je ovist vijf weken nadat hi» zijn eammaag had
Ingediend, een antwoord kreeg. Spr. wiist er
top, düt op het platteland weinig solidariteit
bestaat (buiten de familie). Men zou dus op
'bedoelde hulp zijn aangewezen, doch die is
itiét te vinden. Veelal doet een ou<Le vader
jfcet werk zoo goed mogelijk. Dat de grond
onbebouwd blijft komt een enkele maal.
wtodh nieft veel vooa*. Toch zal menig stuk
ferond niet opbrengen wat het hajd kunnen
ivpba'engeii, bij een behoor!ijike verlofsrege-
•Jing.Dat liet verlof nóet consequent wordt
Wileend, tracht spr. niet een voorbeeld aan
'te tooneh. Hij trof een ouden man en vrouw
jftie op den grond aardappelen lassen te poten.
Het was een bezit van circa 2 H.A., doch de
zoon do eigenlijke bedrijfsleider, word niet
.officieel als zoodanig beschouwd. De oude
.moeder was ziek, moest zich wachten voor
tocht cn lag daar te werken in don snerpen-
Öert wind. Ook spr. acht onjuist de grond
vai> 1 II.A'., was betreft het werken voor de
'markt of voor eigen gebruik, in verband
Wr de zeer verschillende grondigesteldheld
Do vormen door den minister aangenomen,
leiden slechts tot een grooten rompslomp.
"Wie in deze tijden, daarin had de heer
Wykcrslooth volkomen gelijk, zorgt voor zUp
'eigen'voeding, ontlast daarmede de productie.
Er zijn lieden die 8 dagen voor het bewerken
van hun stukje grond noodig hebben. Men
dreigt dan met inhouding van de uitkeerind
van het gezin, indien hij meer dan 4 dagen
vraagt. Soms A-raagt de man don 2 verloven
met een düg dienst er tusschenj. zoo wordt
de bureaucratie ten ton gevoerd. Ook kan
de minister nog alle v-erloA'em weigeren in het
belang van den dienst. (De minister knikt!
De minister spreekt van 50.000 verloven, doch
die kenden oa-cr eenige maanden worden
verdeeld, zou dat dan hel leger zoo hebben
Verzwakt, indien meer tijdig ware begonnen?
Spr. zou niets liever willen, dan dat wan
neer toch de tweede werkzaamheden op den
grond moeten plaats vinden, de minister zal
medewerken. Dions antwoord aan den hoer
Alharda geefs spr. echter weinig moed. Sur.
betreurt dat dé minister vtan Landbouw deze
besprekingen niet bijwoont. Er is gehandeld
Inet de \-erloven of we geen speciaïen minis
ter van Landbouw bobben
j De heer II e 1 s d i n g e n (S .Dbeperkt
zich tot enkele opmerkingen en zal herhalin
gen trachten te A-ermijd.cn. Indien de grond,
zegt spr., grootcndeels bewerkt is, is dat niet
£e?:chied déor de medeAverking van de mi
nister, die veel zaad tot ontevredenheid heeft
uitgestrooidOok sor. keurt al dat steun aan
het gezin (d>at toch ook Wen moet) wordt
Ingetrokken als dé man 8 dagen voor het be
werken van de grond noodig heeft; en klaagt
ter over dat met het verlof allervreemdst
wordt omgesprongen. Zoo werd drie maan
den verlof verleend aan een artist die te
Amsterdam in een revue moest optreden
(gelach). Spr. hoopt dat de minister de hals
starrige houding A*an gisteren niet zal vol
houden.
De heer Tydeman (V.L.) zou het be
treuren indien de minister -van Oorlog ge
dwongen werd een verantwoording te dra-
fjen van een regeling die hij nfet meent te
bur non aan A-a arden. De minister sprak 'van
beginselen. Spr. acht dat de juiste methode,
hol: al erkent hij dat de regeling zélf wél-
licht haar gebreken heeft. Zeer belangrijk is
5n ons Tand de groep A'an de kleine boertjes
die zelf geheel en al hei bedrijf uitoefenen
op 1 A 10 IT.A. grond. Tie man zorgt A*oor
den akker, dé vrouw A'oor den stal. Die
groep was door de regeling van den minister
niet geholpen. Toch komt spr. het stand
punt A*an don interpellant en den heer
Troelstra niet juist voor. Spr. verdedigt niet
dc grens van 1 H.A. Deze discussie had wel
licht haar goedé zijd-a, omdat ze deed zien
boe hier die mobilisatie op de beAX>lking drukt,
te zwaarder naar mate ze langer duurt.
