DE EEMLANDER".
Maandag 19 April 1915.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
HERTESTEiN
U° 247
13do Jaargang.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEM ENTSPKIJ3:
Per 3 maanden voor Amersfoort f
Idem franco per post
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukkon)
Afzonderlijke nummers °*05,
Deze Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
AdveitenUën gelieve men hefst vóór 11 uur, tamme-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zendeQ.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomtn. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVER TEN TIEN:
Van l5 regels.f 0.50»
Elke regel meerÖ.IO
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrïjt bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald advorteeron in dit Blud, bij abonnement.
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Kennisgeving.
De Burgemeester van Amersioort,
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
Gemeentedat de door den Directeur van
's Rijks directe belastingen, enz. te Utrecht
executoir verklaarde kohieren No. 8 van dc Be
drijfsbelasting, dienst 191-1/1915 en No. 1 der
Personeele belasting, dienst 1915, aan den Ont
vanger van 's Rijks directe belastingen alhier
zijn ter hand gesteld, aan wiea ieder verplicht
is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden
voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke
plaatsen aangeplakt te Amersfoort, den 17. April
1915.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWIJCK.
Aan liet Nederiands^fiie
Volk.
(Ingezonden;.
Het Internationaal Yrcucscomito, gevestigd
te Amsterdam, meent in liet belang van liet
doel, dat het beoogt, goed te doen bare mee
uilig te pubiioecreui betreffende de incidenten,
diie zrch -dezer dagen voordeden.
Het comülé zou zijn laak te licht opvallen
wanneer het, lerwtjl ernstig gewerkt wordt
aan het voorbereid-en van maatregelen, welke
kunnen leiueii lot beëindiging, der ooriogsgru-
wek verzuimde zich l-c doen hoor^n, nu
enkele gebeurtenissen van den laatsuen lijd de
gelukkig kleine oonlogsgezin.ie partij in
ons land, aanleiding zouden kunnen geven tot
propaganda van baar denkbeelden.
Het is hier niet dc plaats, om ue feilen siuk
voor stuk na le gaan en conclusies te trekken
maar doel van dit schrijven is, er o-p le wijzen,
dat een -deel van het overgroot aantal vrede-
lievendcn in den lande, den koers awijl raajit
en meent, dat op ue bejegen' tg ons aangedaan,
ten slotte oorlog zou moéten volgen. En
men redeneert zoo, oi laat zi>ch uoor de vech
tersbazen verleiden zoo te nedeneeren, om
dat men bang is, dal anders ons volksaanzjeu
onze eer zouden lijden.
Niels is minder waar dan dat. Juist de voor
vallen -der laatste maanden, dc gruwelijke gt
volgen van de mensch-enslachling, diie niet
eens den naam van „oorlog" vercuent, geven
elke regoormg, geven elk volk het recht, alles
te doen om le voorkomen, dat nog andere lan
den en volkeren, aan de slacnung o-c.
Wanneer in hel gewone leven twee mannen
van meendug verschillen, doordat een hunner
zich -door den ander slecht behanueki
gezien, bronyl men het geval voor een eere-
raad van enkelen of voor den eeretaad der
publieke meening.
Zou hel liiur anders moctcn7 Wordt ecitig
volk verongelijkt, gehinderd, getreiterd zelfs,
laai hel dan niet owase-Lijk om verlies van
ecnig goed, oi zeils van enkele menschenle-
vens, véél erger in de waagschaal steden, nu
de moderne oorlogvoering eiken f linken strij-d
heeft onmogelijk gemaakt, en laat hel geen
daad doen, diie, hoe lhnk ook op zich zelf, zou
'.engevolge hebben, -d.it weer duizenden onge
lukkig worden.
Dc geschiedschrijver zal Nederland niet ver-
oo-rdeelen, omdat regeoring en volk zich weten
be steilwi boven het tot nu geiue:.^.
van volkeren-eer, het er op los gaan, wan
neer men geiiiudend wordt, omdat <le wijze
an oorlogvoeren Ï6 ontaard in slachten vua
menschon op een wijze, die strafvervolging
zou eischen, wanneer dieren zoo zouden wor
den gedood.
