n° 234
13d" jaargang
de e em lan der".
"buitenland.
feuilleton.
hertestein
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURa
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per muftnden roor Amorafoort 1 I-hO,
Idom franco per post- JJ"
Per week (met gratis verrekering tegen ongelukken) - o. I
Afzonderlijke nummers ,U5*
I>ere Courant vereohgnt dsgelijk* behalve op Zoo- eo
Feestdagen.
Advortentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie'
advertenties en berichten vóór 2 uur in te tonden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I.
Intercomm. Telefoonnummer 65.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.54»
Elke regel meerO.IO
Dienstaanbiedingen 25 cents bjj vooruitbetaling.
Groote loiters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeolige bepalingen
tot het herhaald adverteoren in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Wegens den Goeden Vrijdag
zal het Amersfoortsch Dag
blad morgenavond niet ver
schijnen
Kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders van Amersioorl.
Brengen ter kennis, dat bij hen is ingekomen
een verzoekschrift van Aaltje van Wesieriaak,
weduwe van Peter Walel, alhier, betreffende de
voortzetting der vergunning voor den verkoop
van sterken dronk in het klein in het perceel
Havik No. 42, alhier
dat bjuten twee weken na dagteekening de
zer bekendmaking een ieder tegen het verlee-
nen van dé vergunning schriftelijke bezwaren
bij ons College kan inbrengen.
Amersfoort, 29 Maart 1915.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEEN SI RA. v. RAND WIJCK.
Politiek Overzicht
De honuerusie yeooortedag
van Otio won Bismarck.
A«tn uut ttime mui z»juc uk,.uc w. ~^szLt-
ting, op Zaterdag 20 Maart, - ^rleende de uui\-
sche ikji^juag aan z.jU .óbrzilier de opdracht
op den len April een krans neer te leggiii
aan den voet van het gedenkleeken, dat ycot
bel rijksdag gebouw is opgeriuM ter eere van
den eersten kanselier van het heuhoren Duiil-
sdhe rijk. Op u-uzen dag verjaart yoor <ie hon
derdste maal de geboorleuag van Oho vox.
Bismarck. De keizer zeil heeiti ïLe wijze be
paald, waarop deze dag moest worden ge
vierd in een vorm, beaaiiwooruenue aan den
eras* van den tijd en het karauiker van de
wSÜUe" week, waarin de gedjenkdag valt. Een
vertegenwoordiger van den keizer, de honds
raad en de njtesdag, het rruisische staatsirJi-
siislcriie, de Ptruisasche landdag en de magis
traat van Berlijn komen heden in de wandol-
hal van den rijksdag bijeen, om van daar zich
naar het gedenkteeken te begeven en daar
voor kraoisen neer le leggen. De Borlijnschc
langereboTKl en koren van de Berlijnscht-
iöhoolkindezen dragen Eederen v jr. In de
ruimte om het monument en yoot den monu-
mentalen ingang van 1 gebouw zijn rerbogen-
woordigers Ckpgjsleld v-n ue mmuaire en de
burgerlijke overheid, de hooge, middelbare en
volksscholen en van talrijke vereenigingon.
die den wensch om deel tc nemen aan de
plechtigheid, ..elbben kenbaar gemaakt.
Het is natuurlijk, dat men op mazen dag don
maai. wien meer dan eenig ander de verdien
ste toekomt der weder-oprichting van het al
oude DuUsche rijk op nieuwe, heckle grond
slagen, op bijzondere wijze wil eeron. Men zou
dat in vredestijd gedaan hebben, maar thans
voelt men daartoe duibbel aanleiding. In de
zen tijd, nu het gansche Duitsche vol'k onder
de wapenen slaat tot verdediging van hel
bouwwerk, waarin nu 44 jaren geleden de
sluitsteen werd a~. .gebracht, wordt sterker
dan ooit de behoefte gevoeld om den man te
huldigen, die bij dezen arbeid als leidsman
heeft gewerkt Luid sprectfi. de behoefle om
uit de herinnering aan een grootsch verleden
de kracht tc pullen om den zwaren last van
uot heden te torschcn en ©ene hetiere tockomsl
ie verzekeren.
