oorlog niet houdt voor
een geluk, maar voor een ongeluk, dat men
slechts ter wille van de eer van hel land of
van zijne groote belangen op zich mag ne
men, niet echter op grond van bloolc gevoe
lens tegenover andere volken. Ook is hij van
meening, dat Italië in de tegenwoordige om
standigheden wel iets kan bereiken zonder
oorlog, waarvoor echter alleen dc regeering
bevoegd is, die hij steeds blijft steunen, zon
der zich te bekommeren om dc onb hoorlijk-
heden van hen, die zich voordoen als vrien
den van de regecring en in werkelijkheid mis
schien hare ergste vijanden zijn.
Schijnbaar zijn dus de beide staatslieden,
het tegenwoordige en het vroegere hoofd der
regeering, volkomen ééns van zin en heeft
Saiandra geen beleren vriend dan Giolitti.
Daaraan schijnt echter toch wel iets le ha
peren, want aan den brief van Giolitti heeft
zich eene levendige polemiek vastgeknoopt,
die bewijst, dat het geloof aan deze eensge
zindheid niet zeer stevig gevestigd is. Uit
Rome wordt daarover aan de Yossische Zlg
geschreven
„De polemiek heeft eene symptomatische
waarde. Zij toont, dat algemeen achter de
schijnbaar overeenstemmende onzijdigheids-
verklaringen van dc beide staatslieden afwij
kende bedoelingen gezocht worden cn niet
zonder reden. Tussohen hen bedden en hunne
partijen heerscht een tot dusver latente
strijd, waarbij het gaal om het toekomstige
bezit van dc macht. Uit het kamp van dc
Gioliiltianen waren de pogingen afkomstig oin
het kabinet verantwoordelijk le stellen voor
dc gebreken in de legerorgandsalie en de
landsverdediging, die. minstens voor een ge
lijk deel 4en laste vallen aan Saiandra s voor
gangers. De Gioliltiahen' trachten ook de ge
breken in het hulpbetoon in het door de aard
beving getei9tere gebied op de regeering te
schuiven. Een nog krachtiger wapen lot be
strijding van de regecring zien zij met recht
in dc interpretatie van de voorwaardelijke
neutraliteit, want deze kwestie heeft thans de
allergrootste beteekenis voor de toekomst der
natie. In het land heerscht dc indruk, dat
Saiandra achter zijne voorwaardelijke onzij-
aigheidsverklaring de geneigdheid verbergt
om op het geschikte tijdstip de belangen van
Italië bedreigd te vinden en dc oorlogspartij
ter wille te zijn. Van Giolitti neemt men in
tegendeel aan, dat zijne voorwaardelijke ge
reedheid tot behartiging van bedreigde lands
belangen ook door middel van dc wapenen het
besluit verbergt om de onzijdigheid niet prijs
le geven, want volgens de bewoordingen van
zijn brief „kan Italië in de tegenwoordige
omstandigheden wel iets bereiken zonder oor
log*'. Deze overtuiging is bij velen, vooral oor
logsvrienden, zoo sterk, dat zij geloovcn aan
een bondgenootschap Bülow-Gioliitti met het
doel Saiandra ten val te brengen- Zulk een
bondgenootschap is natuurlijk een fabel. Maar
or zijn vele aanwijzingen, dal Giolitti anders
dan Saiandra denkt over de neutraliteit, daar
gelaten of dit meeningsvcrschil een reden of
een gevolg is van de opposilieplannen tegen
het kabinet."
De oorlog.
Berlijn, 10 Fcbr. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Afgezien van kleinere voordcelen, die onze
troepen in do Argonne, aan dc westelijke hel
ling van de Vogeezen bij Ban de Sapt en in
het Hirzbaoher bosch bereikten, is niets te
berichten.
P a r ij s, 9 Feb r. (R.) Namiddag-commu
niqué.
In België was bij lusschenpoozen een ar-
Lilleriestrijd. Ypercn en Furncs zijn gebom
bardeerd. De Belgische artillerie vernielde
eene hofstede, welker vc-rdcdigers de vlucht
namen.
