13do Jaargang
DE E EM LAN DER".
Zaterdag 24 April 1915.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
HERTESTEIN
N* 252 Tweede Blad*
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Berichten
(Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO.
ABtfNNEMENTSPRUSi
Per 8 maanden voor Amersfoort
Idem franco per post
f l.OO.
1.5«.
o.io.
0.05.
behalve op Zon- en
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken)
Afzonderlijke nummora
lleze Courant verschijnt dagelijks,
Feestdagen. -
Advertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
4 advertenties on berichten vóór 2 uur in te zenden.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.90.
Tlko regel meer 0.10
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbetaling.
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer roordoolïgo bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bovattendo do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Kameroverzicht.
Tweede Kamer.
iVergadiering van Vrijdag 23 April.
BESTRIJDING ONEERLIJKE MEDE
DINGING.
Aan de orde komt liet voorstel van wet
vftu den hc-or Aalberse tot aanvulling van
liet wetboek van strafrecht met een nieuw
artikel ter bestrijding van de oneerlijke me
dedinging.
De lieer Van Hamel deelt, als lid van
de commissie van rapporteurs mede, dat dit
ontwerp een zeer grooi aantal adressen vaD
instemming heeft uitgelokt, o.a. vam mid
denstandsbonden en vereeïiigingen (de Ned.
Middenstandsbond is daar onder), van bij
zondere vereenigingon als bijv. kruideniers-,
horlogemakers- en kanloonbedienden-ver-
eenlgingen, eenige Kamers van Koophandel,
vereenigingen van ambtenaren. In een adires.
ckagende eenige duizenden handleekeningen,
uitgaande van de Sigarcnmakersvereeniging
te Rotterdam, wordt afkeuring uilgesproken
over het geven van cadeaux. Slechts één
adres, van Albino, kiest partij tegen het ont
werp. Al.deze adressen zijn ter griffie ge
deponeerd.
De heer Schim van der Locff
U.-L.) brengt hulde aan den vader van dit
ontwerp; het gebruik maken van het recht van
initiatief brengt vele bezwaren met zich. Ech
ter is spr. het met diens standpunt, de straf
rechtelijke bestrijding, niet eens. Z.i. ver
dient het meer aanbeveling liet civiel-recht
meer en meer te doen aansluiten aan de
veranderde omstandigheden. Als voorbeeld
noemt spr. de bescherming van den indus-
trieelen eigendom door de octrooi wel enz.
Wat de oneerlijke concurrentie betreft is men
den civiel-rechtelijken weg voorbijgegaan.
Spr. ontkent -niet dat er op dit gebied dient
te worden ingegrepen, doch keurt af de wijze
waarop de voorsteller zulks denkt te berei
ken Spr. wijst er op dat de keus tusschen
poenale of civiele berechting van meer dan
theoretische beleokenis is. Hier is niet het
straf recht aanvullend recht en dat keurt spr
af. Spr. vreest, dat bij het vele werk dat te
doen is een civiel-rechtelijke bestrijding der
onec&iüke concurrentie zal uitblijven. De op
voedende kracht van het civiele recht noemt
spr. veel grooter dan die van het strafrecht.
