(EN ROMAHTISCIE JONGEN DE E EM LAN DER". Woensdag 17 Februari 1915. BUITENLAND. FEUILLETON. 13de Jaargang. N° 1ST £-• rial 1 i - a 1 3 vrij I iW'' Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO. Uitgevers: VALKHOFF Co. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.09» Idem franco por post1*5®* Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O. I O. Afzonderlijke nummers tV 7, 0,0 Dero Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentién gelieve men liefst vóór 11 uur, tamilie* advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT J. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 rcgelaf 0.50. Elke regel moer- 0.10 Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordooiige bepalingon tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement. Eeno circulairo, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. De Japa»scae eiscnen aan China. Dc Russjsche minister van buitenlandsche zaken Sazonow is buitengewoon ongelukkig geweest met dc verklaringen, chc hij verleden week in de rijksdoema iieett afgelegd. Wij hebben reeds aangegeven boe dc loop der gc- neurtenisscn een cléiiienii iicefl gebracht van zijne lofliederen op de onuitputtelijkheid van Ruslands hulpbronnen en op de verrichlingen van de Russische legers, die \oigens zijne ver zekering Rusland „lederen dag cfichilcr bren gen bij hel doel, dal wordt nagestreefd." Dit zelfde is ook het ge\ai geweest met de mede- ueelingen, die door den Russischen minister werden gedaan over de zaken in het uiterste oosten en over Japan in 't bijzonder. Daarvan heefl hij gezegd „De in 190/ en 1910 gesloten overeenkom sten hebben hunne vruchten gedragen voor den tegenwoordigen oorlog. .Japan is met ons. het heelt de Duitschers uit Gen Grooten oceaan verdreven en heeft zich. meester gemaakt van ïsingtau, de nasis der Dualsche actie in het uiterste oosten.." Aan ecne herinnering aan het feit, ci L het Engclsch-Japanscne verdrag voor de ij de conlracteerende landen de verbintenis jbrengt geen alzonderlijken vrede te slui- :i, knoopte de Russische minister deze op merking Vast„Onuer deze omstandigheden kan de Duitsche regeering niet hopen, dat zij met Japan kan onderhandelen, zonder met Frankrijk, Engeland en Rusland vrede le heb ben gesloten. En tegelijk kunnen wij daardoor verzekerd zijn. dal dc door Japan tot China ge richte c&schen niets bevatten wat tegen onze belangen is." Die eischen omvatten men heeft dat kun nen zien uit de mededeeling, die aan de Times daarover uil Petersburg is gedaan in de eerste plaats de overdracht van de voorrech ten, die in Sjantong lot dusver door de Duit schers zijn bezeten, en van de concessie voor den aanleg van een spoorweg van Tsjifoc en Locnkoem naar Weihsicn, maar nog heelwat meer. Japan verlangt van China, dat geen deel van de Cliinecsche kust en geen ediand aan een derden slaat verpacht, afgestaan of verkocht mag worden. Verder verlangt Japan het uitsluitende recht om mijnen te exploitee- rcn in Oost-Mongolië. Geen spoorweg zal daar zonder Japans toestemming mogen worden aangelegd. Ook wordt verlangd de verlenging van het pachtvcrdrag over Port Arthur en de exploitatie-concessie voor de spoorwegen AntocngMoekden en Kirinr=Tsjanlsjoen (in Mandsjoerije) en de toekenning van het recht aan de Japanners om zich te vestigen en grond te verkrijgen in Oost-Mongoliie en Zuid- Mandsjoerije. China zal gcene nieuwe conces sion voor spoorwegen en haveninrichtingen mogen verlecnen aan andere staten zonder de toeslemming van Japan, dat met China de macht zal deelen over de ijzerwerken van Hanjang, de spoorweg- en mijnwerken van Pinsiang en de kolenwerken in het Janglse- dal- China zal aan de burgers van andere staten geene rechten mogen overdragen, waar door deze ondernemingen benadeeld zouden kunnen worden. Men ziet Japan vat de zorg voor zijn eigen belang in China in liet groot op. Het streefl