BUITENLAND.
FEUILLETON.
13°° Jaargang.
N
f
oofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO.
JJ
DE E EM LAN DER".
Uitgevers: VALKHOF F 8» Co.
ABONNEMENTSPRIJ S:
Per 3 maanden voor Amersfoort
Idem franco per post
f 1*^0»
iaem iraiico poi pua«,
Per week (met gratis verzekering „tegen ongelukken) - o.io.
Afeonderlyke nummers Z °*05.
Dezo Courant verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, tamme*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Dinsdag 27 April 1915.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meerO.IO
Dienstaanbiedingen 35 cents bij vooruitbetaling.
Groote lottera naar plaalsruimto.
Voor handel en bedryf bestaan zoor vooideelige bepalingen
tot het herhaald advorteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Onder clericaal bewind.
Het gaal in deze zware tijden voorspoedig
Jiet Nederland.
Wij leven onder liberaal bewind en wij
we<ten -de trcheering in handen van man
nen van groote bekwaamheid en onovertrof
fen beleid. Geen der schrikwekkende voor
spellingen, in de verkiezingsdagen door cle-
ricale propagandisten ten plattenlande aan
het Christenvolk verkondigd, zijn in vervul
ling getreden. Do godsdienst bloeit misschien
meer nog dan in de coalitie-jaren. De politie
ke partijstrijd is geluwd cn Godsvrede
heersclil van Schelde tot Dodlaird.
De Hollandsche vrijzinnigen, goedgeloovig
en weinig strijdlustig van aard, meeaen nu
velliig te kunaien rusten op hun lauweren. Zij
sluiten icLe oogen voor alle clcrlcalc sloulig-
hederf om hen heen, zij soezen en dutten en
diroomen van Godsvrede.
Waarlijk, hot spijt ons bijna hen even le
moeten wakker schudden om hun iets in het
oor ie fluisteren.
Wij durven het slechts to fluisteren, want
hardop zeggen gaal niet. Men zou ons van on-
•voruraagzaamheid en verstoring van het
„Bcs-iand" beschuldigen. Het is nu eenmaal
zoo in hel verdraagzame Holland: de een
mag stelen maar de andetr mag niet roepen
„noud den dief
Onder het opschrift „Wat nien een sollici
tant naar de betrekking vin adjunct-commies
in Vcenenaaai vroeg' plaats het „Weekblad
voor den Noderl. bond van Gemeeiile-amb-
teaaren" van 1 April 1.1. het volgende in ge
zonnen stuk:
„AL <L it.
Ik voel mij verpliohl cn gcnoopL onder
staande viagen ouder oogen der gemeente
ambtenaren Le brongen, mij gesteld door
Buig. en Weth. van VecnendaaL
lo. To-t welk kei'kgc nootschap behoort u?
2o. Hebt u uwe belijdenis al gedaan?.
3o. Gaat u naar de kerk?
4o. Gaat u naar de catcchisalie?
5o. Welke kerk, vrijzinnige, orLhodox© of
^neiormeende?
Go. Welke politiek, houdt u er op na?
7o. Boni u Mijauniigc beginselen toege
daan?
i>o- Hoe vindt u de vrijzinnige leer?
9o. Kent u den dominee uit vorige stand
plaats?
lüo. Hde kent u hem zoo?
11 o. Welk beroep oefent uw vader uil?
12o. Wat voor beginselen hebben uwe
ouders en familieleden?
In verband mei vraag 9 en 10 zouden infor
maties ingewonnen worden bij den predikant
van mijn vorige standplaats, of ik de kerk en
calcchisaiLe hij hem bezocht.
Zijn deze vragen in het belang van de ge
meente-administratie gesteld en houden zij
eenig verband met dc eventueel aan de be
irekking verbonden werkzaamheden? Ik be
twijfel dit ten zeerste. Laat ieder ambtenaar
over zulk een handelwijze oordeelen.
