DE EEMLANDER".
Zaterdag 8 Mei 1915.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
HERTESTEIN
13de Jaargang
Uitgevers: 'VALKHOFF Co.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Uit de Pers.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
Pet 8 maanden voor Amersfoort f
Idem franco per post
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) -
Afeonderlijko nummers O.©».
Dezo Courant versohijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Feestdagen.
Advertentie n gëlieve men liefst vóór 11 uur, familie*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER AD VERTENTIËN:
Van 15 regels.» f 0.50.
Ellco regel meer 0*10
Dienstaanbiedingen 25 cents by vooruitbotaling.
Groote lettors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bostaan zeer voordoeligo bepalingen
tot het herhaald advertoeron in dit Blad, bij abonnement.
Eene circulaire, bevattonde de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegozonden.
Kameroverzicht.
Eerste Kamer.
Vergadering \ua rijuag 7 Aici.
Aan de ordo is liet ontwerp Oorlogszeeon-
gevaltenwet 1915.
De heer De Gijselaar (A.-R.) meent,dat
meei- zal moeten worden gelet op de draag
kracht van de reieders dan op do toniienmaat
dor ischepen.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel, die heer Posthuma, belooft mot do
opmerking rekening te zullen houden.
De Oorlogszeeongevalllenwet wordt z. h. s.
aangenomen.
Wijziging art. Ill van het Regeerings-reglc-
ment.
Intrekking van art. 56 Regeerings-regle-
ntent.
Beide z. h. s. aangenomen.
Te 11 uur 25 min. sluit de Voorzitter de
vergadering tot nader bijeer.roeping.
Tweede Kamer.
Vergadering van Vrijdag 7 Mei.
Aan de orde is het wetsontwerp lot aanvul
ling en verhooging van het VlIIstc hogfdstuk
der Staatsbegrooting voor 1915 (Buitengewoon
Oorlogscrediet van 30 millioen) en tegelijk
daarmede de motie van orde van den heer K.
ter Laan, luidende:
De Kamer, van oordeel, dat opzettelijke be
lemmering van het politieke leven door mili
taire autorilèilen door den aard der buiten
gewone omstandigheden niet geboden en dus
ontoelaatbaar is, noodigt den heer Minister
van Oorlog uit tot de betrokken autoriteiten
een aanschrijven tc richten, waarbij -wordt
aangedrongen op handhaving van het recht
van verecniging en vergadering en op eerbie
diging van de vrije keuze van bladen en ge
schriften bij de dienstplichtigen en gaat over
tot "de orde van den dag; benevens een wets
ontwerp tot bestendiging van den slaat van
beleg.
De heer Ter Laan (S. D., Den Haag)
merkt op, dat de Regeering de taak der Ka
mer niet gemakkelijk maakt, doordat zij haar
de inlichtingen onthoudt, waarop ze aan
spraak mag maken. Spr. moet komen met een
groote reeks van critische opmerkingen be
treffende het beleid der Regeering en van
den opperbevelhebber. Ilij maakt evenwel
vooraf de opmerking, dat hij daarmede niet
den indruk wil wekken, alsof in het leger
niels goeds zou zijn. Tot zijn critiek komende
bespreekt hij eerst de quaeslie der verloven.
Met genoegen conslaleerl hij, dat de land
bouwverloven heler geregeld zullen worden,
opdat de oudere landwcerl-ichting binnenkort
naar huis zal worden gezonden. Spr. dringt er
evenwel op aan, dal ook het kader van de
Lichting met verlof zal worden gezonden. Nog
liever zag hij de drie oudste lichtingen met
verlof gaan, omdat de Minister toch de be'
schikking heeft over de militie-lichtingen
1915 en 191G. Voorts vraagt spr. of het niet
mogelijk is het 26ste Landweer-bataljon
(Zaandam), dat nog aan de grens ligt, in de
nabijheid van de woonplaats der mannen
werkzaam te stellen.
