„DE E EM LAN DER".
Vrijdag 30 April 1915.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
HERTESTEIN
3d* Jaarqang.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f 1
Idem franco per post
et g
OO.
1.50.
Per weok (mef gratia verzekering tegen ongelukken) - O.IO*
Afzonderlijke nummers °-U5*
Deze Courant veraohijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertontiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te senden.
Bureau. UTRECHTSCH EST RAAT I.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels»* f O.f50.
Dike regel meer 0.10
Dienstaanbiedingen 25 cents b(j vooruitbetaling.
Grooto lettors naar plaatsruimto.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoelige bepalingen
tot het herhaald adverteeron in dit Blad, bij abonnement*
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezondon.
Kennisgeving.
De Burgemeester van Amersfoort,
Gezien art. 41 der Gemeentewet
Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de
Raad dezer gemeente zal vergaderen op Dins
dag, den 4. Mei aanstaande, des namiddags ten
8 ure.
Amersfoort, den 29. April 1915.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RA ND WLJCK.
Verjaardag
H. K. II. jPriiises Juliana.
fticn JLie«»c
vnn '1 Luttele JSouiuken*
liet méijkcn ioecn'\i<u verre,
die lente was inne da*l lant,
ende overal, hier ende verre
men enoppende hoornen vant.
liet was- een luttel boomken
ent was van so cicrlic een hout;
dal sloet hi een suver stroomkan,
coil aen ckit grote wout.
En will 'er -nu al weten,
date seven lenlen al lant
geen cnopcens hadden geselen
aen 'l boomken 'l welc dacr slant.
Al doen in 't achtste lento
die leewerek sin lieken sanc
doen er daer fraey en jenle
ccn cnopcen. aen 't 'boomken slant.
Doen 'l meyken was gecomen,
gecomen al inne dat lant
mit nieuwe, soete droomen,
men er een scoon bloemken aan vant.
'I Was van soe frai een couleure
een couleur als men langh nyet en saflh
ende oock van soc suete een geure
ais er geen are geure eti was.
Het meyken lacht weer op 't heden,
de boomeu, die staen in bloey,
ic en vinde geen bloesem soe scoone
als aen 't luttele boomken bloeyt.
Een simpel elcrc hevel dit gescrevcn,
Tot Amersfoort is 't, dat hi woent,
Godt geve hem d'Eeuwigen vrede,
Er.de Mnrye, die bi Hem woent.
Politiek Overzicht
De wereldstriid in het
westen.
•De rust in den werelasu^.u, waarvan eeni-
ge dagen geleden sprake was, is weer voorbij
Er is eene herleving van den strijd waar te
nem«en, zelfs in Russisch Polen, waaruit men
eenige weken langs niets anders heeft verno
men dan dal er niets te vermelden was. Maar
vooral het uiterste westen van het westelijke
oorlogstooneel is Ihaais (te schouwplaats van
een zwaren strijd. Die is reeds in de vorige'
week begonnen door den aanval in den afond
van den 22en April, die eene zekere vermaard
heid heeft gekregen door het overvloedige ge
bruik, dat de aanvaller maakte van verstik-
kende gassen verspreidende bommen. Dal
heeft lot verontwaardigde piotesten aanlei
ding gegeven en tol nieuwe beschuldigingen
dat de Duitschers in dezen oorlog de interna
tionale bepalingen over dc oorlogvoering joel
weten treden. Dc Duitschers trekken zich
daarvan niet veel aan; zij vinden zell's gele
genheid om zich een pluim op den hoed te ste
ken. Zij toonen zich uiterst verbaasd, dal de
tegenpartij zich zoo ergert over de aanwen
ding van een strijdmiddel, waarvan zij zcli
zich niet afkecrig heeft getoond, met dit ver
schil echter, dat, zooals de Köln. Ztg. heeft
opgemerkt, „men bij onze tegenstanders veel
al te doen had met projectielen, die niet door
hunne ontpioifiugswerking, maai' aileen door
het verspreiden van vcrgiilige gassen buiten
gevecht moeten stellen, terwijl bij onze pro
jectielen, zooals volkenrechtelijk volkomen g.
oorloofd is, de lading, die moet springen, een
chemisch bijmengsel heelt gekregen, dat gas
sen doet uitstrcoiiien. Maar in ctezen oorlog
hebben dc bondgenooten van den beginne ai
het standpunt ingenomen, dat hun alles ge
oorloofd is, den Bodies en Hunnen echter niets
Wij kunnen dus lic-l vijandelijke protest kalm
bij de akten leggen."