Wellicht kunnen deze vragen nog van nut
ziiju voor andere soilioitanten naar deze be
trekking, wanneer zij nog konnis mochten
maken met dil college.
Onder beleefde dankzegging voor de ver
leende plaatsruimte, M. d. R., toeken ik hoog
achtend,
Een Sollicitant
Bevestigen feilen als deze de noodzakelijk
heid van vrijzinnige samenwerking niet meer
dan iets anders? teekeint de Fakkel hierbij aan.
Politiek Overzicht.
De czaar in het veroverde
gebied.
De czaar van Rusland heeft cenc rondreis
gedaan door hel gedeelte van Galicie, waaruit
zijne legers de Oostenrijkers hebben verdre
ven. Hij heeft in Przomysl geslapen in het ge
bouw, dal de ambtswoning is geweest van den
Yoornialigen Oosten rijkschen vestingcomman
dant, en heeft in Lemberg van het balkon ^an
het paleis van den gouverneur eene toespraak-
gehouden tot het volk, die eindigde met de
kreet: Lang leve het machtige, ondeelbare
Rusland!
Dit duidt aan, dat Rusland met bet gedeelte
van Galicië, dat het reeds bezet heeft en dat
het verder nog hoopt te bezetten, wil hande
len naar den stelregel: „J'y suis, j' re&te".
Men wil de verdeeling van Polen, die inder
tijd ouder Rusland, Pruisen en Oostenrijk is
geschied, wat Oostenrijk betreft, weer onge
daan maken. Liefst zou men dat ook doen
met het Pruisische gedeelte, maar dat wil niet
gelukken; zelfs is een affhzienlijk deel van
Russisch Polen, dank zij de samenwerking van
de verbonden legers, in Duitsch-Oostenrijksch
bezit. Dit drulkl op de gehecle actie van Rus
land in Galicië een stempel van onzekerheid.
Men weet niet hoe lang de Russische heer
schappij in Galicië zal duren cn of er niet
een einde aan zal komen, wanneer bij den
vrede, die toch eenmaal moet komen, eene
regeling wordt gemaakt, die voor duurzaam
heid bestemd is. Maar voor 'fc oogenblik ge
draagt men zich alsof Galicië reeds eene parel
is, die aan de kroon van Rusland is toege
voegd, volgens de beeldspraak die wij in de
rijksdoema uit den mond van een lid van het
Russische kabinet hebben vernomen. Men legt
een groolen ijver aan den dag om de schoone
beloften, die in hel manifest waarmee de be
zetting van Oost-Golicië werd aangekondigd,
tot werkelijkheid tc doen worden. Daarin
werd gezegd, dat Rusland slechts het ééne doel
voor oogen had, dat ieder volk onder zijne
heerschappij zich zou ontwikkelen, in wel
stand leven en den kostbaren schal van zijne
vaderen, namelijk zijne taal cn zijn gods
dienst, bewaren. Vrijheid en gelijkheid, de
hemel op aarde, werd in uitzicht gesteld.
Inlusschen blijkt uit de wijze, waarop die
beloften dn daden worden omgezet, dat de
nieuwe machthebbenden, die nu krachtens het
recht van verovering in Galicië lieerschen,
aan de woorden, waarin deze beloften werden
gekleed, eene andere bet-eekenis hechten dan
de daarmee begiftigde 'bevolking. Uit Lem
berg wordt aan dc Neue Freie Presse geschre
ven;
Het optreden van het Russische militaire
bestuur slaat in krasse tegenspraak itot de
mooie woorden van den czaar cn zijn opper
bevelhebber. Het nieuwe Russische bestuur
heeft in Lemberg en in geheel Oost-Galicie
eene politiek van niets ontziende russificeering
ingevoerd. De Poolschc en Rutheensche ver-
eenigingen worden zonder uitzondering ont
bonden cn vergaderingen verboden. De Lem-
bergsche universiteit werd gesloten; de scho
len blijven mcercndeels gesloten totdat de on
derwijzers Russisch hebben geleerd. De ver
vorming van de scholen, die lot dusver heb
ben bestaan, tot Russische ondcrwijs-inrich-
tingen, is reeds in gang. lil den spoorweg
dienst en in de post- cn telegraafkantoren
worden slechts echt Russische ambtenaren
aangesteld. De gemeentelijke autonomie van
Lemberg werd besnoeid. liet Poolsch is in het
dienstverkeer nagenoeg geheel uitgeschakeld.
