(EN ROMAHTISCIE JONGEN
DE E EM LAN DER".
Woensdag 17 Februari 1915.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
13de Jaargang.
N° 1ST
£-• rial 1
i - a 1
3
vrij I
iW''
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoortf 1.09»
Idem franco por post1*5®*
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O. I O.
Afzonderlijke nummers tV 7, 0,0
Dero Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentién gelieve men liefst vóór 11 uur, tamilie*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT J.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 rcgelaf 0.50.
Elke regel moer- 0.10
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling.
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordooiige bepalingon
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eeno circulairo, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Politiek Overzicht.
De Japa»scae eiscnen aan
China.
Dc Russjsche minister van buitenlandsche
zaken Sazonow is buitengewoon ongelukkig
geweest met dc verklaringen, chc hij verleden
week in de rijksdoema iieett afgelegd. Wij
hebben reeds aangegeven boe dc loop der gc-
neurtenisscn een cléiiienii iicefl gebracht van
zijne lofliederen op de onuitputtelijkheid van
Ruslands hulpbronnen en op de verrichlingen
van de Russische legers, die \oigens zijne ver
zekering Rusland „lederen dag cfichilcr bren
gen bij hel doel, dal wordt nagestreefd." Dit
zelfde is ook het ge\ai geweest met de mede-
ueelingen, die door den Russischen minister
werden gedaan over de zaken in het uiterste
oosten en over Japan in 't bijzonder. Daarvan
heefl hij gezegd
„De in 190/ en 1910 gesloten overeenkom
sten hebben hunne vruchten gedragen
voor den tegenwoordigen oorlog. .Japan
is met ons. het heelt de Duitschers uit
Gen Grooten oceaan verdreven en heeft
zich. meester gemaakt van ïsingtau, de
nasis der Dualsche actie in het uiterste
oosten.." Aan ecne herinnering aan het feit,
ci L het Engclsch-Japanscne verdrag voor de
ij de conlracteerende landen de verbintenis
jbrengt geen alzonderlijken vrede te slui-
:i, knoopte de Russische minister deze op
merking Vast„Onuer deze omstandigheden
kan de Duitsche regeering niet hopen, dat zij
met Japan kan onderhandelen, zonder met
Frankrijk, Engeland en Rusland vrede le heb
ben gesloten. En tegelijk kunnen wij daardoor
verzekerd zijn. dal dc door Japan tot China ge
richte c&schen niets bevatten wat tegen onze
belangen is."
Die eischen omvatten men heeft dat kun
nen zien uit de mededeeling, die aan de Times
daarover uil Petersburg is gedaan in de
eerste plaats de overdracht van de voorrech
ten, die in Sjantong lot dusver door de Duit
schers zijn bezeten, en van de concessie voor
den aanleg van een spoorweg van Tsjifoc en
Locnkoem naar Weihsicn, maar nog heelwat
meer. Japan verlangt van China, dat geen
deel van de Cliinecsche kust en geen ediand
aan een derden slaat verpacht, afgestaan of
verkocht mag worden. Verder verlangt Japan
het uitsluitende recht om mijnen te exploitee-
rcn in Oost-Mongolië. Geen spoorweg zal daar
zonder Japans toestemming mogen worden
aangelegd. Ook wordt verlangd de verlenging
van het pachtvcrdrag over Port Arthur en de
exploitatie-concessie voor de spoorwegen
AntocngMoekden en Kirinr=Tsjanlsjoen (in
Mandsjoerije) en de toekenning van het recht
aan de Japanners om zich te vestigen en
grond te verkrijgen in Oost-Mongoliie en Zuid-
Mandsjoerije. China zal gcene nieuwe conces
sion voor spoorwegen en haveninrichtingen
mogen verlecnen aan andere staten zonder de
toeslemming van Japan, dat met China de
macht zal deelen over de ijzerwerken van
Hanjang, de spoorweg- en mijnwerken van
Pinsiang en de kolenwerken in het Janglse-
dal- China zal aan de burgers van andere
staten geene rechten mogen overdragen, waar
door deze ondernemingen benadeeld zouden
kunnen worden.