Indien het niet mogelijk is de drie oudste
Landweeriichtiingcn naar huis te zenden, zou
hij den voor het 26ste bataljon gevraagden
maatregel op die drie geheele lichtingen wil
len zien toegepast. Daardoor zou veel ont
wrichting van het economisch leven, veel
achteruitgang van zaken kunnen worden
voorkomen. Verder klaagt. Spr. over inhou
ding van verlof als bijkomende straf, wat on
danks de belofte des ministers dag aan dag
gebeurt tot schade van den geest in het leger
en over de regeling der Zondagsverloven,
welke zeer ongelijk en onpractisch is. De huis
vesting van de troepen was z. i. op sommige
plaatsen onvoldoende. Spr. keurt voorts af te
veelvuldig opgelegde provooststraf, waardoor
verbittering wordt gewekt. Vervolgens be
spreekt hij de minder doelmatige voeding in
lal van kampementen. I's het nu niet mogetijk
dat de militairen anders worden ingekwar
tierd dan in dc schoolgebouwen? Degenen,
die voorts ondersleuning ontvangen, zou Spr.
van het betalen van belasting willen zien vrij
gesteld. Eindelijk uit Spr. cenige klachten
betreffende (le ziekenverpleging in het leger.
Spr. weet, dat de dienst der geneeskundigen
in het leger moeilijk iö, daar er veel simulatie
voorkomt, doch er hebben zich gevallen voor
gedaan, dat de geneeskundige den patiënt niet
eens had onderzocht. Een dier patiënten is
zelfs overleden. Geeischt moet worden, dat
de ziekendienst goed is. Nog andere gevallen
van onvoldoende verpleging worden door
Spr. uitvoerig geschetst.
De Voorzitter wijst er Spr. op dat de
tijd, waarover de spreker over een begrooting
beschikken mag, reeds meer dan verstreken
is. (Gelach).
De heer Ter Laan is dal niet met den
Voorzitter eens, dat hij zijn rede niet zou mo
gen voortzetten, daar hier tegelijkertijd bo
vendien aan de orde zijn een motie en nog
een ander wetsontwerp.
De Voorzitter verklaart, dat de heer
Ter Laan dan thans zal moeten overgaan tot
het bespreken van de motie. (Tumult).
De heer Ter Laan verklaart aan dezen
wenk niet te kunnen voldoen. Indien een an
der dan Ilij zelf aan het woord was 20U hij
voorstellen den spreker nog langer aan het
woord te laten.
De heer L i e f t i n ck: Drukken en rond-
deelen.
De Voorzit ter verklaart te moeten voor
stellen den spreker het woord te ontnemen.
Na de pauze geeft de Voorzitter het
woord aan den hoer Ter Laan tot het
bespreken van zijn motie. Deze bespreekt een
geheime circulaire van den opperbevelheb
ber van land- en zeemacht eli de toepassing
daarvan in versthüLeiidc plaatsen. Spr. wijst
er op, -dat geen enkele «Meeting der S. D
A. P. tot ondermijning van de krijgstucht
heeft aangezet. Toch wordt tegenover de
verschillende politieke partijen zeer verschil
lend opgetreden en wordt er met twee ma
ten gemeten. De christelijke tehuizen voor
militairen genieten sympathie en steun van
autoriteiten, de socialistische Piet. Met tal
van voorbeelden licht spr. dit nader toe
De overrroote meerderheid der commandan
ten heeft zich niet schuldig gemaakt aan
hot verbod van verspreiding van H e t V o 1 k.
Doch een uniforme regeling beslaat niet. De
soldaten van verschillende godsdiensten en
politieke overtuigingen gaan goed met elkan
der om. Laat dan ook de minister geen on
derscheid maken. Als nazaten van de oude
geuzen hebben we to handhaven de vrijheid
van gedachte.
De heer Beumer (A. R.) bestrijdt de motie-
Ter Laan. die hij onaannemelijk noemt. Spr.
beweert niet, dat de S. D. A. P. zich in de
mobilisatiedagen aan anli-militairislische
propaganda heeft schuldig gemaakt, doch in
de motie ziet Spr. een anti-militairistische
strekking. Spr.'s bezwaren tegen de motie zijn
niet alleen van fonneelen aard. Indien in de
motie de Minister werd uitgenoodigd een an
der standpunt te overwegen, zou de zaak er
gansch anders voorstaan. Doch deze motie
heelt con scherpe strekking en betreft een
zaak door den Minister herhaaldelijk gewei
gerd. Deze scherpe motie en haar scherpe toe
lichting brengt wellicht emotie en amotie. (Ge
lach). Aan de motie zal spreker zijn stem dus
niet geven, al meent hij dat dergelijke ver
bodsbepalingen met de uiterste voorzichtig
heid moeten worden toegepast.
Anders toch kan in het leger een ontstem
ming ontstaan die zeer te betreuren zou zijn.