De steeds luider stemmen uit middenstands-
kririgen in alle oorden des lands, uitingen van
monschon, die 'het kwaad het eerst opweklen,
en van anderen toonen aan, dat ingrijpen
noodig is. Naar spr. verwacht zal de repres
sieve working van het ontwerp niet onbelang
rijk zijn on hot aantal veroord eel in gen slechts
klein. Verschillende redevoeringen over het
ontwerp gehouden, niet door de kopstukken
uit de middensiahdsbeweging. doet spr. vree-
zen dat men de werking van dit ontwerp over
schat. Men meent, dat allerlei zaken on-W
het ontwerp vallen, die er uiets mede
te maken hebben, gelijk spr. met een voor
beeld aantoont. Ook kan chantage het gcvol"
zijn van het ontwerp. Spr. wijst er op dat een
krachtige beweging tot aansluiting bij de Bcr-
ner Conventie binnen hel jaar p
door een oveneens krachtige beweging tot
wijziging van het betreffende ontwerp
He4 betoog van mr. Lely, die opkomt' tegen
een ingrijpen inzake de oneerlijke concurrcn-
lie. acht Spr. schromelijk overdreven. Zoowel
van de cene als van de andere zijde wordt
ex overdreven. Spr. juicht in het onlwcrp-
Aalberse loc, dat het niet te veel in onder
deden omschrijft, omdat de samenleving zoo
gecompliceert is, dat het onmogelijk zijn zou
alle gevallen te omschrijven. Den voorsteller
geeft Spr. in overweging het woordje „tot"
in het ontwerp tc vervangen door „ter" en
„mededinging" door „concurrentie".
Dc heer M e n d c 1 s (S. D.) laakt de metho
de om door een strafwetartikel en langs een
omweg de werking van art. 1401 van hel
B. W. uit te breiden. Zoowel de lof aan als
de bestrijding van dit ontwerp noemt Spr.
uitbundig. In de-middenstandskringen stelt
men, naar Spr. meent, tc hooge verwachtingen
betreffende dit ontwerp. Men stelt het voor
alsof al de opgesomde euvelen in Nederland
veroorloofd zijn, terwijl vele Spr. noemt als
voorbeeld laster, vervalsching van eet- en
drinkwaren wel degelijk reeds strafbaar is.
Wal men hier straffen wil in dit ontwerp is
een aanstootgevend uitvloeisel van heel ons
maatschappelijk systeem. Meer en meer gaat
de fabrikant direct leveren aan den consu
ment en bij den middenstand ontstaat een
stemming van depressie. Meer cn meer wor
den middenstandsgrocpen van haar sociale
taak ontheven. Als een drenkeling klemt men
zich nu aan een stroohalm vast. Niet de socia
listen vernietigen den middenstand, dat doet
het groot-kapitaal met zijn warenhuizen. Ons
geheelc maatschappelijke systeem is er. op
ingericht om het brood te stelen uit den mond
van een ander, een ander klanten af te trog
gelen, o.a. mei behulp van handelsreizigers cn
kostbare reclame. Men kan in een groolc stad
geen slap doen zonder de belangwekkende
mededeeling te lezen, dal deze of gene cacao
beslist de beste is, cn cr geen tram stop
pen, zonder te lezen dat deze of die stijfsel
dc beste is. Aan zulke hersenlooze reclame
worden schatten vermorst. Spr. nu waar
schuwt tegen le hooggespannen verwachtin
gen. in verband mcL diL ontwerp.
De heer M e n d c 1 s (S. D.) breekt hier zijn
rede af om die na dc pauze voort te zetten.
De heer Van V u u r e n (R. Iv.) vraagt ver
lof tot den minister van Koloniën eenige vra
gen le mogen richten betreffende de Indische
leening.
Op voorstel van den voorzitter zal in een
volgende zitting over dit verzoek worden be
slist.
Oneerlijke mededinging.