Men ziet Japan vat de zorg voor zijn eigen
belang in China in liet groot op. Het streefl
naar de alleenheerschappij in het verre
oosten en neemt de gelegenheid, die zich
nu voordoet en die onder zulke eenig
gunstige omstandigheden misschien nooit
terugkeert, te baat om daar elke vreem
de mededinging uit te sluiten. Rusland zal de
hoop moeten laten varen op Mandsjoerije en
Oost-Mongolie, in Sjantong zal niet alleen de
Duitsche maar ook de Amerikaansche invloed
door den Japanschen vervangen, uk hel
Janglse-dal zal Engeland verdreven worden.
Inderdaad dc Köln. Ztg. heeft recht tol de ver
zuchting: „Wij zouden leedvermaak kunnen
voelen, als wij aan deze uilwerking van den
wercldslrijd denken, aan het strafgericht, dat
op zulk eenc wijze reeds nu onze vijanden zou
treffen. Maar wij denken aan de positie van
den blanken man in het verre oosten, die nu
hopeloos zou verloren gaan, en wij beklagen
de verblinding van onze vijanden, die zulk
cene ramp voor ons ras binnen het bereik dei-
mogelijkheid heek gebracht."
De Russische regeering schijnt daarvoor
niets le voelen, want als haar orgaan heeft
de minister Sazonow in de rijksdoema ver
klaard, dat men verzekerd kan zijn, dat de
Japansche eischcn aan China niets bevallen
wat tegen de Russische belangen is. Maar de
Russische bewindsman kan uil de Russische
persorganen zien, dat zijn optimisme in hel
eigen land geene instemming vindt. De Russ-
kija Wjedomosti geeft lucht aan de bestaande
ongerustheid en vraagt: Kan Japan deze po
ging wagen, zonder het verzet van andere
stalen uit le lokken? Het is mogelijk, dat de
mogendheden van de triple-entente aan de Ja
panners ccnc zekere vrijheid van beweging in
het verre oosten hebben toegezegd, maar toch
slechts in zekere grenzen. Hel Japansche
program overschrijdt deze grenzen. Noch
Engeland, noch Duitschland zouden hunne toe
stemming daartoe geven. Hoe groot dc ver
diensten van Japan in den tegenwoordigen
oorlog mogen zijn. het is toch volstrekt onmo
gelijk het bijzondere rechten van voorkeur in
China toe te staan. De Rjetsch zegtJapans
aanmatigende eischen aan China rekenen met
de zwakheid van de triple-entente, die deze
door haar aanhoudend hunkeren om Japan
sche hulp heeft verraden.
De oorlog.
Berlijn, 16 Febr. (W. B.) Bericht van
hel opperste legerbestuur uit het groote hoofd
kwartier van heden voormiddag.
Vijandelijke aanvallen tegen de door ons
bij Saiul-Eloy genomen Engelsche loopgraven
werden afgewezen. Verder is niets bijzonders
le berichten.
P a r ijts, 16 Febr. (R.) Namiddag-com
muniqué.
De Britsohe troepen hernamen gisteren
twee gedeelten van de loopgraven, clie den
vorigen dag verloren waren gegaan lusschen
Saint Eloy en het kanaal van Yperen.
Op liet Fransche front wordt geen enkele
infanterie-actie gemeld. Men bevestigt, dat
door onze artillerie bijzonder gewichtige
voordeelen werden verkregen.
