buitenland. „DE EEMLAN DER". Donderdag 10 Juni 1915. FEUILLETON. ü3de Jaargang Bureau: UTRECHTSCH EST RAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. Uitgevers: VALKHOFF Co. Politiek Overzicht De oorlog en de Balkan- staten. E L I Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. v i" ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden voor Amersfoort e» f Idem franco per post B H?* Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - O.IO* Afzonderlijke nummers O.Oo« Deze Courant versohynt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Advertentiën geliove men liefst vóór 11 uur, familie* advertenties en boriohten vóór 2 uur in te zenden. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 regels». f 0.30» Elke regel moor «0.10 Dienstaanbiedingen 23 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeor voordeelige bepalingen tot het herhaald advorteoron in dit Blad, bij abonnement. Eone circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Het beeld van de „viel umworbene Braut", dat wij gisteren met het oog op Bulgarije ge bruikten. kan op meer Balkanslaten worden toegepast. Vooral op Rumenië. Sedert maan den reeds zijn met Rumenië onderhandelin gen gevoerd, om het te bewegen zijne onzijdig heid in den wereldstrijd prijs tc geven. Er is zeii's beweerd, dat Italië cn Rumenië hand in hand gingen en gelijktijdig aan de actie zou den deelnemen. Dat is niet gesahied; Italië heeft zijne overeenkomst met de triple-entente alleen gesloten en Rumenië heeft zich nog vrij gehouden. Maar de intrede van Italië in den oorlog is a oor de triple-entente eene nieuwe aansporing geweest om haren invloed bij Rumenië aan le jenden en te trachten door nieuwe voorstellen dit land voor zich te win nen. Wat zal Rumenië doen? Het is nog niet mogelijk op die vraag antwoord te geven. De toestand in Rumenic komt tot zekere hoog te overeen met dien in Italië. In beide landen regeert ccne oligarchie. Die heeft in Rumenië gedurende vele jaren zich zeer goed kunnen winden in een bondgenootschap met de cen trale mogendheden. Tot dusver-is de meerder heid in de" besturende kringen trouw gebleven aan de politiek, die het erfdeel is van een vroeger geslacht, dat Rumenië 'gemaakt heeft tot wat hel nu is. Maar een deel van deze meerderheid brokkelt af en een ander deel wacht op het oogenblik, waarop de voordee- len, die van dc nieuwe orienteering gehoopt worden, grooter zullen schijnen dan het risico, dat moet worden aanvaard. Over den stand van de onderhandelingen over de toekomstige houding van Rumenië" zijn volkomen betrouwbare gegevens niet be kend. Wat daarover wordt bericht, is veelal tendentieus getint. Van verschillende zijden wordt bericht, dat de herovering van Przemysl zijn indruk op de openbare mcening in Rume nië niet heeft gemist cn wel in dezen zin, dat de organen, die aandringen op een bondge nootschap met de triple-entente en den oor'' tegen Oostenrijk-Iiongarije, hun loon lager hebben gestemd. Dat kan men zeker wel als juist aannemen. Het spreekt van zelf, dat de stemming in Rumenië, en daarmee de houding van de elkaar bestrijdende partijleiders en partijen, voor een goed deel afhankelijk is van 't geen gebeurt op het oorlogstooneel, dat het dichtst bij Rumenië gelegen is. Onder de mo menten, die voor de eindbeslissing van de neu tralen, die wachten om hunne houding te be palen, van gewicht zijn, zijn de gebeurtenissen op de oorlogstooneelen van bijzondere betee- kenis. Rumeniê's beslising zal, dat is geen geheim, afhangen van de aanbiedingen, die het van de eene en van de andere zijde worden gedaan, cn verder van de opvattingen der leidende Ru- meenschc staatslieden over de politieke toe komst van hel land na den oorlog en in ver band daarmee ook den loop der militaire ge beurtenissen op de slagvelden van Galicië. In een schildering, die een Rumeensche poli tieker in de Frankf. Ztg. geeft van de in de politieke kringen hecrschende