EEN ifflilü JONGEN „D E E EM LAN DER". Donderdag 11 Februari 1915. _BUITENLAND1_ FEUILLETON. N 19£ 13d* Jaargang. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. Uitgevers: VALKHOFF fit Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort f l.CO. Idem franco per post l"'®* Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - Afzonderlijke nummers "®*°f* Deze Courant verse hynt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: f 0.50. Van 15 regels.. Elke regel meer0.10 Dienstaanbiedingen 25. cents bij vooruitbetaling. Groote lettors naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepaliugen tot het herhaald ad verteeren in dit Blad, bij abonnement Eene circulaire, bovattondo de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgeving. De Burgemeester van Amer^oort, B^rvgt ter kennis van belanghebbenden, dat, blijkens schrijven van den Commissaris der Ko ningin in deze provincie van den 5. Februari 1915, 4e Afdeeling, no. 433, in de gemeente Soest een geval van mond- en klauwzeer is voorgekomen. Amersfoort, 8 Februari 1915. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWDCK. Kiezer» kweek. Er blijkt uil jaar groote lusteloosheid le bestaan voor de kiezerskweek en wij moeten dadelijk toegeven, dal het werk thans ïnoeic- fijiker is dan ooit te voren. Zeer velen toch, die in aanmerking zouden komen om „be werkt" te worden, zijn gemobiliseerd. Is liet van 'n politieke organisatie in deze tijden te vergen, dat zij in Brabant kiezers gaat zoe ken? Maar wel kan ieder in eigen kring goed werk verrichten, leder heelt wel bekenden, die der. kiezersleeflijd bereikt hebben en het is toch zeker niet te veel moeite om even te informeeren of deze 25-jarigen in de termen vallen om kiezer te worden en de noodige stappen daartoe gedaan hebben. Zi die mcenen aanspraak te kufuien maken, moeten vóór 15 Februari aaugillc doen; for mulieren zijn ter secretarie kosteloos ver krijgbaar. Voor wie reeds op de oude kiezerslijst staat is geen nieuwe aangitte noouig. Bij de Wet, houuciiue lijueiijke afwijking van de Kieswet is bepaald, dot de Kiezers lijst. van Kraakt jjjeworucn 15 Mei 1914, van kracht blijft tot Ij Mei 1Mb. Herinnerd worut voorts aan ai l. 3 van do Wet van 50 Januari lala (Kiaatsorad no. 37) iLOudemie tijdelijke ai wijking van <re Kies wet volgens nel welk van de 15 Mei 1911 van kracht geworden Kiezerslijst worden afge voerd zij: a. die hun Nederlanderschap bobben ver loren; b wien het kiesrt-lit bij onherroepelijk "c- worden rechterlijke uitspraak is ontzegd; c. die hij onherroepelijk geworden rechter lijke uitspraak de beschikking of het beheer over hunne goederen he-bben verloren; d. die hebben opgehouden ingezetenen der Gemeente te zijn; een cn ander beoordeeld naar den toe stand op 1 Februari 1915. In de tabel, 'bedoeld in de artikelen 1 cn 2 der Kieswet, is, voor zoover dc Gemeente Amersfoort betreft, bepaald. dal voor Amersfoorl-sladsgodeelte de mi nimum-huurprijs f 1.50 ner week cn hel mi nimum-inkomen f 400 per jaar, moet bedra gen cn dat vrije woning of inwoning wordt berekend op f 75 per jaar cn vrije kost en inwoning op f 275 por jaar; en dat voor Amcrsfoort-ovorig doel de minimum-huur prijs f 1 per week cn het minimum inkomen f 300 per jaar moet bedragen en dal vrije woning of inwoning wordt berekend op f 37.50 per jaar en vrije kost en inwoning op f 200 per jaar. Politiek Overzicht. Italië en de wereidstrïjd. Van het begin van den wereldslrijd af houdt de vraag. Wat zat Italië doen? de ge moederen bezig. Zal Italië volharden m de neutraliteit, die het zich tot richtsnoer voor zijne handelingen heelt gekozen, toen het ver klaarde, dat de redenen waarom Duitsch- iand cn Oostenrijk-Hongarije in den strijd gingen, het geene aanleiding gaven