Dc heer Men dels, zijn rede vervolgend,
wijst er op, dat het onjuist is, dat bij in wer
king treding van deze wet in <len handel al
les eerlijk zou toegaan. Er zijn concurrcntic-
trucs, die niet onder deze wet vallen, als de
zucht om het gcheeic. publiek afhankelijk te
maken van een kartel. Zoo lang men de con
currentie' zelf handhaaft, zal men ook in den
strijd om het heslaan tot dergelijke middelen
komen. Hoewe ldie middenstandsbonden voor
treffelijk zijn georganiseerd, hebben ze den
voorsteller van liet ontwerp blijkbaar slechts
/.oer weinig materiaal ter motiveering van
ziiu ontwerp kunnen verschaffen. We verne
men niet veel meer dan van iemand, die een
medaille op een hondententoonslelling won en
die liet afdrukken op etiquetlen als een be
kroning van zijn waar. Afzet moet men heb-
bcu en neemt dan tot zulke middelen zijn toe
vlucht. Dat alles levert een gclrouwc afspie
geling van het geheele maatschappelijke be
drijf. Spr. verwijt niets, doch constateert
slechts. Al die zaken zijn verwerpelijk als de
stichting van het bedrijf zelf. Indien men
spreekt van ..groolc" brandschade of „groote"
verbouwing in verband met een uilverkoop
en die brandschade o fverbouwing is dan zoo
gioot niet, dan is dat slochts bluf,
Enkele van de ergerlijkste gevallen konden
aan de kaak worden gesteld. De Middenstands
beweging zelf kon aclief optreden. Dat zou
zeker heilzaam werken. Spr. staat tegenover
dit ontwerp uitermate koel. Den heer Aalberse.
die reeds in zijn dissertatie de oneerlijke con
currentie behandelde, gunt spreker in dit op
zicht gaarne een succes, al vr.eest hij, dat het
zal gelijk staan met een musch, die niet heel
erg levend meer is. Hoe zijn sociaal-democra
tische vrienden over dit ontwerp, waarin geen
principe ten grondslag ligt, denken, weet Spr.
niet, ze staan geheel vrij (gelach van tal van
zijden). Aan den voorsteller brengt spreker
hulde voor de technische bewerking.
Dc heer Lohman (C. H.) wijst cr op, dat
wc hier tal van bewijzen van instemming niet
het ontwerp kregen van lieden, die met hel
strafrecht niet op dc hoogte zijn. liet straf
recht, betoogt spreker, heeft met particuliere
belangen niet te maken. Spr. bestrijdt uitvoe
rig de verschillende uitdrukkingen, door den
heer Mendels gebezigd. Kooplieden houden cr
even goed hun eigen begrippen van eerlijk
heid op na als diplomalen (gelach), voor wie
voel toelaatbaar wordt geacht.
Waar is de grens voor het strafbaar slcllen
bij zoovele verschillende waarheden? Volgens
de Christelijke beginselen moet ook de con
currentie eerlijk zijn. Had de heer Aalberse
eenige bepaalde feiten strafbaar gesteld, spre
ker zou met hem zeker kunnen meegaan doch
in het ontwerp wordt aan den rechter over
gelaten uit te maken wat strafbare oneerlijk
heid is. Volgens dc letter van het ontwerp
wordt aan den rechter overgelaten uit te
maken wat strafwaardige oneerlijkheid is.
Volgens de letter van het ontwerp zal elke
leugen strafbaar zijn cn spreker vreest wel
degelijk dat chantage er door zal worden in
de hand gewerkt. Tal van winkeliers verkoo-
pen Holiandsche waar als producten uil het
buitenland omdat het publiek zoo dwaas is
aan deze laatste dc voorkeur te geven. Deze
winkeliers hebben gelijk, volgens deze wet
zijn ze strafbaar. Men mecne niet dat spreker
hier een pleidooi houdt voor een kwade zaak.
Ook hij acht bestrijding van oneerlijke concur
rentie gewenscht, doch dan volgens in de wet
omschreven gevallen.
