v Uit den omtrek. Regeering sbrood. r Naar wij vernemen stelt de minister van iisuidbouw, Nijverheid en Handel zich voor pm tocziclit te doen houden op de richlige rnitvoering van de in de verschillende ge- jneenten vastgestelde en door den minister - jjoedgelkcurde regelingen betreffende de ver strekking van goedkoop ongebuild tarwebrood l>e controle heeft ten doel de uitvoering dier regelingdn in de verschillende gemeenten 'ter plaatse na te gaan. Verzet van Belgische geïnterneerden. Wij lezen in „De Vlaamsche Stem'': „Eene Hollandsche patroelje van 4 man werd Maandagavond uitgezonden om -drie Smoordronken Belgen, die sinds enkele uren jn weerzinwekfleenden toestand rondliepen, i>p te zoeken. Rond 8 uur ontmoette ze de ge- zochteu midden in 't veld, en gaf hun bevel Jnet haar naar het kantonnemenlt terug te -keeren. De Belgen weerstonden aan het ver zoek \an den pafcroeljeoverste en scholden de Hollandsche militairen op tergende wijze uit. Een voorbijfietsende Belgische officier, die de weerspamnigen aanmaande, om hun geval niet le verzwaren en de wacht te volgen, zag zich o,p zijn beurt aanvallen door de woeslgewor- den dronkaards. Een nieuw bevel tot door stappen van de Hollandsche militairen had voor gevolg, clat de Belgen dreigden zich ook op hen te werpen. Een schot in de lucht kon de Belgen niet tot staan brengen en de Hol landsche militairen 2agen zich ten slotte ge dwongen, wilden ze zich hunne geweren niet Men ontrukken, op hunne aanvallers te vy- ren, wat voor gevolg had, dat twee ervan te gronde siloriten: een ernstig getroffen in den buik en de andere met een schot in het lin- kerb een. Terwijl de Hollandsche militairen de gekwetsten ter hulp sprongen, wist de derde Belg te ontvluchten, maar werd later aangehouden. De twee gekwetsten, waarvan de eene ln zorgwekkenden toestand verkeert, werden onmiddellijik in een auto naar hc<t ziekenhuis te Sneek overgebracht, nadat ter plaatse een eerste verband was gelegd. ..Ziedaar in Breede trekken het voorgeval lene geschetst. „Natuurlijk bracht het bericht van het dra ma het kamp in groote opschudding en in een bijna algemeene ontstemming, maar deze laatste verdween spoedig, toen de namen der gevallenen werden medegedeeld: deze toch stonden reeds lang bekend als rumoerige kerels, die door iedereen werden geschuwd, zich regelmatig aan den drank overgaven en dan tot alle baldadigheden in staat werden geacht. Deze voor de getroffenen weinig stich tende omstandigheden brachten er veel toe bij. om de kalmte onder de Belgen He doen terugkeeren. „Ik heb persoonlijk verscheidene getuigen van de botsing ondervraagd Belgen en Hol landers. militairen en burgers, en kom tot het voor mij, als Belg, spijtig besluit, dat de gan- tohe schuld naar de Belgen gaat. Den Hol la ndschen militairen treft geen verwijt, want zij hebben bewijs gegeven van veeü geduld, hopende de aangehoudenen met een praatje weg «te brengen, wat echter niet hikte; dan hebben ze eerst de geweerkolven gebruikt om don eindelijk, als ze 't oogenhlvk zagen aan breken. waarop hunne eigen geweren tegen hen gingen dienen, tol schieten Je besluiten. Men kan het vreeselijk voorval betreuren, maar eerlijkerwijze dient tot de verantwoor delijkheid der getroffenen besloten. .Jk had ze zelf voorbij mijn kwartier rien slenteren, en walgelijker drietal ontmoette ik nooit: blootshoofds, van de ecne sloot in de andere tuimelende, bemorst en beslijkt van het hoofd tot de voeten, onkennelijk. Een er van liep met het bovenlichaam ontbloot en Het zijne getatoueerde borst bewonderen. Alle drie vlóekiten en tierden als bezetenen. Mijn hart bloedde toen ik naast mij door burgers hoorde zeggen: „Ziedaar rui dorie Belgen''. „En-kelen onder de geïnterneerden vinden jiet gepast zich door hun losbandig en tucht loos gedrag te doen opmerken, maar die zijn groote