naar de alleenheerschappij in het verre oosten en neemt de gelegenheid, die zich nu voordoet en die onder zulke eenig gunstige omstandigheden misschien nooit terugkeert, te baat om daar elke vreem de mededinging uit te sluiten. Rusland zal de hoop moeten laten varen op Mandsjoerije en Oost-Mongolie, in Sjantong zal niet alleen de Duitsche maar ook de Amerikaansche invloed door den Japanschen vervangen, uk hel Janglse-dal zal Engeland verdreven worden. Inderdaad dc Köln. Ztg. heeft recht tol de ver zuchting: „Wij zouden leedvermaak kunnen voelen, als wij aan deze uilwerking van den wercldslrijd denken, aan het strafgericht, dat op zulk eenc wijze reeds nu onze vijanden zou treffen. Maar wij denken aan de positie van den blanken man in het verre oosten, die nu hopeloos zou verloren gaan, en wij beklagen de verblinding van onze vijanden, die zulk cene ramp voor ons ras binnen het bereik dei- mogelijkheid heek gebracht." De Russische regeering schijnt daarvoor niets le voelen, want als haar orgaan heeft de minister Sazonow in de rijksdoema ver klaard, dat men verzekerd kan zijn, dat de Japansche eischcn aan China niets bevallen wat tegen de Russische belangen is. Maar de Russische bewindsman kan uil de Russische persorganen zien, dat zijn optimisme in hel eigen land geene instemming vindt. De Russ- kija Wjedomosti geeft lucht aan de bestaande ongerustheid en vraagt: Kan Japan deze po ging wagen, zonder het verzet van andere stalen uit le lokken? Het is mogelijk, dat de mogendheden van de triple-entente aan de Ja panners ccnc zekere vrijheid van beweging in het verre oosten hebben toegezegd, maar toch slechts in zekere grenzen. Hel Japansche program overschrijdt deze grenzen. Noch Engeland, noch Duitschland zouden hunne toe stemming daartoe geven. Hoe groot dc ver diensten van Japan in den tegenwoordigen oorlog mogen zijn. het is toch volstrekt onmo gelijk het bijzondere rechten van voorkeur in China toe te staan. De Rjetsch zegtJapans aanmatigende eischen aan China rekenen met de zwakheid van de triple-entente, die deze door haar aanhoudend hunkeren om Japan sche hulp heeft verraden. De oorlog. Berlijn, 16 Febr. (W. B.) Bericht van hel opperste legerbestuur uit het groote hoofd kwartier van heden voormiddag. Vijandelijke aanvallen tegen de door ons bij Saiul-Eloy genomen Engelsche loopgraven werden afgewezen. Verder is niets bijzonders le berichten. P a r ijts, 16 Febr. (R.) Namiddag-com muniqué. De Britsohe troepen hernamen gisteren twee gedeelten van de loopgraven, clie den vorigen dag verloren waren gegaan lusschen Saint Eloy en het kanaal van Yperen. Op liet Fransche front wordt geen enkele infanterie-actie gemeld. Men bevestigt, dat door onze artillerie bijzonder gewichtige voordeelen werden verkregen. B e r 1 ij n, I 6 F e br. (Björnson). Uit Bazel wordt gemeld: Zondag ontbrandde des mor gens een herige strijd op de hoogte van den Langcnfeldkopf tusscJien de gr ooi e en de klei ne Belchen. De Franschcn poogden Buelil en Göbweiler te nemen. Bij Laufenach, Zeil en Linthal werd men handgemeen, waarna de Eranschen zich terugtrokken naar de plaat sen Ober- /en Niedersenger en Rcnnspach. De beide laatste dorpen werden door de Duit schers na liardnekkigen strijd bezet Het ge vecht bracht aan beide partijen groote verlie zen. Ongeveer 50 gevangen Alpenjagers kwa men later door Muelhausen op weg- naar Mueh'heim. Londen, 16 Febr. (R.) Voortaan zullen twv-e mailen pea* week communiqué s van maarschalk French uitgegevun worden. liet eerste, dat heden is uitgegeven, komt over het geheel overeen met <ie Fransche commu nique's, betreffende den 13en en Hen, en luidt lo. Sinds onze bij La-Bassée behaalde voor deelen in het begin van de vorige weex, is er in die streek nunder activiteit onlwkkeld. Niettemin maakten wij eenige vorderingen en bczqlten den 13en Februari een belangrijn punt zonder verliezen. 