B e r 1 ij n, I 6 F e br. (Björnson). Uit Bazel
wordt gemeld: Zondag ontbrandde des mor
gens een herige strijd op de hoogte van den
Langcnfeldkopf tusscJien de gr ooi e en de klei
ne Belchen. De Franschcn poogden Buelil en
Göbweiler te nemen. Bij Laufenach, Zeil en
Linthal werd men handgemeen, waarna de
Eranschen zich terugtrokken naar de plaat
sen Ober- /en Niedersenger en Rcnnspach. De
beide laatste dorpen werden door de Duit
schers na liardnekkigen strijd bezet Het ge
vecht bracht aan beide partijen groote verlie
zen. Ongeveer 50 gevangen Alpenjagers kwa
men later door Muelhausen op weg- naar
Mueh'heim.
Londen, 16 Febr. (R.) Voortaan zullen
twv-e mailen pea* week communiqué s van
maarschalk French uitgegevun worden. liet
eerste, dat heden is uitgegeven, komt over
het geheel overeen met <ie Fransche commu
nique's, betreffende den 13en en Hen, en
luidt
lo. Sinds onze bij La-Bassée behaalde voor
deelen in het begin van de vorige weex, is er
in die streek nunder activiteit onlwkkeld.
Niettemin maakten wij eenige vorderingen
en bczqlten den 13en Februari een belangrijn
punt zonder verliezen.
2o. "Wij versterkten onze positie op liet ge
wonnen terrein- Er zijn betrouwbare aanwij
zingen, dat de verliezen van den vijand in oo
jongste gevechten in die streek zeer ernsLg
zijn geweest.
3o. In de streek van Yperen deed de vijand
den Men Februari een aanval en slaagde er
aanvankelijk in eenige loopgraven Ln bezit te
nemen. Bij een legen-aanval herwonnen wij
he. verloren terrein en maakten wij eenige
gevangenen.
4o. Op de rest van het front was het artille-
ricduel iets krachtiger; wij hadden daarin be
slist het overwicht. Er werd veel schade aan
gericht aan de vijandelijke kanonnen ca ver-
uedigings werken.
5u. Ev-n vliegenier wierp een bom op een
vijandelijke munitie-ooloime bij La Bassée,
waardoor een munitie-wagen in de ducht
vloog.
Londen, 16 Febr. (R.) De London Ga
zette drukt een rapport Aan Sir John French
af, gedateerd 12 Febriiwii en loopende over
den tijd van den 30sten November af.
Over het bezoek van den koning aan het
front, zegt French, dat, toen van de kracht
en het volhardingsvermogen der troepen het
uiterste weid gevergd door den langen
en herigen strijd bij Yperen en Armen-
tières, dc tegenwoordigheid van Z. M. een
groote steun en aanmoediging was. De opera
tion van het leger zijn voor een zeer groot
deel afhankelijk geweest van het weder.
Het rapport zegt, dat in de eerste dagen van
December er aanwijzingen langs het gchcele
front der geallieerden waren, die de Fransche
en Brilschc bevelhebbers deden vermoeden,
dat de vijand aanzienlijke strijdkrachten van
het Westelijk oorlogstooneel afgevoerd had.
Er werden schikkingen gemaakt voor een ge-
zamcnlijken Franschen en Britschen aanval,
die den Men December begon. Ernstige ver
liezen werden den vijand toegebracht, maal
later zijn de verbonden legers naar hunne
oorspronkelijke stellingen teruggegaan.
Gewagende van de verrichtingen van het
Indische legercorps, zegt het rapport, dat dc
Indiërs met de uiterste hardnekkigheid en
dapperheid vochten, telkens wanneer zij in
het vuur werden gebracht,
In een overzicht van de operatiën bij
Given.chy, Bethune en La Bassée, maakt het
rapport gewag van eetie proefneming om een
van de bataljons territoriale infanterie te
maken tot een oefencorps voor officieren te'
velde. Daarmee zijn uitstekende resultaten be
reikt. liet corps levert per maand honderden
officieren af.
De veldmaarschalk toont zich zeer tevreden
over het leger in het algemeen. Over dc ter
ritoriale troepen verklaart hij, dat zij aan
de beste verwachtingen ten volle beantwoor
den. Ten slotte drukt hii dank uit voor den
krachtigen steun, dien de Fransche generaals
Fock, d'Urbal en Maud'huy hem bij zijne ope
ratiën hebben geschonken.