stemming, wordt groote nadruk gelegd op de teleurstel ling, die men in Rumenië heeft ondervonden in de hoop op eene tegemoetkomende houding van Rusland. De schrijver zegt: „De onthul ling van dc Russische plannen op de monopo liseering van de Zwarte zee en de Donaumon- den, die bij den aanval op de Dardanellen is geschied, en de geringschattende wijze, w aarop de nationale aanspraken van Rumenië in Pe tersburg werden opgevat en beoordeeld, waren aanleiding, dat in Rumenië de stemming ver anderd is. Dank zij de ijverige bemoeiingen van den Frabscken gezant, zijn dc onderhan delingen tussohen Buk ar est en Petersburg weer in gang gekomen. Intusschen schijnt er aan beide zijden geen al te groote hoop te be slaan, dat die tot eene bevredigende uilkomst zullen leiden. Eenerzijds zijn de aanspraken, die Rumenië stelt, van zeer vér gaande strek king. Rumenië zou voor het geval van een bondgenootschap met de triple-entente, behalve de Bukowina en Zevenburgen, ook het Banaat verlangen. Maar anderzijds vertrouwt Rume nië de Russische beloften niet goed; het ver langt garantiën, zonder dat tot dusver duide lijk is geworden, waarin deze zouden moeten bestaan." Voor dit gemis van vertrouwen in Rusland heelt Rumenië historische gronden. In een vroeger tijdperk van zijne geschiedenis is Ru menië voor verleende hulp met snooden on dank door Rusland beloond. In 1S77 is Rume nië het Russische leger, dat tengevolge van twee nederlagen bij Plewna tegen de Turken zich in den groolsten nood bevond, te hulp gekomen. „Les Turcs, ayant amassé les plus grandes masses a Plewna, nous abiment", sein de de Russische opperbevelhebber den 31en Juli 1877 aan vorst Karei van Rumenië. Rume nië heeft Rusland toen geholpen; het heeft het Russische leger niet alleen van den onder gang gered, maar het ook in staat gesteld den veldtocht tegen Turkije tot een zegevierend einde te brengen. Maar bij den vrede, die dezen oorlog beëindigde, toonde Rusland zijne dankbaarheid, door aan Rumenië op te leg gen, den. afstand van. het gedeelde-vaii-Besscua- bié, dat door het Parijsche verdrag van 185G aan Rumenië was gekomen. Op de protesten daartegen uit Bukarest had men in Petersburg slechts dit antwoord: „Ons besluit is onver anderlijk en onwrikbaar; gij staat voor eene politieke noodzakelijkheid." Geen wonder, dat Rumenië Ruslands belof ten wantrouwt en zich niet gezind toont daar op in le gaan. zonder garantie, dat zij zullen worden nageleefd. Maar meer nog moet het doel, dat Rusland door dezen oorlog hoopt tc bereiken, Rumenië huiverig maken om zich voor Ruslands wagen te spannen. Dat doel is het bezit van Ivoustantinopel en de beheer- sohing van de vaart door de zeestraten. Wat dat Yoor Rumenië beteekent, wordt door den hoogleeraar aan dc universiteit te Bukarest Basileso uiteengezet in het Journal de Genève. Deze schrijver noemt de vrije vaart door dc Dardanellen eene levensvraag voor Rumenië; hij zegt: Wanneer Rusland zich in Konstanti- nopel vestigde, zou het de souvereine meester over leven en dood van Rumenië worden, dat dan den toegang tot de vrije ze^ voor zich re- sloten zou zioiL Rumenië mag deze slavernij niet aannemen. Wanneer Rusland in Konstan- tinopel zit, zou de verovering van Transsyl- vanië en de Bukowina geene schadevergoeding zijn, zelfs al wilde Rusland Bessarabië er nog aan toevoegen, want deze veroveringen zouden gekocht zijn tot den prijs van Rumeniê's onaf hankelijkheid. Het groote Rumenië zou verval len in eene economische en politieke vazallen- afhankelijkheid van Rusland. De conclusie van dezen schrijver is: „Rume nië kan zijn eigen zelfmoord niet ondcrteekc- ncr». Daarom blijft de degen in dc sokeede." Die uitspraak kunnen wij niet tot de onze maken, want als deze oorlog ons iets geleerd heeft, dan is het dit, dat men zioli van besliste oordeelvellingen rapet onhoudeii. Mahr men ziet er uit. welke gewichtige belangen hier op hot spel staan. De oorlog. Berlijn, 9 Juni. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofd kwartier van heden voormiddag. De aan den oostelrjken rand van -de Loretlo- hoogte verschijnende -vijandelijke strijdkrach ten werden gisterennamiddag door ons vuur verdreven. Aan den zuidoostclijken rand van dezelfde lioogle mislukte een vijandelijke aan val. De laatste huizengroepen van het reeds se dert 9 Mei grootendeels in het bezit van de Franschen zich bevindende dorp Neuville zijn heden nacht aan den vijand overgelaten. Ten zuiden van Neuville sloegen wij herhaalde aanvallen af onder zware -verhezen voor dc Franschen. In de streek ten oosten/-van Hebuteine is de strijd na een in de morgenuren mislukten Franschen aanval weer aan den gang. In het Bois le Prêtre werd een -vijandelijke aanval bloedig afgewezen. Om een klein stuk van onze voorste loopgraven wordt nog gestre den. P a r ij s9 Juni. (Ilavas). Namiddag-com muniqué. In de streek van Notre Dame de Lorette is de artilleriestrijd den 8en zeer hevig geweest. De Fransche infanterie bevestigde overal hare vroeger veroverde stellingen en ging verder vooruit. lil Neuville M.-Vaast namen wij het geheele westelijke gedeelte van het dorp en cenige huizen in de hoofdstraat (noordelijk gedeelte). In den Doolhof sloegen onze troepen een lievi- gen Duitschen tegenaanval terug en maakten eenige vorderingen. Ten zuiden van Hebuterne handhaafden wij onze winsten van den 7en en den volgenden nacht, ondanks een hevigen aanval van twee Duitsc-he bataillons, die in alle haast in auto mobielen gehaald waren uit de streek ten oosten van Armentières. Wij zetten daarna onzen vooruitgang naar het oosten voort op een front van 1200 Meters. De Duitsbhers bombardeerden hevig dc loopgraven, die wij hun den 7en hadden ont nomen ten noorden van de Aisne bij Mouü sous tout Vent. Dit bombardement, waarop onze artillerie antwoordde, is door geen tegenaanval gevolgd. Aan den zoom van het Bois le Prêtre na men wij twee en op sommige punten drie liniën Duitsche loopgraven en maakten een 50-tal ge vangenen. P ar ijs, 9 Juni (R.) Avond-communiqué. Het artillerie-duel duurde met groote hevig heid voort in den sector ten noorden van Atrecht. Wij veroverden de nog overgebleven huizen in Neuville. Hel geheele dorp is nu in ons bezit. Wij maakten vorderingen in den Doolhof, breidden onze winsten uit in llebulcrne en sloegen een hevigen tegenaanval ten noorden van de Aisne terug. B e r 1 ij n, 9 Juni. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofd kwartier van heden voormiddag. Op den oostelijiken Windau-oever werd Kubyle, ten noordoosten van Kurschany, ge nomen. Uit het zuidoosten naderen onze aan vallende troepen Szawla. Aan de DuDissa werd de vijandelijke noorcfelijke vleugel door een insluitenden aan val uit zuidoostelijke richting teruggeslagen. Onze voorste liniën bereikten den weg Bely- golaIlgaze. Ten zuidoosten van de Njemen begonnen de Russen na hardnekkige gevechten bij Dem- bowa, Ruda en Koszliski den terugtocht op Kowno. 300 gevangenen en twee machinege weren werden buit gemaakt. Bij de verdere vervolging bereikten wij' onder dekking tegen Kowno den weg Mariampol—Kowno. Ten oosten van Przemysl is de toestand on veranderd. Ten noordoosten van Zurawno brachten de troepen van generaal von Lin- singer den Russiscken aanval lot staan. Verder zuidelijk wordt om de hoogten ten westen van Ilalsiz cn ten westen van Jezupli nog geslreSen. Stanislau is reeds in ons be zit. 4500 gevangenen zijn gemaakt en 13 ma chinegeweren buit gemaakt. Ween en, 9 Juni. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. Ton zuiden van de Dnjeslr verloren dc Russen wedorom terrein. Onder veelvuldige yervolgingsgeveohten zegevierend voorwaarts dringende, bereikten de bondgenoot en gis teren ten noorden vaji Kolom Cu do linie lvu- Laczkowce ICorszow; wij wouuien de hoogten van Otlynia en na m eft dos avonds Stanislau in bezit. Zij drongen veerdor vooruit naar Ilalicz. Deze dag braakt 5570 gevangenen. Aan het overige front in Galicië en Polen gebeurde niets van belang. Peters burg, 9 Juni. (Tel.