Geen beter lot is aan dc. Rutheensche taal be
schoren. De Rutheensche boeken, ook de ge
bedenboeken, moeien aan de politiekantoren
ter vernietiging overgegeven worden; wie dit
nalaat, wordt gestraft met drie maanden ge
vangenisstraf of 3000 roëbels. Do briefwisse
ling in de Rutheensche taal is ook verboden.
Deze maatregelen worden nog verscherpt
door eene buitengewoon ijverige propaganda
ten gunste van het orthodoxe geloof. Daarbij
worden eigenaardige, in Rusland gebruikelijke
methodes tot bekeering in toepassing gebracht.
Aan de priesters is kennis gegeven, dat zij
slechts lot het houden van de mis kunnen
worden toegelaten, wanneer zij zich losmaken
van dc gehoorzaamheid aan den paus en zich
aan het gezag van de heilige synode onder
werpen. Weerspannige priesters worden door
Russische popen vervangen.
Dc Russische regeerigg heeft verder op hel
oog de reorganisatie van hel credietwezen en
de uitbreiding van hol werk der Russische
landhouwbank tot Galicië. Het agrarische her
vormingswerk in Galicië zal worden ingeleid
mei de -overbrenging van 300,000 Siberische
boeren naar hel. voormalige Oostenrijksche
kroonland.
In verband met de maatregelen tot russifi-
óoering van Galicië, wordt de Russische joden-
wetgeviug uitgebreid tot hot bezette gebied.
De Galicische joden staan op denzelfden
rechtsgrondslag als hunne geioofsgenoolen in
Rusland. Althans theoretisch; in de praktijk
staan zij aan nog veel grooterc willekeur
bloot dan dezen. De vele mededeelingen van
roof, plundering en bloedige misdrijven, die
door Russische soldaten aan de Galicische
joden worden gepleegd op tal van plaatsen,
staven dit. Alle joden in gemeentelijken of
staatsdienst zijn uit hunne ambten verjaagd
Kenschetsend voor den geest, die thans
heerscht in het doolr do Russen bezette
gebied, is de verklaring van den Russischen
gouverneur-generaal aan den burgemeester
van Lemberg: „Het Russische deel van Galicië
is met Gods hulp in onze hand en dit deel
breidt zich uit tot aan de Lcmkowczyzna, de
streek tot voorbij Nowo Sandec. Ook daar zal
van nu af dc echt Russische geest wonen."
De oorlog.
Berlijn, 26 April (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier, vaai heden voormiddag.
Bij Yperen hield on de gevechten aan. Op
den westelijken kanaaloever is Lizeme dat
de Franschen zeiden te hebben hernomen, in
ons bezit. Ook op het ten oosten van het ka
naal veroverde terrein hebben wij ons ge
handhaafd. Het aantal der veroverde kanon
nen is lot 44 gestegen, waaronder zich vies*
zware Engelsche stukken bevinden.
Ten noordwesten van Zonnebeke zetten wij
de aanvallen voort en maakten daarbij meer
dau duizend Cahadiêrs gevangen. Het geheele
aantal gevangenen steeg tot 5000. Een zon
derling mengelmoes van volleen: Senegalee-
zen, Engelschcn, Turco's, Indiërs, Franschen,
Cf.nadiërs, Zouaveh en Algerijnen, waren hier
bijeen in eene betrekkelijk kleine ruimte.
