DE E EM LAN D ER".
Woensdag 7 April 1915.
BUITENLAND."
FEUILLETON.
HERTESTEIN
N° 237
13'° Jaargang.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idem franco nor post- 1-'®»
Per week (met gratia verzekering tegen ongelukken) - J». i
Afzonderlijke nummers
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—o regels f O.fSO.
Elke regel meer0.10
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald advortoeren in dit Blad, bij abonnement.
Ecno circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Troelstra's overwinning.
Het rommelde alweer lang in de S. D. A. P.
Er was onweer aan de luoh-t. Met Paschen
moest het losbarsten op het congres te Arn
hem. En het i s losgebarsten, maar de atmos
feer zal er door gezuiverd, zijn.
De oorlog heeft in de gelederen der socia
listen verwarring gebracht. Zij zijn er door
verrast en van hun stuk gebracht De interna
tionale is omver gegooid. De roode broeders
van alle landen strijtden nu even verbitterd
legen elkaar als de verwoedstc chauvinisten.
En dat gebeurt niet onder militairen dwang
of uit vrees voor den kogel, ook in de sotóaiis-
fcische pers wordt het internationalisme ver
loochend en leeft d« nationale gedachte op.
De partijlei'dkng der 'S. D. A. P. in Neder
land heeft zich in ccai moeilijke positie ge
plaatst gezien. Zij had te kiezen tusschen in
ternationalistische of nationalistische politiek.
En in de huidige omstandigheden heeft zij
voor het laatste gekozen. Met krachtige hand
heeft zij de partij in nationalistische rich Line
geleid, ondanks dc hevige oppositie van meer
luidruchtige dan invloedrijke mannen der
partij
Het congres tc Arnhem zou zich uitspreken
over de leiding van het partijbestuur, dat zich
o volgende normen gesteld had:
het standpunt van de sociaal-democratie m
zake mi lit airisme en algehcele ontwapening
kan in hoofdzaak 'echts internationaal vast
gesteld worden
welke houding de kleine Slaton nopens deze
vraagstukken moe Ion aannemen, kan slechts
na den vredè bcDaald worden, wanneer om
trent hun internationale positie zekerheid zal
beslaan
het belang der Neuerlaadsclie arbeidersklas
se, samenvallende met dat der gchcelc natie,
gebiedt in den huidigen toestand de handha
ving van de onzijdigheid en onalhanKc
met alle beschikbare middelen, overcenkomsiig
het door «de Soc. Internationale sbeeds ge-
ëisokte recht van zelfbeschikking yoor alle
volken
lol bevordering 'der internationale ontwape
ning on ter voorkoming van nieuwe oorlogen
zal de actie voor den vrede, in overeenstem
ming met de andere partijen der Internatio
nale, niet alle energie gevoerd worden, met
erkenning van de mogelijkheid van samen
werking met andere naar den wereldvrede
strevende krachten
strikte noulraMoil en de eisoh voor allen,
die oen verantwoordelijke positie in de partij
innemen, om zich daarnaar te gedragen.
Deze normen heeft het partijbestuur in «eni
ge moties vastgelegd en na onstuimige debat
ten door thül congres met groote meerderheid
aangenomen gekregen en het congres (heeft
zich daarmee uitgesproken vóór de Kamerle
den, die de mobilisatiecred-ieten voteerden en
tegen de „gccu man en geen cent"-mcnschen.
Even neutraal als in den strijd der mogend
heden, slaan wij bij dit conflict der S. D. A. P.
Al wat er te voren geschreven is in Het Volk,
al wat er gesproken is op het congres, inte
resseert ons in dezelfde mate als de telegram
men van heL oostelijk en westelijk oorlogster-
rein; en de woord-voerders der beide stroo-
niingen hebben ons oven onbewogen gelaten
als de vlammende artikelen der emincmtste
Fransche en Duitsche journal den.
Zonder leedvermaak zien wij hoe dc roode
•broeders -elkaar in het haar vliegen; wij hoe
den ons er wel voor om daaruit den onder
gang y&a het socialisme te voorspellen ol' zijn
failCuet uit te spreken. Het zal ook deze twee
spalt wel te boven komen gelijk het reeds zoo
veel iniverlijken strijd met silechts enkele
kleerscheuren doorstaan heeft. Men venheuge
zjlüh dus niet te wnoeg. Wie zoo gaarne de
doodsklok over 'n ander luidt, is meestal zeil
krank.