Het is de wijze waarop oorlog wordt ge
voerd, «die elk mens ch moet aoca zeggen:
„dat niet'.
Wij .bazen in het Handelsblad', (opgemerkt
zij, dat nog niet was opgehelderd van welke
iLaliohalileit die duikboot was„ wier beiiiaiuung
de mei de kwaiiliocuren daad beging de „Kat
wijk in den grond le Jxxren
„Het is zeker 'Le betreuren, dal onze innige
vvonsch om baken den oorlog tt blijven, -üuc
uitwerking op onze DuiLsche buren heelt ge
lach bn wij zijn OYorluigd, dal d-e Duilseüc
.regeoring toch een nbet gclioel juisten inolruk
omvangen heelt, Zoker, wij vvcnschen buiteai
„den sü ijd te blijven, wij zullen veel vei dra -
,eu, veel ïijdem on verduren om niet onze
„zon-m mede in den verscln-rkkeidjik-c-n krijg te
.zenden. Maar het offer dat wij aluus brengen,
„zou te groot kunnen zijn; zoo de naburige
„landen de overtuiging kregen, dat Nederland
zich haast ail es, zich elke vernedering, olke
„re-chIsverkrackli-ng zal laten welgevallen en
„zij bij kunne handeling-en ten onzen opzichte
-daarmede rekening hielden, zou de vrede te
„auur- gekocht kunnen zijn".
Doch dat behoeft niet. Dc regeering zal t.b.t.
middelen welen te vinden om den benadeelden
recht le verschaften, zonder dat zuil verderc
ellende tengevolge heelt.
Ons prestige zal daardoor niet lijden. Inte
gendeel, de beesl-mensch zal nu wei zijn laat
ste daden doen, althans voor zeer langen tijd
en als men onze houcunig beoordeelt, zat men
het noemen eon wijs beleid: te voorkomen, dat
dc geschiedschrijver krijgt le boekstaven, (lat
th het jaar zoo en zooveel wij in den sir lijd
kwamen, o f a nd eren i> Ij ons kwamen
s t r ij d e n, ons land werd plat gebrand, kt
zooveelste g-odeelte van onze bevolking ver
minkt oi' vermoord, een ander zooveelste ge-
dobile onleerd en vvat er xiog meer „g«-
schiedde".
Vertrouwen zij gesteld in onze regeciing, en
daarbij vooral geen opwinding van een aard
die wij terecht in andere volken laken.
Namens het Int. Yredescomdté,
C. F. J. BRANDS.
Amsterdam.
Politiek Overzicht
De strijd aan liet Aarpatben*
front.
Gelijktijdig mol uen strijd Lusschen Maas
cn Moezel in het vrtslen, is in het oosten dc
strijd aan het KarpiUlusnfronl, al kan men
nicft zeggen lot eene beslissing gebracht, dan
toch tot slaan gekomen. Gedurende eenige
weken hebben daar dc verecnigdie Duils'cn-
Ooslenrijksdie legers eon uiterst krachligen
a-anval le verduren gehad. liet y^egin van de
zen aanval dateert van 20 Maart. De val van
de vesting Przemysl op den 22en Maart, waar
door het door de insluiting van deze vesting
geïmmobiliseerde Russische 'leger voor andere
diensten vrijkwam, sü-ekle het Russische leger
bestuur in slaat een bijzonderen nadruk le
verleenen aan dezen aanval, die, zooais men
van daie zijde gewoon is, werd doorgezet zon
der heL ïmens-chcnmalerkial, dat er voor ge
bruikt word, te ontzien. Eene bijvoeging, die-
in de dagelijk-sche bulletins van hot looneel
van den strijd nooit ontbrak, was dal de aan
vallen werden afgeslagen onder zware ver
liezen voor den aanvaller. Bergen van lijken
en gewonden kenlookenden steeds de Russi
sche aanv als velden. Men kan niet zeggen, dal
de uitkomsten van dezen strijd geévenrecLigd
zijn geweest aan de betoonde inspanning en
aan cle geleden vlu liezen. Een Ooslenrijksche
deskundige steil in de Neue Freie Prcsse deze
uitkomsten aid us vast;
„Het Russische olfcnsief is aan het geheele
Karpalkcntront, van Koniecza tot in Zuidoost-
Gaüicië, tot s-taan g-ckomeu. Dat wil met an
dere woorden zeggen: De Russen zijn niet in
slaat verder voorwaarts te dringen; hun aan
val culmineert en wat nu nog kau worden
verwacht, is silc'chts een afschijnsel van den
groeten strijd, die sinls den 2Üen Maart woed
de. De beslissing viel in ons voordeel uit. Op
geene plaats is onze hoofdstelling in de Kar-
pathen doorgebroken of ingedrukt.