Hoe langer ze duurt, boe minder men zich
rekenschap geeOt A-an de buitengewone om
standigheden De positie van den minister
echt spr. buitengewoon moeilijk. De minis
ter is gesteld voor een puzzle. Per dag komen
200 verzoeken om verlof in. De minister heeft
rekening te houden met het ge\*aar en de
Kamer vorzware niet zijn reeds zware taak.
De heer Teenstra (V.D maakt eA-en-
eens enkele opmerkingen. Spr. hoopt dat de
motie niet* zal wondén ingediend en kan
geen lust hebben daarvoor te stemmen. Het
beleid van dén minister kan later aan die
orde komen. Spr. zou betreuren het indienen
van een motie, dié een onaangenaam karak-
t~r draagt voor den minister van Oorlog.
De minister en niet de Kamer draagt de \w
antwoordang. Overigens erkent de spreker,
da? A-eelal de kléine arbeider die veel inten
siever verbouwt, veelal moedijker kan wor-
wen gemist dan de leider van een groot
bedrijf. Welk systeem men ook ontwerpe, de
arbeider zal toch aan het kortste eind trek
ken. Spr. hoopt dat de minister niet altijd
dé patroon zal laten voor ra an bij den ar
beider. zooals de heer De "Wykerslootb
wenscht.
De heer De "Wykerslooth: ..Niet om
dat hij patroon is, maar omdat hij meer
Voortbrengt".
De heer Teenstra. Ja men kan bet
ollijd wel goed praten met mooie woorden,
maar dé aribeider trekt pan kortte eind-
De heer Al bar da (S.-D.) beantwoordt
kort de verschillende sprekers en komt op
tegen de voorstelling van den minister alsof
hii alle klachten klakkeloos aannam. De mi
nister verwees naar den arbeid der steun
comités doch gecin enkel van die comités
bepft lieden uitgezonden om op den grond van
gemobiliseerd en te werken: Spr. schrok toen
hij achter de ministerstafefl hoorde opwekken
tot arbeid vam ATouwen en kinderen. Het aan-
tal landarbeiders die tot één H.A. grond be
werken bedraagt in ons land 62000. doch het
U niet aan te nemen dat daarvan 50.000 zoo
Jong zouden zijn dat ze de wapenen dragen.
De wensch door spr. geuit bleek algemeen.
Een scherpe motie is vana spr. niet te vree
zen. Ten onrechte las hii in een van de groo-
te bladen vam dc socialistische relletjes. Hij
stélt voor een motie, waarin de Kamer den
wensch uitspreekt dat de minister aanleiding
moge vinden zijn slamdpunt nader te over
wegen in deze quaestie.
De Minister van Oorlog, de heer
Bosboom, verklaart dat de minister van
oorlogt al Is hij soldaat, veel gevoelt voor
bet economische leven, dat heeft hij meer
malen getoond- Toch blijft hij v4ór alles
minister A-an Oorlog. Hii zou zoo ver mogelijk
willen gaan met verloven indien hij slechts
de overtuiging had dat de manuien op tijd
konden terug zijn. Dc treinen zijn echter
tjokvol. De dienst eischt ook een bepaald
aantal manschappen vervanging der troepen
uit de depots eischt weder extra kosten. Spr.
ontken* dat de burgemeesters een juist ad-
ATics kunnen gdvon inzake landbouwbedrijf
in A'erband met de veelheid der aanvragen.
Het departement is afglewerkt; een aantal
ambtenaren zenuwziek. Zoo heeft spr. moe
ten stellen een grens. Spr. erkent dat hij niet
had gedacht aan de intensiviteit van de cul
tuur.
Dal is een nieuw gezichtspunt. Hij heeft
zich afgevraagd kaïn hij nog "iets doen en is
bereid dat te overwegen met de ambtenaren.
Met de bemftddeHngs-tbureaux die morgen
hier tor stede vertoeven wil spr. overleg ple
gen. Men stelle zich echter niet te hooge
illusies. Spr. neemt den indruk mede dat er
aan de regeling der verloven nog iets ha
pert Bij de motie, zooals die thans is inge
diend, zou spr. zich kunnen neerleggen zon
der echter nog een enkele toezegging te kun
nen doen.
De heer Al bar da verheugt zich im het
besluit van den minister. Hij hoopt dat het
OA'erleg resultaat zal opleveren en trekt zijn
motie in.