In Champagne sloegen wij ten noorden van
Beauséjour twee Fransohe nachtelijke aan
vallen af. Op do Maashoogten maakten onze
aanvallen goede vorderingen. Verscheidene
bergruggen achter elkaar, tot aan de hoog
ten ten westen van Les Eparges, werden be
stormd en genomen; verscheidene honder
den Franschen eai eenige machinegeweren
vielen in onze handen.
In het bosah van Ailly mislukten vijan
delijke aanvallen. In de Vogeezcn leidde
or zen aanval tot do herovering van den
HartmansweilorkopfDe zegebuit van onze
troepen bedroeg elf officieren, 749 soldaten,
zt9 mijnwerpers en vier machinegeweren.
Parijs, 26 April. (Ilavas). Namiddag-
communiqué.
liet gevecht duurt voort in goede omstan
digheden voor de verbonden troepen. Twee
Duilsohc aanvallen, komende uit Passclien-
daele en Brodseinde, werden door Britsche
troepen gestuil. De Duitschers bombardeerden
daarna Yperen met groote hevigheid.
De Franschen maakten vorderingen op den
rechteroever van het Yserkanaal door krach
tige tegenaanvallen.
In Notre Dame de Lorette sloegen de Fran
schen een Duilschen aanval terug.
Op de Hauls de Meuse ontwikkelt de slag
zich. De aanval op de loopgraaf bij Calonne.
die den 25en werd vermeld, werd door Fran-
sche tegenaanvallen gestuit. De Duitschers
werden teruggeslagen. Zij vielen daarna meer
oostwaarts aan in de richting van Saiut-
Remy, waarbij zij klaarblijkelijk de herove
ring van Les Epargcs op het oog hadden. Een
hevig gevecht, voorafgegaan door een krach
tig bombardement, werd kort daarna geopend
op de behingen ten oosten van deze stelling.
De Duitschc aanval mislukte.
Par ij s, 26 April. (R.) Avondcommuni-
qoié
Ten noorden van Yperen maakten wij
merkbare vorderingen aan den linkervleugel
wij dreven den vijand achteruit en brachten
hem zware verhezen toe. De vijand maakte
wederom gebruik van verslikkende gassen,
maar wij wendden middelen aan om ons daar
tegen, le besehermen, die de beste uitkomsten
opleverden.
Een scherp infanleriegevecht bij Fay, ten
noorden van Chauleus over het bezit van de
holle, die was ontstaan door het springen van
een Duilsche mijn, eindigde inct het verjagen
van den vijand daaruit; wij hielden ons
staande ondanks twee tegenaanvahen.
Hevige Duitsche aanvallen legen de Maas
hoogte op het front Epargcs—Sainl-Remy wer
den volkomen verslagen. Wij blijven meester
van de geheele stelling van Les Eparges,
welker hellingen bedekt zijn met doode Duit
schers.
Na een allerhevigst bombardement kregen
de Duitschers voet op den top van den Hart*
mannsweilerkopf in de Yogcczen. Onze stel
lingen blijven honderd Meier van den top.
Parijs, 26 A p ril. (\Y. B.) De Engelsche
verhezen in Vlaanderen oischen eene nieuw©
organisatie; inzonderheid van de Canadeesclio
afdeclingcn. French heelt daarom met Fock
afgesproken, dial wegens den blijkbaar ernsli-
gen aard van hot Duilsche offensief Franschc
afldeeiingcn uit een anderen sector naar
Ylaandcren verlegd, zuilen worden.
De militaire critisi vinden den toestand van
de Engolschon in Vlaanderen veel gevaarlij
ker dan dien van de Franschen.