-agent schap.) Communiqué van don grooten gene- ralen staf. In de streek van Szawli werden den 7on en Sen de gevechten voortgezet. In de richting van Kowno, tussohen de Njemen cn den spoorweg naai- Wirballen Vorderden de vijand langzaam in de richting van Kozlovoroeda. Aan de Dnjeslr sloegen wij met succes in don nacht en op den dag van den 8en de vijandelijke aanvallen op het front Ugarliborg Jidatsjevv terug en maakten daarbij meer dan 800 gevangenen met 10 officieren en 5 mi trailleuses. Aan den linker Dnjestr-oever duurt dc strijd voort tegen aanzienlijke vijandelijke strijdkrachten, die de rivier bij Jocrawno overgingen. B er lij n, 9 Juni. (Korr. Nordon.) Uit Ge nève wordt aan den Lokalanzeiger gemeld, dat de Fra'nsche critici de sckaarschle van officieele modedeeLiugen van het Russische hoofdkwartier over den toestand aan dc Prulii verklaren door de verbleking van dc linie Lomberg—Stanislau tengevolge van deïi voortgezetten voorstoot van het leger van Lin- singen. De Guta-re Mondiale merkt hierbij op, dal de jongste prestaties der door Lhisingen aan gevoerde gardotroepcu van Oost-Pruisen en Pommorcn, dc afsnijding van eiken toevoer naar Lcmberg ten gevolge nice teil hebben. Particuliere berichten uil Bukaresi scjiil- doiron don toestand der Russische troepen, di'e op Stanislau teruggetrokken zijn, als bekla genswaardig, en de Russische stelling aali de Pruik als hoogst gevaarlijk, af. Petersburg, 8 Mei. (Tel.-agentschap) Communiqué van den grooten generalcn staf. In de streek van Szawli deed de vijand, door een nieuwen troep versterkt, een liard- nekkigen aanval tegen Bubic. Den 7cn ont ruimden onze trccpen dut dorp en trokken zich samen in eene stelling voor Szwali. Aan de Beneden Dubissa ontwikkelt onze vooruitgang zich op bevredigende wijze. Aan den linker Wckhselocvor ten noorden van Rawa trokken de Duilschers partij van de naar ons gekeerde windrichting om opnieuw te trachten onze troepen met vergiftig gas tc dooden In Galicië duurde dc hardnekkige strijd strijd voort aan den linkeroever van de Wis-znia, waar het den vijand gehikte den 6en onze troepen terug le drijven. Inlussclicn maak'teri wij in onze tegenaanvallen ongeveer 2000 gevangenen. Op het Dnjeslr-Iroiit werden den 6en cn den 7en gevechten geleverd lusscken de rivie ren Tismenica cn Lukwa. De aanvallen van den vijand tegen onze stellingen aan den rechteroever lusschcn den Ugarstberg cn Jidaczow waren zonder vrucki. In Jidaczow maakten wij ongeveer 300 gevangenen, waar onder zes officierenwij namen twee mitrail leuses. Aan den linker Dnjestr-oever bij Jurawno vermeerderden de tijaïidelijke strijdkrachten; zij vermeesterden hel bosch lol aan den spoor- weg. Aan den rechter Dnjeslr-oever vielen de Duilschers in dc richting van het dorp Siwka in eene hinderlaagzij werden in eene geslo ten colonne eerst gemitrailleerd en later r' ->or een snellen bajonetaanval gemassacreerd. Van de omstreeks 200 Duilschers werden eenige tientallen gevangen gemaakt. De vijandelijke aanval tussohen Siwka cn Lukwa werd door ons teruggeslagen. Wee n e n, 9 Jun i. (W. B.) Officieel be richt van lieden middag. Aan dc Servische grens hadden hier en daar schermutselingen plaats met aaUilloriLe- gcvechlen zonder bcU-ekonis. Bij Korito werd eene Mout encgrij nsch e bende in Oosten rij ksch- Hongaarsche uniformen uiteengejaagd. Ween en, 9 Juni. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. De eerste grootere aanval van den vijand door de troepen van de steriele van ongeveer ééne infanteriedivisie tegen het brughoofd te Görz word ouder zware ver-liezen van de Italianen afgeslagen. Deze stroomden in het artillerievuur terug, maar moesten verschei dene kanonnon laten slaan. Hetzelfde lot we dervoer dc vijandelijke aanvalspogmgen bij Gradisca en Monfalcone. De gevechten aan de Karinliscbe grenzen ten oosten van don Plöc- konpas on het wedorzijdschc geschulvuur in het gebied van onze Korinlische en Tirolsche sperversterkingen duren voort. Rome, 9 Juni. (R.) Officieel communi qué. Langs de Isonzo werden de operatjën voort* Roman uit het Noorsch van HULDA GAR30RG door A M. VAN DER LINDEN—VAN EDEN. Zomer. Aan den voet van den Zonneheuvel bij den gaard van den dokter' lag een klein meisje en knipoogde tegen dc zon, terwijl zij naar aardbeziën zocht in het weelderige gras. Flier waren zij zoo groot, zoo sappig en. zoo heerlijk geurig. Boven op den heuvel, waar de zon zoo fel scheen, waren zij klein en ver droogd, zij wilde niet eens de moeite doen om ze te plukken. Zij liet zich steeds verder den heuvel afglijden, ging plat op haar buik liggen en stak ze in haar mond. Maar nu en dan moest zii zich eens even bezig houden met „Per", een kalf, dat naast haar op den grond lag. Het droeg een krans van lichtroode wilde zuring om den hek en kroop dicht tegen Eli aan. Zij konden zoo goed piet elkaar overweg, die twee. Ja, Per was Eli's beste vriend in de wereld, want Eli was zoo alleen. Zij was het eenige kind van den dokter en sedert een jaar geleden had zij geen ïhoeder meer. Toen was er een snaar gespron gen in de kleine kinderziel. Zij was schuw en Angstig geworden en zij had «en gevoel «f er Wa meer naars moest komen. Nu dit had' kunnen gebeuren had zij nergens meer ver trouwen in. Nu zij moeder hadden wegge bracht naar buiten op het eenzame kerkhof, midden in den donkeren winter zij durfde er niét aan denken, het was niet te begrijpen en alles werd zoo droevig en treurig om haar heen, als zij aan moeder dacht. Boven moeders graf was het nu zomer en scheen de zon en zongen de vogels, onder in den grond, daar bleef het koud en donker. Ach, niemand trok haar meer zoo heerlijk naar zioh toe. niemand verborg haar zoo vei lig, wanneer de werelcf zoo boos was; in moe ders armen was troost geweest voor alles. En moeder hoorde bij alles wat licht en vroolijk was en nu Neen, zii wilde niet meer aan het graf denkenI Wat was het thuis in alle kamers koud en triest geworden, sedert moeder was heen gegaan. Die heerlijke schemeruurtjes, 's win ters in het hoekje van den haard, waren voorbij en niemand zong nu de vroolijke lenteliedjes meer, wanneer de hoornen uit liepen en de heesters bloeiden en de nachten licht werden. Moeder was overal het levende leven ge weest binnenshuis en daarbuiten. Toen zij was heengegaan, was het of alle dingen dood en koud bleven liggen, waar zii waren. De rozen lieten in alle vensters het hoofd hangen en de groote hortensia in de tuinkamer had gele bladeren. Nergens was meer aardigheid aan. De menschen en de dieren en de bloe men, allen treurden om moeder. En wat was moeder mooi geweest! Eli herinnerde zich zoo goed de zware, donker bruine vlechten, die als een gouden kroon om haar hoofd lagen en den langen gouden ketting over den kanten kraag. Moeder was als een koningin. En zij dacht: Iedereen zegt dat ik op moe der gelijk en ik wil ook twee lange vlechten hebben en een kanten kraag en een gouden horlogeketting dragen. Ik wil in alles worden zooals mo'eder. En Eli schreide en was bedroefd en herin nerde zich alles in de uren, dat zij zich onge lukkig gevoelde. Maar zij wilde er niet meer aan denken. Zij wilde nu praten met Per en aardbeien eten bap hap Zij had zooveel moeite met de opvoeding van Per .Hij moest leeren dansen, net als een mensch, maar hij wou er niets van weten en het slot was altijd dat Per klappen kreeg en wegholde in zijn vvildsten kalyerengalop. Als hij dan weer terug kwam en haar wilde likken en weer goede vrienden worden, zei Eli boos „ga maar weg, zoo groeit er nooit een mensch uit je!" want dat zfijde oude Marja altijd, wanneer zij op Eli knorde. Was Hans van de pastorie maar thuis of Sverre Sörli; maar Hans was op school in de stad en Sverre was op den soeter. Maar in d vacantie kwam Hans