uitzondering. Nagenoeg allen begrij pen, dat er maar ééne goede wijze is om zich te onderscheiden en dit is: zich beter en ern- itiger brachten aan te stellen dan de anderen en geen opspraak te verwekken door ge- mcene ploertenstreken. Hier aldus handelen fs bovendien voor ons een vaderlandsche plicht. Wanneer we naar het bevrijde vader land zullen terugkeeren, moeten we hier eenen indruk van besckaaafdheid achterla ten. Laat ons. van nu af aan, onze krachten lot dat doel inspannen en afbreken met de zen, die hier den naam van Belg onüeeren Oplichting. Het gerechtshof te Arn hem heeft uitspraak gedaan in de zaak tegen J. II. Muller, zich noemende ingenieur, wo nende te Nijmegen, thans gedetineerd. De advocaat-generaal had tegen bekL, die door de rechtbank te Arnhem, wegens oplich ting (het verkoopen van waardelooze aandee- len eener aan te leggen stoomtram Utrecht— Gouda) was veroordeeld lol een jaar gevan genisstraf. met bevestiging overigens van dat "«onnis, 2 jaar gevangenisstraf geëischt. Het hof heeft het vonnis der rechtbank be vestigd. met last. dat beklaagde in vrijheid zal worden gesteld wegens ziekte. Diefstal van kaarten van het Kroondomein. Voor de recht&ank te Den Haag stond terecht, d-o 54-jarige koets huisbediende W. F. van der Hi, vroeger con cierge aan het Bureau van het Kroondomein aldaar, thans gedetineerd. Hem is ten laste golegdu dat hij in den loop Ven de jaren 1913 en 1914 een aantal kaarten, betrekking hebLende op de Tiend rechten, uit genoemde bureaux heeft wegge nomen en ten eigen bate heeft verkocht bij- verschillende firma's te Den Haag. Bekl. bekende en voerde ter zijner veront- icbuldiging aan, dat verschillende kaarten onder stof voor „oud vuil" op den grond la gen. Hij (meende, dat zo vrijwel waardeloos wbren en nie)t meer gebruikt werden en om de bureaux wat op te ruimen, besloot hij ze maar weg te doen. Toen hij er mede kwam bij het antiequariaat van de firma van S. werd hem medegedeeld dat ze eenige waarde had den en verkocht hij er daar eenigen te zamcü voor f 65. Vervolgens verkocht hij er nog bij de firma "W. N. Als getuigen werden gehoorP, de admlni itrateur van het Kroondomein Jhr. O. J. A. Repelaar van Dricl. de referendaris bij het Kroondomein de heer .T J. de Jong en de heer Merling, procuratiehouder bij de fa van S. De eerste deelde mede», dat de kaarten niet als waardeloos vuil waren te beschouwen en bekl. niet het recht had ze ten eigen bate te verkoopen. Y.-n wege het Departement van Fln'anclën was gel. gewaarschuwd, dat kaarten tuii het Kroondomein verkocht wa ren. Get. riep daarop de politie te hulp, die spoedig de zaak tol -klaarheid bracht. Dc officier van justitie mr. Brantjes achtte de sdhuld van bekl. afeui diefstal bewezen en vorderde bekl.'s veroordeeling lot 8 maan den gevangenisstraf. Mr. Weyl pleitte clementie op grond van 's mans gunstig verleden en vroeg in ieder geval oplegging van een veel lichtere straf; bovendien verzocht pl. onmiddellijk ontslag uit de preventieve hechtenis. Dit laatste werd door de rechtbank geweigerd en de uitspraak bepaald op 24 Juni a.s. Marktberichten. Eiermark? te OEst. Aanvoer 400C0 stuks. Hoogste priis f 7.60. Laagste prijs f 6.75 Gemiddeld f 7.25. Stemming Eiermarkt te Wijhe. Aanvoer 40000 stuks. Hoogste priis f 7.50. Laagste prijs f7.