London, 26 April. (R.) Veldmaarschalk
Fiench rapporteert;
De zware strijd duurt nog voort. De al
gemeens toestand blijft onveranderd. Onzo
linkervleugel had hij het opnieuw inrich
ten Yan hare linie om zich aan le passen aan
den door don gedwongen terugtocht van do
Franschen gewijzigden toestand, zich naar
het noorden te richten en zich in westelijk©
richting uit te breiden tot voorbij Saint-Ja-
lien Deze uitbreiding verzwakte onze liniên
en na een zeel* dapperen tegenstand door do
Canadièrs tegen eeno overmacht werd Saint-
Jiilicn door den vijand veroverd. Onze linièn
•loopen nu van hot zuiden van Saint-Juliea
De Duitsche aanvallen ten oosLen van Ype
ren mislukten ondanks het gebruiken van
vei stikkende gassen. Er werden Duilsch©
officieren en manschappen gevangen geno
men. De laatste drie dagen brachten wij
zware verhezen toe aan de Duitschers Onzo
verhezen zijn ook zwaar. Het Duitsche be
richt, diat vier zware Engelsche kanonnen
door hen genomen zijn, is onwaar.
Een van onze vliegeniers heeft liet station.
Kortrtijjk heden namiddag gebombardeerd en
eene spoorwegverbinding verhield.
P a r ij s, 27 April. (Ilavas). President
Poinoarc cn de minister van oorlog Millerand
brachten de dagen van Zondag en Maandag
door te midden van de legers tusschen de
Oise cn de Aisne cn in het Aisncdal. Poincaré
bad lange gesprekken inet de generaals, offi
cieren en manschappen. Hij kende ordeteckc-
ncn van het legioen van eer en militaire me
dailles toe en overhandigde in tegenwoordig
heid van Joffre vaandels aan nieuw gevorm
de regimenten. Poincaré zcidc in een toe
spraak: In naam van het ondeelbare ea onster
felijke Frankrijk, dat velen van u reeds zo»
dopper verdedigden, ken ik u deze vaandels
toe, die voortaan bel leeken van vereeniginfl
zuhen zijn en die gij weldra lot de overwin
ning zult voeren. Het prachtige leger, waarin
gij plaats zult nemen, weeLdat het strijdt voor
het heil van Frankrijk en het heil van de
wereld'. Het duidelijk bewustzijn van deze
edele zending schonk ecu zoo krachtig ge
loof en een zoo schoon élan.
Maandag morgen kwam dc president in
Compiègne terug. Hij bezocht met Millerand
dc ver de digi ngsli n ië n van de beide oevers der
Aisnc, Compiègne en Soissons. In den namid
dag inspecteerde hij eene divisie landweer,
welker uitmuntende houding hij levendig be
wonderde. Des avonds keerde hij met den mi
nister in Parijs terug.
B e r 1 ij n, 26 April. (\Y. BBericht van
het opperste legerbestuur uil het groote
hcofiiikY aa'tier van heden voormiddag.
Lenige zwakke Russische nachtelijke aan-
De toekomst is dc cenige bankier, wiens
■Veelvuldige faillieten zijn crediet niet doen
verliezen.
HER TEST EIN
door
SOPHUS BAUDITZ,
Uit het Deensch vertaald.
43
„Gij zijt altijd zoo krachtig in uw uitdruk
kingen. Maar ik geef toe dat er iets moet ge
daan worden."
„Wat wilt gij dan doen?"
„Ik niets, want ik kan niets doen! Maar men
denkt toch ook niet altijd aan zich zelf het
eerstl"
„Niet I"
„Neen gelukkig niet! Ik heb aan Fanny's toe
komst gedacht."
„Zoo, wat moet zij dan doen?"
„Zij moet een goed huwelijk doen."
„Ja, dat is te hopen!"
„Het verheugt mij dat wij het op dit punt
eens zijn!"
„Ja, zoo lang als het duurt."