thuis! Als een groote vreugde stroomde het door haar heen cn zii sloeg plotseling haar armen om den nek van den verstooien vriend. „Kom maar hier, Per, cn wees niet boos!" Maar even daarna gaf zij hem een tik tegen zijn bek en duwde hem weg „foei, wat heb ie een warmen adem»/ lee- lijkcrtf' Toen wierp zij zich achterover in het gras cn keek naar den koogen lichten zomerhemel, waarlangs kleine lichtroode wolkjes voort gleden Hel goudblonde haar lag glad en glanzend als zijde om haar smal gezichtje en de zware vlechten waren achter de ooren in een klei nen, stevigen knoop vastgebonden. De oude Marja zorgde ervoor dal zij ge- vvasschen en gekamd werd en iederen mor gen kreeg zij een schoon, stijf schort voor. van blauw linnen, dat thuis geweven werd. Maar de oogen waren diep en er was een zekere onrust in. alsof zii altijd wat vroegen en zochten en op den uitkijk waren naar iets, zij wisselden van kleur bij iedere ge moedsstemming en dikwijls keken zij oud en droefgeestig, maar zij konden ook stralen van pret cn ondeugd; lachen en schreien wis selden zich af in liaar gemoed als zon en regen op een voorjaarsdag. Zii stond altijd, zooals haar vader zcide, lusschcn een aard beving en een uitbarsting in. Een cincl verder zal Marja en breide aan een rood rokje van Eli; Marja was zoo goed als de dag lang was cn zij deed haar best om een moeder voor Eli te zijn en ook een vader, want de dokter was zelden thuis cn wanneer hij thuis was, las hij of had bezoek. Eli vind het veel gezelliger bii Nils, den huisknecht. Ilij nam haar op zijn knie cn zong liedjes voor haar en maakte broodjes met boter voor haar klaar. Maar vader be dacht nooit eens iets aardigs. Ja, zelfs Marja wist veel meer dan vader. Zij kwam uit een bergstreek, ver weg en zii vertelde van haar huisje legen de bergen. Het lag aan den zoom van hel woud. met het uitzicht in het dal en op den broeden, stillen stroom. Alles was daar anders dan 'hier en Eli mocht later eens mee gaan naar haar tehuis. Waar Eli woonde waren de fjorden en steile rotsen en men hoorde het ruischen der zee. ver weg achter de scheren en hier vlogen meeuwen en zeearenden en allerlei vreemde vogels in het rond en de booten der visschers met hunne bruingeleerde zeilen cn de stoom- booteu zag men hi«r vonrlbjj varen. Maar de mooiste rots was de Kvascggcn met zijn spits, die zich naar den hemel verhief cn met de wille snccuwplokiken in de spleten en onder de Kvascggcn was een zwarte berg kloof, waar de zon nooit binnen kwam; daar woonden slechts beren cn kabouters. - Eli knipte legen dc zon, die recht boven de rots stond. Iiaar gezicht werd door de zon verbrand cn zij kneep de oogen dicht alsof zij er pijn in had. *Zeg. Marja. wat is de zon toch?" „De zon. zie je dat niet!" zei Marja met een glimlach en keek zelve in de stralen, maar haar oogen begonnen tc tranen: „De zon, dat is een ding, dal een wondervolle, groote warmte geeft. En dc noordenwind en dc zui denwind cn de westenwind en dc oostenwind blazen er op. loldal zij wordt uitgeblusckl." Eli lag heel stil le luisteren. Zij was er zoo aan gewend, dat Marja haar antwoorden uit* spon tot kleine vertellingen, wanneer zij haar iels vroeg. „En de maan dan, Marja?" „De maan o. dc mensohen zeggen, dat het een groene kaas is; maar ik geloof dat het( een spotvogel is, die er zioh over verbaast' vyat voor een kwikstaartje ie bent." Eli schopte met haar voet ongeduldig tegcQ den grond, zoodal kluiten aarde en heide kruid om haar ooren vlogen: „hè, kan je mo niet eens vertellen wat de maan is?" „Nu, als je het weten wilt, dan is het er een waar niet mee valt le spotten," zei Marja ernv slig, „want zij zuigt water en mannenbloei uit de aarde. Wanneer de maan vol is, dan verheugt zich alles wat leeft. Daarom moet je altijd slachten met volle en nooit met nieuwe maan; want doe te dat, dan wordt het vleesch laai en bederft" Wordt vervol ad.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1