Niemand za/1 tegenspreken, dat de S. D. A.
P. sinds hel uitbreken van den oorlog niet al
leen met innerlijke moeilijkheden te kampen
heeft gehad, doch ook verlies van aanhang
moet boeken. Maar ook hieraan hechte men
niet tc veel beleekenis. Er zijn altijd en overal
zwakke broeders, die bij schokkende gebeurte
nissen voor eigen overtuiging -de vlucht ne
men en elders beril gaan zoeken. Hebben wij
ook niet in dc ccvste oor logs weken allerlei
mensclien naar de kerk zien draven, -die er
anders nooil '11 voeL zeilen? En nu reeds, nau
welijks een half jaar lalcr, komt een gerefor
meerd blad klagen, dal hel kerkbezoek weer
gedaald is tot vóór-oorlogspeil. En zoo zullen
ook die in benauwdheid afgedwaalde socia
listen vroeg of laat, wel weer in het roode
kamp terugkecren. En voor zoover de terug
gang van -hel ledental te wijten is aan hot be
danken voor het lidmaatschap 0111 i'inanlieele
redenen, mogen wij, veilig aannemen, dat hiei
niet van verlies doch van h tijdelijk derven
de(r contributies sprake is.
Men matige zich dus in z'n blijdschap over
het „failliet van het socialisme. Juist liij zal
beschaamd in den hoek terecht komen, die
zich door deze crisis tot alle: lei boude voor
spellingen «heeft laten verleideji en per slot
het socialisme onverzwakt, misschien ver
sterkt, en onder gezuiverde atmosfeer uit den
sLrijd te voorschijn ziet treden.
Zonder spanning hebben wij het beloop van
het Arnhcinscbe congres gevolgd» Wij hebben
van dc redevoeringen der volksdcmagogen
met belangstelling kennis genomen, wij hebben
gehoord dat er „rumoer", „gejoel" „gefluit
„gejuich" en dief Lig geroep" geweest is, maar
dat alles heeft ons even koud gelaten als de
snorkende overwihningsboricliien v-.n het oor-
logslerrcói.
Dit vooropgesteld-, kunnen wij als onzen in
druk neerschrijven,dat -de woord- en „bekvoer
ders" der op positie missdhien consequenter
en zuiverder dn de leer mogen zijn, maar dat
de bestuurders stellig een sympathieker en
gezonder standpunt innemen. De leiders, die
per slot van rekening toch vooral met de prak
tijk te doen hebben, komen onvermijdelijk in
botsing met de theoretici dér partij, de man
nen van „vivent les principes, périssc le mon
de". Als steeds eai overal hebben deze laalslen
moeten wijken voot -de mannen van den prak-
tischen blik, die zich niet aan de theorie ver
gapen doch open oog hebben voor dc werke
lijke belangen -der partij.
Dat dc gevallen beshssang in het belun-
partij is, moot erkend worden. Hadden de an
deren hun zin gekregen, de grenzen dor partij
zouden zeer vernauwd geworden zijn en do
wervingskracht zou 'n leolijken 'duw gekregen
hebbon, terwijl breode kringen van Nederland-
sohe socialisten, die niet alleen hun beginse
len maar ook hun vaderland liefhebben, zich
niet meer in de partij behaaglijk zouden kun
nen gevoelen.
Voor de vrijzinnigen zou daarin misschien
winate gelegen hebben; maar dc zege van het
partijbestuur schenkt nu toch meer voldoe
ning: de socialisten kennen nog een vaderland
en hebben het lief. En w at ook hoopvol mag
'heeten is dat de lijnen waarlangsde socialis
tische en burgerlijke democraten zich bewe
gen meer en ineer elkaar naderen. Van beide
mogen, kleinere vertakkingen afwijken, de
hoofdaders voeren naar elkaar toe.
De oorlog.
B e r 1 ij n, G Apri (W. B.) Bericht van
hei opperste legerbestuur uit het groote hoofd
kwartier van heden voormiddag.
De Franschen zijn sedert gisteren tusschen
dc Maas en de Moezel bijzonder werkzaam.
Zij brachten sterke krachten cn ecne talrijke
artillerie in het vuur en traden aanvallend op
ten "noordoosten, oosten en zuidoosten van
Verdun en bij Alzey, Apremont en Flirey, als
mede ten zuidwesten van Pont-a-Mousson.