Wij zien uit deze toelichting, dat de Duit
schers -prcvajlitv.;n naar de stellingen van den
vijand werpen, die een dubbel doel vervullen:
zij springen en dit springen gaat gepaard met
het verspreiden van verstikkende gassen. Dat
heeft hun in den aanval van den 22en April
een aanmerkelijk voordcel bezorgd. Zij heb
ben noordelijk en noordoostelijk van Yperen
de tegenpartij «een eindweegs teruggedron
gen. Op een rechter vleugel kwamen zij over
het kanaal bij Yperen, dat Lij Sleenslraete
overschreden werd; eerst na de bestorming
van Lizcrne, twee K.M. aan de andere zijde
van het kanaal, is de beweging tol staan ge
komen.
Deze aanval heeft de Duitschers dus niet
alleen een eind vooruit gebracht, maar zij
hebben ook de beroemde frontbelemmering,
het kanaal van Yperen, overschreden en op
den linkeroever zich vaste stellingen ver
overd. Dit boezem^ den tegenstander blijk
baar eene groote bezorgdheid in voor zijne
verbindingen. De Daily News schrijft: „Wan
neer de vijand zich slaande mocht houden
ten westen van het Yser-kanaal, dan zou
Yperen in gevaar zijn, en Y'peren is een bas
tion van groot gewicht voor de verdediging
van veel terrein." Ook van Duitsche zijde heen
men nadruk gelegd op dc beleekenis Yan
Yperen; zoo schrijft de Erankf. Ztg.: „Y'peren
is de sleutel van de vijandelijke stelling in
Vlaanderen. De Yser en hel Yperenkanaal,
dat loopt tot aan de Lys, geven aan het cen
trum eene uitmuntende flankbescherming. Ais
voorwerk van de stad en oude vesting Yperen
heeft de natuur een krans van heuvels in een
halven kring om de stad geiegd, die van het
Vperenkanaal over Langemarck—Passchen-
daele—Zillebekc—Messines naar Kemmel voert,
liet zijn lage heuvelen, soms slechts lichte
terreingolven, maar die toch een uitmuntende
bescherming bieden, wanneer zij, zooals nu,
doer onze tegenstanders tot ware betpn- en
panlserburgen zijn uitgebouwd. In het lage
Yluanische platteland werken ook deze kleine
ste hoogten als uitmunlende dekkingen, zij
beletten het vrije uitzicht en verhinderen dc
bewegingen van den vijand achter de hoogten
waai* te nemen. De terreingolven stijgen in
liet zuidwesten van Yperen bij Kemmel en
Locre tot eene hoogte Yan 150 Meters; zij be-
heerschen het land ver rondom en zijn eene
ware vesting in de handen van de Engel-
schcn."
Dit gewichtige punt wordt nu ernstig be
dreigd. Dc strijd, die sedert den Duitschen
aanval van den 22en wotó; gevoerd, bewccgi
zich om het toen door de^uuitschers behaalde
voordeel, dat men eenerzijds tracht te behou
den en nader te bevestigen, terwijl de andere
partij tracht hel weer ongeuaau te maken. De
Daily News schrijft: „Het is te verwachten,
dat de tegenaanvallen Yan de bondgenooten
zullen voortduren totdat dc Duitschers geheel
zijn teruggeslagen, want het punt, waarop zij
hebben geslagen, is van veel gevvichl. Wan
neer zij er in geslaagd waren de linie voor
goed door te breken, dan zouden zij in staal
zijn geweest de Kanaalkust te bedreigen en
de linie van dc bondgenooten naar hel zuid
oosten terug te dringen."
Iloe het nu precies staal met dezen strijd,
is voor 'L oogenblik moeilijk te zeggen. Wij
sluiten hier op eene volstrekte tegenstrijdig
heid tusschen de berichten, die van beide zij
den worden gegeven. De Duitschers zeggen,
dat zij van 'l gecu zij hadden bezet, niols heb
ben prijs gegeven op één enkel geheel plat
geschoten punt na. Daar staat Yan Franseh-
Engelschc zijde tegenover de mededee-
ling, dat er ten westen van het Yser-
kanaal geene enkele Duitscher meer is,
uitgezonderd op een punt; Steenstraele,
waar zij een klein brughoofd hebben
gevestigd. Uil het Duitsche hoofdkwartier is
wederom de reeds meermalen geuite klacht
vernomen, dat do tegenpartij 't met hare be
richtgeving niet nauw neemt; als voorbeelden
daarvan werden aangehaald, behalve de strijd
om Y'peren, de strijd. uo»tiicu Maas en Moe
zel en die om den Harlmaansweilerkopf.