Na de pauze had de eindstemming plaats
over de Oorlogszeeongevallenwet, welke z. h.
s. wordt aangenomen.
De Kamer gaat vervolgens uiteen tol Dins
dag half twaalf-
Berichten.
De Staatscourant van Zaterdag I Mei be
vat o. m. de A*olgendc Kon. besluiten:
benoemd met afwijking voor zoo\'cel noo
dig van de beslaande organisaties met ingang
van I Mei bij den generalcn staf tot majoor
de kapitein P. Huizer van dien staf;
bij de infanterie tot luit.-koloncl comman
dant van het 8e reg. infanterie de majoor C.
van 'l Sant van het 9e regiment; tol majoor
de kapiteins C. E. Nardten van het 10e regi
ment; A. L. P. Vogel van het 13e regiment;
voorloopig tijdelijk belast met het bevel over
het landweerdistrict Maastricht; H. A. G. L.
la Fors van het 10e regiment, J. Veihake van
het 4e regiment, J. W. van Henning van het
16e regiment, J. II. Albrecht van het 11e re
giment en R. B. A. N. de Quay A'an den gene-
ralen staf, adjudant van den minister van
oorlog;
bij de artillerie bij den staf van het wapen
tot magazijnmeester te Naarden de majoor
P. T. Nepveu van het 4e reg. vesting-artillerie
bij het 2e reg. veld-artillerie tot majoor ka
pitein L. W. baron van Boelzelaer, van de
rijdende artillerie; tot majoor de kapitein P
G Bomert van den staf, toegevoegd aan deD
inspecteur der vesting-artillerie;
bij de genie en den staf van het wapen tot
luitenant-kolonel de majoors jhir. J. van
Heemskerck A'an Beest. C. C. Petri en J. L. H
van Holk, allen van den staf, eerstgenoemde
werkzaam bij het departement van oorlog;
bij het regiment genietroepen tot luitenant
kolonel de majoor E. M. S. Visser van het
korps, en tot reserve luit.-kolonel de reserve-
majoor A. "W. Bos van het korps;
overgeplaatst bij den plaatselijken stal en
benoemd tot plaatselijk commandant te 's Gra-
A'enhage de luit.-kolonel D. M. E. de Ridder
commandant van het 8e reg. infanterie; bij
den provincialen staf in Zuidholland en be
noemd tot provinciale adjudant in Zuidhol-
lant de luit.-kolonel J. W. Verff van het 2e
regiment veld-artillerie;
verleend de titulaire rang van majoor
aan den kapitein op non-activiteit van de in
fanterie L. F. Duymaer van Twist, lid van
de Tweede Kamer;
op verzoek eervol ontslagen met pensioen
den kolonel H. M. A. Vigelius, plaatselijk
commandant te 's Gravenhage en de luite
nant J. Kruisinga, provinciale adjudant in
Zuid-Holland, beiden op aanvrage wegens
langdurigen diénst; voor de majoor-magazijn
meester der artillerie J. van Gruting en de
kapitein J. L. Schoonhoven, commandant van
de verbandplaats-compagnie der 4 e divisie
wegens lichaamsgebreken:
eervol ontslagen met dank voor de trouwe
diensten H. L. de Balbian van Doom. als
betaalmeester te 's Hertogenbosch;
op verzoek eervol ontslagen J. C. Vunde-
rlnk, commies der Rijksverzekeringsbank;
op verzoek eervol ontslagen met pensioen
de Indische hoofdambtenaar met verlof C M.
A. van Rinsum, laatstelijk resident van Ban-
tom, zulks wegens lichamelijke ongeschikt
heid;
benoemd tot adiunct-inspecteur van den ar
beid. J. F. Carrière, scheikundig ingenieur
en assistent aan de Technische Hoogeschool
te Delft;
op verzoek eervol ontslagen als laborant
aan de apotheek, tevens onderwijzer voor
practische artsenijmengkunst aan de Rijks-
veearlsenijschool te Utrecht J. G v. Effen
Prinsesjes verjaardag. Men
schrijft ons uit Den Haag: Evenmin als 's Prin
sen verjaardag den 19en dezer maand onder
de tegenwoordige tijdsomstandigheden met
het anders gebruikelijke feestvertoon werd ge
vierd, werd' gisteren de verjaardag van Prin
ses Juliana met het traditioneel uiterlijk feest
vertoon van andere jaren herdacht. Geen ver-
lichtóngstukken vóór de departementsgebou
wen, waaruit ook niet de vlag was ontplooid
geen „kleine kermis" voor de jeugd en de
daarmede als vanzelf gepaard gaande drukte
op straat.