Ten noordoosten en ten oosten van Verdun
kwamen de aanvallen in ons vuur in 'l geheel
niet tot ontwikkeling; ten zuidoosten van
Vei dun werden zij afgeslagen. Aan den oost-
rand van de Maashooglcn gelukte het den
vijand in een klein deel van onze voorste
loopgraven tijdelijk voel tc vatten. Ook hier
werd de vijand in den nacht weer er uit ge
worpen. De strijd in de streek van Alzey en
Apremont hielden gedurende den nacht aan
zonder eenig succes voor den tegenstander.
I11 de streek van Flirey werd met verbitte
ring gevochten. Verscheidene Fransche aan
vallen weiden afgeslagen. Ten westen van het
Bois le Prctre viel een sterke aanval ten.noor
den van den weg van Flirey naar Pont-a-
Mousson ineen.
Ondanks de zeer zware verliezen, die de
vijand bij deze gevechten heeft geleden, moet
op grond van de yerdecling zijner krachten
in den laalslen tijd worden aangenomen, dat
hij de aanvallen zal voortzetten, nadat duide
lijk aan den dag is gekomen, dat zijne aan
vallen in Champagne volstrekt geen kans
van slagen hadden.
P a r ij s, 6 April. (Ilavas). Namiddagcom
muniqué.
Het was een dag van regen en mist op het
geheele front.
Ten zuiden van Yauquois kregen de Fran
schen voet in eenc vijandelijke versterking. In
het Bois d'Ailly, ten zuidoosten van Saint-
Mihiel, namen dc Franschen drie achtereen
volgende liniën loopgraven wegzij maakten
daarbij gevangenen. Dc Franschen maakten
vorderingen in het Bois Brülé, ten oosten van
hel Bois d'Ailly. Zij wonnen terrein ten noord
oosten van Rcgniéville en handhaafden zich
in de veroverde stellingen.
Parijs, G April (R.) Avond-communi
qué.
Op dezen regenachtigen dag werden merk
bare vorderingen gemaakt ten oosten van Ver
dun, waai- wij 't dorp Gussainville en de berg
toppen, die de Orne beheerschen. bezetten. Wij
vorderden verder zuidelijk in de richting yan
Marzeray en namen nieuwe loopgraven in liel
Bois d'Ailly en in hel Bois Brüle.
Gevangenen verhalen, dat in den loop van
onze onlangs in de Woëvre. uitgevoerde aan
vallen achtereenvolgens zes Duitsche batail-
lons vernietigd zijn. Wij hebben een bergtop
ten zuidoosicn van Ilartmannsweilerkopf ge
nomen en zijn over dien top heen vooi uitge
komen. Daarbij hebben wij gevangenen ge
maakt.
Londen, 6 April. (R.) Communiqué van
maarschalk French.
De toestand blijft rustig. In den vroegen
morgen van den 3en 'April bliezen wij een
mijn op onder de Duitsche loopgraven bij La
Bassée en vermelden daarbij 1U0 meters loop
graaf. Dit had. lot gevolg, dal alle Duitsche
arkeid in de ca middellijke buurt gestaakt
werd. De Duitsche artillerie echter onder
wierp ons front in dié streek aan een hevig
bombardement.
Berlijn, 6ApriL (W, Bericht van het
opperste legerbestuur uit hel groote hoofd
kwartier van heden voormiddag.
Russische aanvallen ten oosten en ten noor
den van Kalwarja en ten oosten van Augustow
bleven zonder succes.
Overigens is de toestand in liet oosten on
veranderd.
Weencn, 6 ApriL (W. B.) Officieel be
richt van heden middag.
De gevechten in de Karpathen uemen nog
in uitgebreidheid toe. Op de hoogten ten oos
ten van het Laborcza-dal veroverden gisteren
de Duitsche en onze eigen troepen sterke stel
lingen van de Russen cn maakten hierbij 5040
man tot gevangenen.
In de belendende sectoren werden hevige
aanvallen onder groote verliezen voor den
vijand bloedig teruggeslagen en nog 2530 Rus
sen gevangen genomen.