Wanneer die taktielc zoo ver gaat, dat men
zich voordeelen toeschrijft, die In werkelijk
heid niet behaald zijn, dan zal dat later in
den verderen loop van den strijd zeker blij
keu. Maar voor 'l oogenblik staan de 'toeschou-
wer^wm den strijd, die behalve van den strijd
^oiytf^slngveld, nog getuige zijn van een strijd
tusschen de officieelc berichtgevers van weers
zijde. voor de vraag: „Wat is hier waarheid."
De oorlog.
Berlijn, 29 April. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uil het groote .hoofd
kwartier van heden voormiddag,
Onze aan den westelijken kanaaloever zich
bevindende stelling-om aan de Yp^enleebcékk
bij Steestiracte en b i het Sas werden sedert
gist erna mi d|dag onafgebroken, maar vruch
teloos aangevallen. Ten oosten van het kanaal
mislukte een tegen onzen rechtervleugel door
Franschen, Algerijnen en Engelschen ge
meenschappelijk ondernomen aanval onder
zeer zware verliezen voor den vijand. Hut
aantal der door ons in dc gevechten ten noor
den van Yperen buit gemaakte vijandelijke
kanonnen is tot Ü3 geslegen.
De vijand heefl mijnea laten springen aan
den spoorweg La Bassée—Belhune en in
Champagne, ten noord-en van Le Mesnil, zon-
iksr succes.
Bij Le Mesnil weiden nachtelijke Fransche
aanvallen tegen de gisternacht door ons ver
overde steiliugen onder zware verliezen voor
den vijand ai geslagen. De hier gemaakte
Fransche gevangenen bevonden zich in jam
merlijken toestand. Zij beefden van angst, om
dat hun door hunne officieren wijs gemaakt
was, dal zij, als zij in Duitsche gevangenschap
geraakten, dadelijk zouden worden doodge-
sohcon.
Op de Maashoogten ten zuidoosten van Ver-
<hm brachten wij onze stellingen eenige hon
derden Meters vooruit en versterkten ze.
Parjjs.29 April. (Havas). In België be
houden dc Franschen het herwonnen terrein.
Sedert drie dagen ginRen zij verder voort in
verbinding met de Belgische troeuen naar het
noorden. Op den rechteroever van het Yser-
kanaal maakten dc Franschen 150 gevange
nen; zij namen twee mitrailleuses.
In Champagne ontnamen de Duitschers aan
de Franschen in de buurt van Beauséjour 300
Metev voorste loopgraven. De Franschen her
namen de helft.
In de Argoiinc, bij Mario Thérèse werd een
aanvalspoging onmiddellijk door het Fransche
vuur gestuit.
Tegen Les Eparges richtten de Duitschers
een hevig vuur op den top, maar zij deden
geen aanval. Hetzelfde was het geval bij Iiart-
mannsweilerkopf.
P a r ij s, 2 9 April. (R Avondcommuni-
qué.
De dag verliep rustig. In den afgeloopen
nacht werden twee Duitsche aanvallen, een
tegen de Belgische troepen ten noorden van
Y'peren, de ander legen Les Eparges, met ge
mak teruggeslagen.
Berlijn, 2 9 ApriL (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit hel groote hoofd
kwartier van heden voormiddag.
Op hot oostelijke oorlogstooneel stelden
wij ons in het bezit van het dorp Kowale en
vam de ten zuiden daarvan gelegen hoogten.
Bij Dachowo, ten zuiden van Sachaczew,
veroverden wij een Russisch steunpunt.
W e e n e n, 29 April. (W. B.) Officieel be
licht van heden middag.
De algemeene toestand is onveranderd. Aan
hel front in Russisch Polen en in de Karpa-
llien hadden hevige arlilleriegevechten plaats
in verscheidene sectoren. Onze artillerie
vuhrde met zeer goede uitwerking tegen de
Russische objecten voor verblijf en munitie-
berging.