Maar ■desniettemin bleef 't vandaag toch
niet bij het vlaggen van toren en gemeenlege-
bouwen en gezantschapsgebouwen. Neen, er
werd vooral in de binnenstad van uit parti
culiere woningen druk gevlagd. En de school
jeugd had vrijaf
Op de registers van gelukwensching
met dén A*erjaarcfcvg van H. K. H. Prinses
Juliana, welke gisteren ten Koninklijken Pa-
leize in het Noordeindc, in het Huis ton Bosch
en tem Paleize van II. M. -de Koningin-Moeder
waren neder gelegd, werd zeer druk getee-
kend.
Te Haarlem overleed op bijna 77-jarigen
leeftijd de doopsgezinde emeritus-predikant en
letterkundige Jeronimo de Vries.
De heer Jeronimo de Vries heeft als predi
kant gestaan te Noord-eind van Graft, te Krom
menie, te Worraerveer en A'an 1872 tot 1908 te
Haarlem.
Als letterkundige is hii vooral bekend ge
worden als hoofdredacteur yau het tijdschrift
Eigen Haard en als schrijver van novellen.
Nederland en de oorlog.
Bommen naar een Amerikaansch
schip.
Te Rotterdam is aangekomen het Ameri-
kaansehe, met petroleum geladen stoomschip
Cushing, dat rapporteert op 51 gr. 45
min. N. B. en 2 gr. 30 min. Oosterlengte door
een Duitschen vliegen' met bommen te zijn
aangCA'allen, ofschoon het schip d$ Ameri-
kaanschc vlag droeg. Er werden twee bom
men naar het schip geworpen die geen
schade aanrichtten
Aangehouden schepen.
Sinds den 20en April wordt het Ned'er-
lar.dsche stoomschip Eendracht" der firma
Var» Gelder en Zonen, door de Engelschen
te Sheerness vastgehouden. De eigenaars
ontvingen een schrijven van den kapitein
die zegt omtrent de beweegredenen der aan
houding niets te weten. Het schip was ge
laden met tapdoca-meel yoor Amsterdam en
oud papier voor Velsen.
Men meldt uit IJmuidenï
Van de zeven te Hamburg opgebrachte
IJmuider treilers en waarvan er inmiddels 6
zijn vrijgelaten, is gisteren de eerste te IJmui-
den aangekomen. De schipper daarvan heeft
de juistheid van het "Wolff-bericht, waarbij
verklaard werd, dat de treilers Avaren opge
bracht, omdat zij in Duitschc wateren visch-
len, met de meeste beslistheid tegengespro
ken.
Hij was met nog 3 andere trawlers ais-
schende op 55° 10 N. B. en 7° 15 O. L., dat
was iets Zuid-Oostelijker dan de OA'crigc, doch
nog ver buiten het A'erboden vischAvater. Zelfs
werd de Liesbeh Betty, die nog wel 30 mijl
westelijker vischte, achterop gestoomd en ge
dwongen naar Cuxhaven op te stoomen. Toen
•d dén Nederlandschen consulairen ambte
naar gevraagd werd of inmiddels een nieuwe
grens getrokken Avas, werd geantwoord, dat
men zich te houden had aan de door de Ne-
cerlandsche regeering gegeven voorschriften
en uitgegeven kaarten. Wat de schippers ge
daan hebben.
Een der opgegeven redenen, waarom deze
trawler naar Hamburg moest stoomen, was in
derdaad dat het schip grijs geschilderd was
met zwarte merkletters en cijfers, wat in strijd
heette met de internationale voorschriften,
welke eischen: Avitte merkletters en cijfers, op
zAvarten grond. De schipper heeft dan ook zijn
schip, dienoA'ereenkomstig te Hamburg moe
ien overschilderen.
Een tweede reden voor het opbrengen was
he' verkeerd invullen van den naam van een
der matrozen op het uitklaringsbewijs. \oor
de overige schepen werden ook dergelijke futi
liteiten opgegeA'en.
Over de behandeling te Hamburg is men,
met uitzondering van die van het Nedcrland-
sche consulaat, waaroA'er met grooten lof en
dankbaarheid wordt gewaagd, zeer slecht te
spreken.