Dc heer Limburg (V. D.) wenscht liet
ontwerp te steunen doch ook hij handelt daar
bij met een zekere malheid. Den heer Aalberse
brengt spreker, die dagelijks zoovele .ontwer
pen uit departementale bureaux onder dc
oogen krijgt, hulde voor redactie cn toelichting
van het ontwerp. Spreker herinnert aan de
behandeling van deze materie in de Juristen-
vcreeniging 12 jaar geleden. Toen heeft spre
ker gestemd tegen een strafrechterlijke rege
ling. De rechtswetenschap is in die 12 jaar
echter voortgeschreden. Spreker wijst cr op
dat in dc sociale wetgeving reeds vrij zware
straffen zijn vastgelegd en verschil tusschen
misdaad en overtreding daarbij niet in aan
merking kwam. Ook dc heer Lohman zou
zeker straf willen opleggen aan iemand die
door denzclfden naam aan te nemen cn eens
anders brievenpapier tc laten namaken eens
anders klanten wil afnemen. (Den heer Loh
man knikt). Spreker gelooft niet dat cr
n lid van hel O. M. is die van Houten zou
willen vervolgen omdat hij zijn cacao de beste
in het gebruik noemt. Reclame, zelfs onware
reclame moet blijven buiten het gebied van
den strafrechter omdat adverteeren op deze
wijze zeer gebruikelijk is. Er moet gepleegd
zijn een misleiding ten aanzien van een be
paald persoon. ,Dc heer Loliman is o. a. tegen
het ontwerp, omdat het zou worden aangeno
men in het belang van bepaalde personen.
Spreker citeert eenige analoge gevallen uit
onze wetgeving o. a. op het gebied der ver
zekering. Chantage vreest spreker niet, immers
ook de analoge gevallen hebben daartoe geen
aanleiding gegeven. Het ontwerp zal niet aan
alle oneerlijke concurrentie een eind maken,
doch het zal door vervolging van de ergste
uitwassen preventief werken. Dal is voor
spreker ccn motief om er voor te stemmen.
Regeling van werkzaamheden.
De Voorzitter stelt voor hel ontwerp
Molestverzekering wederom in de afdeelingeu
le onderzoeken en het afdeelingsonderzoek te
doen plaats hebben door de oude afdcelingcn
Woensdag half elf. Om 12 uur zal dan eene
ouenbare vergadering worden gehouden. Con
to rm, besloten.
De vergadering wordt geschorst lot .Woens
dagmorgen 12 uur.
Geloofsbrieven Fraiischc ge
zant. H. M. de Koningin heeft gisterochtend
ten palcize in het Noordeinde in aud'icnlie
ontvangen den heer Ilenry Allizé, buitenge
woon gezant en gevolmachtigd minister van
dc Fransche Republiek, bij Harer Ma jest oil's
Hof, die li. M. zijn geloofsbrieven heeft over
handigd, benevens de brieven van terugroe
ping van zijn voorganger, den heer Marcelhn
PellcL
Films over Nc d.-I n d i Donderdag
avond werd in het gebouw van hel Neder-
landsch Lyceum aau de "Willeraslraat le
s Gravenhage dc* tweede verlooning der op 't
Indische volksleven betrekking" hebbende
films, uitgaande van het Koloniaal Instituut te
Amsterdam, gehouden.
Deze demonstratie werd bijgewoond door
Z. IC. H. den Prins, die vergezeld was van
le luit. jhr. Backer ,zijn adjudant.
De Prins werd ontvangen door de aanwe
zige bestuursleden van het Instituut, de hee-
ren Cremcr, IJzerman/ prof. Wijsman en den
rcclor van het Lyceum, dr. Casimir.
Tot dezen tweeden avond waren uilgenoo-
digd dc leden van Eerste en Tweede Kamer.
Een vijftigtal hunner was aanwezig, met den
griffier der Tweede Kamer mr. Arnlzenius cn
den commies-griffier mr. Meilink. Voorts wa
ren verschillende hoofdambtenaren van het
Departement van Koloniën, mei den chef van
het kabinet des Ministers, den heer Perk.
tegenwoordig.
Evenals Woensdagavond sprak de voorzit
ter van het Koloniaal Instituut, hel Eerste
Kamerlid dc heer Cremer, een kort inleidend
woord, daarbij den Kamerleden, die het im
mers mogelijk gemaakt hadden dat, met gel-
delijken steun der regeering, de films voor
hel wetenschappelijk doel, dat beoogd werd
door het Instituut, konden worden opgeno
men, dank zeggende voor hunne belangstel-4
ling.