Op den weg Bethune—La Bassée bezetten
wij weer een molen, waarin de vijand zich
had kunnen nestelen. Soissons werd jbom
bard oord met brrandgranalen.
In de Argonne werd dc strijd rondom Ba
gatelle gevoerd in een der dichtste partijen
van hel boscli en nam een vrij verward ka
rakter aan. Aan beide zijden werd het ge-
heele front gehandhaafd.
Tusschcn de Oisc cn dc Aisnc schoot onze
artillerie een Taubc neer, die brandend
neerviel in de Duitsche liniên.
Avond community ué.
Er wordt niets belangrijks bericht- Wij heb
ben eene mijngalerij laten springen, waar de
ijand aan 't werk was, op hel front van Fay,
ten zuidoosten van Peronne.
In Argonne is van beide zijden gekanon
neerd en zijn bommen neergeworpen, vooral
in de streek van Volante en Bagatelle. De
Durlschcrs deden vruohbelooze pogingen om
het work Marie Thérèse aan te vallen.
Onze voorposten liebbcn met gemak een
Duitsdhcn aanval in Lotharingen, aan de
noordzijde van het bosah van Parroye, afge
slagen.
Een klein gevocht bij Manouvillers eindig
de met dc vervolging van den vijand door
onze huzaren. Een Duitsche aanval op Fonle-
neile (Vogeezen) is teruggeslagen.
10 Februari. Namiddag-communiqué.
Vrij herige artillerie gevechten werden ge
voerd op sommige punten van hot front, in
zonderheid aan de Aisnc en in Champagne.
Een enkel infanteriegevech.it wordt bericht
in Lotharingen, ten ncondioosten van Ma non
viller, waar een van onze detachementen vij
andelijke posten van Rcnrnnbois naar Lein-
trey terugdreef.
Avond-communiqué.
Wij hebben Dinsdagnacht bij La Boisselle
drie mijnen laten springen. Wij hebben de
uithollingen bezet, die door dc ontploffing
zijn veroorzaakt, ondanks den tegenaanval,
dien wij met de bajonet hebben teruggedre
ven.
B r 1 ij n, 10 Februari. (W. B.) Uit
het Oostenrijksohe perskwartier wordt be
richt, dat de Karpathcn diep in de sneeuw
liggen, waardoor de marschen en de ont
wikkeling v an de gevechten zeer belemmerd
worden.
De Russen dringen krachtig op togen deD
Duklapas. liet vcokterc Russische front is
zwaar versterkt, zoodat de ondernemingen
van do verbonden troepen vertraagd worden.
Zwaar worstelen on biltere ontberingen wor
den aan dtó troepen opgelegd. Men moet te
vreden zijn, dtat dc vijand stap voor stap
wordt teruggedrongen en de pogingen om
door te breken werden afgewezen, zonder
de overige fronten te verzwakken. De tot dus
ver verkregen resultaten spreken voor oen
succes in de toekomst.
Weenen, 10 F e b r. (W. B.) Officieel be
richt van heden middag.
De nlgemcene toestand in Polen en West-
Galicië is onveranderd. De strijd in de Kar-
pathen duurt voort.
Bukowina is tot aan Suczawa door den
vijand gezuiverd, die terugwijkt soms op eene
wijze die gelijkt op eene vlucht. Met onbe
schrijfelijke vreugde begroet de bevolking onze
voorwaarts rukkende troepen.
Budapest, 10 Febr. (W. B.) De ge
slagen Russen vluchtten in de richting van
Radautz en Kuty. Suczawa moet ontruimd
zijn; de Russen vluchten in de richting van
Gzernowiiz. De ind/ustrieele inrichtingen tus-
schen Donia Watza cn Suczawa zijn -onge
deerd.
Dc bevrijding van Bukowina maakt een die
pen indruk op de Rumeensche grensbevol
king.