In het Opor-dal beproefde de vijand, na een
artillerievuur gedurende verscheidene uren
zonder gevolg, des nachts een aanval tegen
de hoogteslcllingen van onze infanterie; hij
werd echter na een korten strijd over hel
gansohe front afgewezen.
Petersburg, 29 April. (Tel.-agent-
schap). Communiqué van den grooten gene-
raien staf.
Ten noorden van de Njemen naderde de
voorhoede van den vijand, na Rosperny le zijn
gepasseerd, in den morgen van den 28en de
rivier Doubissa. Op het geheele lange front
werd ons contact met den vijand en het artil
lerievuur in de^aatste dagen nauwer; de ge
vechten tusschen dc verkcnningsafdeclingea
werden veelvuldiger.
Ten westen van de Njemen en ten noorden
van de Narew verrichtte de Duitschers den
27en en 28en op menig punt op zich zelf staan
de aanvallen, die overigens van weinig beslis-
sciidcn aard waren. In de streek van Calvaria
cn ten noorden van Suwalki stuitten wij zon
der bijzondere inspanning het vijandelijke of
fensief.
Tusschen de Pissa en de Szkvva, in den loop
van een aanval op den sector Kroucha—Sera
fine, vielen vijaudelijke elementen, zich in een
moeras voortbewegende, onder het kruisvuur
van onze mitrailleuses en werden in wanorde
met groote verliezen teruggeslagen.
In de buurt van hel dorp Tartat trachtte de
vijand zonder succes door een aanval plotse
ling onze loopgraven le nemen. Ook de poging
va.i den vijand om vooruit te komen ten noor
den van Prasnysz en ten oosten van Racienz en
Drobin, bleven zonder succes. Bij Starovzcka
wikkelden de Duitschers, die het offensief be
gonnen, zich in een zeer verwoed vuurge
vecht.
In de Karpatheu viel de vijand bü den Uszok-
pas in den nacht van den 2Sen zonder succes
eene hoogte noordoostelijk van Loubrla aan.
In de streek van dc Strvi deed de vijand
herhaalde en verwoedde aanvallen in de buurt
van Golonetzko, maar wij sloegen hen telkens
met succes mot de bajonet terug.
Eerlijn, 29 April. (Bjömson). De com
ma ndant der Oo<sten nijiksche onderzeeboot 5*
von Tracpp, die de GambelLa torpedeerde,
is bekend als -een uitnemend officier, die ook
op technisch gebied verdienstelijk werk heeft
gedaah. In den veldtocht tegen Cliina waa
hij commandant van een Ooslcnrijksch be
zel t i n gs-det a cli emc n tDaar verwierf hij die
Oostenrijksche dapperheids-medaille en do
Russische orde van Stanislaus. Hij is ge
trouwd met Agathe Whitehead, een klciiv*
dochter van den uitvinder van den torpedo.
W c e he n, 29 ApriL (Corr.-bureau). De
geheele pers drukt hare groote voldoening
uit over dc stoutmoedige daad van dc
duikboot U 5, die een nieuw bewijs heeft bij
gebracht voor den in Oostenrijk-Hongarije le
venden offensieven geest.
Petersburg, 29 April. (Tel-agent-
schap). Communiqué van den gencralen staf
van het Kaukazische leger.
In de Transtsjorokstreek heefl eene onbedui
dende schermutseling plaats gehad. In Ascr-
beidsjan hebben onze voorste afdeelingen de
Turken uit IColour verdreven.
Aan de andere fronten is de locstand onver
anderd.
Berlijn, 29 A 1. (W. B.) Over don
ondergang van den paulserkruiser Gambctta
verklaren lUliaanschc deskundigen, dal het
Oostenrijksche suooes behaald is door de be
kwaamheid van den duikboolcomiiiaiidant. Do
strategische omstandigheden aan de Oosten
rijksche Adriakusl zijn gunslig voor de ver-
de diigfers.
Gcnèvc, 2 9 A.pril. (W. B.j Admiraal
Gucpratte verwar' tic de Gan'-bella voo; lc
Dardanelles. Hij verlangt nu ccn nieuwen
11.000 tons-kraiscr. De minister van marine
Augagncur laat de beslissing over aan den
ministerraad.
Het was gisteren nog onbekend of dc
Zij die zeggen, dat God alles weet, doen
vaak alsof zij zelf het nog beter weten.
door
SOPHUS BAUDITZ,
Uil bet Deensch vertaald.