Na deze inleiding vingen de demonstraties
aan, die hetzelfde verloop hadden als den
voiigcn avond, met deze uitzondering, daf
dc uitleggingen thans bij verhindering van
den heer Bakhuis, gegeven werden door dr.
H. P. Wijsman, algemeen secretaris van hel
Koloniaal Instituut.
In de pauze had dc Prins zich ongedwon
gen met verschillende leden der beide Ka
mers onderhouden.
Alvorens heen te gaan, trad Z. K. II. of
prof. Wijsman loc om dezeu met een hand
druk cn een waardccrcnd woord dank te
zeggen voor dc leerrijke explicaties, welke hij
bij de films had verstrekt.
L ah o r a l o r i a o p den Co 1 d' 01 e n.
Ir. de zomermaanden van dit jaar zal, op voor
dracht van de Koninklijke Academie van We
tenschappen, aan Ncdeilandschc geleerden
dc gelegenheid worden gegeven om, legen
eene tegemoetkoming van Rijkswege, onder
zoekingen te doen in de laboratoria op den
Col d'Olen.
Zij die hiervoor in aanmerking wenschen
le komen, worden uitgenoodigd zich schrifte
lijk aan ie melden bij een dei hooglcerarcn
in de physiologic; dr. W. Einlliovcn, le Lei
den; dr. H. J Hamburger, le Groningen; dr.
C. A. Pekelharing cn dr. H. Zwaardemaker,
tc Utrecht.
Nederland en de oorlog.
Het gebeurde «tiet de Zevenbergen
Zooais bekend, heeft de Nederlaudscho ge
zant te Berlijn op 25 Maart j 1. aan dc Duit-
sche regeering dc bedenkingen van die van
Nederland kenbaar gemaakt wegens hel in
gevaar brengen van het stoomschip Zeven
bergen, in dc nabijheid van welk schip twee
bommen waren neergekomen, geworpen uit
ecu vliegtuig, voerend dc Duüsche oorlogs-
vlag. Naar wij vernemen heeft dc Duitscihe
regeering aan de Nederlandschc regeering be
reids ccn rapport betreffende het op haren
last ingesteld onderzoek overgelegd. De daar
in vermelde gegevens omtrent de omstandig
heden, waaronder een Duilsch vliegtuig op
genoemden datum zich in* dc Noordzee in do
nabijheid van een Nedcrlaudsch stoomschip
heeft bevonden zijn «echter zóó verschillend
van die welke de ..Zevenbergen" betreffen,
dat de Nederlandschc regeering onder ann-
wijziging der verschilpunten ihans als
hare meening lieefl doen kennen, dat het Duil-
sche rapport geen betrekking kan hebben op
het vliegtuig, dat dc'bommen nabij de ..Ze
venbergen" heeft geworpen. Zij heeft mitsdien
dc Duilsche regeering verzoold om een 'nader
onderzoek in te stellen.
De vaart op Engeland»
Werd Donderdag maar alleen gedacht aan
een tijdelijke slaking van dc vaart op Lon
den, blijkbaar gaat de maatregel van de En-
gclsche regeering, waarvan de oorsprong nog
in hel duister ligt, veel verder zoo wordt
uit Rotterdam aan het Ilbld gemeld. Allhans
cr is sinds Doad<erda«g geen enkole beur!boot
uil Engeland le Rotterdam, aangekomen en de
aangekondigde afvaarten van hier naar ver
schillende Engelschc havens. als'Leilh, Iluli,
Het Is niet voldoende den zwakke op te hel
pen, men moet hem ook verder ondersteunen.
door
SOPHUS BAUDITZ.
Uit hel Decnsch vertaald.
41
„Vrienden? Ik heb waarachtig geen vrien
den I"
„Nu ja, men moet geen misbruik maken van
het woord „vrienden," maar jij hebt toch je
geheele interessante omgeving, de mannen
van den tijd, geheel de geniale jeugd, die do
toekomst in zich draagt."