Van de 11 dagen tc Hamburg doorgebracht,
is men slechts den eersten dag als neutralen
behandeld. Dit klaarblijkelijk bij x-ergissing. of
omdat er nog geen orders waren. Van den
volgenden dag af werd men als krijgsgevan
genen behandeld, precies als de bemanningen
van twee opgebrachte Engelsche treilers. Een
van dien heide, uit Grimsby, lag reeds tc Ham
burg, toen de IJmuidertreilers aankwamen; de
andere was uit Aberdeen en werd later door
een Duitschc duikboot opgebracht.
Van de bemanningen mocht niemand meer
aan den wal dan de schipper, en dan steeds
onder toezicht van een militair, die politie
dienst aan de haven uitoefende en op vastge
stelde uren de schippers van en naar boord
geleidde tot het ondergaan van verhooren en
bet doen van de hoogst noodzakelijke inkoo-
Dcn. Alleen op schriftelijk \*erzoek met opgaaf
van redenen, werd dit gaan van boord toege
staan. Dc schippers mochten geen briefwisse
ling houden en onze zegsman, die op 12 April
dooi de welwillendheid van een genaturali
seerde, een briefkaart gepost kreeg nut slechts
enkele woorden er op, vernam hii aankomst te
JJmuidcn, dat die eerst den 2Sslen was aan
gekomen.
De verhooren werden door het Prisenge-
richt afgenomen een éénmaal door een Duitsch
oHicier. In het geheel zün de schenen 13 dagen
onder beslag geweest. De schippers hebben hun
uiterste pogingen moeten aanwenden om de
bemanningen kalm en rustig te houden, want
allen waren overtuigd, dat men zonder één
gel'" - motief \*an de ATijheid beroofd was. De
treilers waren reeds des Zondagmorgens door
torpedobooten onderzocht en na afteekening
A'an het iournaal A'rijgelaten.
Eerst later, na het bezoek van het lucht-
schin L 5 niet L 6 werden ze opnieuw
opgezocht en kragen toen bevel naar Cuxha
ven te stoomen. Bevestigd werd. dat daar, on
der het oog A'an hooge militairen, A'an A'er-
schillende schepen A'isch door soldaten van
boord werd gesleept. Tc Hamburg echter, waar"
drie schepen hebben afgeslagen, is daarvan
geen sprake geweest.
Goederenvervoer.
Men méldt uit Oldenzaal:
Gedurende Maart 1914 werden over Olden
zaal in locaal A*erkeer verA'oerd ruim 15 000
coll' bestelgoed, tegen 7000 colli in dezelfde
maand A'an dit jaar, tot een gewicht, dat in
dezelfde verhouding nog geringer was.
Duitschland A'oert OA'er Oldenzaal thans
«eer AA'einig aan goederen uit; de voornaamste
artikelen zijn manufacturen en confectie,
slechts een enkelen keer andere artikelen;
zoo passeerden dezer dagen 8 wagens koffie
van Bremen en ettelijke wagenladingen bier,
alles bestemd A'oor Amsterdam. Kalk, die an
ders geregeld uit Letwathe wordt aangevoerd,
toomt ook nie«t meer door. Orders van dit
artikel eijn sandls Februari niet meer uitge
voerd.
Van ons land worden nog naar Duitschland
outge\*oeind: boter, eieren, kaas, rivdiervisch,
bokking in kleine hoeveelheden, rotting,
groenten en katoen in groote partijen; voor
Sihüttorf o.a. dezer dagen een 100-tal wagen9
katoen, per S.S. naar Oldenzaal gebracht.
Door een hier gevestigde firma worden groote
partijen katoenen rakken vervaardigd en ge
legerd aan afnemers in Duitschland voor hel
vervoer van cement.
Uitvoer A'an aardappelen
Aangezien reeds gebleken is, dat een aan
de „Noordooster" ontleend bericht in de pers
betreffende den uitvoer van aardappelen, tot
misverstand aanleiding geeft, speciaal wat be
treft den aanhef, waarin gezegd wordt dat
eene spoedige opheffing van het uitvoerver
bod tegemoet kan worden gezien, deelt de
directeur van het Rijks Centraal Bureau tot
regeling A'an den uitA'oer A'an aardappelen
mede, dat van eene opheffing van dat1 uitvoer
verbod geen sprake is.
Een zeeslag?
Men meldt ons uit Den Haag:
Het gerucht van een grooten zeeslag, ont
staan door het feit, dat te Vlissingen onaf
gebroken kanongebulder is vernomen uit de
richting van het lichtschip Noord-Hinder, is,
bij onderzoeik gisterichtend in kringen waar
in men van zoodanig feit op de hoogte zou
kunnen zijn, niet bevestigd.