Berlijn, 16 Febr. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
De veiwoigingsgevechten aan de Pruisische
grens en aan gene zijde djaarvan nemen ver
der een zeer gunstig verloop.
In Polen len noorden van de Weichsel, heb
ben wij na een korten strijd Bielok en Plork
bezet. Wij maakten omstreeks 1000 gevange
nen. In Polen ten zuiden van de Weichsel ge
beurde niets bijzonders.
In de buitenlandsche pers hebben de avon
tuurlijkste geruchten plaats gevonden over
ontzettende verliezen van de Duitschers in de
gevechten ten oosten van Bolimow (begin
Februari). Er wordt geconstateerd, dat de
Duitsche verliezen in deze aanvallen gering
zijn geweest in vergelijking tot het behaalde
succes-
Be r 1 ij n, 16 Febr. des avonds (W. B.)
Officieel bericht uit het groote hoofdkwartier.
In den negendaagschen winterveldslag in
Masurcn is het Russische tiende leger, be
staande uit minstens elf infanterie- en ver
scheidene cavallerie-divisiën, niet alleen uit
zijne sterk verschanste stellingen ten oosten
van de Masurische meron verdreven, maar
ook over de grens geworpen en ten slotte in
eene bijna volkomen omsingeling vernietigend
geslagen.
De bloedige verliezen van den vijand zijn
zeer groot. Het aantal gevangenen is zéker
ver over de 50.000. Meer dan 40 kanonnen en
60 machinegeweren en eene onoverzienbare
hoeveelheid oorlogsmaterieel zijn buit ge
maakt.
De keizer heeft de beslissende gevechten in
onze slaglinie bijgewoond. Dc overwinning
werd bevochten door gedeelten van de oude
troepen van het oosterleger en door jonge for
mation, die voor deze taak wagen aangevoerd
en die gelijkwaardig bleken te zijn met de
kameraden, die reeds hunne proeven had
den afgelegd. De verrichtingen van de troepen
bii het overwinnen van de ongunstigste weers-
en wegtoestanden in de dag cn nacht voort
gezette marschen en gevechten tegen een
laaien tegenstander zijn boven allen lof ver
heven.
Veldmaarschalk von Hindenburg 'had, mees
terlijk als altoos, de opperste leiding van deze
operatiën. die door Generaloberst von Eacli-
horn en generaal von Below op schitterende
wiize werden uitgevoerd.
B e r ldj n, 1 6 F e b r. (W. B.) Uit Lyck ver
nemen wij, dat de gevechten in en om Lyck
een gewichtig onderdeel hebben gevormd
van den winterveldslag in Masuren, want die
plaats bood aan de Russen een gewichtig
stounnpunt. Onze troepen zijn er in geslaagd,
onder de oogen van den aan het front ver-
toevenden oberskin Kriegsherrn", den 14en
den vijand uit zijne stellingen om die stad te
werpen. Pas wairen dc overwinnaars de rlad
binnengetrokken, of ook de keizer verscheen
daar en ontmoette op de hoofdstraat en het
marktplein, naast talrijke Dussische gevan
genen, gedeelten van de elfde landweer divisie
en van de tweede infanteriedivisie, inzon
derheid hel met roem gekroonde Oost-Prui
sische fuselier-regiment no. 33.
Op het marktplein, te madden van de door
het geschut gehavende huizen en van de
zwaar beschadigde kerk, speelde zich een
treffend en gedenkwaardig Looneel af, dat
voor allen, die er getuige van waren, onver
getelijk zal blijven. De pas uit een zwaren
strijd komendle krijgers, met vuil en bloed
bedekt, drongen jubelend om den keizer, die
vele soldaten on alle aanwezige officieren
toesprak. Plotseling klonken de toonen \au
het volkslied en daarna „Deulsohiand,
Deulschland uber alles" uit vele duizendc
kelen. Alle muren en raamopeningen van dc
stuk geschoten huizen waren met soldaten be
zet, die hun keizer wilden zien.