Budapest, 10 Febr. (W. B.) De Pester
Lloyd bericht uit Burdujeni: Onder een onbe
schrijfelijk gejuich van de bevolking trok --
Leren onze voorhoede, beslaande urt honved-
huzaren, Suczawa binnen. De stad prijkte in
\laggenlooi. Om twee uur had de intocht van
de hoofdmacht nla&ls. Dc soldalen werden
op straat door de bevolking omhelsd en ge
kust. De Russen nokken zich geheel terug
raar Czcrnowitz. In Radaut lieten zij 209
mohammedaansche soldaten, in Halna ft]
Tsjcrkessen achter. De steden Kimpohing, Gi-
iC'lutgroe en Sz*ezawa zijn in ons vast bezit.
Personen, die in den namiddag uit Czcrno
witz hier zijn aangekomen, berichten, dat dc
Russische gouverneur Ewreinow gisteren met
zijn 9taf en het reheele garnizoen naai- Nowo
sielitza is teruggegaan. Onze troepen rukken
cp Czernowitz aan.
Petersburg, 9 Fcbr. (Tel.-agentschap)
Mededeeling van den groolcn gcneralen staf.
De Duibschers, die zich allengs in Oost-Prui
sen ophoopten nu verschc strijdkrachten le
hebben aangevoerd, deden in de laatste dagen
krachtige verkenningen. Den 7cn gingen zij
lot het offensief over met aanzienlijke strijd
krachten. In den sector Horzele—Johannes
burg ondernamen de Duitschers actieve ge
lijktijdige operation op de beide doelen van
het Oost-Pruisische front. In de streek van
Lasdehnen slaagden wij or in bij het afslaan
van een Dudlschen aanval, een van de aan
vallende balaillons bijna geheel uit te roeien
op den weg naar Rypin, waar onze cavallcrio
bijeengetrokken word naar Serpetz.
Op den linkeroever van dc Wcichsel onder
nam de vijand den Sen Februari geene enkele
actieve operatie. Te oordcelen naar de voor
onze stellingen achtergelaten lijken, schijnen
de Duitschers gedurende dc zcsdaagschc aan
vallen op de stellingen Borgimow—Soumin—
VoMaohedlowska verscheidene tienduizenden
aan dooden cn gewonden verloren le heihen.
In de Karpa'lhon duurt het gevecht voort.
In de streek Barlfeld—Svidnik beproefde do
vijand actieve operatiën; maar hij zotte het
gevecht niet krachtig door en trok zich terug
met achterlating van gevangenen. In de streek
van den Lupliowschen pas zet ons offensief
zich voort. In den loop van den dag maakten
wij buit 69 officieren, 5200 soldaten cn 18 mi
trailleuses. De Duitsche colonnes, die den Tou-
kholkapas waren overgetrokken, richtten den
7en 22 hevige aanvallen tegen de door ons
bezette hoogten van dc streek Koziouwka. De
Duitschers verrichtten den aanval in goed be
zette fronten van verscheidene gelederen. On
der ons herig vuur maakte de vijand zich
twee malen meester van cenc hoogte, maar
hij werd daarvan verdreven door een tegen-
aanval van onze infanterie in een lang bajonet-
gevecht, dat zonder precedent is in onze ge
schiedenis. De verliezen, die de Duitschers
hier hebben geleden, zijn buitengewoon ern
stig. De aanvallen van den vijand in de rich
ting van Wysohkowo werden eveneens terug
geslagen.
Tweede telegram. Voor hunne aan
vallen op onze stellingen bij Koziouwka be
gonnen de Duitschers in den nacht van den
7cn. Met hot aanbreken Yan den dag begon
een onweerstaanbare aanval van de Duitsche
colonnes. Geene verliezen in de voorste ra£
gen konden de volgende rangen tegenhouden.
Nadat het hun gelukt was eene gewichtige
hoogte in onze stelling te vermeesteren, wcr«
den zij daaruit weder verdreven door onze
bajonetten. Do aanvallen volgden elkaar zon
der ophouden op. Tegen den avond maakten
de Duitschers mol eene groote macht zich van
onze hoog gelegen stelling meester. Zij wer
den daaruit eerste verdreven na een verwoed
Wie, die de harnl in eigen boezem steekt,
haalt haar rein weer te voorschijn?
levensbeeld door
JOANNES REDDINGIUS
52
Laat ie z'n bek hou'en, gromde Anton
en poogde zijn broer een trap te geven.