2o. "Wij versterkten onze positie op liet ge wonnen terrein- Er zijn betrouwbare aanwij zingen, dat de verliezen van den vijand in oo jongste gevechten in die streek zeer ernsLg zijn geweest. 3o. In de streek van Yperen deed de vijand den Men Februari een aanval en slaagde er aanvankelijk in eenige loopgraven Ln bezit te nemen. Bij een legen-aanval herwonnen wij he. verloren terrein en maakten wij eenige gevangenen. 4o. Op de rest van het front was het artille- ricduel iets krachtiger; wij hadden daarin be slist het overwicht. Er werd veel schade aan gericht aan de vijandelijke kanonnen ca ver- uedigings werken. 5u. Ev-n vliegenier wierp een bom op een vijandelijke munitie-ooloime bij La Bassée, waardoor een munitie-wagen in de ducht vloog. Londen, 16 Febr. (R.) De London Ga zette drukt een rapport Aan Sir John French af, gedateerd 12 Febriiwii en loopende over den tijd van den 30sten November af. Over het bezoek van den koning aan het front, zegt French, dat, toen van de kracht en het volhardingsvermogen der troepen het uiterste weid gevergd door den langen en herigen strijd bij Yperen en Armen- tières, dc tegenwoordigheid van Z. M. een groote steun en aanmoediging was. De opera tion van het leger zijn voor een zeer groot deel afhankelijk geweest van het weder. Het rapport zegt, dat in de eerste dagen van December er aanwijzingen langs het gchcele front der geallieerden waren, die de Fransche en Brilschc bevelhebbers deden vermoeden, dat de vijand aanzienlijke strijdkrachten van het Westelijk oorlogstooneel afgevoerd had. Er werden schikkingen gemaakt voor een ge- zamcnlijken Franschen en Britschen aanval, die den Men December begon. Ernstige ver liezen werden den vijand toegebracht, maal later zijn de verbonden legers naar hunne oorspronkelijke stellingen teruggegaan. Gewagende van de verrichtingen van het Indische legercorps, zegt het rapport, dat dc Indiërs met de uiterste hardnekkigheid en dapperheid vochten, telkens wanneer zij in het vuur werden gebracht, In een overzicht van de operatiën bij Given.chy, Bethune en La Bassée, maakt het rapport gewag van eetie proefneming om een van de bataljons territoriale infanterie te maken tot een oefencorps voor officieren te' velde. Daarmee zijn uitstekende resultaten be reikt. liet corps levert per maand honderden officieren af. De veldmaarschalk toont zich zeer tevreden over het leger in het algemeen. Over dc ter ritoriale troepen verklaart hij, dat zij aan de beste verwachtingen ten volle beantwoor den. Ten slotte drukt hii dank uit voor den krachtigen steun, dien de Fransche generaals Fock, d'Urbal en Maud'huy hem bij zijne ope ratiën hebben geschonken. Berlijn, 16 Febr. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. De veiwoigingsgevechten aan de Pruisische grens en aan gene zijde djaarvan nemen ver der een zeer gunstig verloop. In Polen len noorden van de Weichsel, heb ben wij na een korten strijd Bielok en Plork bezet. Wij maakten omstreeks 1000 gevange nen. In Polen ten zuiden van de Weichsel ge beurde niets bijzonders. In de buitenlandsche pers hebben de avon tuurlijkste geruchten plaats gevonden over ontzettende verliezen van de Duitschers in de gevechten ten oosten van Bolimow (begin Februari). Er wordt geconstateerd, dat de Duitsche verliezen in deze aanvallen gering zijn geweest in vergelijking tot het behaalde succes- Be r 1 ij n, 16 Febr. des avonds (W. B.) Officieel bericht uit het groote hoofdkwartier. In den negendaagschen winterveldslag in Masurcn is het Russische tiende leger, be staande uit minstens elf infanterie- en ver scheidene cavallerie-divisiën, niet alleen uit zijne sterk verschanste stellingen ten oosten van de Masurische meron verdreven, maar ook over de grens geworpen en ten slotte in eene bijna volkomen omsingeling vernietigend geslagen. De bloedige verliezen van den vijand zijn zeer groot. Het aantal gevangenen is