Dc koofcis-loot van den tegenstander richt
te zich op beide zijden van de wegen, die over
Barlja naar Eperjes, over Sztropko naar Va
ranno en Mezö Laborcz naar Homonna loo-
pen. Hier viel de beslissing reeds in de eerste
April-woek; het slolpunl was dc geslaagde
Ooslenrijksche aanvat in de buurt van Virava.
die, op het juiste tijdstip ondernour u, het plan
van het Russische legerbestuur over hoop
wierp en door verovering van gewichtige
stellingen verdere groote ollënsieve onderne
uiingen bemoeielijkte. Sedert heerscht in deze
sectoren rust, de rust van hel kerkhof, want
borgen van lijken stapelen zich voor de Oos
lenrijksche \erachaiisingeu op.
In den sector Lupkow—Uszok-pas werd dooi
den general.en staf den 13cn geconstateerd,
aat hot Russische offensief tot staan is geko
men, welke verklaring ook heirekking heefl
op den toestand aan beide zijden van den Us
zok-pas Lot aan den bergrug van Wyszkow
HeL Ooslenrijksche front ligt hier op de hoog
ten ten. noorden .van Jen- Uszoik-pas en gaat
dan over dc hoogten ten noorden \an Tu
choltka en Siawsiko; het bevindt zich dus op
Galicischen grond. Verder naar het oosten
Muit zich het front in Zuidoost-Galicië aan
Hier sLaan de Ooslenrijksclie troepen op dc
hoogten noordelijk van Nodwcrna en noord
oostelijk van Öltynia en hebben aansluiting
aan de strijdkrachten, die operecrcn tegen de
Dnjestr-linie bij Zaleszczyki. In de noordoos
telijke Bukowina saan de troepen in versterk
te stellingen lusschen DnjesUr en Prulli aan
de rijksgrenzen."
De liicr aangehaalde deskundige vestigt, lol
aanvulling van zijne feitelijke rnededeelingen,
nog de aandacht op den ooslclijken vleugel,
waar vóór het begin van het Januari-offen-
t.ief het Ooste-nrijkslchc front ongeveer den
loop volgde van den hoofdkam der Karpalhen
en dus van Bartfa in zuidoostelijke richting
verliep, terwijl het tegenwoordige front, dal
tot dicht bij de Dr.jcstr is gekomen, een voor
uitgang is van meer dan 120 Kilometer. Ook
hier is het einde van den strijd nog niet in
't gezkchL; de Sclir. zegt: „liet is zeker niet
onwaarschijnlijk, dat het opperbevel van hel
leger Yan den Czaar beschikt, dat de aanval
len moeten worden voortgezet; zij kunnen
echter bezwaarlijk weer dezelfde intensileil
bereiken als voorbeen en zulllen het strenge
karakter van den posrüestrijd niet kunnen
uileggen. Hel groote Russische offensief is tot
slaan gebracht. Dit feüt lcerüeekent een van dc
gewichtigste keerpunten van den geweldigen
voUkercnslrijd."