De minister van Oorlog stelde zich reeds op
iicl standpunt dal er geen enkele reden was
om van de tot dusver gevolgde handelwijze
in deze dagen af te wijken. Spr. zou zeggen er
is wel reden in deze abnormale tijden om van
standpunt 'le veranderen. De minister keurde
;il éc aiotiveering van het verbod tot het be
zoeken van een vergadering tegen de oorlogs-
leening in den Hcdder, een vergadering, die
door den minister van Financiën, Mer in de
Kamer, ais het vertrouwen in de JRegcering
ondermijnende, scherp werd afgekeurd. D*»
minister van Oorlog plaatste zich toen reeds
op een breed standpunt.
De heer van Nispen tol Sevenaer
(R.-K.) (Rheden) brengt ter sprake een spe
ciaal onderwerp dat niet rechtstreeks in de
sliukke.n is behandeld, doch den minister be
kend is. Het betreft de belangen der veehou
ders. Binnen twee duizend meter van de
?rens mogen in verscliiliende provinciën geen
vee en paarden in de wei komen. Talrijke
adressen zijn deswege bij den minister inge
komen. daar hehngti^benden zeer van dit
verbod te tijden hebben. Veulens toch kunnen
niet groeien als ze altijd in den stal blijven
en de vruchtbaarheid van de merries wordt
er zeer door geschaad. Spr. meent dat een
scherper toezicht van landweermannen aan
dc grens tot stand zou komen indien gebni..
gemarkt werd van miliciens afkomstig uit de
streek zelf
De heer Otto (U.-L.) bespreekt allereerst
dc salarieering van dc commiezen der poste
rijen en telegrafie, die ziuh beschikbaar heb
ben gesteld als reserve-officierZe hebben
zich verbonden op voorwaarde dat hun sala
ris zou doorgaan. Sedert is echter oin de
accumulatie van salarissen le voorkomen, be
paald dat hot burger en. militair salaris van
elkaar worden afgetrokken, al naar 't een
grodter is dan 't antfer. Nu wordt bij de be
rekening geen rekening gehouden met de
toelagen. Wat de motie-ter Laan betreft wijst
spr. erop, dait alles wat daarover gezegd
wordt over het hoofd van den minister heen
üaal en feitelijk gericht is tot de commandan
ten die vergaderingen of bladen verbieden.
Vreest men opstanden van dergelijke verga
doringen? Er wordt wat geapplaudisseerd en
daarbij blijft het en hel verbieden van zoo'n
vergadering doet door de ontstemming die
het wekt meer kwaad dan het doorgaan.
Voorts schetsf spr. met welsprekende cijfers
het verloopen der ontwikkelingscursussen
voor mililaüdcn. Aan allerlei omstandigheden
is dat te wijten. De voornaamste is wel dat
de militaire autoriteiten het belang dier cur
sussen niet inzien cn niet voldoende steunen.
Lange marschen, avonddiensten cn nacht
diensten belemmeren het deelnemen aan die
cursussen. Jongelui van een gymnasium volg
den cursussen van hun leeraren om een staats
examen af le loggen. Eeai adres was oorzaak
dat de vrije Zaterdagen en Woendagen waar
op de lessen werden gegeven werden inge
trokken. Straft men daarmede niet de cuders
en de maatschappij Soms werd wel vertol
gegeven tot voetbal in de diensturen, doch
niet tot cursussen. Voorts betreurt spr. dat
dc leermiddelen onvoldoende waren. Hon
derd vijftig millioen werd beschikbaar gesteld
voor het parool „houden van het leger",
waarom niet f 10.000 voor de leermiddelen?
Spr. wijst op de waarheid van het oude
spreekwoord „(ledigheid is des duivels oor
kussen". Waarom zou men die cursussen niet
rekenen als bekoorende tot den dienst? Drang
diende van de commandanten uit te gaan op
do manschappen om aan dat onderwijs deel
tc nemen. Het antwoord van den minister in
het voorloopig verslag noemt spr. ontmoedi
gend. Indien er oorlog was zou niemand spre
ken van cursussen, doch er is geen oorlog.
De heer D e J o 11 g (U.-L.) betreurt dat van
het reservekader zoo goed als niets terecht
gekomen is.
Spr. bepleit een betere opleiding voor dit
kader.