Die herinnering roept de gedachte wakker
aan de jaren van zwaren slriju, valine© de
wordings-geschiedenis van heil Duitsche rijk
samenvalt Br its in die jaren strijd gevoero
mp allerlei gebied. Strijd met het zwaard en
met de pen. Strijd oip hot slagveld en in hel
regeeiingsika'binet. Str'/d in de kanselarijen
der diplomatic cn in de vergaderzalen der
vertegenwoordigende lichamen. Bismarck
heeft dien strijd in al zijne phases meege
maakt. Hij heeft zich daarin geweerd mot eene
«miorgie, die niets ontzag en die hem deu naam
heeft doen verwenen van den „man van
hlocd en ijzer".
Bismarck zeil heeft de gegevens, die d» of
ficieele bescheiden ons over deze slrijdjaron
verschaffen, aangevuld met mcdedcelingen van
persoonlijken aard, die in zijne „Gedar.kcn
und En nn*.-ran gen", het kostelijke werk. dat
hij heeft nagelaten, opgeteekend zijn. Wij ves
tigen daarop de aand "kt, omdat zij ons den
grooteoi staatsman van een geheel andere zijde
uoen kennen dan V/aarin kij in ket openbare
leven zich aan ons vertoont. Iin ket twintigste
hoofdstuk, dat den titel: „Nikolshurg" draojgi.
wordt de strijd verhaald, dien iarok keef
le voeren gekod om zijne inzichten over de
neédndiiying van den oorlog van 1866 te doc-D
doordringen.
Tegpnover Oostenrijk om! zijn standpunt
uit in de uitspraak, ene hij deed' in den avond
van den slag lij Königgratz: „De strijdvraag
is beslist; nu konut hut er op aan, de oude
vriendschap met Oostenrijk terug te winnen.'
Door deze gedachte gekiid, gaf hij den raad
vrede te sluiten op den grondslag van de ter
ritoriale onschendbaarheid van Oostenrijk en
verder de gevoeligheid van den overwonnen
tegenstander zooveel mogje^jk te ontzien. Hij
zegt: „Mij kwam ket voor onze latere betrek-
0v.i 11ik. ou=. .ui- ijk ci" ctp aan, krenkende
riMJiei'higcn zooveel mogelijk te rerhoe-
don, als dat zonder benadeeling van. onze Duit-
scue poofliuk was ie doen. ue zegevierende
intocht van het Pruisische leger in de vijan
delijke hoofdstad zou voor onze militairen na
tuurujk eene-bevredigende herinnering geweest
zijn, voor onze politiek was hij gecne behoel
ie; in het Oosten rij kscke zelfgevoel zou hij.
evenals iedere afstand van oud bezit aan
ons. ceac krenking hebben achtergelaten, die,
zonder voor ons eene dwingende noodzakelijk
heid te zijn, de mocielijkhoid van onze toe
komstige wederzijdsche betrekkingen onnoo-
v.g auu hebben vermeerderd.
Door gelijke overwegingen heeft Bismorek
zich laten leiden bij hot bepalen van zijne
'houding tegenover Beieren. Ilier had hij
een zeer krachtigen tegenstand bij den koning
te overwinnen, die er z"ne zinnen op ha.cl
gezet de vorstendommen Ansixiok en Bey
routh, die vroeger aan het geslacht Hohen-
zollern hadden behoord, weer aan Pruisen
te brengen, liij zegt: „De sterke dynastischc
familiözm was misschien in keizer FriecLrioh
III nog scherper uitgedrukt, maar zeker is
hef, dat in 1866 Je koning van Ansbach en
Bayreuth nog moeielijker afza, dan van Oos-
tenrijksch Sileziê, Duilsch Bohemen en ge
deelten van Saksen."