— Gemiddeld f 7.25. Stemming vlug. School- en Kerknieuws. Zoraerconferentie voor Zen dingsstudie 1915. De Zendingsstudie raad heeft besloten dit jaar een conferentie voor te bere den en wel van 2631 Juli te Doe- tinchem, n bel velen bekende .Ruimzicht", dat daartoe mei de meeste bereidwilligheid werd afgestaan. De Z. S. R. zal de conferentie ech ter alleen door laten gaan indien de tijdsom standigheden hei toelaten en de deelname vol doende kan worden geacht. Dc hoofdlijnen van het programma zullen zijn als volgt lederen dag wordt aangevangen met een een voudige Bijbelbespreking. Daarna wordt een der volgende onderwerpen behandeld „Mededeelingen over gehouden Zendingsstu diekringen." „Het Zendingsonderwijs op Zon dagsscholen met betrekking tot den onderwijzer en ten opzichte van hei kind." „De plaatselijke organisatie der Zendingsstudie." „Sectiever gaderingen." „Lectuurverspreiding." Voorts zullen 's morgens zoo .mogelijk weer studiegroepen gevormd worden, die elk onder een bevoegd leider, eenige hoofdstukken zullen bestudeeren, uit een der Handboeken voor Zen dingsstudie, naar keuzealdus kan men leeren hoe een zendingsstudiekring ingericht en geleid wordt. Deze studie-groepen zullen dagelijks vergaderen, niet langer dan één uur, terwijl het voorafgaande uur vrij gehouden wordt voor de eigen voorbereiding- In de avondvergaderingen worden vooreerst eenige voordrachten gehouden over het thema ,De Wereldoorlog en de Zending", met deze titelsJDe invloed van den oorlog op de Wereld- Zending." De invloed van den oorlog op de Nederlandsche Zending." „De Wereldoorlog een vermaning tot zelfonderzoek voor de ge meente." De Wereldoorlog een roepstem tot nieuwen zendingsijver." Daarnaast rullen nog eenige andere onder werpen behandeld worden„Reisindrukken uit Suriname, met lichtbeelden." „Een en ander over de Indische Kerk." „Geestelijke stroomin gen onder inlanders." .JDe beteekenis van den tealarbeid voor de Zending." ,JDe Christelijke- Philar.tropische Inrichtingen te Doetinchem." „Heiliging." „Verootmoediging." „Zijne getui gen zijn." „Gebed en Zending." Elke dag wordt besloten met een stillen bidstond na het avondeten. De middagen blijven geheel vrij voor eigen ontspanning en voor onderlinge kennismaking, zoowel als met de sprekers en de broeders en zusters-zendebngen, die als gast op de Confe rentie aanwezig zullen zijn. Het uitvoerig' prospectus is op aanvrage gra tis verkrijgbaar bij den waamemenden secretaris der Conferentie, A. J. C. van Seters, Javastraat 78, Den Haag, alwaar men zich ook voor deze Conferentie opgeven kan 28ste Zendingsconferentie. In de Doopsgezinde Kerk aan den Singel te Amsterdam werd Woensdag de 28ste algemeene Nederlandsche Zendingsconferentie gehouden. Aan de conferentie ging een wijdings-samen- komst vooraf, waarin ds. P -E. Barbas, pred. te Haarlem, voorging. Ds. J. R. Callenbach, pred. te Rotterdam, gaf hierna een overzicht van de zending in onze koloniën. Uit hel overzicht bleek, dat op de verschillende zendingsposten veel werk wordt gemaakt van het onderwijs en de behoefte aan medearbeiders, zendelingen en artsen zeer groot is. Ds. M. Lindenborn (Rotterdam) refereerde vervolgens over ,De Jong-Turksche beweging en de heilige oorlog", aan de hand van de vol gende stellingen De heilige oorlog is een wezenlijk bestand deel en het zendingsmiddel van den Islam het pan-islamisme, dat den Islarr tot wereld raad' wil maken, kan dit middel niet missen; de Jong-Turken wenschen de oeur epen te werpen voor de Wef -sche beschaving en tevens den Islam vast te houden hr uitroepen van den heiligen oorlog bedoelt het '>en van de poging „das erhabene Licht des L.am auszulöschen" te verhinderen. Prof. dr. M Th. Obbink. van Utrecht, sprak in de middagvergadering over: „het Christen dom en andere religies-" Onderstelling van den zendingsarbeid is, al dus Spr., de meerwaardigheid van het Christen dom tegenover andere religies. Die meerwaardigheid schijnt relatief te wor den bij de erkenning, dat ook andere religies „religies" zijn. Toch moet de erkenn'ng gehandhaafd blijven, vermits alle religies uiting geven aan de men- schelijke verlossingsbehoefte. Spr. deed daarvan aanwijzing bij de voor naamste godsdienstgroepen. Het speciefieke verschil tusschen Christendom en andere religies is niet, dat het Christendom verlossing predikt, maar de wijze waarop die verlossing wordt verstaan. Daardoor, besloot Spr., staat het Christendom niet alleen zelfstandig naast, maar tegenover alle andere religies. 