Bij het verlaten van de stad ontmoette de
monarch nog twee binnentrekkende balail-
lons van het Pommer^hc grenadier-regi
ment no. 2 met hunne gehavende vaandels.
Aan de zijde van den weg stelden de Iroc-
pen zich op in een carré, in welks midden do
keizer trad, om aun zijne do ere grenadiers
dank en waardeering uit te drukken. Zij ha JU
den het vertrouwen, <lat in hen was gesteld,
schitterend gerechtvaardigd en zich hunne
voorzaten waardig getoond, die in 1870 en
ook voor honderd jaren in dezelfde gezind
heid door on wrikbaren moed en door hunno
volle mannenkracht aan te wenden, het va
derland voor den vijand hadden beschermd.
De keizer hield zich verzekerd, dat zij met
de gansche legermacht ook verder met in
gebreke zuilen blijven den vijand te verslaan
wajar hij zich vertoout, totdat hij geheel over
wonnen is.
Het regiment viel donderen in in het door,
zijn commandant graaf Ranlzau als her
nieuwde gelofte van trouw tot in den dood
uitgebrachte hoera op den keizer.
Berlijn, 1 6 F e b r. (Björnson.) De Zweed
sclie Dagens Nyhetcr schrijft over de Duit
sche overwinning in Oost-Pruisen: Het resul-
stoiat van het oogenbliJk is gewichtig genoeg.
Wat terstond in het oog Valt, is dat de Duit
sche overwinning het in de landen der triple-
enlente met zulke groote verwachtingen te
gemoet geziene Russische offensief hiermee
geheel van de agenda heeft geschrapt. Dit Rus
sische offensief heeft zijne geschiedenis, die
kort maar weinig roem val is. De gebrekkige
offensieve bekwaamheid van de Russen is
nogmaals duidelijk aan den dag gekomen.
Het is nu dc tweede maal, dat de Russen zich
in Oost-Pruisen dooi' de Duitsche versterkin
gen lieten verrassen. Dit wijst er op, dat de
Russische verkenningsdienst geheel is te kort
geschoten. De Russen hebben zich laten over
rompelen. Wel hebben zij zich ditmaal gered
van eene volledige nederlaag, maar hun
haastige terugtocht ging toch met vele ver
liezen gepaard. De offensieve plannen moe<
ten nu prijs gegeven worden.
Weenen, I 6 F e b r. (W. Ik) Officieel be->
richt van heden voormiddag.
De algemvene toestand ïn Russisch Polen
cn Wcst-Galicië is onveranderd. Er hadden
slechts artillerie-gevechten plaats.
Wat haat het, dat alle mensohen u prijzen,
alls uw geweten u LusoliuilcHi^t?
levejisbceld door
JOANNES REDDINGIUS
67
Bram liep een eind het weiland in, ziin
makker tegemoet, die hard kwrain aanloopen
Een beroerde boel, Bram, wij zijn zuur
*t had weinig gescheeld of Graat had ver
sopen.
Wat zeg je?
-Ja, we moeten allemaal tiaar huis, Ping
is woedend.