Het heeft Basmorck een mceieiijken strijd
gekost zijn beter inzicht in deze zaak te doen
zegevieren. De aandoeningen die hem over
stelpten, trill-en nog na in het verhaal, dal hij
a Je jaren later daarvan heeft opgeschreven,
waarin hij zegt: ,}Lk verliet het vertrek met
den indruk, euait iuij.ne opvatting was afge
wezen, en met de gedachte den koning te
verzoeken, dat hij mij zou toestaan iu mijne
hoodai igheid \-an officier dienst te nemen bij
mijii regiment. In mijne kamer teruggekeerd,
was ilk in eene stemming dat de gedachte
bij mij opkwam of het niet beter was, uit hel
openstaande, vier "v-erdicpingeii hooge raam
te vollen; en ik kook niet om, toen ik de deur
Hoorde opengaan, ofschoon vermoedde,
dait de binnentredende de kroonprins was.
wiens kamer ik op de gang voorbij kwam.
Lk voelde zijne hand op mijn schouder, ter
wijl hij zeide: ..G-ij weel. dat ik tegen den
oorlog ben geweest, gij hebt hem noodig ge
oordeeld en draagt daarvoor de vcnanlwoor-
oeliijikheid. Wanneer gij nu overtuigd zijl,
dat het doel bereikt is en er thans vrede moet
worden gesloten, dan ban ik bereid u bij te
niaan en uwe meening bij ijn vader voor te
staan." Hij bega! zich daarop naar den ko
ning en kwam na een klein half uiur terug in
dezelfde kalme en vriendcliikc s/temming,
maar met de woorden: .Hot heeft geducht
gespannen, maar mijn idcr heeft toege
stemd."
Wij hebben ons dit uitvoerige citaat ver
oorloofd om in Bismarck's eigen woorden den
nwciclrjjkstcn strijd te schetsen, dien hij in
zijn leven tc voeren heeft gehad. Dal is
voor hem de moeielijksle strijd geweest; hij
.getuigt er na vele jaren nog van, dat
hem de smartelijke herinnering is bij
Igiehleven, dat hij een moester, dien
nij peirsoaitlijik liefhad als dezen, zoo
heeft moeten ontstemmen. Maar hot is ook
de strijd, die hern in zijne grootheid het best
doet kennen. Wij zien hier Bismarck strij
den niet als j,iuan van bloed e. ijzer", maar
als een staatsman, die, met zienersblik de
toekomst peilende, met het wapen der over
reding opkomt voo» wal- hij in het belaug
v zijii land geboden acht om aan zijn werk
duurzaamheid te verschaffen, en daarin vol
hardt tol hel uiterste. Hij is daarin geslaagd
cn dat is zijn hoogste iriomf geweest.
Toen Bismarok den 12en Mei 1871 aan den
rijksdag mededeehng deed van het tsveo da
gen te voren in Frankfort onderteckende vre
desverdrag, waardoor de in 1866 door hom
reeds voorziene oorlog met Frankrijk beëin
digd werd, knoopte hij daaraan vast de uit
drukking van de hoop, „dat dez-' vrede een
duurzame en zegenrijke moge zijn en dat wij
de waarborgen, waarvan wij ons hebben ver
zekerd om tegen hernieuwde aanvallen be
veiligd te zijn, geruimen fcijd niet meer zuilen
behoeven."
liet vredesverdrag van Frankfort is bij het
uitbreken van dezen oorlog, die nu reeds acht
maanden duurt, verscheurd. Mrar Bismarck's
werk is daarmee niet te niet gedaan. De
nieuwe banden, die hij lussokcn Oostenrijk cu
Duilschland hoeft geknoopt nadat de ouden
waren verb, oken, zijn hecht cn stork geble
ken. Schouder aan schouder voeren de beide
centrale mogendheden samen den strijd in
trouwe wapenbroeders©!* En het kost
bare geschenk, dat Bismarck aan hel Duit
sche volk liecft gegeven in oen binnenLand-
sehen vrede, die uit de oorlogen van 1864, 1866
en 1870/71 is voortgekomen, verschijnt in zijne
volle waarde in de maanden van zware be
proeving, die het llkans doorleeft. Duitsoh-
land's wijze van oorlogvoeren moge in menig
opzicht bedenking bij ons opwekken, de eens
gezindheid, die het Duitsche volk in al zijne
Eigen aan dein dag legt en die liet in slaat stelt
tot de geweldige krachtsinspanning, waar
var. wij getuige zijn, boezemt ons de hoog
ste bewondering in.