Er wordt in dezen strijd gewerkt met reu
zencijfers, met getallen, waarvan men de weer
ga in geen vroegeren oorlog kan vinden. Nog
onlangs werd de olficieele opgave gedaan, dal
hel totaal-cijfer van de o-p 1 April in Duilsich-
lund geïnterneerde 'krijgsgevangenen 812,708
bedraagl. liet is wel jammer, dal men van dc
dooden, gewonden cn zieken niet even be
trouwbare opgaven bezit. Daaruit zou men de
ontzettende verhezen, die deze oorlog ver
oorzaakt, eerst recht leeren kennen. Maar
wanneer zuilke opgaven bekend wor
den, dan zullen de offers, die de strijd aan
hot Karpalhenfronl lieeft gevorderd, daaron
der eene breede plaats innemen. De Neue
Freie Presse, die zich van het noemen vau
cijfers onthoudt, schrijft daarvan:
„Wij zijn uit dc berichten over de eerste
belegering van Przemysl, die voor hel Russi
sche leger een verlies van 70,000 man heefl
gebracht, aan groot cijfers gewoon. Ook de
slagberichlen van maarschalk Hindenburg
loonen, welk eene niQnsohen verkwisting
de Russen drijven. Verder hebben
dc berichten van onzen genei-alen staf,
die zoo dikwijls de zware verliezen
van den vijand moesten vermelden,
reeds de overtuiging doen ontstaan, dat hel
gevleugelde woord, dal de Kaï'pathen hel graf
van het Russische leger zijn geworden, niet
ongegrond is. Maar van bepaalde schattingen,
op cijfers steunende, willen wij ons onthou
den, zoo lang niet officieele gegevens daar
over aanwezig zijn. Zeker is slechts, dat hel
totale verlies van de Russen in de gevechten
in de Karpalhcn zich hoog in de uit zes cijfers
samengestelde -getallen beweegt."
De oorlag.
P a r ij s, 17 A p r i L (R.) Avond-communi-
(iuó.
Merkbare vooruitgang is verkregenf in de
Vogeezen aan de beide oevers van de FcchL
Wij namen eene hoogte op den noordelijken
oe\er ten westen van het Mctzdal. Aan den
zuidelijken oever namen onze jagers in een
schitterenden aanval den lop van den Schöpfcn
rielkopf, die het scheidingsmassief tusschen
de twee elkaar daar ontmoetende dalen !oe-
heersclit.
Een Engclscli vlicgiuig bracht bij Boc-
singhe een Duilsch vliegtuig op den grond;
de bestuurder werd gedood, de waarnemer
gevangen genomen.
Drie Duilsche tegenaanvallen op Notre
Dame de Eoreltc werden gestuit Onze tioe-
pen hebben zich stevig georganiseerd in den
gewonnen grond.
De kelders vau Pasly, aan de Aisne, die de
Duilschers als schuilplaats hadden ingericht,
werden door zware artillerie beschoten. Ont-
plollingen duidden aan dat verscheidene van
dc.zc kelders waren ingestort.
Artillerie-gevechten duurden vtjorL in het
bosch van Mortniare, zonder door infanteric-
acliën gevolgd te worden.
Een Fransch luchtschip bombardeerde het
vliegstation en de hallen le Freiburg in Breis-
gau.
B e r 1 ij n, 18 April. W. B.) Bericht vail
het opperste legerbestuur uil het croofc hoofd
kwartier van heden voormiddag.
Na het verriehtcn van eene opblazing dron
gen de Engelschcn gisterenavond ten zuidoos
ten van Yperen in onze liooglestelling- ten
noorden van het kanaal. Zij werden in een
tegenaanval terstond weder teruggeworpen»
Slechts om drie door de Engcbchen bezette
opblazingsirechters Wordt nog gestreden.
In Champagne bliezen de Franschen naast
eene eergisteren door ons veroverde stelling
een loopgraaf op. zonder voordeel te bcliaicn.
Tusschen Maas en Moezel werden slechts
artilleriegevechlen gevoerd.