zéker ver over de 50.000. Meer dan 40 kanonnen en 60 machinegeweren en eene onoverzienbare hoeveelheid oorlogsmaterieel zijn buit ge maakt. De keizer heeft de beslissende gevechten in onze slaglinie bijgewoond. Dc overwinning werd bevochten door gedeelten van de oude troepen van het oosterleger en door jonge for mation, die voor deze taak wagen aangevoerd en die gelijkwaardig bleken te zijn met de kameraden, die reeds hunne proeven had den afgelegd. De verrichtingen van de troepen bii het overwinnen van de ongunstigste weers- en wegtoestanden in de dag cn nacht voort gezette marschen en gevechten tegen een laaien tegenstander zijn boven allen lof ver heven. Veldmaarschalk von Hindenburg 'had, mees terlijk als altoos, de opperste leiding van deze operatiën. die door Generaloberst von Eacli- horn en generaal von Below op schitterende wiize werden uitgevoerd. B e r ldj n, 1 6 F e b r. (W. B.) Uit Lyck ver nemen wij, dat de gevechten in en om Lyck een gewichtig onderdeel hebben gevormd van den winterveldslag in Masuren, want die plaats bood aan de Russen een gewichtig stounnpunt. Onze troepen zijn er in geslaagd, onder de oogen van den aan het front ver- toevenden oberskin Kriegsherrn", den 14en den vijand uit zijne stellingen om die stad te werpen. Pas wairen dc overwinnaars de rlad binnengetrokken, of ook de keizer verscheen daar en ontmoette op de hoofdstraat en het marktplein, naast talrijke Dussische gevan genen, gedeelten van de elfde landweer divisie en van de tweede infanteriedivisie, inzon derheid hel met roem gekroonde Oost-Prui sische fuselier-regiment no. 33. Op het marktplein, te madden van de door het geschut gehavende huizen en van de zwaar beschadigde kerk, speelde zich een treffend en gedenkwaardig Looneel af, dat voor allen, die er getuige van waren, onver getelijk zal blijven. De pas uit een zwaren strijd komendle krijgers, met vuil en bloed bedekt, drongen jubelend om den keizer, die vele soldaten on alle aanwezige officieren toesprak. Plotseling klonken de toonen \au het volkslied en daarna „Deulsohiand, Deulschland uber alles" uit vele duizendc kelen. Alle muren en raamopeningen van dc stuk geschoten huizen waren met soldaten be zet, die hun keizer wilden zien. Bij het verlaten van de stad ontmoette de monarch nog twee binnentrekkende balail- lons van het Pommer^hc grenadier-regi ment no. 2 met hunne gehavende vaandels. Aan de zijde van den weg stelden de Iroc- pen zich op in een carré, in welks midden do keizer trad, om aun zijne do ere grenadiers dank en waardeering uit te drukken. Zij ha JU den het vertrouwen, <lat in hen was gesteld, schitterend gerechtvaardigd en zich hunne voorzaten waardig getoond, die in 1870 en ook voor honderd jaren in dezelfde gezind heid door on wrikbaren moed en door hunno volle mannenkracht aan te wenden, het va derland voor den vijand hadden beschermd. De keizer hield zich verzekerd, dat zij met de gansche legermacht ook verder met in gebreke zuilen blijven den vijand te verslaan wajar hij zich vertoout, totdat hij geheel over wonnen is. Het regiment viel donderen in in het door, zijn commandant graaf Ranlzau als her nieuwde gelofte van trouw tot in den dood uitgebrachte hoera op den keizer. Berlijn, 1 6 F e b r. (Björnson.) De Zweed sclie Dagens Nyhetcr schrijft over de Duit sche overwinning in Oost-Pruisen: Het resul- stoiat van het oogenbliJk is gewichtig genoeg. Wat terstond in het oog Valt, is dat de Duit sche overwinning het in de landen der triple- enlente met zulke groote verwachtingen te gemoet geziene Russische offensief hiermee geheel van de agenda heeft geschrapt. Dit Rus sische offensief heeft zijne geschiedenis, die kort maar weinig roem val is. De gebrekkige offensieve bekwaamheid van de Russen is nogmaals duidelijk aan den dag gekomen. Het is nu dc tweede maal, dat de Russen zich in Oost-Pruisen dooi' de Duitsche versterkin gen