De heer Scheur er (A.-R.) meent dat
eerst na den oorlog critiek mag worden ge
oefend. Thans dient men een afwachtende
houding aan te nemen en de Regeering te
steunen. Afbrekende critiek wenscht spr. niet
te leveren wel op te bouwen. Nederland ver
keert toch nog altijd in een crilieken toestand
Men went echter meer en meer aan den toe
stand en vergoot het gevaar. In de eerste
pLaats bespreekt hij den geest in het leger, die
over het algemeen goed is. Een vriendelijk
woord cn goed voorbeeld van officieren en
onderofficieren lean op de minderen zeer veel
invloed oefenen. Spr. meent dat maatregelen
di'cnctn te worden genomen om aan al dat
geschrijf aan het ministerie van Oorlog ©en
einde te maken. Na de mobilisatie d'ient een
rapport over de werking van den geneeskun
digen dienst te verschijnen. Voorts wenscht
spr. dc hurgelijke geneeskundigen, die zijn
opgeroepen, den rang van kapitein te geven.
Wait verloven betreft, spr. kan zich zeer goed
''er. toestand voorstellen dat ons leger plotse
ling naar België moet. Ons leger is gemobili
seerd en dc natie heeft dien toestand te dra
gen. In elk geval is de toestand hier nog veel
gulnstiger dan in de oorlogvoerende landen.
Van het reservekader is spr. een vurig voor
stander; hot moet meer kunnen presteer en dan
thans. Ook spr. bepleit een betere opleiding.
Daarin dient meer vastheid te komen. Spr.
komt op tegen het vele vloeken en de gods
lastering in het leger. Christelijke mannen
hebben het recht dat ook hun overtuiging
worde geëerbiedigd. Dengenen die een goed
voorbeeld gevtn door beschaafd optreden
brengt spr. hulde en ddnk. Het is geen gunst
die spr. vraagt maar een recht.
De vergadering wordt gestaakt tot Maan
dag half twee.
Verdedigingspark Hembrug.
Het lid der Tweede Kamer, de heer Du ijs,
heer, naar aan de T e L wordt gemeld, aan den
minister van Oorlog de volgende schriftelijke
vragen gericht:
1. Is het den minister van Oorlog bekend dat
door den commandant van het verdedigings
park aan de Hembrug werd bepaald, dat aan
arbeiders, werkzaam aldaar, voor Zondagsarbcïd
niet 100 maar 60 extra-loon zou worden
betaald, en dat de arbeiders, die weigerden dien
arbeid te verrichten, door dezen commandant
werden ontslagen?
2. Is de minister met ondergeteekende van
oordeel, dot hierdoor door den commandant is
gehandeld in strijd met de bestaande voor
schriften?
3. Is de minister bereid een onderzoek naar
een en ander in te stellen en eventueel het hier
gepleegde onrecht te herstellen door herplaat
sing dezer arbeiders en vergoeding der loom
derving, respectievelijk maatregelen te nemen,
dat ook door dezen commandant de bestaande
voorschriften worden nageleefd?
De verwerping van het wetsontwerp
tot wijziging van de wet op de
vermogensbelasting.
Do Kamerovcrzichlschrijver van de N
R o 11. C t. maakt o a. de volgende opmerkin
gen:
„Toen men de heeren hun bezwaren hoor
de te berde brengen, leek het wel of er nog
nooit een belasting-ontwerp voorgesteld
was, zoo dwaas en zoo onrechtvaardig, als
het gisteren aanhangige. De fouten van do
bestaande regeling werden vergeten, of weg
geredeneerd, en men had nog slechts oog,
niet voor de verbeteringen, die het ont
werp zou kunnen brengen, doch uitsluitend
voor de moeilijkheden onoverkomenlijke
moeilijkheden, als men de heeren vernam,
met den heer van den Biesen vooraan, die
het er dik oplei, naar zijnen aard die uit
het nieuwe ontwerp zouden kunnen voort
vloeien. Dan stemden ze, en ze stemden te
gen."
De voornaamste bezwaren in de Eerste Ka
mer tegen het wetsontwerp tc berde ge
bracht. waren aldus zet de overzichtschrij
ver uileen van drieërlei aard. Tweeërlei
soort hield met het ontwerp verband en dc
derde viel gansch en al er builen:
„Om met deze laatste te beginnen: men
wilde van dit ontwerp niet weten, voor men
*s ministers plannen tot belastinghervorming
in zijn geheel kon overzien. Maar niemand
de minister legde daar terecht nadruk op
wees aan, in welk opzicht nu eigenlijk
d i t ontwerp met die komende belostingher*
vorming verbond hield. Het bezwaar leek ons
dan ook meer pour le besoin de la cause ge
vonden.