Bijna verzopen, wat is er dan gebeurd?
k Zal het je vertellen, de jongens komen
étraks hier langs. Schutter is aan de overzij,
die wordt door een ander gehaald, wij heb
ben dus nog even tijd. Hoor dan, Wouter en
Gerard en Anton hadden een oude schuit
gevonden, die onder water lag, ze hebben
haar aan land getrokken en leeggegooid. Ge
rard zei, dat ze moesten gaan varen; r'M
.vonden de anderen best, hij trok *ijn jas uit
en hing die aan een boom. de anderen deden
F* ook, schippers werkten altijd in hun
hemdsmouwen beweerde Graat. Toen gingen
«il met hun allen in de boot, maar '1 varen
wou met erg, ze luidden cccn riemen- Toen
zei Graat: „Nee, dat geeft niets, wat wij doen
moesten is dit, twee lui gaan hier staan cn
twee aan den overkant, je kan ginds omloo-
pen, dan ben je in drie minuten aan de over
zij, écn moet er in gaan staan; als nu de '--i
aan den eenen kant de schuit een opdonder
wreven, dan vliegt ze naar den anderen, dat
zal leuk zijn, de lui daar kunnen hem weer
terugduwen". Dal plan werd prachtig ge
vonden, Graat was toch een echte admiraal,
7z kwamen nu twee kerels le kort, Albert eD
ik zouden helpen, en of 't ging, de boot danste
lekker; beurt om beurt gingen wij er in, toen
Graat weer; Albert zei, dat wij, als de boot
weer kwam, haar een zachten duw moesten
geven, dan bleef Graat midden op t water cn
moest hij maar zien, dal hij aanwal kwam.
en dat deden wij. Graat aan 't vloeken, zijn
com had wel gelijk, dat hij gemakkelijk
viee-admiraai kon worden, want vies was hij
a«. wij hadden lol: hii werd hoe langer
hoe nijdiger en begon met zijn zware laar
zen te stampen van-kwaadheid: 'k Zal i"llie
wel krijgen, snotkokers", riep hij, en schreeu
wend stampte hij nog harder, en opeens riep
hii. dat de boot zonk, hij had het rotte hout
stuk getrapt. Wat er toen gebeurde weet ik
niet. Gerard zonk voor mijn oogen weg, en
riep: „help! helpt" Albert begon te bidden:
..Notre Père qui est aux cieux"Frits kwam
aanloopen, en sprong in het water en haalde
hem er uit; Albert was halfdood van de
schrik, en'ik, nou, ik hoef je niets te vertel
len. Graat heeft toen zijn natte goed uitge
trokken en is hard gaan loopen, naakt door
de wei om droog te worden. Wij hebben toen
rijn goed uitgewrongen, Frits hielp zichzelf;
t is een geluk, dat Graat zijn jas opgehangen
had. Frits had zijn jas en broek uitgetrokken.
Die Graal, die altijd zoo pochte, dat hij een
prijs had gewonnen met zwemmen, als Frits
er niet geweest was... "k moet er niet aan
denkenPing weel het ook; die stomme
Kafferneus is het hem gaan vertellen, die
ezel, hij wist niet wat liii deed, hij liep naar
hem toe en riep: ,,0 menheerGraat is bijna
verzopen" on Ping ging kijken natuurlijk cn
vond ons in de wei
Bram zei niet veel, maar keek zijn vriend
aan, die er ontdaan uitzag, geen wonder;
hij praatte zenuwachtig door, maar zijn mak
ker luisterde maar half. vervuld als hij was
\an dat céne. dat had kunnen gebeuren, zijn
mooie stemming was verbroken, zoo iets ge
beurde hem nu altijd; zou hij nooit gelukkig-
tevreden kunnen leven in zijn lichte droomen.
zou altijd de werkelijkheid op hem aanbotsen
en verstoren, wat hem het liefste was? Wat
zou het leven geven aan ad die jongens, die
het toeval samen had gebracht op deze kost
school, zouden zij elkaar helpen als nu? Zou
Graat op zijn beurt een ander bijstaan, wie
zal *t zeggen, wie? En IJsbrand en Anton en
Look Here en Schutter?
't Leven was toch een mysterie, dat hij met
zijn jongen kop niet doorgronden kon. of
iemand het zou kunnen?