's Avonds had in de „Nieuwe Kerk" een dienst plaats, waar a^s sprekers optraden ds. J. van der Linden, uit "s-Grovenhege «n dr. J. Lam- meris van Bueren wit Zetten. Kunst en Wetenschap. Van de Sa 11 de Bakhuyzen S0 jaren. De bekende landschapsschilder de heer J J. van de Sande Bakhuyzen mocht gisteren tc s-Gravenhagc in goede gezondheid en onder groote'en veelzijdige bewijzen van hartelijke belangstelling zijn 80en verjaaVdag vieren. Namens H. M. de Kóningin ontving hij een schrijven, waarin nevens Hr. Ms. oprechte ge luk wenschem tevens Hr. Ms. groote waar deering werd lc kennen gegeven van alles wrat door den heer Van de Sande Bakhuyzen werd ueclaan voor dc commissie der Koninklijke subsidies aan jeugdige kunstschilders. Namens deze commissie kwamen haar voorzitter, jhr. S. M. S. de Ranilz, en liaar pen nlngmeester, de kunstschilder Klinkenberg, door persoonlijk bezoek blijk geven van de groote waardeering dezer commissie jegens -dien jubilaris voor hetgeen hij in het belang der jeugdige kunstenaars heeft verricht en van de sympathie jegens zijn persoon. Jhr. De Ranilz bracht in zijne hoedanigheid van grootmeester van Hr. Ms. Huis, dienstdoende bij H. M. de Koningin-Moed.er, aan den heer Van de Sande Bakhuyzen levens de geluk- wenschen van de Koningin-Moeder over. In den voormiddag kwamen deputation van het Schilderkundig Genootschap „Pulchri Studio" en van de Hollandsche Teekenmaat schappij hunne opwachting maken en boden bii monde van de resp. voorzitters dier in richtingen, de heeren Willy Mariens en Ha verman, bloemkransen aan. terwijl genoemde heeren in van groote waardeering getuigende toespraken in herinnering brachten des hee ren Van de Sande Bakhuyzen's vele verdien sten voor de schilderkunst. Met den heer Martens waren namens „Pul chri nog verschenen de heeren Wolbers en Jansen en met den heer Haverman kwam na mens de Holl. Teeken-Mij. de heer A. Roelofs. Voorts kwamen den jubilaris nog compli menteeren bestuursleden van de Academie van Beeldende Kunsten, alsmede vele kunst schilders en kunstkenners, o.a. de oud-voor zitter van „Pulchri", de heer Termeulen, en de heer Nakken, die reeds eenigen tijd gele den zijn SOsten verjaardag heeft gevierd. Van verschillende gonootschuppen o.a. van ..Arti et Amicitia" te Amsterdam en van vele particulieren ontving de heer v. d. Sande Bakhuyzen telegrafische gelukwen- schen en een schat van bloemen, hem door tal van vereerders toegezonden, versierden zijne woning. Mr. J. N. van Hall c n „De G i d s." Mr. J. N. van Hall, redacteur-secretaris van „Ds Gids", zal met het einde van dit jaar uit de redactie treden van dat tijdschrift. De heer Van Hall is van 1 Jan. 18S0 af secre taris der redactie van „De Gids" geweest; hij heeft dus den belangrijksten (om zoo te zeg gen) „officiëelen" post fn de Nederlandsche letteren ruim 35 jaar bekleed. Sedert hij in het laatst van 1906 zijn wethouderschap der gemeente Amsterdam nederlegde, wijdde hij zich uitsluitend aan zijn tijdschrift en het is zonder twijfel in de eerste plaats le danken zegt het N. v. d. D. aan de leiding van mr. van Ilall, die als redacteur de bakens wist te verzetten met bet getij, dat „De Gids*, met zijn wisselenden staf van redacteuren, In al die jaren naar degelijkheid en verscheiden heid van inhoud het voornaamste maand schrift van het Nederlandsche taalgebied is gebleven. Aan dit bericht kan de N. R. Cl. toevoegen, dat Dr. H. T. Colenbrander op de uilnoodi- ging zijner mede-redacteuren, zich bereid heeft verklaard het secretariaat on zicli te nemen. Oranjebond van Orde. In het Gebouw voor Kunsten en Welen- schappen te Utrecht hield gisteren middag bovengenoemde Bond zijn algemeene verga