46
Fanny luisterde niet naar haar broeder,
maar zeide vol vuur tot Kougsted: „Maar gij
zult toch moeten toegeven, dat ook de gods-
dienst, evenals al het andere, nieuwe vormen
noodig heeft cn misschien zijn de theosophie
cn liet spiritisme de vormen, waarin..."
„Jawel, de vorm waarin misschien velen,
die niet zoo gelukkig zijn positief geloof te
bezitten, een surrogaat vinden voor hetgeen
zij missen. Maar de kreet naar iets nieuws
schijnt mij langzamerhand een parodie: men
zit in den nevel uit te kijken naar een nieuwe
openbaring, een nieuwe kunst, een nieuwe
poëzie; is het een nieuwe taal die verlangd
wordt dan maakt men die en Volapük krijgt
terstond vurige aanhangers!"
„Ja, zoo spreekt ge nu," zegt Fanny, „maar
kan men zich iets kleingecstigers voorstellen
dan het vasthouden aan het oude, alleen om
dat het oud is?"
„Neen, behalve om vuur te vatlen voor tücs
.■wat nieuw is, alleen omdat het nieuw ist"
„Ik kan het calhoiicisme zeer jjoed beerii-
peu beweerde Kannv, een spronR makend
met haar gedachten.
„Ik ook," stemde Kongsled toe." Zwakke zie
len die niet zelf kunnen of willen denken en
zij die ronddolen zonder stuuF, hebben altijd
een mcnschelijke autoriteit noodig, zoodat zij
dan iedere vraag die zich aan hen voordoet
kunnen beantwoorden met: dat gaat ver boven
mijn begrip, dat is de zaak van den dominee
of den paus. Zeker, het calhoiicisme is dc ten
dens van onzen tijd, de directe in het dage-
lijksch leven, de indirecte in de literatuur,
een zeer natuurlijke reactie tegenover het
krasse naturalisme der achter ons liggende
periodes een reactie gaat in den regel lot
het uiterste en wat tegenwoordig het catho'
licisme blijkbaar voedsel heeft gegeven is, dat
het altijd beschermend optreedt, in 'dat op
zicht kunnen wij protestanten iets lèercn van
de pauselijke kerk.
De kapitein trippelde zenuwachtig heen cn
weer, omdat het gesprek tusschen zijn gasten
den vorm van een ernstig dispuut had aange
nomen cn hij trachtte een neutraal onderwerp
op tc werpen, door in een oogenblik pauze
le zeggen: „Hebt gij gezien, dat er dit jaar veel
hazelnoten zullen zijn in het kreupelhout van
Laasby, Fanny? Zij hangen in trossen zoo
groot als van druiven!"
Maar het hielp niets, want Fanny nam vol
strekt geen notitie van zijn vraag en zeide op
half spoilenden loon tot Kongsled:
„Ja, het is natuurlijk hel gemakkelijkst om
conservatief te zijn op alle punten en te zeg
gen zooals gij: geen vooruitgang, geen revolu
tie 1"
„Neen, geen revolutie, daarin hebt ge gelijk,
freule J Alleen in den oorlog verovert men op
eens een geheele provincie door een veldslag,
in vredesliid komt mon slechts stapvoets voor-1
uit en zoo moet het ook. Denkt gij dat de
heidemaatschappij iets zou hebben bereikt
door op eens dc geheele heide in bosch le
hebben willen herscheppen?"
„Ik kan de heidemaatschappij en de ont
ginning niet uilslaan!' zeide Fanny. „Ik zou
gaarne mijn zwarte heideheuvcls en den wil
den plas behouden, zooals zij zijnl"
„Maar het is de vraag of ge zoo moogfc rede
neeren," viel Kongsted haar in de rede.
„Of ik mag?" riep Fanny uit, vuurrood wor
dend. „Zijt gij of zijn wij in het bezit van
Hertestcin?"
„Ik ben het niet," antwoordde Kongsted
kalm, „maar ik bedoelde slechts, dat het er
om te doen is om overal nieuwen grond tc
winnen, werk te verschaffen en bronnen van
bestaan, zoodat weinigen te veel hebben en
nog minder te weinig en zouden daartoe de
nonnenheuvels en de wilde plas benut kunnen
worden, dan..."