De beide andere hoofdbedenkingen hiel
den direct met het ontwerp verband. Het
eerste kwam uit den agrarischen hoek:
angst, dat de boeren met de nieuwe aangif
te van de waarde van onroerend goed (schat
ting van de verkoopwaarde) verlegen zou
den zittenangst ook dat de grondeigen
dom te zwaar zou worden belast, een argu
ment, dat de heer Van Nierop met cijfers
weerlegde. In verband hiermede kwamen
don de schrikbeelden naar voren van bos-
schen en buitenplaatsen, die zouden worden
geraseerd.
door
SOPHUS BAUDITZ.
Uit het Deensck vertaald.
62
Fanny, <lie iets van het gesprek had opge
vangen, vroeg den dramaticus, of hij zijn stuk
nie'. in „dc vrije schouwburg" opgevoerd kon
krijgen, maar hij antwoordde op een spotten
de», biilercn toon; „Vrije schouwburg! Er is
geen vrije schouwburg nier in dit laudl Die.
welke zich vrij noemt heeft ook mijn werk
verworpen, ik ben den plebejers al le driest
le realistisch."
„Er is eigenlijk geen vrijheid hier in het
land," zeide de candidaat Petersen. „Het wei
nige dal wij hadden is weg, al het goede ver
dwijnt langzamerhand."
„Ja," zeide oom Hcinrich en knikte instem
mend, „de keizerinncperen worden elk jaar
zeldzamer, tot er ten laatste geen meer ziin.
Deze -opmerking trok de algemeenc aan
dacht en werd beschouwd als een diepzinnig
symbolisme, zoodat Petersen dadelijk de op
merking in zijn zakboek noteerde en Fernando
ViUerup aan den anderen kant van oom Hein-
ric' ging zitten, zoo dicht bij hem als twee
parkieten die ter ruste gtan.
„Och ja." zuchtte de kUinc symbolist met
zijn o ogen rollend, „men moest natuurlijk re
kening houden met den smaak van het intel
ligente gepeupel en een populair boek schrij
ven."
„Hebt gij „de graaf St. Armand" gelezen.?"
vraagt oom Heinrich.
„Neen!"
„Ik ook niet. maar de meester zegt dat het
zulk een interessant boek is, de graaf moe1
zoo edel zijn."
„Ik haat het edele, evenals ik het populaire
haat," kreunde de symbolist. „Een populair
boek schrijven dat de heele wereld leest, kan
iedereen, als hij lust heelt, maar voor de uit
verkorene» te schrijven, dat is het ideaal!"
„Maar daar komt men niet ver mede,"
bromde Nielsen Munkegaard.
„Neen. daar hebt gij gelijk inl Aan wie geeft
men legaten en reisbeurzen? Aan hen die
reeds iets gepresteerd hebben en daardoor
getoond dat het voor hen niet noodig was om
nieuwe indrukken te krijgen 1 Maar wij, die
nog niets presteerden, zoodat men kan denken
dat er iets in ons steekt, wij die er ons zeil
niet toe kunnen brengen in den tredmolen
van den tijd te loopen om vaste prozaïsche
inkomsten te zoeken, vrij worden buiten ge
sloten 1"
„Och, ga nu niet onder den treurwillg zit
ten uw eigen asch begietenI" zeide Frits,
die mei eenige flesschen in den. arm binnen
kwam. „Hier is schuim!"
„Waar hebt je champagne vandaan ge
haald?" vroeg tante Rosa.
„Ik vond een restanlje in den kelder," ant
woordde Frits, met een poging tot een glim
lach. „Het is niet de moeite waard iets te be
waren, alles is toch op!"
Er werd rondgesclionken. Petersen groette
Fanny met zijn glas cn zeide: „Ik ben zeer
gevleid dal de freule een onzer aboané's is?"
„Ja, ik ben sedert oen half jaar op uw tijd
schrift geabonneerd," antwoordt Fanny terug
houdend.
„Wij kunnen er ons in hel algemeen op be
roemen de vrouw, de jonge vrouw aan onze
zijde le hebben," gmg Petersen voort. Jonge
meties lusschen vijftien en achttien jaar zijn
onze voornaamste steun, zij abonneerden zich
in den regel niet op „Faublas". dat durven
zij niet, maar zij koopen het, zij lezen, het en
zij worden geëmancipeerd. Godsdienst, moraal
cn vaderlandsliefde, zijn kwalen die..."
„Ja, wat drommel!zeide Peter Hals, die
tot nu toe had gezwegen.