En Herman, de goedige, ernstige Herman,
die steeds vol grappen zat en ingewikkelde
verhalen, die conibiueerde en altijd in iemand
het typische opmerkte en dat omgaf met ziin
phantasie, lierman, die soms naast hem licn
en aiiels zei, blij bij iemand te wezen, dia
hem begreep, die bij hem gevoelig was en
stil omdat hij daar zijn ernst niet hoefde te
verbergen ocliter zijn dolle woordenwat
rou het leven hem brengen?
Ze waren met zijn tweeën langs dc boomen
tot het pad geloooen, dat door de weide ging.
Bram keek naar dc grashalmen, die bewogen
werden door den wind, wat zou hij hier
^raag blijven loopen om naar de wolken to
kijken, zonder onrust in zijn hart, maar nu
zou iets onaangenaams gebeuren, onafwend
baardaar kwamen de jongens aan in
d< verte, bedrukt als zij.
De beide knapen wachtten even en werden
één met den troep; 'l gezicht van den onder-
wijzer stond strak, Albert liep met het hoofd
raar beneden, wetend zich de oorzaak var
het gebeurde; Graat en Frits sjokten naast
elkaar, blij bij elkaar te zijn, als verbroederd-
Wouter blies zonder geluid een lied tysschen
rijn lippen, als wilde hij zeggen: d'r komt wat
er van komt, «is de baas aan mijn lijf komt.
krijgt hii een opstopper van heb ik jou daar;
in 't worstelen stond hij zijn man. Anton
beet op een grashalm en keek nijdig naar
zijn broer en snauwde hem telkens toe:
„Stomme bliksem, ongeluk, had jij je grooten
bek niet kunnen houden?"
Albert gaf geen antwoord. Lusteloos droe
gen de jongens de hengels, aan touwtjes
bengelden enkele uitgedroogde baarsjes. Look
Ilerc had een voorn cu een dunnen paling,
hi' heesoh zoo nu en dan zijn grijze nauwe
broek over zijn heupen, niemand plaagde
hem nu met Jet Bram merkte opeens, dat
hij zijn visschen Vergelen had, zijn baarzen,
zijn brasem, IJsbrand mompelde: „Op stop
naalden met karnemelkssoep, op stopnaal
den"
Hè mijnheer, zegt u het niet? waagde
Bram te zeggen.
Hou je mond, zei de onderwijzer ge
streng.
Goed mijnheer, maar ik heb er 7*art,
noch deel aan.
Hou je er dan buiten ook.
Bram zweeg, Albert zag hem treurig aan
met iets dankbaars iu zijn oogen.
'k Zal nooit meer op je krommen leep
trappen, zei hij eindelijk.
Bram antwoordde niet
De jongens gingen het „Dronkenmans-
laantje" door, 't was zoo warm niet meer,
-'t laantje had voor Bram wel zonder einde
mogen zijn, 't scheidde hem van de schooL
Aan den wegkant liep een geitje te grazen,
draaiend om het touw bii de nadering der
jongens. Herman streelde het dier, hij had
Lehoefte om zacht te zijn en dat diertje was
nog zoo klein, zoo onbeholpen.
Toe mijnheer, zeg* u het als 't u blieft
niet? begon hij opeens, 'k weel heel goed, dat
wij het niet aan u verdiend hebben, wij
maken u het leven wel eens lastig, maa.»
misschien will u grootmoedig zijn?
De onderwijzer zag den knaap ernstig aam
meende lui dat, voelde hij, dat hij dikweii
zijn werkkring verwenschte, omdat die rak
kers zoo becstachtig-lastig waren cn iemand
zoo konden tergen, zou hij thams de manier
gevonden hebben om als vriend met de jon-
tens om te gaan? bij zag den lichtstraal, dien
hij zoolang tevergeefs had gezocht
Zoo jongen, zei hij eenvoudig, zie je
dat in, dat pleit voor je.
Ja mijnheer, antwoordde Herman en
slak zijn leermeester de hand toe, welke deze
drukte.
De jongens kregen hoop, ze begonnen lang
zamerhand weer te praten.
Wordt, vervolgd»