In de Vogeezen maakten wij ons meester
van eene ten zuiden van den Stossweieram-
kam vooruilgebrucktc Fransche stelling. Ten
zuidwesten van Melzeral werden onze voor
oosten door den overmachLigen vijand terug
geworpen.
Par ij s, 18 April. (Ilavas.) Naniiddag-
commuïiiqué.
No-lre Dame de Lore lie werden in den
nacht van don lGon op den 17den drie te
genaanvallen, die minder hevig waren dan
tliie van den votiügen nacht, dadelijk gestuit.
De veroverde steiLingen werden krachtig ver-
ster1
In het dal van de Aisne bombardeerde do
F nansche zware artillerie d'C gr o tien van
Paslv, due door de Duilschers als schuil-
d laats wrerdcn gebruikt. Dc a clitereei vol gen-
de ontploffingen bewezen de instorting van
verscheidene dezer grotten.
In Champagne, ten noord-oosten van Per
thes, bliezen de Duilschers in die onmiddel
lijke nabijheid van onze liniëli twee mijnen
op en bezeLLen dc daard-oor veroorzaakte
kuilen. "Wij verdreven hen dadelijk uil een
c.rvan, die andere werd door hen behouden.
Geen enkel deel van dc Fransche loopgraven
werd door den vijand bezet. Niet ver van
cuiar, ten noorden van Mes uil, werd een aan
val op onze linien met gemak afgeslagen.
In de "Woövre werden artillcricgevechten
geleverd, voorjuamelijilc in dc sLreek van hel
Dosch van Montmorc. Gisteren noch lieden
liad hiei" een infantericgevecht plaats.
In dc Vogeezen werd, ten noordwesten van
Orbey, in don Elzas, een aanval der Duit-
schcrs afgeslagen, weikc voorlieredd was door
een krachtig bombardement en uilgevoeivl
werd door een geheel bataljon. Dc Duitschora
lieten talrijke dooden voor onze loopgraven
achter. Wij maakten een veertigtal gevange
nen
Wjï maalden aanzienlijke vorderingen op
de beide oevers van die Fccht. Op den noor
delijken ^>ever veroverden dig Fransclien do
hoogte ten noordwesten van Sillakerwasen.
Ten westen van Metzeral maakten de Fran-
sclie jagers zicb. na een schil toren den aan->
val meester van den Sclincpfcnriclkopf, een
1255 nieter hoogen berg, hel hoogste punl
van het in twee dalen scheidende rotsmassief,
dat j Melzeral uitloopt.
Een Belgische vlieger bracht bij Rousse-
Iatre een Duitsch vliegtuh op den grond»
In dezeli'de streuk bombajrdecivi'c een dem
Fransche vliegeskaders met succes een
Duitsch vliegkamp. Een Fransch vliegtuig
bracht bij Boeginglie, in België, een Duitscli
vliegtuig op den grond, dal neerkwam bin
nen de Fransche tlniëh. Dc bcstuuirder werd
gedood, de waarnemer gevangen genomen..
Een der gevaarlijkste vormen waarin de lui
heid zich openbaart, is ledige bczjgüeid, om-
dal zij ons -doel gelooven, -dat wij zouden ar
beiden.
üoor
SüPHUS BAUDITZ.
Uit het Deensch vertaald.
36
Het is lang, lang geleden dat taule Rosa
hier is geweest, eu ze is zuo verdiept 111 haar
gedachten, (lat zij geen voelslappeu hoort
naderen, voor (lal Fanny voor naar staat in
een roze morgenjapon met lichtevoeh lint.
Zij heelt pas geouad cn het donkerbruine haar
hangt vochtig over haar schouders; in de
hand heelt zij een bouquelje van grassen en
vai-ens en een bosje iüissen heelt zich met
zijn stekels verward in den zoom yan haar
japon. Een geur van morgenkoelte, van frisch
water en schaduw komt u van haar tegemoet.
lante Rosa scnrikt onwillekeurig en wil
teruggaan naar het kasteel, maar Fannv gaat
voor haar slaan, slaat een ann o 'i haar mid
del heen en kust haar cen-twec-dricmaal.