„Neen, hoor eens beste ingenieur", viel de
kapitein hem in de rede, „nu moet Ik Fanny
helpen. Wilt gij den wilden plas bederven,
zoudt gij dat over uw hart kunnen verkrij
gen I Oexneholm zou misschien ook ontgonnen
kunnen worden?"
„Ten minste als het mogelijk is,"
„Oexneholml" riep dc kapitein uit. „Wilt gij
de geheele strandjacht bederven, monsterl"
„En al de trekvogels die in het najaar daar
komen rusten," reide Fanny, „moeten die
rondzwerven alleen om plaats te verschaf
fen aan..."
„Aan menschenl" vulde Kongsted aan.
„Gij zijt socialistt" reide Fanny.
„Neen, dat zou ik moeielijk kunnen wor
den," antwoordde Kongsted glimlachend. „Dc
moet u zeggen, f route, ik beschouw de indivi-
dueele vrijheid als een van de hoogste bezit
tingen der menschheid en het is immers het
stelsel van het socialisme om die te vernieti
gen. Neen ik ben, zooals de freule weet, ge
borneerd en conservatief."
„Dan moet de conservatieve poëzie van den
kapitein u goed doen."
„Dat doet zij ook; ik heb meer sympathie
voor dc oudere dan voor de nieuwere school.
Natuurlijk stem ik toe, dat de romantiek en
het realisme, dc dassiek en de symboliek
evenveel recht van beslaan hebben in de
poëzie, geen school heelt den voorrang, maar
op één punt zouden toch alle richtingen het
eens kunnen zijn: dat de poëzie evenals de
kunst alleen beleekenis heefl, als de kunste
naar of de dichter in hetgeen hij schept, be
vrijdend en verheffend werkt en ons, direct
of indirect, een voorgevoel vermag te geven
hoe het leven zou geweest zijn als het bevrijd
was van al het oogenschijnlijk toevallige, het
stelsellooze, dat alleen een gevolg hiervan is,
dal wij geboren zijn onder de wet der zonde
en der eindigheid."
„Dat is zeer hoogdravend 1" merkte Frlts
op.
„Och, het zijn niets dan spitsvondigheden!"
zeide Fanny, die opgestaan was. „Een ding is
zeker: de oude dichters, zij die hier van den
muur spreken, zij liegen en houden ons voor
den gek; het klinkt misschien heel mooi, maar
zie nu bij voorbeeld dó4r, sou dat steek hou
den?"
„Wat?"
„Dat versje daar, het is waarschijnlijk een
oud heldendicht:
't Is sinds de schepping van 't heelal
Dat waarlijk liefde dwingt het al.
't Zij jonge maagd of ecrb're vrouw,
Haar wetten volgen zij getrouw.
Gelooft gij werkelijk dat dc liefde zoo
machtig is, dat zij zich geheel en al van iemand
meester maakt!"
„Op dit punt zijt gij het met Kongsled eens,"
zeide de kapitein. Ilij protesteerde zooeven
tegen ecu vers van Christiana Winther, die
ongeveer hetzelfde zegt als dit heldendicht."
„Deed ik dat! Neen, gij hebt mij weer ver
keerd begrepen, kapitein. Ik ben het hier wer
kelijk niet eens mei de freule Ilöibro en ik
houd het er voor dal dc oude dichter gelijk
heeft
„Ilebt gij het zelf ondervonden?" vroeg
Fanny spottend.
„Neen!"
„Dan weet gij het immers niet
„Neen, freule, maar ik geloof hel!"
Frits was nu ook .opgestaan, gaapte ca
maakte zich gereed om tc vertrekken. Ilij cn
FaiiViy namen afscheid, maar loen zij op het
punt was om zich in den zadel te laten lillen
door den kapitein, bedacht zij zich, liep terug
naar Kongsled, gaf hem dc hand en zeide:
„Gij moet niet boos op mij zijn, mijnheer
Kongsled! Ik heb u op alle punten tegenge
sproken en dat zal ik stellig meer doen, maar
hét doel mij plcizier met u te hebben gespro
ken, ik spreek nooit iemand, en als gij Ilerlc-
slein en den wilden plas maar met rust laar»
dan moogt ge zeggen wat gij wilt, maar gi|
prikkelt mij door zoo kalm cn zeker van uw
zaak 1e zijn cn daarom heb ik misschien...
maar dal moet ge u niet aantrekken! Gij moet-
niet boos zijn!"
Wordt vervolgd-