Iu zuid-oostelijk Gaiitië mislukte op do
hoogten ten noordoosten van Otlynia een nach
telijke aanval van den vijamd. Bij een den 4en
April ten zuidoosten van Uscie Biskupie be
proefden aanval van den vijand op den zuide
lijken Dnjestr-oever wenden twee bataillons
van het Russische infanterieregiment Alexan
der vernietigd.
Petersburg, 6 Apri 1. (Tel.-agenlschap).
Communiqué van den groolen gencralen staf.
In de streek ten westen vau de Njemen
waren den 5en détailgevechten in de omstre
ken van Mariampol, Ludvinovo en Calvaria,
In de Karpathen ging onze vooruitgang
met succes verder op het geheele front van dc
streek ten noorden van Bartfeld tot aan Uszok
toe. Wij gingen belangrijk yooruit in de streek
van den Rostok-pas, in de buurt waarvan wij
een zeer belangrijk deel van den hoofdberg
keten veroverden. Onze voorhoede passeerde
de zuidelijke helling van dezen kelen cn bezet
ten de dorpen Smolnik cn Oraszruska. Ecne
poging van dc Oostenrijkers om door tegen
aanvallen ons offensief in sommige sectoren
van de Karpathen op te houden, mislukte. Allo
aanvallen van den vijand werden met zware
verliezen terug geslagen. De Oostenrijkers sta
ken, al teruggaande, bruggen en bergplaatsen
van provision in brand.
In den loop van den dag maakten wii aan
het Karpathcnfront 20 officieren en meer dan
1500 soldaten gevangen.
In dc andere sectoren van ons geheele front
werd met kanonnen cn geweren geschoten cn
hadden in zeldzame gevallen op zich zelf
slaande verkenningsoperatiën plaats.
Petersburg, 6 April (Tel.-agent
schap.) Communiqué van den grooteii gene-
ralen staf.
Het vervoer van de in Przemysl gemaakte
gevangenen is ten einde gcbiacht Er zijn in
*t geheel 9 generaals, 2307 officieren cn 113,890
soldaten naar het Russische binnenland over
gebracht. In de Lospilalen op het oorlogs-
tooneel zijn 6800 zieleen gebleven, wier toe
stand niet een onmiddellijk vervoer loelaat.
Wij hebben in Przemysi eene reusachtige
hoeveelheid oorlogsmatcricel genomen, waar
van de optelling nog niet geëindigd is. Tot
liedfen registreerden wij roecr dan 900 kanon
nen. waarvan de meesten zeer goed bruikbaar
zijn. lederen. dag ontdokken wij nieuwe berg
plaatsen munitóc en oorlog"materieel. Vele
kaaionnen en geweren met toebehooren waren
door de Oostenrijkers in de Sau geworpen.
Wij nemen maatregelen om ze er uit tc voor
schijn te halen.
KonstantinopcL 7 ApriL (W. B.)
Mcdedeeling van hel groote hoofdkwartier.
Op het Kaukazische front viel de vijand onze
voorhoede aan ten noorden van Ischkan in
dc buurt van de grens. Na een verbitterden
strijd van 18 uren werd dc vijand op de andere
zijde van de grens geworpen. Onze troepen
bezetten vijandelijke dorpen in den omtrek van
Khorn en Paraker ten zuiden van Tauskirt.
Petersburg, 6 April. (Tel.-agenl
schap). Communiqué van den Genei len stat
van net Kaukazische leger.
Den 2en cn 3cn ApriL duurden de gcvcclils-
aclién voort in de kuststreek en bij Arlwiu.
Op de andere fronten volstrekt gccne vernn-
derine.
Konstantinopel, 6 April. (W. B.)
Mededeeling uit bet groote hoofdkwartier.
Gisteren en heden ondernam de vijand
niets ernstigs tegen dc Dardanelles Eergis
teren openden twee vijandelijke kruisers het
vuur op onze batterijen aan den ingang van
de Dardanellen, zonder daarmee cenige uit
werking te verkrijgen. Daarentegen is dooi
Hot is gemakkelijker één groet offer in één
uur te brengen dan honderd kleine in een
jaar.
door
SOPHUS BAUDITZ.
Uit het Deensch vertaald.