„Och, het cathoiicisme is waarlijk ook niet
kwaad uit een oogpunt van kunst beschouwd."
zeide Nielsen Munkegaard. die de laatste vijf
minuten op vrij hinderlijke manier, Fanny
met de oogen had verslonden.
„Ik zou wel eenige der verleidingen van
den heiligen Antonius willen beleven," viel
Petersen in.
„En het Buddhisme!" kreunde de symbolisi.
„Ilct groote alles, het groote niels, subliem!
Het Buddhisme is als bloemengeur, bedwel
mende, met kleuren verzadigde bloemengeur,
als een oneindige orchidee, de heilige bloem
der decadenten! Och, wat een geur heeft een
exotische orchidee, men kan ze ijiiken door
de ramen van Dina Sekuldt heen. Zij ruikt
lichtlila met een tikje wufte melancholie!"
„Ruikt die lila?" vroeg tante Rosa en tiet
het breiwerk zakken, drommekatersl Naar
welke kleur ruikt de mesthoop dan?"
Fernando Villerup kon die vraag niet be-
Een bekende bloemenwinkel in Kopenha
gen. (Vert.)
antwoorden, want de dramaticus, die steeds
oom Ileinrich warm had gehouden, sprak nu
zoo luid dat hij dc algemeenc aandacht trok.
„Wat zou het eigenlijk geven ais mijn stuk
werd gespeeld," zeide hij. „Wie zou het kun
nen spelen?"
„Mevrouw Heiberg is dood," merkte oom
Ileinrich op.
„Och, mevrouw Heiberg, zij werd veel te
veel in de hoogte ^gestoken! Er is niemand,
bepaald niemand hier in ons Jand, die begrip
heeft van natuurlijk acteeren. Mijn stuk moet
gespeeld worden met de handen in dc broek
zakken, geblaseerd, zonder energie zooals de
tijd is, en de replieken moeten niet worden
uitgeschreeuwd, zij moeten knorrig, met in
spanning, halfluid gegeven worden, zoodat
men hoort dat het den sprekenden reeds ceu
inspanning is om den mond open te doen."
„Wij waren gisterenavond in de comedie."
zeide oom Heinrich, die meer en meer opge
wekt werd, toen hij voelde dat er notitie van
hem genomen werd. „Wij zijn in het paarden
spel te BocLholt geweest!
„Dal is ook veel amusanter dan gewone
comedie," zeide Nielsen Munkegaard. „Daar
z:'n ten minste vormen en kostuums".
„Ja de vrouwelijke kleeding van den tegen
woordige» tijd, misschien met uilzondering
van wiclrijkosliiums, is vervelend," zeide Pe
tersen. „Wil men in onzen lijd de vrouw in
een flatteuse lijst zien, dan moet men haar
zoeken in het paardenspel of in de variétés
Ik dweep met de empirekostuums!"
„Zoo, doet gij dat!" antwoordde tante Rosa.
Een begaafde, door de vorige generatie
zeer hoog geschatte actrice. (Vert.)
„Gij zoudt zeker gaarne de meisjes willen zien
loepen met bloote armen cn kort japonlijf,
maar dank den hemel, dat gij u niet in kor'o
broek behoeft te vertooncn, dat zou zeker
een mooi stel bccnen zijn!"
„Uw tante is bepaald origineel!" fluister da
Petersen. Frits toe.
„Och ja. kunt gij haar niet in uw romans
gebruiken?"
„NeRi, ik schrijf geen historische romans
eli in andere is zij onmogelijk! Maar uw oom
is ook niet van gisteren!"
Ilij! hij is idioot!"
„Zoo, hij is waarlijk dc wijste van u allenj
Gaan de dames reeds opbreken?"
Tante Rosa en Fanny wenschlen goeden
nacht en oom Heinrich kreeg een wenk om
nn ae te gaan.
Toen Fanny de hand gaf aan Nichen Mum
kegaard, keek hij haar zoo vurig aan, dat zü
onwillekeurig dacht aan den blik van Bro en
vlug trok zij haar hand. terug en haastte zich
tiaar binnen.
„Het ziin zeer interessante menschen.*'
zeide oom Ileinrich.
„Vindt gii," antwoordde tante Rosa. „Weet
gij wat ik vind? Zij moesten op het veld wor
den gebracht en als mest in den grond gestopt,
dan wtren zij hun vaderland tot eenig nut
Goeder*. nacliU"
Wordt vervolgd*