„Ziet u tante Rosa, de tijden veranderen. Ik
iweet heel goed, dat ge u moeiclijk een huwe
lijk voor Fanny kunt voorstellen met iemand
die niet van adel is, maar de lijden en begrippen
neen, val mij nu niet in dc rede, tante
Rosa! Ik geef toe dat ik, als man en als laatste
van mijn geslacht, niet zou kunnen trouwen
met iemand zonder naam, maar met Fanny is
het iels anders. Als zij trouwt heet zij toch
geen Ilöibro meer, niet waar? En hoe zij nu
gaat heeten komt er tóch niet veel op aan.
Wat er wel op aankomt is, dat zij een man
krijgt die mij cn Hertestein cn ons allen tot
steun zou kunnen zijn en met wien zij natuur
lijk zelf tevreden zou wezen, niet waar? Nu,
zulk een man weet ik, een die haar bovendien
hartstochtelijk bemint en altijd bemind heeft."
„En dat is?"
„Beloof mij nu, tante Rosa, om niet als een
vuurpijl op te vliegen. Ik weet wel dat gij hem
niet kunt uitstaan, maar dat kan toch ook aan
u liggen, want hij is waarachtig heel goed. Ik
heb bem altijd gaarne mogen lijden cn hij
heeft mij veel diensten bewezen, geheel
onbaatzuchtig!
Neen kijk mij nu niet zoo aan, tante Rosa,
dan kan ik u volstrekt niet zeggen wie het isl"
„Dat is ook overbodig" antwoordt tante
Rosa klankloos, „het is Bro!"
„Gij hebt het geraden", zegt Frits, blijkbaar
verlicht. „Hij heeft er vroeger meermalen over
geschreven en nu van middag toen ik bij hem
was, vroeg hij mij zeer dringend om er met
u over le spreken." A
„Heeft hij gevraagd zich le...~
„Ja, velleden doelde hij er op tegen Fanny,"
„Heeft hij haar dan gesproken?
„Ja, hij ontmoette haar toevallig in het
boschje bij den ouden koepel, maar Fanny
antwoordde hem noch ja, noch neen, voor zoo
ver ik begrepen heb. Denk er eens kalm over
na, tante Rosa, gij weet dat wij hem veel
schuldig zijn, op verschillende manieren, cn
ik v»ts waarachtig, dat als hij niet..."
„Weet gij wie Bro is?" vroeg tante Rosa
opstaand.
„Wie hij is? Neen, ja zijn moeder is
immers.
„Dan hen ik genoodzaakt het u tc zeggèn,
hoe zwaar het mij ook valt. Hij is de zoon van
mijn vader."
„Uw broeder 1"
„Ja, als gij het zoo noemen wilt; zijn moe
der is Anna Steffens. Nu is zij oud en grijs,
ik heb haar trouwens in vele jaren niet ge
zien, maar eenmaal was zij jong en wat de
mannen knap noemen, zij zijn met zoo weinig
tevreden! Bro is de halfoom van Fannyl"
„Te drommel I" zeidc Frits. Was mijn groot
vader werkelijk zoo jolig op zijn ouden dag!"
„Pas op, jongen!" riep tante Rosa opstui
vend, uit en gaf Frits zulk een klap om dc
ooren, dat hij bijna op den grond vieL „Waag
het niet om grappen le maken over de schande
van mijn vader, die ik lot nu toe, zooveel
mogelijk, geheim hield."
„Nu, nu, neem mij niet kwalijk!" zeide Frils
gedwee. „Maar omdat gij, cn wij dus eigenlijk
in een soort van verre familierelatie met Bro
zijn, kan Fanny toch best, dit huwelijk is
noch volgens de wet van Mozes, noch volgens
de openbaring van Johannes verboden!"
„Och, jij praat onzin! Ben jij blind! Hebt gij
niet gezien hoe ik jaar op jaar onder dat
mensch geleden heb, zonder hem van mij af
te kunnen schudden! Mijn vader zaliger wilde
voor het kind zorgen, dat was zeker goed van
hem; Bro kwam op het bureau, hij deed een
examen en werd ten laatste administrateur.