om aan de zijcle van zijne medeleden van den driebond aan den oorlog mee te doen? t>i zal het zijn onzijdig stand punt verlaten en aan de zijde van de triple- entente tegen zijne voormalige bondgenooten ten strijae trekken? liet antwoord op die vragen kan alleen de toekomst ons brengen. Wij welen alleen, dat Italië tot dusver heeft gemeend, dat zijn belang het best gediend werd door zioh in den strijd onzijdig te hou den. Maar ot het belang van Italië meebrengt onzijdig te blijven, ziedaar cenc vraag, waar omtrent Italië zich voorbehoudt* le heslissen naarmate van dc omstanuaguieden, die zich zullen voordoen. liet zijn dus geene stellige, bindende verklaringen, die men van dc Ita- haansche regceringsmannen hoortzij houden altijd een slag om den arm. Den 4en December heeft de minister-presi dent Saiandra in de Kamer verklaard, dat Italië eene gewapende neutraliteit in acht moet nemen; het zal in den oorlog slechts in grijpen, wanneer er een keer mocht komen, waardoor de belangen van het land bedreigd worden. De verklaring was bewust sibyl- lijnseiizij deed niet kennen hoe en van welke zijde dc belangen van Italië bedreigd zouden kunnen worden en legen wicn zich, als het ge val zich voordeed, de wapenen van Italië zich zouden keeren. Enkele dagen geleden heeft Giolilti, de voorganger van Saiandra op den ministèr- presidentszelel, een brief laten hekend ma ken, dien hij heelt geschreven aan een vriend, den afgevaardigde Pcano. Hij verklaart daar in, dat hij lep onrechte wordt voorgesteld als een voorstander van de neutraliteit tot eiken prijs, ofschoon hij den oorlog niet houdt voor een geluk, maar voor een ongeluk, dat men slechts ter wille van de eer van hel land of van zijne groote belangen op zich mag ne men, niet echter op grond van bloolc gevoe lens tegenover andere volken. Ook is hij van meening, dat Italië in de tegenwoordige om standigheden wel iets kan bereiken zonder oorlog, waarvoor echter alleen dc regeering bevoegd is, die hij steeds blijft steunen, zon der zich te bekommeren om dc onb hoorlijk- heden van hen, die zich voordoen als vrien den van de regecring en in werkelijkheid mis schien hare ergste vijanden zijn. Schijnbaar zijn dus de beide staatslieden, het tegenwoordige en het vroegere hoofd der regeering, volkomen ééns van zin en heeft Saiandra geen beleren vriend dan Giolitti. Daaraan schijnt echter toch wel iets le ha peren, want aan den brief van Giolitti heeft zich eene levendige polemiek vastgeknoopt, die bewijst, dat het geloof aan deze eensge zindheid niet zeer stevig gevestigd is. Uit Rome wordt daarover aan de Yossische Zlg geschreven „De polemiek heeft eene symptomatische waarde. Zij toont, dat algemeen achter de schijnbaar overeenstemmende onzijdigheids- verklaringen van dc beide staatslieden afwij kende bedoelingen gezocht worden cn niet zonder reden. Tussohen hen bedden en hunne partijen heerscht een tot dusver latente strijd, waarbij het gaal om het toekomstige bezit van dc macht. Uit het kamp van dc Gioliiltianen waren de pogingen afkomstig oin het kabinet verantwoordelijk le stellen voor dc gebreken in de legerorgandsalie en de landsverdediging, die. minstens voor een ge lijk deel 4en laste vallen aan Saiandra s voor gangers. De Gioliltiahen' trachten ook de ge breken in het hulpbetoon in het door de aard beving getei9tere gebied op de regeering te schuiven. Een nog krachtiger wapen lot be strijding van de regecring zien zij met recht in dc interpretatie van de voorwaardelijke neutraliteit, want deze kwestie heeft thans de allergrootste beteekenis voor de toekomst der natie. In het land heerscht dc indruk, dat Saiandra achter zijne voorwaardelijke onzij- aigheidsverklaring de geneigdheid verbergt om op het geschikte tijdstip de