„fk heb toch zoo naar u gezocht, tante
Rosaizegt zij. „En hier verwachtte ik nu
zeker niet u te vinden, (rij houdt immer., niet
van den ouden koepel? Ik houd eigenlijk heel
v«el van h- ai'ijcl dat hii
iets te vertellen moet hebben, maar ik weel
niet reelat wall"
„Kom kind, laten wij naar huis gaan, oom
Ueinrich is zeker thuis!"
„Och, laat hem wachten, ik moet u iets
vertellen 1 .Juffrouw Nielsen zegt dal zij de
grijze dame boven op dc gang van de rommel
kamer heeft gezien en dat bctcekent een sterf
geval in de familie, denkt gij dat ik het ben?
ik wil niet sterven I Maar ik geloof niet aan
de grijze dame, volstrekt niet, dal laat ik
aan oom Heinrich overl maar toch ben ik
bang voor haar. tante Rosa, is dat niet zon
derling? Ook Heinrich zegt dat zij ingemet
seld werd, waarom gebeurde datl"
„Als dat gebeurd is, dan was het zeker
omdat zij zich niet behoorlijk gedroeg", ant
woordt tante Rosa en doet een poging om op
le s-taan, maar Fanny houdt haar legen en
zc-gl:
„Wee-l ge wat ik somtijds denk tante Rosa?
Ik denk dat ge moeder ingemetseld hebt, daar
in den koepel opgesloten en de deur dicht
gespijkerd 1"
Tante Rosa wordt doodsbleek en slaat op.
maar het duurt eenige oogcnblikken voor zij
antwoordt: „Hoe kunt gij zoo spreken, kind!
Uw moeder stierf le Nizza en ligt daar begra
ven, dal weet ge toch!"
„Ja, dat weet ik; daar stierf ook de broeder
van <Jen graaf, hoorde ik verleden en hij had
moeder ook onLmoel. Ik meen natuurlijk ook
niet wat ik zeide; ik stelde het mij alleen voor,
maar waarom mag die koepel nooit geopend
worden?"
„Uw vader liet de deur dichtspijkeren,
Fanny. Er waren zeker herinneringen aan
verbonden en daarom sloot hij haar.'
„Herinneringen aan mijn arme bekoorlijke
moeder: 7.ii houden mij buiten alle herinne
ringen aan haar, en vragen mag ik ook nietl"
„Nu moet ik weg," verkiert tante Rosa
en gaat; Fanny volgt haar.
„Wat hebt ge zoo vroeg in den morgen uit
gevoerd?" vraagt de oude na eenige oogen-
blikken op zeer kalmen toon en Fanny vertelt:
„Eerst hen ik bij het hondenhok geweest
om Fox gezelschap te houden, want die ver
veelt zich vreeselijk met de jongen. Wij praten
£00 verstandig met elkander en ik vertrouw
haar zoo veel toe. Kon een hond maar spre
ken! Maar dat zou toch niet goed zijn. want
als zulk een oud l'amiliedier op een mooien
uag begon mee te pralen, dan zou men hem
zoo gauw .mogelijk moeten laten doodmaken,,
op dat hij niet alles in de buurt zou verklap
pen. Daarna nam ik een bad. het water was
heerlijk, ik zwom ver weg, er was niemand
op dc nonnenhcuvels.''
„Neen, wie zou daar ook zijn!"
„Eu Jater lag ik in dc hangmat tusschen
de twee groote lindeboomen en droomde dal
ik door zwarte, neen door witte slavinnen
werd gewaaid en verwachtte dat hei wonder
liike zou komen."
„Wat verwacht je eigenlijk voor wonder-
liiks?" vraagt tante Rosa glimlachend.