Maar nooit heeft hij den armen Heinrich cn
mij kunnen vergeven dat wij legitiem zijn en
hij niet; het is de haat cn dc jaloerschlicid die
ieder zijner schreden heeft geleid; systema
tisch heeft hij ons geruineerd om zelf cr
bovenop tc komen en jij hebt de rest gedaan,
neen, val mij niet in de rede! En nu heeft hij,
geheel volgens zijn plan, je in zijn strikken
gevangen, ontken het niet, jij bent hem geld
schuldig 1
Hertestein wil hij hebben en Fanny wil hij
hebben, dat is dc kroon op het vverkl Maai*
het zal niet gebeuren! En zoo je ook maar met
een enkel woord Fanny tracht le influenceercn
om je zelf te redden, dan draai ik je den hals
om, jongen!"
„Nu ja, ik deod het voorstel met dc beste
bedoeling," bromde Frits. „Ik wist trouwens
ook niet, maar dan moeten $ïj een ander
huwelijk voor Fanny bedenken, tante Rosal"
En Frits sloop weg als een kippendief, maar
toen hij de deur uit was, zonk tante Rosa
ineen, haar armen vielen op tafel en het hoofd
zonk op de armen zij snikte als een kind.
X.
Midden in het bosch, op een halve mijl
afstand ongeveer van Hertestein, lag het huis
van den kapitein. Het zag er uit als een ge
wone boschwacbterswoning, wat het ook
oorspronkelijk was geweest. Klein en eenvou
dig, maar vriendelijk: het dak was van stroo
en dc muren waren gewit, maar voor het
grootste gedeelte waren ze bedekt door groote
stokrozen in alle kleuren cn de groene bosch-
schaduwen vielen koel op de witte vlakken.
De kapitein was den vorigen avond thuis
gekomen van een langen tocht noordwaarts.
Nu was bij aan een tafel buiten het huis bezig
met patronen maken, voorbereidingen voor
de aanslaande najaarscampagne. Bij elke
patroon die hij vulde stelde hij zich zeker
voor hoe die gebruikt zou worden, want lȕ|
zag er zoo vergenoegd uit, alsof de hond recda
voor de patrijzen stond; nu cn dan floot of
neuriede hij; Diana, die aan zijn voeten lag,
kwispelde en dc tamme raaf op het hek, gc«
reed om den eersten vreemden hond die voor-»
bij kwam aan te vliegen, sloeg met haar vleu
gels en huppelde dichter bij haar meester.
Er wordt paardengetrappel in het bosch ge
hoord. Diana kijkt op cn bromt, de kapitein
laat dc kruitmaat vallen Kongsted kwam
aanrijden op molenaar Sörensen's wagen-»
paard.
„Eindelijkl" zegt de kapitein, stralend van
vreugde en breidt de beide armen uit. „Einde-»
lijk vindt gij mij cn mijn wigwam, welkom!
Neen, laat mij voor het paard zorgen. Koest
Diana."
„Ik zou reeds vroeger bij u zijn gekomen/*
zegt Kongsted, maar dan kwam er dit en dad
weer dat in den weg."
„Ja. gij zijt omslachtig geworden, ik hoor
dat ge op uw eigen hand naar den wikten plas
zijt geweest, sedert wij elkander het laatst
hebben gezien!"
„IIoc weet gij dal?"
„Men heeft toch zijn verslaggevers, maai)
wat voert gij daarginds uit? Zijt ge ook op
de iionnenheuvels geweest, om over het meer
van Hertestein liecn te kijken?"
Kongsted werd vuurrood. „Neen, wat zou
ik daar doen. Maar dc wilde pias interes
seert mij, ik ben ook op Ocxneholm ge wees tl"*
„Tg drommel 1"
Wordt vervolgd