Al kunnen wij het einde van den oorlog
nog niet voortzicn, dal hü eenmaal eindigen
zal. is vast en zeker. Mi-'cliien zuLlen wij
de eerste vredesboodschap spoediger zien
verschijnen dtvn wij nu durven hopen. Maar
wanneer de tijd komt, waarnaar zoo vurig
•wordt verlangd, waarin over hot horstel
van den vrede liet overleg wordt geopond.
damoge de geest, die Bismarok bezielde, zich
doen gelden en moge bij hen, die geroepen
zijn daaraan deel tc nemen, de wensch le
vendig zijn om een vrede tot stand te brengen,
die niet de kiem \an een nieuwen wercld-
slrijd in zich bevat, maar waaraan duurzaam
heid is verzekerd
Oe oorlog.
Berlijn, 31 Maart. (W. B.) Bericht van
l»el opperste legerbestuur uit het groote hoofd
kwartier van heden voormiddag.
Ten westen van Bonl-i-Mousson deden de
Franschen aanvallen bij cn ten oosten van
Ktgniéville en in het Bois de Prêlre; zij wer
den onder zware verliezen teruggeslagen.
Slechts op écne plaats ten westen van het Bois
de Prëtrc wordt nog gestreden.
Vijandelijke vliegers wierpen gisteren bom
men op de Belgische plaatsen Brugge, lihistel-
les en Kortriik zonder militaire schade aan le
richten. In Kortrijk werd door een bom in
de nabijheid van een lazaret een Belg gedood.
P a r ij s, 31 Maart. (Havas). Namiddag-
c om mui \jué.
In den nacht van 29 op 30 Maart gingen
de Duitschers voort, zonder resultaat de ha
ven van Nieuwpoort te bomhardceren. Den
30en over dag werd er bij tussdbenpoozon ge
kanonneerd op het gehoole Iron! van de zee
tot de Aisne.
In Champagne was er bij Perthes, Bcausé-
jour en ViLlc-sur-Tourte artillerie-actie cn mij-
nenstrijd, waarin de Franschen in hel voor
deel waren.
In de Argonnc zet het gevecht zich op en
kele punten van de liniën voort met volhar
ding cn hardnekkigheid, maar zonder merk
baar resultaat van de eene of andere zijde.
Den 29en over dag kreeg het fort Doua-
mont, ten noorden van Verdun, ©enige gra
nalen. De Fransche artillerie bracht onmid
dellijk de Duitsche batterij tot zwijgen. Het
fort leed volstrekt geen schade.
In het westelijk deel van hel Bois le Prêtre
namen de Franschen eene loopgravenlinie,
waarin zij een honderdtal gevangenen maak
ten, waaronder een officier en drie onder
officieren.
Ondanks een hevigen tegenaanval behiel
den de Franschen het grootste gedeelte vaD
de loopgraven, die zij hadden veroverd ten
westen van Pont-i-Mousson op den van
de herberg Saint-Pierre naar Regniéville. In
den nacht van 29 op 30 Maart namen de
Franschen een Duitsehen post. Zij sloegen
drie tegenaanvallen terug.
T>p het terrein der gevechten op den Hart-
mannsweilerkopf zijn 700 Duitsche lijken gcr
leid.
P a r ij31 Maart. (R.) A.vond-comma,
niqué.