belangen van Italië bedreigd te vinden en dc oorlogspartij ter wille te zijn. Van Giolitti neemt men in tegendeel aan, dat zijne voorwaardelijke ge reedheid tot behartiging van bedreigde lands belangen ook door middel van dc wapenen het besluit verbergt om de onzijdigheid niet prijs le geven, want volgens de bewoordingen van zijn brief „kan Italië in de tegenwoordige omstandigheden wel iets bereiken zonder oor log*'. Deze overtuiging is bij velen, vooral oor logsvrienden, zoo sterk, dat zij geloovcn aan een bondgenootschap Bülow-Gioliitti met het doel Saiandra ten val te brengen- Zulk een bondgenootschap is natuurlijk een fabel. Maar or zijn vele aanwijzingen, dal Giolitti anders dan Saiandra denkt over de neutraliteit, daar gelaten of dit meeningsvcrschil een reden of een gevolg is van de opposilieplannen tegen het kabinet." De oorlog. Berlijn, 10 Fcbr. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Afgezien van kleinere voordcelen, die onze troepen in do Argonne, aan dc westelijke hel ling van de Vogeezen bij Ban de Sapt en in het Hirzbaoher bosch bereikten, is niets te berichten. P a r ij s, 9 Feb r. (R.) Namiddag-commu niqué. In België was bij lusschenpoozen een ar- Lilleriestrijd. Ypercn en Furncs zijn gebom bardeerd. De Belgische artillerie vernielde eene hofstede, welker vc-rdcdigers de vlucht namen. Op den weg Bethune—La Bassée bezetten wij weer een molen, waarin de vijand zich had kunnen nestelen. Soissons werd jbom bard oord met brrandgranalen. In de Argonne werd dc strijd rondom Ba gatelle gevoerd in een der dichtste partijen van hel boscli en nam een vrij verward ka rakter aan. Aan beide zijden werd het ge- heele front gehandhaafd. Tusschcn de Oisc cn dc Aisnc schoot onze artillerie een Taubc neer, die brandend neerviel in de Duitsche liniên. Avond community ué. Er wordt niets belangrijks bericht- Wij heb ben eene mijngalerij laten springen, waar de ijand aan 't werk was, op hel front van Fay, ten zuidoosten van Peronne. In Argonne is van beide zijden gekanon neerd en zijn bommen neergeworpen, vooral in de streek van Volante en Bagatelle. De Durlschcrs deden vruohbelooze pogingen om het work Marie Thérèse aan te vallen. Onze voorposten liebbcn met gemak een Duitsdhcn aanval in Lotharingen, aan de noordzijde van het bosah van Parroye, afge slagen. Een klein gevocht bij Manouvillers eindig de met dc vervolging van den vijand door onze huzaren. Een Duitsche aanval op Fonle- neile (Vogeezen) is teruggeslagen. 10 Februari. Namiddag-communiqué. Vrij herige artillerie gevechten werden ge voerd op sommige punten van hot front, in zonderheid aan de Aisnc en in Champagne. Een enkel infanteriegevech.it wordt bericht in Lotharingen, ten ncondioosten van Ma non viller, waar een van onze detachementen vij andelijke posten van Rcnrnnbois naar Lein- trey terugdreef. Avond-communiqué. Wij hebben Dinsdagnacht bij La Boisselle drie mijnen laten springen. Wij hebben de uithollingen bezet, die door dc ontploffing zijn veroorzaakt, ondanks den tegenaanval, dien wij met de bajonet hebben teruggedre ven. B r 1 ij n, 10 Februari. (W. B.) Uit het Oostenrijksohe perskwartier wordt be richt, dat de Karpathcn diep in de sneeuw liggen, waardoor de marschen en de ont wikkeling v an de gevechten zeer belemmerd worden. De Russen dringen krachtig op togen deD Duklapas. liet vcokterc Russische front is zwaar versterkt, zoodat de ondernemingen van do verbonden troepen vertraagd worden. Zwaar worstelen on biltere ontberingen wor den aan dtó troepen opgelegd. Men moet te vreden zijn, dtat dc vijand stap voor stap wordt teruggedrongen en de pogingen om door te breken werden afgewezen, zonder de overige fronten te verzwakken. De tot dus ver verkregen resultaten spreken voor oen succes in de toekomst. Weenen, 10 F e b r. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. De nlgemcene toestand in Polen en West- Galicië is onveranderd. De strijd in de Kar- pathen duurt voort. Bukowina is tot aan Suczawa door den vijand gezuiverd, die terugwijkt soms op eene wijze die gelijkt op eene vlucht. Met onbe schrijfelijke vreugde begroet de bevolking onze voorwaarts rukkende troepen. Budapest, 10 Febr. (W. B.) De ge slagen Russen vluchtten in de richting van Radautz en Kuty. Suczawa moet ontruimd zijn; de Russen vluchten in de richting van Gzernowiiz. De ind/ustrieele inrichtingen tus- schen Donia Watza cn Suczawa zijn -onge deerd. Dc bevrijding van Bukowina maakt een die pen indruk op de Rumeensche grensbevol king. Budapest, 10 Febr. (W. B.) De Pester Lloyd bericht uit Burdujeni: Onder een onbe schrijfelijk gejuich van de bevolking trok -- Leren onze voorhoede, beslaande urt honved- huzaren, Suczawa binnen. De stad prijkte in \laggenlooi. Om twee uur had de intocht van de hoofdmacht nla&ls. Dc soldalen werden op straat door de bevolking omhelsd en ge kust. De Russen nokken zich geheel terug raar Czcrnowitz. In Radaut lieten zij 209 mohammedaansche soldaten, in Halna ft] Tsjcrkessen achter. De steden Kimpohing, Gi- iC'lutgroe en Sz*ezawa zijn in ons vast bezit. Personen, die in den namiddag uit Czcrno witz hier zijn aangekomen, berichten, dat dc Russische gouverneur Ewreinow gisteren met zijn 9taf en het reheele garnizoen naai- Nowo sielitza is teruggegaan. Onze troepen rukken cp Czernowitz aan. Petersburg, 9 Fcbr. (Tel.-agentschap) Mededeeling van den groolcn gcneralen staf. De Duibschers, die zich allengs in Oost-Prui sen ophoopten nu verschc strijdkrachten le hebben aangevoerd, deden in de laatste dagen krachtige verkenningen. Den 7cn gingen zij lot het offensief over met aanzienlijke strijd krachten. In den sector Horzele—Johannes burg ondernamen de Duitschers actieve ge lijktijdige operation op de beide doelen van het Oost-Pruisische front. In de streek van Lasdehnen slaagden wij or in bij het afslaan van een Dudlschen aanval, een van de aan vallende balaillons bijna geheel uit te roeien op den weg naar Rypin, waar onze cavallcrio bijeengetrokken word naar Serpetz. Op den linkeroever van dc Wcichsel onder nam de vijand den Sen Februari geene enkele actieve operatie. Te oordcelen naar de voor onze stellingen achtergelaten lijken, schijnen de Duitschers gedurende dc zcsdaagschc aan vallen op de stellingen Borgimow—Soumin— VoMaohedlowska verscheidene tienduizenden aan dooden cn gewonden verloren le heihen. In de Karpa'lhon duurt het gevecht voort. In de streek Barlfeld—Svidnik beproefde do vijand actieve operatiën; maar hij zotte het gevecht niet krachtig door en trok zich terug met achterlating van gevangenen. In de streek van den Lupliowschen pas zet ons offensief zich voort. In den loop van den dag maakten wij buit 69 officieren, 5200 soldaten cn 18 mi trailleuses. De Duitsche colonnes, die den Tou- kholkapas waren overgetrokken, richtten den 7en 22 hevige aanvallen tegen de door ons bezette hoogten van dc streek Koziouwka. De Duitschers verrichtten den aanval in goed be zette fronten van verscheidene gelederen. On der ons herig vuur maakte de vijand zich twee malen meester van cenc hoogte, maar hij werd daarvan verdreven door een tegen- aanval van onze infanterie in een lang bajonet- gevecht, dat zonder precedent is in onze ge schiedenis. De verliezen, die de Duitschers hier hebben geleden, zijn buitengewoon ern stig. De aanvallen van den vijand in de rich ting van Wysohkowo werden eveneens terug geslagen. Tweede telegram. Voor hunne aan vallen op onze stellingen bij Koziouwka be gonnen de Duitschers in den nacht van den 7cn. Met hot aanbreken Yan den