„Je bedoclU de lilerators en de kunstenaars
waarover ik geschreven heb; och ja, de
bohème is In elk geval amusanter dan de
aristocratie, maar om de bende die jij bedoelt
voor vrienden te hebben, daarvoor bedank ik,
men is bon camaradc met hen cn kan hen
des noods lutoyeeren, maar meer niet."
Fanny gaat met Frits den tuin in, tante
Rosa kijkt hem na, schudt het hoofd cn zc<U
onwillekeurig half luid:
„Lieve hemel, ik krijg ze allen thuis als een
*rak: Ileinrich, den kapitein en nu Frilsl
Maar de kapitein is beter geworden, dat
(Wordt de jongen niet!"
„Kijk, wat is de oude eikeboom prachtig"
«egt Fannv. „Verbeeld je. cr is geld voor hem
geboden, veel geld, geloof ik, maar tante
Rosa wees het bod van de hand.'
„Waarom?"
„Maar Frits! Kan je je den tuin voorstellen
zonder den ouden eikeboom, dat is even
onmogelijk als zich Hcrleslein voor te stellen
zonder den*wilden plas!"
„Och ja, maar geld is een aardig ding, kind
lief; heb jij op het oogenblik soms iels?
„Geld?"
„Ja."
„Neen, hoe zou ik daaraan komen, ik heb
nooit geld!" En Fanny lacht, lacht, zoodat het
weergalmt in den top van den ouden eilce-
boom.
„Je hebt je diamanten kruis niet om den
hals ter gelegenheid van mijn thuiskomst",
zegt Frils kort daarop bij het meer. „Het is
toch niet..."
„Dc speld is gebroken", antwoordt Fanay.
„Anders niet, geef het mij, dan zal ik een
boodschap naar de stad sturen en het in orde
laten maken."
„Och, je bent toch een goede, goede, attente
broeder, mijn lieve, lieve Frilsl" roept Fanny
uit onder den indruk en kust hem weer.
„Nu, nu, maak toch niet zoo veel drukte om
zulk een kleinigheid!" antwoordt Frits verle
gen cn brommig. „liet is maar een bagatell"
Dan zwijgen beiden een oogenblik.
„Vertel mij eens wat!zegt Fanny. „Iels van
alles wat je hebt ondervonden, vertel eens wal
van Parijs."
„Ja, wat valt cr eigenlijk van Parijs le ver-
lellen! de „Moulin rouge" is niets voor je,
cn..."
Jawel, dat is het wel!"
„Noen volstrekt niet. En wal is er dan ycr-.
der; men heeft natuurlijk een prachtig uitzicht
van den Eiffeltoren."
„Ileeft men dal?" vraagt Fanny ccnigszins
teleurgesteld.
„Ja zeker, 't is duivels hoog, kindlief."
Weer gaan zij zwijgend een eind verder,
dan legt Fanny haar arm in dien van haar
broeder, leunt tegen hem aan, kijkt hem
trouwhartig in dc oogen en vraagt dan onbe-
vangeu, zooals een kind yraagl:
„Zeg eens Frits, heb jij een liefje?"
Frils trekt zijn arm los, kijkt haar zoo ver
baasd aan als hem mogelijk is cn antwoordt
cp een beleedigden, vaderlijken toon: „dat is
iets dat men in romans leest cn waarover in
elk geval een jonge dame niet spreekt. Mag ik
je verzoeken tc bedenken dat jij eerst cn
vooral een dame zijt, beste kind. Ik begeer niet
dat mijn zuster een vrouw van -den nieuweren
lijd zal zijn."
„Maar mijn hemel Frits, ik dacht, dat..."
,Ja dat kan wel zijn, maar dan moet jij
anders gaan denken 1"
Frils gaat naar huis en Fanny volgt hem
als een hond, die knorren gehad heeft.
Men gaat soupeeren, de stemming is ge
drukt.
„Wat is dat eigenlijk voor een vreesclijk ge
recht, dat ik eet?" vraagt Frits.