In de Argonne wordt het gevecht zoo van
dichtbij gevoerd, dat ©en loopgraafmorLier van
den vijand em granaat raakte, die in onze
linicn was geworpen. Wij namen Dinsdag
nacht 150 Meters loopgraaf, waarbij wij ge
vangenen maakten en twoa loopgranfmoitie-
ren buit maakten-.
Verscheidene vijandelijke bataillons her
overden Di'nsdag bij liet aanbreken van den
dag gedeelten van hal Bois ie Prëtrc, maar
werden kort daarna weer ui': een loopgraaf
verdreven.
Vliegeniers wierpen Dinsdagnacht 24 bom
men neer op stations cn bivaks m Woëvre,
Champagne en Soissons.
In België werd Woensdag overdag hol sta
tion Brugge cn het vliegkamp gebombardeerde
B e r 1 ij li, 31 Ma a r t. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote hoofd
kwartier van heden voormiddag.
De bii l'auroggen geslagen vijand is in de
richting van Skawdwiüe teruggegaan.
De in de laatste dagen ten noorden van het
bosch van Augustovvo op nieuw tegen onza
stellingen opgerukte Russische strijdkrachten
zijn door onzen aanval weder in de boschr
en merenstreek bij Sejny teruggeworpen. Het
aanlal gevangenen uit deze gevechten en uil
die bij ICrasnopol en ten noordoosten daar
van is mot 506 gestegen. Bij Klinski aan da
Skwa zijn weer 220 Russen gevangen genomen.
Weenen, 31 Maart. (W. B.) Officieel
beriohl van lieden middag.
Aan hot front in do Oost-Beeldden is die dag
rustiger verloopcm. In dc ton oosten zich hier
bij aansluitende sectoren duren de gov echten
voort. Op de hoogten ten noorden van Disna
en len noordoosten vaai Kaln'iea zijn weder
om verscheidene Russrisohe storm, -nvallcn, die
dc vijand nog des naakts herhaalde,, afge
slagen. Ook ton noorden van d'on Uszok-pas
mislukten nachtelijke aanvallen van den vijand
onder zware verl'ibzën. Er zijn wederom 1900
man gevangenen ingcbrac'
Aan alle overige fronten L tiiels van belflug
gebeurd; er kwamen slodhts arttUericgevech-
len voor
Sedert den len Maart zijn in ''t geheel 1?3
officieren cn 39942 mam gevangen genomen
en 68 machinegeweren veroverd
Petersburg, 3! Maart. (Tcl.-ogent-
schap). Communiqué van den grooten gene-
ralen staf.
Op het front ten westen van de Njemen
duren de gevechten voort In den omtrek van
iCrasnopol vorderen onze (roepen met succes.
Zii dwongen gisteren de Duitschcrs overhaast
terug te gaan en maakten daarbij 200 soldalen
en twee officieren gevangen. Twee mitrailleu
ses werden genomen.
In de Karpathcn wordt ons offensief voort
gezet. In den loop van den 29en maakten wii
op nieuw 38 officieren en 1750 soldalen ge
vangen; wij namen vijf mitrailleuses.
(R) Officieel bericht. In een sector van dd
Karpathen namen wn van 20 tot 29 Maart
Ï0 410 gevangenen en 72 kanonnen.
Petersburg, 30 Maart. (TeL-agent-
scbap). Communiqué van den gencralcn stal
van het Kaukazische leger.
De volste korenaren hangen het laagst.
door
SOPHUS BAUDITZ.
Uit het Deensch vertaald.
„Zoo, zoo. ik ben maar een eeuvoudig man,
ik ken alleen Deensch en naluurkjK Duilsch
van den Lijd toen ik bij de cavallcrie in Itzi-
hoe diende."
„Ja, Duilsch ken ik ook. Waar denk ge
dat Bio heen moest, Anaries? Ik zag hem naar
den kant van Anbaek rijuen-?"
„llij Suoest zeker naar een vergadering.
Waar zij geld opzamelenI"
.pieker, Yoor in Santhalistanl"
„Sanllialistan, heet het zoo? Er is bepaald
niets dat zoo heet."