Inmiddels meldt men ons uit Hoek van
Holland, dat de beide stoomreddingsbooten
daar in gereedheid zijn gebracht om zoo noo
dig Roode Kruisdiensten te verrichten in ver
band met de geruchten omtrent een zeeslag.
Hevige brand tc Amsterdam.
Gistermorgen ongeveer half acht ontstond In
dc zaak van damesmodes „De Princes" op
Rapenburg te Amsterdam, een ernstige brand
die k naar de bovenverdiepingen oversloeg,
zoodat enkele der bewoners zich alleen kon
den redden door aan den achterkant uit de
ramen in het water der daarachter gelegen
gracht te springen. Met behulp van een
schuit werden ze uit hun benarde positie ver
lost. Het geheele perceel brandde uit
Omtrent de oorzaak van den brand verne
men wij nader dait deze ontslaan is in het
kamertje achter den winkel bij het koken van
theewater op een gasstel. De slang daan'an
sohijnl losgeraakt te zijn en den braaid ver
oorzaakt te hebben. Hei huis, dat geheel is
uitgebrand, werd bewoond door vier gezin
nen met 18 kinderen.
De brandAveer bluchtte met een stoomspuit
en drie slangen op de vechtwaterleiding den
brand
Marktberichten,
Eiermarkt te Zwollei
Aanvoer 160000 stuks.
Hoogste prijs f 4.75, Laagste prjja f 4.50
Gemiddeld f 4.25.
Stemming vlug.
Eiermarrkt te Wljhe>
Aanvoer 60000 stukz.
Hoogste prijs f 4.60. Laagste prijs f 4.—
Gemiddeld f 4.25.
Stemming vlug.
Van den Hak op den Tak.
(W eekpraatje).
Van een bijzondere uitvinding-, welke in de
geneeskunde van belang kan blijken te zijn, werd
dezer dagen melding gemaokt.
De Morning Post verneemt van haar corres
pondent in Kopenhagen
Een instrument, dat belangrijke diensten zal
kunnen bewijzen aan de chirurgie, is uitgevon
den door M. Schiern Friedricksen. Het stelt in
staat het inwendige van de maag te photogra-
feeren via den mond, zoodat dokters daardoor
de juiste plaats zullen kunnen bepalen van kan
kers, zweren, gezwellen en andere buikaandoe
ningen. Het instrument is beproefd en men zegt
dat het gunstige resultaten opgeleverd heeft.
Zoo blijft ten langen leste voor het Hebt der
wetenschap niets verborgen. Straks legt men
ons nog een toestelletje aan, om te ontdekken
wat er in hoofd en hart omgaat. Jongen, jongen,
dan zou er dikwijls wat raars voor den dag
komen I Verbeeld u, dat echtelieden de man
de vrouw en omgekeerd mekaar de harte-
kamer eens gingen inspecteerenDan zou het
er in menig gezin, waar nu schijnbare vTede
heerscht, alles koek en ei schjjnt te zijn, ge
ducht gaan spoken, want we weten
„Niet altoos is de liefde bestendig van duur."
De trouAveloosheid is zoo groot 1
Waar ook ontrouw mocht schuilen, niet in het
liefdevolle hart van de schrijfster van den vol
genden brief, dien een jonge vrouw schreef aan
haar echtvriend onder de wapenen en we over
namen uit het „Weekblad v. Rheden":
Ventjeliefl
In antwoord op je laatsten brief
Deel ik je mee, dat we allebei
Gezond maar arm zijn net als jijt
De reden, dat ik je niet schreef,
Is nietdat Tc niks meer om je geef 1
Wees maar gerust! Ik ben je vrouw
.En "k Arind geen man zoo lief als joul
Maar T< heb 't zoo druk, m'n beste Jan,
Dat -Tc haast geen uur meer missen kan,
Nou 'k jou verdiensten missen moet.
Al krijg ik Avat van 't Rijk vergoed
Is armoe troef dat snap je vent!
Wii waren 't ook zoo croed gewend t
En somtijds zit ik zóó ;n nood
Dan blijf ik op een halfje dood.
Voor gasten ben ik niet meer thuist
Er komt geen vleesch meer in m'n hufs.
Ons Keesje krijgt geen koekjes meer
En ook geen speelgoed ied'ren keert
Als jij den Duitschen keizer ziet
Of zie je 'm aan de grenzen nietP
Vraag dan eens of *k er op kan rekenen,
Dat hij den vrede gauw zal teekenen.