Om zich een houding te geven zei Albert:
Als we maar niet kapot vriezen.
Vroor je maar kapot, mispunt.
Iiè broer, je bent niets lief.
Anton gaf hem een mjdigen trap. Kaffer-
neus schold hem uit voor meerkat, maar
hield zich ten slotte stil, daar Anton hem
aan kon, Jiij zou zijn broer wel eens wat
leveren, wacht maar. Niemand zei meer iels,
de jongens waren slaperig, herman lag na^st
Bram, even keek hij op, en gmg verliggen,
't was een grappig gezicht al die jongens in
hun oude dekens, beschenen door den gloed
van de helle kachel. Toen lag hij stil en be
proefde in te slapen, ginds hoorde hij Albert
vloeken, omdat hij zoo hard lag.
Buiten gierde de wind langs 't gebouw, wat
*ou 't daar koud zijn.
De jongen rustte met zijn hoofd op een
gtapel zacht groen, bedekt door een gedeelte
van een deken en daaroverheen zijn zakdoek.
Zóó lag hij lekker. Hoe geheimzinnig om zoo
te slapen, wat was je blij. dat ie het warm
kreeg, 't was een goed idee van hem geweest
lakken over zijn dekens te leggen. Je kon nu
denken, dat je in een groot bosch lag hij het
vuur in den nacht, in Amerika of in Austra
lië. Ilij moest even denken aan „De Herten-
dooder" van Cooper. Dat werk had hij ge
vonden onder de boeken van zijn vader in
een kist op zolder, zijn naam stond nog op
'L omslag. 'L Was toch beroerd, dat hij zijn
vader nooit gekend had, liij zou zeker van hem
gehouden hebben. Een jaar geleden had hij
een academievriend van hein gesproken, prof.
Pekelharing uit Delft, wat zou het leuk ge
weest zijn, als zijn vader na herX was binnen
gekomen. Wat een lekkere lucht tocli, hij zou
best in een bosch willen wonen, of in een
houten huis. 't Moest toch wel aardig zijn een
eigen huis te hebben; in zijn woning moest
een haard zijn, waarop je van die groote
blokken kon gooien, die zulke mooie vlam
men geven.
Als dan 's winters de sneeuw hoog lag,
zou hij verhalen schrijven en zijn vrouw bij
hem zitten en gelukkig zijn.
Wat was Coba mooi, hij kon zich maar
niet voorstellen, dat zij met hem zou wonen
in één huis, wat was hij eigenlijk een vreem
de jongen, hij kon soms heel ernstig cn stil
zijn, bcélroefd stil, omdat de dingen waren,
zooals ze waren, maar dan weer kon h;; zoo
vroolijk zijn, dat hij van malligheid wel op
zijn kop zou willen staan. Toch wisten zijn
vrienden wel, wat ze aan hem hadden, ook
al vonden zij dat hij soms wat vreemd deed.
Een mensch kon heel gelukkig zijn en hij was
gelukkig, omdat hij jrier zoo lag.
Zoo mijmerde hij on had 't nu lekker warm.
hield zijn oogleden gesloten, zij waren zwaar.
Daar zag hij op eens een mooi landschap,
hooge bergen cn een dal en een burcht en
een rivier, weg was 't weer. Zijn hoofd leek
hem ontzaglijk groot, maar 't was licht, heel
licht. Nu zag hij dc kamer van zijn moedtr
thuis, 't nachtlichtje brandde, daar stond de
schrijftafel cn ginds 't ledikant met 't blauwe
gordijn; een goed mensch was 't toch, weg
was de kameï*.
Toen luisterde hij, herinnerde zich nog
flauw, dat hij in de zaal lag, maar hij was 't
middelpunt van alles. Zangen klonken in hein
op, kleine geluidjes, vogel-vlug. Hij zou nu
eens na zeggen, wat hij hoorde, ciaar was
weer dal geheimzinnige suizen. Ilij verbeeldde
zioh een avondstemming.
De wolkenstoeten, ze hangen,
bang, bang in bangen.
de winden zuchten geruchten
en verre zangen
't Zangetje zweefde heen.
Toen kwam een ander:
De hoornen slaan zoo stil, zoö stil,
de boomen
Meer kwam er niet.