dering. Na opening door den vice-voorzilter, de heer H. J. Wichcrs, burgemeester van Dordrecht, werden de notulen der vorige vergadering gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelde mede, dat van ver killende leden bericht van verhindering was ingekomen. Vervolgens werden goedgekeurd het verslag en de rekening over 1914, waaraan wij ;Y£l volgende ontleenen: De Bond werd in menig opzicht wat ster ker, zijne kas wat gevulder (ce n'est pas jurer gros!), zijn arbeidsveld wat breeder, ook ziine schuld wat grooier. Dit laatste kan geen kwaad. Die z'n schulden betalen wil en betalen kan, is waard, dat hij ze heeft. Des te meer kan hij uitspoken. De Bond had in het eerste vele steunpilaren voor het groote sociaal-eco nomische landsgebouw" dienst zullen doen en hemzelf uilen worden lol bronnen van wel vaart, waaruit hij, na jaar en dag, staal- en zilver- en goudboudend water ten behoeve van zwakke instellingen van maatstehappelijk nut zal kunnen putten. Laat ons mogen hopen, dal men ook aan ons de middelen niet onthouden zal, die behoeven om ons doelwit na te jagen. V zullen er met geduld eindelijk toah wel komc komt zelfs niet de slak waar'zij wezen wil. doch zou men liet tempo van onzen marsch wal willen doen versnellen, het lieve vader land zou er, dunkt ons. wel dankbaar voor rijn. E11 wij met hem. Legaten mochten den hond in 1911 niet bi reiken. Laat ons mogen hopen, dat deze. iaar- iiiksche medcdecling nog eens iets van haar allengs stereoliep wordend karakter zal kun nen verliezen. Aan giften kwam echter een aardig som metje in. Al deze voordeeltjes werden echter weder in dc schaduw gesteld door hetgeen de Kwart gulden-'Vereeniging in hare weldoende zorg den Bond in 1914 aan leeftocht toebracht. Aan haar gezegende hulp dankte hij eene inkomst van p G003.69. Zoo blijft en gelukkig! hel Kwartje de kurk, waarop de Bond drijft waaraan hij niet slechts voor het heden een goed deel van zijn vermogen om te arbeiden ontleent, doch dit ook nu voor en straks in de toekomst zal doen. Aan aankoop van veel gronden heeft dc Rond zich in het jaar 1914 niet bezondigd. Alleen bii Park '13 kocht lil] een paar per ceeltjes aan, om toch iets te kunnen stellen tegenover het verlies van het drie hcctaren- bcsclije, dat zich zoo aardig tegen den Le- melerbcrg afteekende, doch, nog vóór het op gemeten was en dus goed en wel verzekerd had kunnen worden, door de schuld van een hoogst onvoorziebtigen hei-brandenden ar beider aan het vuur ten offer vicL De Bond betaalde de rente van zijne schul den en loste van de hypotheek op het Wester- zanJ af. wat hij moest. En wat hij toen nog overhield, spendeerde hij aan de cultuur zijner gronden, ln totaal f 11.009.— Nieuwe banen werden In het afgeloopen laar niet door den Bond bewandeld. De tijds omstandigheden waren er niet naar aan iets anders le denken, dan aan het behouden en be schermen van hetgeen des Bonds was. Dit zoo goed mogelijk te doen, was hem al zorgs ge noeg. De geheel in cultuur gebrachte grond nam in 1914 toe met 41.61.50 II.A. Deze toename moge betrekkelijk klein wezen, hiertegenover staat de „bewerking" van groote stukken, die in het volgend jaar in eene belangrijke aan winst van geheel ontgonnen grond zullen worden teruggevonden. Alvorens van de Bondsontginningen afscheid te nemen, bieden wrij aan de Nederlandsche Heidemaatschappij onzen dank voor alle goede zorg. door haar ook weder in 1914 voor Bonds bosschen, haar pleegkinderen, ge dragen. Bii de daarna aan de orde zijnde periodieke verkiezing van leden van het algemeen be stuur. werden zonder stemming herbenoemd heeren K. H. H. -van Bcnnekom te "s Gra in de Berglandschappen der onder-afdeeiinc Paloe zijn aan 177 rrteisjes de tanden uitgesist gen. venhagc, ihr. J. Hora Sircama van de Hark stede te Hilversum. W. F. Prins te 's Graven- hage en IL