„Niet?"
*Necu. zij verdrinken het geld in Ham
burg I"
liiema neemt de oude jonker afscheid en
Haal naar zijn kamer, hii is zoo heerlijk ge
rustgesteld door het gesprek met Andries.
wien§ sceptische en rationeele blik op hul
leven allijd een heilzame uitwerking op hem
heeft
Later op den dag komt de kapitein te paard
Herteslein en tante Rosa, die alleen in de
tuinkamer zit. hoort hem op de binnenplaats,
boudl op met haar werk, luistert en glim
lacht* zii wordt waarlijk knap door dien
glimlach.
„Goeden dr goeden dag, beste tante
Rosa!" roept hij reeds bij de deur. „Gij weet
niet hoe ik naar u hebt verlangdI"
„Hebt gij. dan had ge wel iels e.erder hier
kennen komenl"
„Onmogelijk, tante RosaI Ik ben ver in hel
westen geweest en heel aan d overzijde van
den Fjord. De raenschen zijn zoo ygaslvrij en
zoo goed: i heb eenden 'escholen en forellen
gevischt, gezongen en gedanst; er was zomer
bal te Rörstrup, het was kolossaal, tante
Rosa." En toen neuriede hij:
„Paar aan paar stonden zij in lange rissen
„In de groote zaal te dansen,
„Ik kon dr lelijk voeten zien en kuiten
gissen.
„Hom soit qui mal y pensel"
„Mag ik eens en vooral verzoeken mij uwe
schuinheden le sparen, oude korporaal!'
roept tante Rosa uit, „Foei. gij moest u
schamen."
„Ja, maar dat kan ik niet, tante Rosa, mij
er over schamen, dat ik mij nog kan verheu
gen over ai het schoone dat Gods aarde aan
biedt: bosch en strand, weiland en plas, een
blanke arm en een meisjesvoet met een hooge
wreef. Gij hadt mooie voeten, tante Rosa,
zeker hadi gij datl En dat hebt gij waar
schijnlijk nog!"
„Sta daar nu geen onzin te praten, maar
kom liever mee koffie drinken."
„Dank u, ik heb gegeten! Ik had een boter
ham in den z k en die heb ik gedeeld met een
reizend ambachtsgezel, wij zaten samen op een
boomstronk le eten..
Verbeeldt u. tante Rosa, hij was in Hou-
en s:)a V geweest, tenminste dat zeide
hij, het moet toch héél interessant zijn zich
zoo door dc wereld te vechten!"
„Vindt gij. gij landlooper, gij wordt zeker
nog eens op een mooien dag met den neus
omhoog gevonden, aan den kaot van een
sloot."
„Dat hoop ik niet, want gij herinnert u zeker
wel wat gii mij hebt beloofd?"
,\Vat heb ik u beloofd?"
„Naar het boschhuisje te komen en mijn
hand vart te houden als mijn laatste uurtje
Leeft zeslagen."
„Och, gii oude jongen, gij overleeft ons
allen!"
„Dat weet God alleenmaar wat doet
ge? Poetst ge den ouden "beker op."
„Ik poets niet, ik kras uil!"
„Maar wat krast gij uil! Dat is immer*
ccn KI"
„Een IC?"
„Ja, een liggende K."
„Onzin! Ilel. is hel wapen van de Höibro's.
een spar onder een horizontalen balk, dal
weet ge toch wel!"
„Ja, maar waarom in 's hemelsnaam, wil'
Cii
„Och, Frits zendt natuurlijk geen zadel voor
Fanny i het oude is ie slecht, nu heb ik kaar
een nieuw beloofd en omdat ik geld moei
hebben
„Wilt ph den ouden beker verkoopen?"
„Gij zijt buitengewoon vlug van begrip, ka
pitein ,dat kan men anders gewoonlijk nie!