„Dat is haringpodding," antwoordt tante
Rosa. „Dat was immers je lievelingsgerecht!"
„Lieve hemel, heb ik ooit zulk een slechten
smaak gehad I Kan ik wat cognac krijgen, om
dien haringpodding weg te spoelen?"
„Cognac hebben wij niet!"
„Dat is duivels vervelend, want daar ben ik
aan gewend, dat bekomt mij altijd zoo goed."
Kort daarna staat men op. Het is duister ge
worden, 4e lomp is aangestoken en de familie
is in de. voorkamer verzameld. Het gesprek
kwijnt, Frits geeuwt dikwijls.
Na een lange, lange pauze zegt eensklaps
oom Ileinrich, van wien niemand notitie ge
nomen had:
„Wat zijt ge eigenlijk nu van plan, beste
Frits?"
En met een matten glimlach neemt Frits de
cigarette uit den mond en antwoordt:
„Ja, oom Ileinrich, als men ten einde raad
is kan men een circus opzetten met mooie
dames-rij deressen en zelf kan ik schoolrijden
als genlleman-ridder."
„Jij!" roept tante Rosa uit.
„Ja, één ding is zeker, tante Rosa, ruiter ben
ik bepaald."
„Maar gentleman, Frits?!"
Daarna breekt iedereen op.
IX.
De Septemberzon bescheen reeds sedert vele
uren <le nonncnhcuvels en het dak van Hcrle
slein, toen Fanny voor de derde en vierde
maal aan dc deur van haai- broeders kamer
luislerde; ja, liij sliep nog. Maar nu zal zij cr
een eind aan maken, zij klopt. Geen antwoord
Daarop doet zij de deur open en gaat naar
binnen.
Frits slaapt met open mondi cn slap neer
hangende armen; het gelaat is nog bleeker
en strakker dan den vorigen dag, hij ziet cr
werkelijk huiveringwekkend levenloos uit.
„Frits, Frils!" roept zij. En langzaam keerl
bij lot bewustzijn terug, draait zijn hoofd
naar haar toe en zegt met moeite goeden
morgen. Daarop drinkt hij dc koffie, terwijl
Fanny naast het bed gaat zitten en wordt
langzamerhand wakker.
„Wat is dal?" vraagt hij en grijpt een cou
rant, die op het blad ligt.
„liet is het laatste nummer van Faublas; de
post heeft het van morgen gebracht."
„Iloe duivel komt dat hier?.
„Het komt „voor mij!"
„Voor jou!" roep Frils uit en richt zich half
op in bed. „Ben je gek, kindlief!"
„Maar lieve hemel, Frits, hel zijn loch je
eigen vrienden, die...'1
„Vrienden, ik bedank voor die ccrl Faublas
is een vuil bladl Ik kan het lezen, mij doet
het geen kwaad, maai- mijn zusier, neen!
Deukt jij misschien, dat zij die daarin schrij
ven het hun zusters laten lezen, volstrekt
niet! Het is als met trommen cn trompetten en
dat soort van speelgoed, dat geeft men alleen
cadeau aan dc kinderen van andere men-
schcn!"
„Maar Frils, ik dacht dal liet je overtuiging
was, dat..."
„Overtuiging! Ik heb waarachtig lijd noch
geld om cr een overtuiging op na le houden,
clat staan mijn inkomsten mij niet toe! Maar
jij bent ccn dame en jij hebt een naam, dat
moet jc nooit vergelen. Dames mogen alleen
in haar kleeding modern zijn, zij moeten vrou
welijk en onschuldig wrczen en aan God, den
koning cn het vaderland gelooven. Zij moeten
godsdienstig zijn, lot een zekere hoogte
natuurlijk en nu cn daii naar dc kerk rijden
met het gezangboek op haar schoot. Jij moest
de deftige dames in Parijs eens zien, cn die
zijn toch overigens mondaine gcnoegl
Wordt vervolgd