Dc sneeuw ligt overal
Hij voelde fijne steekjes in zijn hoofd, nu
moest hij gaan slapen, anders had liij morgen
koppijn, t Was beroerd, dat hij niet in slaap
kon komen, 't was zijn eigen schuld, hij had
zich veel te druk gemaakt. Hij ging overeind
zitten en keek in 't rond, de jongens lagen
stil. de kachel stond gloeienl, het deurtje
was niet heelemaal dicht. Zij sliepen, hij kon
hun ademhalen hooien, daar lag Bram en
ginds Albert, Neep snorkte. Hij ging op zijn
andere zij liggen en sloot de oogen.
Buiten jachtte de sneeuw, windvlagen
stormden langs het uitbouwsel, het gansche
huis lag in groote stilte. De jongens sliepen
in de zaal, elk een leven op zichzelf. Zalig hij
raakte in den dommel, voelde zich lekker
liggen cn wist bijkans niet meer, waar hij was,
üoorde 't gesuis van de stille, even moest hij
lachen van geluk
En de nacht duurde en de wind woei langs
het gebouw. De aarde was wit besneeuwd cn
aldoor viel sneeuw. Dc vlokken dwarlden en
vlogen.
In de groene zaal sliep met zijn makkers
Herman, de romantische jongen.
X.
ICunjerd zou 't vragen, eerst wilde hij niet.
de jongens gingen met hem redeneeren op de
speelplaats, ten slotte gal hij toe, op voor
waarde, dat hij van Anton de Fransche thema
zou krijgen en van Herman 't opstel mogen
lezen over Nehukadnezar. Kaffcrneus had in
vervoering zijn hand dicht bij Kanjerds neus
gehouden en gezegd, dat zijn vingers tintelden
van de hitte; Frits was kwaad geworden, had
Albert een trap gegeven grj gevraagd: „wal
mot je? kijk naar je eigen heus. flauwe kerel."
boos was hij tegen den muur der school gaan
staan en had op den grond gespogen. Albert
had met een stokje een kringetje om het natte
plekje zand getrokken, dat was heilig, had
hij gezegd. Frits had er om gelachen en ge
roepen: „jelui bent allemaal gek."
Een stuk of wal jongens waren aan het
„Schaai*" spelen. De onderwijzer keek op zijn
horloge, t was tien minuten voor één, hij liep
de speelplaats over, kwam hij den hoek, klopte
zijn pijp leeg tegen den muur en riep, terwijl
hij driemaal in zijn handen klapte: „Entrez!"
Herman poogde gauw Graat nog te krijgen,
maar Graat bereikte de streep, toen liep hij
langzaam naar de deur, achter Graat aanj
de jongens gingen dromsgewijs naar binnen,
't laatst twee nakomers, die in een boschje
hun les hadden zitten lecrcn over de graven
van Holland. Dc hoeden en petten werden in
dc gang gehangen, de jongens gingen naar "t
lokaal, waar zij thuishoorden om 't school
werk voor den volgenden dag klaar te leggen
en nog wat te werken. Bram zette zijn lesse
naar overeind en begon heel Langzaam zijn
schriften te sorteeren, Albert zat naast hem
cn poogde met zijn hand in Bram-s kasljc te
rommelen. Bram werd boos en gaf Albert een
stoot met zijn elleboog, spin-nijdig kijkend,
Albert ging schijnheilig zitten, net alsof hij-
genoeg had van zijn geplaag, maar even later
bukte hij zich, kwasie om een pen op te ra
pen, doch inderdaad om met zijn wijsvinger
le drukken op den rechterschoen van Bram,v
hij had een krommen teen, er was een bobbel
op zijn schoen; Bram trok zijn voet terug:
„Kafferncus." zei hij. Albert zat weer.
„Un peu de silence, s'il vous plait", zeide
Kleine Ping, de onderwijzer met liet kleine
kneveltje, die surveillance had, zijn voornaam
was Menzon. IJsbrand had eens dien naam op
een briefkaart zien staan en noemde hem
daarnaar: „Mijn zoon".
Wordt vervolgd*