Hij doet het waarli'k niet "te vroeg
En onsterflijk is hij al genoeg'.
T< Heb hooren zeggen van met Melt
Als dat maar waar is, ben ik blij 1
Je vraagt hem maar, wat er van an is
Of dat ie soms nog meer van plan ist
D'r hangt bi? Peek een keurig pakje
Zoo'n lief, klein broekje met een zakje.
Wat zou dat Keesie snoez'g staan t
Maarwaar haal ik het geld van daan PI
Van armoe zal *k gauw alle degen
M'n beste kleeren moeten dragen.
Ik heb al loopen prakkezeeren
Hoe kom ik toch aan nieuwe kleeren ?1
Je moet niet denken, dat ik klaag
Tc Heb net zoon goeien dag vandaag.
Ik dacht zoo bij mezelf't Is schande
Een wijf met zulke flinke handen
Eén kindje en een kleinen boel
Een kast, een tafel en een stoel
Een beetje naaiwerk, dat is al,
En verder doe ik niemendal
Toen heb ik eind'lijk zonder schromen
Uw Weekblad in den arm genomen
Ik schreef een advertentie gauw*
„Een held re nette, jonge vrouw
Vraagt zeer beleefd een wasch aan huis,
Gestreken en versteld incluis 1"
En b'eve hemel, wat een zegen
Vijf brieven heb T< er op gekregen.
Vijf wasschen heb ik, lieve Jan:
Tien gulden schoon verdien Tc er an!
Eén advertentie 't kost geen geld
Verbeeld je zelf maar opgesteld!
Wel, Jantjelief, tvat zeg je nou?
Heb jij geen knappe, rijke vrouw?
Ik spartel toch maar aardig rond
En voel me meer dan ooit gezond-
Met Pinksteren wordt je thuis verwacht,
Dan wordt 't gemeste kalf geslacht!
Van mij en Keesje 'n dikke zoen
We zullen 't mondeling overdoen!
Ik sluit hierin van mij en Kees
Een klein portretje „druk-op-de-knop.w
Ik zal maar hopen, dat het lijkt,
En dat je er 's avonds trouw naar kijkt.
Tc Hoop, dat je dien gezond ontvangt.
Je Saar, die erg naar je verlangt.
Niet waar. dat is één en al teederheid en
oprechte liefde.
Het is drommels moeilijk om iemand goed
te leeren kennen. Menschen, die jarenlang dag
aan dag met elkaar hebben omgegaan, zijn dik
wijls voor elkaar nog als een gesloten boek.
„Het oog is de spiegel der ziel", heet het. maar
och. die spiegel bedriegt zoo vaak.
Wilt ge iemand leeren kennen uw vriend,
uw echtgenoot(e) bespied hem of haar in
den slaapIn enkele minuten leert ge hem of
haar beter kennen dan anders in jaren, 't Was
Frits Züricher, een Duitscher, geïnspireerd door
de vraag, eenmaal door een wijsgeer opge»vor-
pen„Hebt ge uav vriend wel eens slapende
gezien? Zijt ge daarvan niet geschrikt?", die
daarop voortborduurde en onder meer aldus
schreef
„Be heb eens gewaakt aan het ziekbed van een
vriend. Ik zag hem na lange pijnen inslapen.
Tot ver in het droomenland volgde ik de uit
drukking van zijn gelaat. Alle uitdrukkingen
zag ik achtereenvolgens over 2iin gelaat trekken.
Ik was ontsteldhet jaren lang zien van waken
den had mij niet zooveel van een gelaat laten
lezen, als dit ééne uur. terwijl mijn vriend sHep.
De slaap komt de voorhang der wimpers
valt het stuk.is uit- Neen, integendeel, het
stuk vangt eerst aan. wanneer de voorhang der
wimpers valt. Het is het andere stuk. De oogen.
de glinsterende komedianten, die overdag het
tooneel, dat is het gelaat beheerschten.
ze zijn echter verdwenen. En wij kiiken nu
zeiven achter de coulissen van een mensch
Wat nu, na het uitdooven van het voetlicht, nog
over het tooneel van zijn gelaat trekt. dat Is
de waarheid en draagt geen schmink. Afge
vallen is de toga der groote gebaren, het aan-
geAvende lachje is verdwenen, versmolten is de
trotsch aangeleerde geslotenheid dc ziel ligt
bloot. Al het teruggehoudene gaat nu o\rer het
gelaat. Mild en zacht, duister en heldhaftig, vlak
en ledig, de een zoo, een ander Aveer anders.