lieten verrassen. Dit wijst er op, dat de Russische verkenningsdienst geheel is te kort geschoten. De Russen hebben zich laten over rompelen. Wel hebben zij zich ditmaal gered van eene volledige nederlaag, maar hun haastige terugtocht ging toch met vele ver liezen gepaard. De offensieve plannen moe< ten nu prijs gegeven worden. Weenen, I 6 F e b r. (W. Ik) Officieel be-> richt van heden voormiddag. De algemvene toestand ïn Russisch Polen cn Wcst-Galicië is onveranderd. Er hadden slechts artillerie-gevechten plaats. Wat haat het, dat alle mensohen u prijzen, alls uw geweten u LusoliuilcHi^t? levejisbceld door JOANNES REDDINGIUS 67 Bram liep een eind het weiland in, ziin makker tegemoet, die hard kwrain aanloopen Een beroerde boel, Bram, wij zijn zuur *t had weinig gescheeld of Graat had ver sopen. Wat zeg je? -Ja, we moeten allemaal tiaar huis, Ping is woedend. Bijna verzopen, wat is er dan gebeurd? k Zal het je vertellen, de jongens komen étraks hier langs. Schutter is aan de overzij, die wordt door een ander gehaald, wij heb ben dus nog even tijd. Hoor dan, Wouter en Gerard en Anton hadden een oude schuit gevonden, die onder water lag, ze hebben haar aan land getrokken en leeggegooid. Ge rard zei, dat ze moesten gaan varen; r'M .vonden de anderen best, hij trok *ijn jas uit en hing die aan een boom. de anderen deden F* ook, schippers werkten altijd in hun hemdsmouwen beweerde Graat. Toen gingen «il met hun allen in de boot, maar '1 varen wou met erg, ze luidden cccn riemen- Toen zei Graat: „Nee, dat geeft niets, wat wij doen moesten is dit, twee lui gaan hier staan cn twee aan den overkant, je kan ginds omloo- pen, dan ben je in drie minuten aan de over zij, écn moet er in gaan staan; als nu de '--i aan den eenen kant de schuit een opdonder wreven, dan vliegt ze naar den anderen, dat zal leuk zijn, de lui daar kunnen hem weer terugduwen". Dal plan werd prachtig ge vonden, Graat was toch een echte admiraal, 7z kwamen nu twee kerels le kort, Albert eD ik zouden helpen, en of 't ging, de boot danste lekker; beurt om beurt gingen wij er in, toen Graat weer; Albert zei, dat wij, als de boot weer kwam, haar een zachten duw moesten geven, dan bleef Graat midden op t water cn moest hij maar zien, dal hij aanwal kwam. en dat deden wij. Graat aan 't vloeken, zijn com had wel gelijk, dat hij gemakkelijk viee-admiraai kon worden, want vies was hij a«. wij hadden lol: hii werd hoe langer hoe nijdiger en begon met zijn zware laar zen te stampen van-kwaadheid: 'k Zal i"llie wel krijgen, snotkokers", riep hij, en schreeu wend stampte hij nog harder, en opeens riep hii. dat de boot zonk, hij had het rotte hout stuk getrapt. Wat er toen gebeurde weet ik niet. Gerard zonk voor mijn oogen weg, en riep: „help! helpt" Albert begon te bidden: ..Notre Père qui est aux cieux"Frits kwam aanloopen, en sprong in het water en haalde hem er uit; Albert was halfdood van de schrik, en'ik, nou, ik hoef je niets te vertel len. Graat heeft toen zijn natte goed uitge trokken en is hard gaan loopen, naakt door de wei om droog te worden. Wij hebben toen rijn goed uitgewrongen, Frits hielp zichzelf; t is een geluk, dat Graat zijn jas opgehangen had. Frits had zijn jas en broek uitgetrokken. Die Graal, die altijd zoo pochte, dat hij een prijs had gewonnen met zwemmen, als Frits er niet geweest was... "k moet er niet aan denkenPing weel het ook; die stomme Kafferneus is het hem gaan vertellen, die ezel, hij wist niet wat liii deed, hij liep naar hem toe en riep: ,,0 menheerGraat is bijna verzopen" on Ping ging kijken natuurlijk cn vond ons in de wei Bram zei niet veel, maar keek zijn vriend aan, die er ontdaan uitzag, geen wonder; hij praatte zenuwachtig door, maar zijn mak ker luisterde maar half. vervuld als hij was \an dat céne. dat had kunnen gebeuren, zijn mooie stemming was verbroken, zoo iets ge beurde hem nu altijd; zou hij nooit gelukkig- tevreden kunnen leven in zijn lichte droomen. zou altijd de werkelijkheid op hem aanbotsen en verstoren, wat hem het liefste was? Wat zou het leven geven aan ad die jongens, die het toeval samen had gebracht op deze kost school, zouden zij elkaar helpen als nu? Zou Graat op zijn beurt een ander bijstaan, wie zal *t zeggen, wie? En IJsbrand en Anton en Look Here en Schutter? 