20
De beide gravinnen maakten zich dadelijk
meester van Fanny; het zijn zieLsgoede meis
jes, niet mooi, niet begaafd, maar uitermate
welopgevoed en vertrouwd iet c' kunst, van
te converseeren zonder eigeniiik iets le zeg
gen. Voor haar was Fanny bet ideaal van
vrouwelijk schoon, zij luisterden naai' haar
woorden met een mengsel van verwondering
en schrik, en zij bracht haar altijd een
lucht van een geheel andere wtield, een we
reld die ver builen de grenzen der heerlijk
heid ligL
De kamer wordt gevuld, er komen men-
sclien van de groote buitenplaatsen en pach
ters; eindelijk verschijnt Kongsted. Vol zelf
vertrouwen en elegant komt nij in den vreem
den kring, de graaf stelt hem voor, maar als
hii lante Rosa nadert, zegt deze kort: „de voor
stelling is overbodig, ik heb het genoegen
reeds <rK Oom Heinrich daarentegen
*o;ïK -ijn hoek en drukt dc hand
van den ingenieur: Kongsted is I "ikbaar een
bijzondere vriend van hem.
Daar komt de kanionrechler, waardig in
het bewustzijn van zijn gewichtige betrek-
Icing; de goudgegalonneerde muts heeft hij
echter buiten moeten weghalen, dat valt hem
zelcer hard, want hij vertoont zich andeis
nooit zonder dat symbool "lei* macht op het
hoofd of in dc hand en men zegt dat bij
slaapt met die muts in plaats van met een
slaapmuts.
Daar komt een brave p-chter, verlegen en
rood, hij blijft midden in de kamer slaan, be
angst door de silualie en door het bewustzijn
dai zijn eene handschoen gescheurd is, maar
graaf Chrisliaan ziet het en loopt naar hem
toe en beiden zijn weldra verdiept in een
gesprek over zelfbindendc maaimachines
Een dame van middelbaren leertijd komt
binnen zeilen met de houding van een koets
paard, zij heeft pofmouwen, is flink geregen
en zeer breed van heupen; zij gelijkt op een
ouderwetsche klokflesch. Het is de doklers-
vrouw in de japon uil Kopenhagen. Achter
haar komt haar man, dokter Prip, gefriseerd,
met lila handschoenen, rechtstreeks uit een
tweede rangs mode-journaal geknipt en naast
hem loopt lict eenige kind van dit paar, een
misvormde reuzin van achttien jaar. Zij is
opgevoed volgens de meest rationeelc begin
selen der hygiëne, met biefstuk, spiegeleieren
en bier en de hygiëne hoeft er eer van.
De dokter glimlacht om zich heen, liij kent
blijkbaar iedereen. Als zeer jong candidaat
zette liij zich hier in de streek neer en trouw
de na verloop van een jaar een „locaal"
meisje, dochlcr van een rijke landeigenaars-
weduwe: die dochter had lang een lintworm
gehad, maar de dokter genas haar en de dok-
ter vroeg haar; het ging hem als den ridder
die den draak versloeg en de prinses mei het
kasteel kreeg.
Iedereen is nu gekomen en men gaal aan
tafel.
De oude graaf met tante Rosa, zii wordt
minstens twee duim langer, cn graal Chris
liaan met Fanny. Kongsted, die voor hel eerst
op Skoosgaard dineert, presenteert den ai
aan gravin Nancy, Mathiesen heeft hem om
vergissingen te voorkomen, verteld van het
moedervlekje cn oom Ileinrich moet met de
dochter van den dokter optrekken.
Het is een schitterende tafel in dc celzaal;
de zomerzon licht over het zilver en dc bloe
men, schijnt in de facetten van het kristal cn
geeft langzamerhand zelfs aan de blahlcsle
gelaatskleur een warme kjrachtige carnatie,
of is het dc wijn die hel doel? Misschien! Het
zijn uitgezochte wijnen ën de bedienden doen
hun plicht, zij hebben een oog aan icderen
vinger.
Het gesprek wordt levendiger en luider. De
kantonrechter onderhoudt zijn dame over de
groote verantwoordelijkheid en de onbeperkte
macht van zijn ambt cn het gelukt hem wer
kelijk eindelijk haar aan het verstand te
brengen, dat een burgemeester in verhouding
tot een kantonrechter een tamelijk onderge
schikt persoon is.
De dokter vertelt dezelfde aardigheden als
verleden jaar en vöórvcrleden jaar, cn zoo
dra hij den mond opendoet, stoot zijn vrouw
een gillend geschater uiL, dat aan een valsch
Lrcmpetgeschal doet denken.