De slaap heeft het masker van het gelaat ge
nomen.
Ik reisde eens door Italië. Een kunstenaar
zat tegenover me, en zim vrouw was naast hem
gezeten. Hij ging druk tekeer over de heiligheid
der kunst en de eeuwige frischheid van haar
jeugd. Zijn oogen glansden daarbij, en schenen
zijn gelaat te verhelderen. Zijn vrouw bleef
zwijgen. Ik gevoelde medelijden voor den kun
stenaar. die verbonden was aan zulke een zwij
gende en gesloten levensgezellin. Daarna trein
den wij door de Campagne. Het was warm, eil
het tweetal tegenover me sliep in. De slaap
nam de bedriegelüke dagsluiers van beider ge
laat weg. Het gelaat van den kunstenaar ver
toonde zich nu met een breeden mond, waarin
de groote gele tanden steken, de Avangcn hingen
slap, en heel het gelaat droeg het karakter van
leegheid. Ik schrikteWelk een verwoest ge
laat
Het gelaat van zijn vrouw echter kwam mij
lieftallig voor, en langzaam ving het gevoel, dat
zij niet geuit had bij haar waken, aan, zich
daarop te weerspiegelen.
Slapende gezichten ziin openbaringen. Tracht
niet des daags het gelaat van uw vriend te be
grijpen. Den blik daarop terwijl hij slaapt,
en de voorhang des levens is weggenomen."
Wij hadden het streks over het „oog", als de
spiegel der ziel. Over het oog van den mensch
willen we hier nog iets zeggen. Weet ge wel.
dat een stadsmensch een ander oog heeft dan
een buitenman Ik bedoel niet. dat het oog van
den eerste anders is samengesteld, maar de
stedeling ziet, door zijn grootere oefening van
het gezicht, anders en andere dingen dan een
buitenman, en omgekeerd. De stad^mensch
overziet duizenden dingen en mogelijkheden,
trekt de noodige besluiten, regelt zijn gedra
gingen er naar. verhaast of verlangzaamt den
pas, alles in een enke'e minuut. Hij kent den
loop der trams, herkent de ziine aan het Hcht,
weet of 't vertrekkende of naderende is. ook
zonder het roode licht te zienhij heeft allerlei
oriënteeringspunten die hii-onmogelijk beschrij
ven kanhii beoordeelt de dichtheid van een
menschenstTOom.
Menschen die pas ven buiten komen, gedra
gen zich heel anders. Zij staan duizend angsten
uit in een groote stad en wijken of belachelijk
ver uit, of laten zich haast overrijden. In de
drukte aan een station staan ze geheel ver
keerd, zij weten er geen weg en wat de stede
ling in 't voorbijgaan waarneemt, daarvoor moe
ten zij stil staan en studie maken.
Dotzelfde geldt ook voor het inkoopen en het
bezien van winkels. Met een enkelen blik over
ziet de stedeling een uitstalling, hij Aveet pre
cies, waar datgene staat of hangt of ligt, dat van
zijn gading isde buitenman heeft er een half
uur voor noodig. Dat komt miet doordat de een
intelligenter is dan de andere, het is louter een
kwestie van oefening
Daarentegen is de stedeling veel minder sterk
in het herkennen van menschen, die hij maar
even gezien heeft. Hij ontmoet zooveel gezich
ten, dat het hem onmogelijk is ze alle te ont
houden voor den buitenman is een onbekende
een merkwaardigheid, die goed opgenomen
wordt. Bij getuigenverhooren enz. komt dat
vaak uit en het „confronteeren" heeft hoe lan
ger hoe minder resultaat. De stedeling heeft
een scherp gezicht voor alles, waarbij hij belang
heeft in zijn stadslevenmaar komt hij buiten,
dan trekt hij aan 't kortste eindhij meent, dat
alle boeren en boerinnen er gelijk uitzien en
hij ziet ternauwernood onderscheid tusschen de
eene koe en de andere, zeker niet tusschen het
eene paard en het andere. Hij begrijpt er niets
van, dat een boer zijn paard herkent tusschen
veertig andere. Van afstanden meten op het
oog heeft hij geen begTip, terwijl hij toch in de
stad met wiskunstige zekerheid tusschen aller
beweeglijks door laveerde.
KEUVELAAB-