dag begon een onweerstaanbare aanval van de Duitsche colonnes. Geene verliezen in de voorste ra£ gen konden de volgende rangen tegenhouden. Nadat het hun gelukt was eene gewichtige hoogte in onze stelling te vermeesteren, wcr« den zij daaruit weder verdreven door onze bajonetten. Do aanvallen volgden elkaar zon der ophouden op. Tegen den avond maakten de Duitschers mol eene groote macht zich van onze hoog gelegen stelling meester. Zij wer den daaruit eerste verdreven na een verwoed Wie, die de harnl in eigen boezem steekt, haalt haar rein weer te voorschijn? levensbeeld door JOANNES REDDINGIUS 52 Laat ie z'n bek hou'en, gromde Anton en poogde zijn broer een trap te geven. Om zich een houding te geven zei Albert: Als we maar niet kapot vriezen. Vroor je maar kapot, mispunt. Iiè broer, je bent niets lief. Anton gaf hem een mjdigen trap. Kaffer- neus schold hem uit voor meerkat, maar hield zich ten slotte stil, daar Anton hem aan kon, Jiij zou zijn broer wel eens wat leveren, wacht maar. Niemand zei meer iels, de jongens waren slaperig, herman lag na^st Bram, even keek hij op, en gmg verliggen, 't was een grappig gezicht al die jongens in hun oude dekens, beschenen door den gloed van de helle kachel. Toen lag hij stil en be proefde in te slapen, ginds hoorde hij Albert vloeken, omdat hij zoo hard lag. Buiten gierde de wind langs 't gebouw, wat *ou 't daar koud zijn. De jongen rustte met zijn hoofd op een gtapel zacht groen, bedekt door een gedeelte van een deken en daaroverheen zijn zakdoek. Zóó lag hij lekker. Hoe geheimzinnig om zoo te slapen, wat was je blij. dat ie het warm kreeg, 't was een goed idee van hem geweest lakken over zijn dekens te leggen. Je kon nu denken, dat je in een groot bosch lag hij het vuur in den nacht, in Amerika of in Austra lië. Ilij moest even denken aan „De Herten- dooder" van Cooper. Dat werk had hij ge vonden onder de boeken van zijn vader in een kist op zolder, zijn naam stond nog op 'L omslag. 'L Was toch beroerd, dat hij zijn vader nooit gekend had, liij zou zeker van hem gehouden hebben. Een jaar geleden had hij een academievriend van hein gesproken, prof. Pekelharing uit Delft, wat zou het leuk ge weest zijn, als zijn vader na herX was binnen gekomen. Wat een lekkere lucht tocli, hij zou best in een bosch willen wonen, of in een houten huis. 't Moest toch wel aardig zijn een eigen huis te hebben; in zijn woning moest een haard zijn, waarop je van die groote blokken kon gooien, die zulke mooie vlam men geven. Als dan 's winters de sneeuw hoog lag, zou hij verhalen schrijven en zijn vrouw bij hem zitten en gelukkig zijn. Wat was Coba mooi, hij kon zich maar niet voorstellen, dat zij met hem zou wonen in één huis, wat was hij eigenlijk een vreem de jongen, hij kon soms heel ernstig cn stil zijn, bcélroefd stil, omdat de dingen waren, zooals ze waren, maar dan weer kon h;; zoo vroolijk zijn, dat hij van malligheid wel op zijn kop zou willen staan. Toch wisten zijn vrienden wel, wat ze aan hem hadden, ook al vonden zij dat hij soms wat vreemd deed. Een mensch kon heel gelukkig zijn en hij was gelukkig, omdat hij jrier zoo lag. Zoo mijmerde hij on had 't nu lekker warm. hield zijn oogleden gesloten, zij waren zwaar. Daar zag hij op eens een mooi landschap, hooge bergen cn een dal en een burcht en een rivier, weg was 't weer. Zijn hoofd leek hem ontzaglijk groot, maar 't was licht, heel licht. Nu zag hij dc kamer van zijn moedtr thuis, 't nachtlichtje brandde, daar stond de schrijftafel cn ginds 't ledikant met 't blauwe gordijn; een goed mensch was 't toch, weg was de kameï*. Toen luisterde hij, herinnerde zich nog flauw, dat hij in de zaal lag, maar hij was 't middelpunt van alles. Zangen klonken in hein op, kleine geluidjes, vogel-vlug. Hij