Graaf Ghristiaan praat met Fanny over
paarden; hij wil telkens over iets anders be
ginnen, maar zoover kan liij het niet bren
gen. De etenskloof van Malliiesen is onafge
broken werkzaam en "Kongsted, die hem nog
niet heeft ontmoet, meent werkelijk driemaal
dat hij glimlacht. Eensklaps klinkt door de
znal de krachtige stem van Lante Rosa: „Dank
u, de jonker wenscht niet meer te hebben."
Zij heeft een van de bedienden gezien op het
mini om oom Ileinrich voor de tweede maal
madeira in te schenken en door vroegere
mistres wijs geworden, houdt zij hpin bijtijds
tegen.
Het diner is afgeloopen, er wordt koffie
gedronken en een sigaar gerookt. De kapitein
zit op zijn gemak builen op het terras, drinkt
zijn chartreuse in kleine teugjes en blaast
kringetjes van de havana; hij ziet er innig
tevreden uil, maar jas en pijp lijken hem
toch meer dan rok en sigaar.
Malbiesen zit stil te transpireeren; hij heeft
den gouden bril afgezet en veegt hem zorg
vuldig af met den roodzijden zakdoek die op
zijn ronde knieën ligt, nu cn dan zegt hij
een kleine vinnigheid over een der gasleu,
maar veel beweert hij niet: hij digereertI
De graal wandelt rond met Kongsted en
laat hem dc schilderijen en de vergezichten
zien; zij schijnen zeer met elkander le zijn
ingenomen. Oom Heinrich trippelt onrustig
heen en weer en kijkt dikwijls op zijn horloge
alsof hij spoedig naar huis denkt te gaan, dat
doet hij echter volstrekt niet, hij berekent
alleen waar hij nu zou geweeal s*yn cn waar
hij nu mee bezig zou zijn ais maar had
mogen thuis blijven. Om het gesprek der hoe
ren geeft hii niet veel, want noch de vooruit
zichten van den oogst, noch de politiek intc-
ressceren hem, maar als iemand heel on
schuldig vraagt van een afwezige: „wat is
die eigenlijk vroeger geweest?" spitst oom
Heinrich de ooren en meent de overtuiging te
zullen krijgen, dal de leer der preëxistentie
veel meer verspreid is dan men zou denken.
TJ^ncden. in een van de meer afgelegen
paden van den tuin zit Fanny tusschen -da
twee gravinnen. De grachten slingeren tus
schen boomgroepen en zwanen met ronde
halzen zwemmen onder de boogbruggen; da
tuin van Skoosgaard is een echte burchttuin,
zooals men ze in de sprookjes vindt. En als.
naai* een sprookje luisteren de twee kleine
gravinnen wanneer Fanny spreekt, wier har
monieën ze wel niet begrijpen, maar waar
zij toch onwillekeurig oor voor hebben. Dan.
komt het gesprek op. graaf Ghristiaan en do
zusters zijn vol opgewonden lofuitingen oven
de;i lieven, goeden broeder. Fanny spreekt
over haar lieven, lieven broeder Frits, maar
dun. slaan zij de oogen neer: „A1 de kleine beel
den, draaiden zich om." x) Fanny spreekt
over nieuw uitgekomen moderne boeken,
maar die hebben de gravinnen niet gelezen;
Mathiesen oefent censuur uit over dc lectuur
zijner vroegere leerlingen cn het meeste van
de nieuwere literatuur komt op den index.
,.En schikt ge u daar iu!" zegt Fanny rood
van verontwaardiging. Een oogenblik heerscht
cr stille, dan heeft zij haar boosheid over di
censuur vergeten, wijst eensklaps voor zich
uit en zegt: „Wat een grootsch vergezicht
moet men boven van den dwarslak van dien
kastanjeboom hebben! Is dat niet zoo?"
De gravinnen welen hel waarlijk niet, want
daarboven zijn zij natuurlijk nooit geweest.
„Zullen wij daarin klimmen?" stelt Fanny
voor, maar de gravinnen kijken haar ver
schrikt aan. Fanny heeft reeds zichzelf voor
gesteld, zittend op den tak. boven in den boom
het vergezicht genietend, maar de twee bravo
zusters hebben slechts gedacht aan gescheur
de japonnen an gevaarlijke posities.
Wordt vervolgd»