\an mannen zeggen; ja, dat wil ik met uw
verlof! Laatst was er een opkooper hier, die
wilde er honderdvijflig gulden voor geven,
toen wilde ik niet, maar nu
„Tante Rosa, gij zijt edelmoedig."
„11c ben ni-csl Maar als men het ongeluk
heeft van den ecnigen man te zijn in de fa
milie, dan m men ook handelen voor de
„Wat is er voor nieuws,, kapitein?"
„Niets bijzonders. Hebt ge iets van Frits
cc-iioord?"
„Neen. niet sedert kort. Maar ik weet dat
hij en Bro elkaar hebben geschreven."
„Hij en Bro, waarover?"
„Ja. dal weet ik niet, maar men kan dal
wel een beetje nagaan. Frils was eeu maand
in Parijs, vanwaar kreeg hij geld daarvoor?
Niet hier van Hertestein en dat hij uil de
loterij heeft getrokken, zooals hij vertelt, is
natuurlijk een leugen. Ik durf mij in dat alles
niet verdiepen!"
„Dat moet go ook maar liever niet doen.
„lk moet u voor Bro groeten."
„Wat moet dal beduiden?
„Ik ontmoette zijn infaam gelaat verleden
op ae nonnenheuvels, daar komt hij dikwijls
tegenwoordig en hij {roette natuurlijk glui
perig als altijd en zeide met een Iccliiken
glimlach: Doe de kleine freule Fanny mijn
compliment, zij wordt bij den dag bekoor
lijker!"
„En hii wordt bij den dag brutaler! Hoe
zal dat eindigen! Was Fanny tenminste maar
getrouwd, ik lieb zoo mijn eigen gedachten
over het diner op Slcoosgaard, dc volgende
week. Gij zijt toch ook gevraagd?"
„Of ik! Eu ik verheug er mij ongelooflijk
op. Een diner op Skoosgaard is iets heerlijks.
De knechts in livrei, fonkelende karaflen en
bestoven flesschen, perziken en druiven uit
de kassen, familiezilver en kristal, kristal van
he4 echte oude puntige slijpsel, dat klank
heeft, een klank van vervlogen dagen, van
koningsbezock en bruiloften, van groote
jaahlen en begrafenissen, die ldaiik is onver
gelijkelijk!"
„Ja, dal is goed, maar denk er om mij uw
zwarten rok te geven voor dien tijd, dan kan-
ik er de vlekken uitmaken, dat heeft hij zeker
noodig!" antwoordt laule Sosa ei. brengt de
feestelijke stemming van den kapitein tol
zwijgen.
„Waar gaat ge nu heen. landlooper 1" vraagt
tante Rosa, toen hij in den loop van den mid
dag opbrak.
En de kapitein amtwoordt: „Voorloopig
naar Egaa, maar Jutland is groot en de een
den zijn vele adieu tante Rosa."
IV.
Uitgestrekte, bruinroode geDouwen, met
ronde gewitte zaudsteenen lijsten om ramen
en deuren; nieuwe groote boerderijen, rtiet
stoomschoorsteenen, alles solide, goed onder
houden, aanzienlijk en «>p rijkdom wijzend,
dat is dc eerste indruk oicn iedereen van
Slcoosgaard krijgt. Het kasteel is eenige hou-
derden jaren oud, het is van dtnzclfden leef
tijd als de fannlie. De heerlijkheid is groot,
drie, vier, vijf erfgoederen bcliooren er onder-
De grond is over het algemeen goed, gedeel
telijk uitstekend cn de bosschcn n zoo uit
gebreid, dat er gedurende eenige weken ach
tereen groote jachten kunnen worden gehou
den, zonder dat het wild te veel vermindert.
Skoosgaard ligt op een rij heuvels, die naar
dc beek van Tvis hellen; mijlen ver zijn er
groene weilanden, maar aan de overzijde van
de beek begint de heide, een grootsch land
schap mot forsche omtrekken en krachtige
vormen en dat men van hel terras in den tuin
overziet.
Wordt vervolgd*