„Wat ik voor wonderlijks verwacht? Zoo
iels als een aardbeving, revolutie, stormwind
of een geweldigen brand 1"
„Lieve hemel, is dat tegenwoordig het won
derlijke I Als een jong meisje in mijn jeugd in
een hangmat had gelegen, wat men toen trou
wens niet deed, dan zou zij gedroomd hebhen
van een zomerbal op Skoosgaard, oi van een
Itugdigen ridder, die van hel paard sprong
bij de poort van het kasteel en zijn dame
kwam bezoeken."
„Och tante Rosa, zeg hdt maar ronduit: gij
denkt natuurlijk aan graaf Chrisliaanl Neen.
met hem rijdt men paard, maar men droomt
niet van hem!"
„Wal hebt je claar een lief bouquet je ge
maakt," zegt tante Rosa om het gesprek weer
op neutraal terrein le brengen. „Je hebt een
eigenaardig slag om veldbloemen en grashal
men bijeen tc garen."
„Vindt*gij dat werkelijk! Och, ja, misschien
wel, maar wat geeft dat, ik ben en ik blijf
locli een nutteloos ding! Waarmee zou ik mijn
brood kunnen verdienen I Ja misschien als
model voor schilders en beeldhouwers, daar
krijgt meu immers geld voor?"
„Model!" roept lanle Rosa uil e& houdt op
met breien. „Weet jij in welk kostuum men als
model optreedt!"
„Ja, dat weet ik, ben ik daar niet mooi ge
noeg voor? In het belang der kunst moe! men
een gevoel dal slechts ccn vooroordeel is
kunnen overwinnen, dat zou ik tenminste
kunnen!"
„Jij! jij die ongelukkig was over je bloolcn
hals cn bloolc armen op liet kerstbal op
Skoosgaard!
„Ja, ik kan niet velen dat canclidaat Ma-
thicsen mij aankijkt en als Bro er was ge
weest, hun! maar anders, wat zou mij (Lal
hunnen schelen?'
„Ilebt je geen schaamtegevoell"
„Ja, dat heb ik wel, maar men moet als
model kunnen gaan om.de kunst, dat deed
Pauline Bonaparte voor Canova in Rome!"
„Daar hebben zij het ook warmer dan
hier!" merkt tante Rosa op. maar zonder op
deze klimatologische opmerking te letten,
gaat Fanny voort:
„Ilc zou ook uitstekend zijn voor ziekenver
pleegster! Denkt gij niet <lat mijn gezelschap
miin Daliëntcn zou ODvrooLiiken?
„Voor verpleegster!" roept lanle Rosa uit,
„Een Ilöibro verpleegster ,och ja, waarom-
niet.. Dan werd je een goede partij. Maar ben
je nu heelemaal gek!"
„Neen, dat ben ik niet. Gii. tante Rosa, zijt
geborneerd, ouderwclsch correct en...."
„Ben ik correct! De hemel sla mij J;ij!"
„Ja dal zijt gij! En gij zijt koppig, conser
vatief, legitiem, enz., maar gisteren la^ ik een
zeer hcianglijkc verhandeling in „Faublas,?
die zegt dat de geschiedenis-bewijst dat ift
negen van de tien gevallen, liet illegitieme
principe en de verstoring der orde jinsl een
bewijs zijn voor dc genialiteit en dc wereld
vooriülhelpeii. De bastaards zegevieren en do
bastaards willen vooruit en
„Ja, dc bastaards willen vooruit! herhaalt
tante Rosa bitter. „Daai' hebt gij gelijk iu!
maar de bastaards zijn gemeen en dierlijk
in hun hartstochten, haat cn jaloersehhcid
gaan van licn uit cn kenmerken ul hun
daden!"
„Misschien! Ik ken er ongelukkig geen, ik
weet niets en ik kan niets, ilc kun niet eens
een hiel in een kous breien, tante Ro.va, neen
dat kan ik werkelijk nietl Waarom lient gc het
mij niel geleerd? Denkt gij niet dat mijn moe
der hel mij zou hebben geleerd, als zii had
geleefd?"
„Neen, dat denk ik nietl"
„Waarom niet?"
„Omdat zij liet zeker zelf ook niet kon!"
Pauze!
Wordt vervolgd