't Leven was toch een mysterie, dat hij met zijn jongen kop niet doorgronden kon. of iemand het zou kunnen? En Herman, de goedige, ernstige Herman, die steeds vol grappen zat en ingewikkelde verhalen, die conibiueerde en altijd in iemand het typische opmerkte en dat omgaf met ziin phantasie, lierman, die soms naast hem licn en aiiels zei, blij bij iemand te wezen, dia hem begreep, die bij hem gevoelig was en stil omdat hij daar zijn ernst niet hoefde te verbergen ocliter zijn dolle woordenwat rou het leven hem brengen? Ze waren met zijn tweeën langs dc boomen tot het pad geloooen, dat door de weide ging. Bram keek naar dc grashalmen, die bewogen werden door den wind, wat zou hij hier ^raag blijven loopen om naar de wolken to kijken, zonder onrust in zijn hart, maar nu zou iets onaangenaams gebeuren, onafwend baardaar kwamen de jongens aan in d< verte, bedrukt als zij. De beide knapen wachtten even en werden één met den troep; 'l gezicht van den onder- wijzer stond strak, Albert liep met het hoofd raar beneden, wetend zich de oorzaak var het gebeurde; Graat en Frits sjokten naast elkaar, blij bij elkaar te zijn, als verbroederd- Wouter blies zonder geluid een lied tysschen rijn lippen, als wilde hij zeggen: d'r komt wat er van komt, «is de baas aan mijn lijf komt. krijgt hii een opstopper van heb ik jou daar; in 't worstelen stond hij zijn man. Anton beet op een grashalm en keek nijdig naar zijn broer en snauwde hem telkens toe: „Stomme bliksem, ongeluk, had jij je grooten bek niet kunnen houden?" Albert gaf geen antwoord. Lusteloos droe gen de jongens de hengels, aan touwtjes bengelden enkele uitgedroogde baarsjes. Look Ilerc had een voorn cu een dunnen paling, hi' heesoh zoo nu en dan zijn grijze nauwe broek over zijn heupen, niemand plaagde hem nu met Jet Bram merkte opeens, dat hij zijn visschen Vergelen had, zijn baarzen, zijn brasem, IJsbrand mompelde: „Op stop naalden met karnemelkssoep, op stopnaal den" Hè mijnheer, zegt u het niet? waagde Bram te zeggen. Hou je mond, zei de onderwijzer ge streng. Goed mijnheer, maar ik heb er 7*art, noch deel aan. Hou je er dan buiten ook. Bram zweeg, Albert zag hem treurig aan met iets dankbaars iu zijn oogen. 'k Zal nooit meer op je krommen leep trappen, zei hij eindelijk. Bram antwoordde niet De jongens gingen het „Dronkenmans- laantje" door, 't was zoo warm niet meer, -'t laantje had voor Bram wel zonder einde mogen zijn, 't scheidde hem van de schooL Aan den wegkant liep een geitje te grazen, draaiend om het touw bii de nadering der jongens. Herman streelde het dier, hij had Lehoefte om zacht te zijn en dat diertje was nog zoo klein, zoo onbeholpen. Toe mijnheer, zeg* u het als 't u blieft niet? begon hij opeens, 'k weel heel goed, dat wij het niet aan u verdiend hebben, wij maken u het leven wel eens lastig, maa.» misschien will u grootmoedig zijn? De onderwijzer zag den knaap ernstig aam meende lui dat, voelde hij, dat hij dikweii zijn werkkring verwenschte, omdat die rak kers zoo becstachtig-lastig waren cn iemand zoo konden tergen, zou hij thams de manier gevonden hebben om als vriend met de jon- tens om te gaan? bij zag den lichtstraal, dien hij zoolang tevergeefs had gezocht Zoo jongen, zei hij eenvoudig, zie je dat in, dat pleit voor je. Ja mijnheer, antwoordde Herman en slak zijn leermeester de hand toe, welke deze drukte. De jongens kregen hoop, ze begonnen lang zamerhand weer te praten. Wordt, vervolgd»

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1