zou nu eens na zeggen, wat hij hoorde, ciaar was weer dal geheimzinnige suizen. Ilij verbeeldde zioh een avondstemming. De wolkenstoeten, ze hangen, bang, bang in bangen. de winden zuchten geruchten en verre zangen 't Zangetje zweefde heen. Toen kwam een ander: De hoornen slaan zoo stil, zoö stil, de boomen Meer kwam er niet. Dc sneeuw ligt overal Hij voelde fijne steekjes in zijn hoofd, nu moest hij gaan slapen, anders had liij morgen koppijn, t Was beroerd, dat hij niet in slaap kon komen, 't was zijn eigen schuld, hij had zich veel te druk gemaakt. Hij ging overeind zitten en keek in 't rond, de jongens lagen stil. de kachel stond gloeienl, het deurtje was niet heelemaal dicht. Zij sliepen, hij kon hun ademhalen hooien, daar lag Bram en ginds Albert, Neep snorkte. Hij ging op zijn andere zij liggen en sloot de oogen. Buiten jachtte de sneeuw, windvlagen stormden langs het uitbouwsel, het gansche huis lag in groote stilte. De jongens sliepen in de zaal, elk een leven op zichzelf. Zalig hij raakte in den dommel, voelde zich lekker liggen cn wist bijkans niet meer, waar hij was, üoorde 't gesuis van de stille, even moest hij lachen van geluk En de nacht duurde en de wind woei langs het gebouw. De aarde was wit besneeuwd cn aldoor viel sneeuw. Dc vlokken dwarlden en vlogen. In de groene zaal sliep met zijn makkers Herman, de romantische jongen. X. ICunjerd zou 't vragen, eerst wilde hij niet. de jongens gingen met hem redeneeren op de speelplaats, ten slotte gal hij toe, op voor waarde, dat hij van Anton de Fransche thema zou krijgen en van Herman 't opstel mogen lezen over Nehukadnezar. Kaffcrneus had in vervoering zijn hand dicht bij Kanjerds neus gehouden en gezegd, dat zijn vingers tintelden van de hitte; Frits was kwaad geworden, had Albert een trap gegeven grj gevraagd: „wal mot je? kijk naar je eigen heus. flauwe kerel." boos was hij tegen den muur der school gaan staan en had op den grond gespogen. Albert had met een stokje een kringetje om het natte plekje zand getrokken, dat was heilig, had hij gezegd. Frits had er om gelachen en ge roepen: „jelui bent allemaal gek." Een stuk of wal jongens waren aan het „Schaai*" spelen. De onderwijzer keek op zijn horloge, t was tien minuten voor één, hij liep de speelplaats over, kwam hij den hoek, klopte zijn pijp leeg tegen den muur en riep, terwijl hij driemaal in zijn handen klapte: „Entrez!" Herman poogde gauw Graat nog te krijgen, maar Graat bereikte de streep, toen liep hij langzaam naar de deur, achter Graat aanj de jongens gingen dromsgewijs naar binnen, 't laatst twee nakomers, die in een boschje hun les hadden zitten lecrcn over de graven van Holland. Dc hoeden en petten werden in dc gang gehangen, de jongens gingen naar "t lokaal, waar zij thuishoorden om 't school werk voor den volgenden dag klaar te leggen en nog wat te werken. Bram zette zijn lesse naar overeind en begon heel Langzaam zijn schriften te sorteeren, Albert zat naast hem cn poogde met zijn hand in Bram-s kasljc te rommelen. Bram werd boos en gaf Albert een stoot met zijn elleboog, spin-nijdig kijkend, Albert ging schijnheilig zitten, net alsof hij- genoeg had van zijn geplaag, maar even later bukte hij zich, kwasie om een pen op te ra pen, doch inderdaad om met zijn wijsvinger le drukken op den rechterschoen van Bram,v hij had een krommen teen, er was een bobbel op zijn schoen; Bram trok zijn voet terug: „Kafferncus." zei hij. Albert zat weer. „Un peu de silence, s'il vous plait", zeide Kleine Ping, de onderwijzer met liet kleine kneveltje, die surveillance had, zijn voornaam was Menzon. IJsbrand had eens dien naam op een briefkaart zien staan en noemde hem daarnaar: „Mijn zoon". Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1