L. van Tets tc Amsterdam. Niets meer aan de orde ziinde, werd de verf?'Win* feHnten. Naar wij vernemen zal aan de algemeene vergadering van aandeelhouders der Neder landsche Centraal Spoorweg Maatschappij worden voorgesteld over 1914 uit te keeren een dividend van f 2 per aandeel Van den Hak op den Tak. (Weekpraatje). Wat wordt er tegenwoordig al niet nagemaakt, tot lïchaamsdeelen van een mensch toe. Kunst armen en kunstbeenen zijn al oud, ook kunst- oogen zijn „in gebruik", maar iets nieuws zijn deimitatie-oogen. Een beteren naam dan imitatie-oogen weten wij niet voor het kunstproduct, dat onlangs door een oogheelkundige op de markt werd gebracht. Hel ort-kel doet thons, nu ta'rijke jonge mannen op het slagveld het gezicht verloren, opgeld. Er mee zien kon men natuurlijk niet. Het imita tie-oog wil echter niet meer dan den eigenaar behoeden voor een mismak'ng van zijn uiterlijk schoon. Voor den oningewirde is het gemis der 2iende oogen bijna niet te bespeuren. Het kunst oog is niet van glas, zooals men voorheen wel vervaerd'gde doch van been. De beenaersubstantie van het bovendiibeen van het rund wordt door verVtling van alle organische stoffen bevrijd, in belvorm gedraaid, en daarna beschilderd. Onder de bindhuid naait men het oog vast. Een dergelijke namaak heeft zijn nut. An- semesler van 1914 het gevoel, dat hij eindelijk een kerel begon te worden. Toen kwam die j ders is het met het namaken of bever verval- akelige oorlog roei in z'n eten doen. Moest schen van voedingsmiddelen voor mensch en hij zich hierdoor laten decontenanceeren! Neeu en nogmaals neen! Hij heeft den voet in den stijgbeugel, meer nog, hij zil te paard. Zoolang dit niet bezwijkt, hoopt hij in het zadel le blijven, en zijn klepper zal niet bezwijken, zoolang 's Bonds vrienden het blijven voederen en drenken. Ons dunkt, dat zij alle reden heb ben om dit te doen. De Bond bouwt zich gaandeweg op tot een kracht. Let maar eens op z'n ontwikkeling. Kan hij, in 1895 voor het eerst het ontginningspad opgegaan, nu reeds 60 a 70 H A. per jaar aan geheel gecultiveer- den grond opleveren, daar schijnt hel wel niet al te vermetel en niet al te parmantig de ver wachting te koesteren, dat het hem mogelijk zal wezen binnen afzienbaren tijd, stel binnen een decennium, een honderdtal hectaren vruchtdragenden grond per jaar aan ontgon nen Nederland toe te voegen. Onderweg nam hij tot dusver de ontginning van zeven klei nere of groolere complexen, van welke de Ericastichting, het Westerzand en de Vossen- berg reeds geheel en het Van der Huchtbosoh biina geheel in cultuur ziin gebracht en geeft dit hem het recht zich zonder verhitte verbeel ding den toestand in te denken, waarin hij, wind en weder dienende, op een dozijn plekjes voorheen woesten grond den scepter zal zwaaien, daar schijnt dc kans niet uitgesloten, dat het mettertijd zelfs niet bij 100 H.A. aan was van cultuurgrond per jaar daar zijn toe doen zal behoeven le blijven en dat hij een maal naar alle windstreken heen werk en brood uit de mouw zal kunnen schudden, op al die schudplaatsen dan broedplaatsen vor- d er. Daarmee is het tegenwoordig ol treurig gesteld. Men meene echter riet. dat men vroe ger die „kunst" niet verstond. Ook vroeger, in den „goeden, ouden tijd" had men dergelijke geweten'ooze bedriegers. en men trad lang niet malsch tegen die lieden op. In de 16e eeuw werd in Engeland een bakker, die met het brood geknoeid had .aan den schandpaal geboden en tentoongesteld. In zulke gevallen Neef het echter niet bij het rustige tentoonstellenmeestal was het publiek ge oorloofd zijn moedwil op den gevonniste bot te vieren. In enkele steden werd een vervalscher op een vuilniskar rondgereden. Te Parijs werd in 1525 een bakker veroordeeld om met geen andere kleed'ng dan het onmis baarste kleedingsluk de stad rond te wandelen, met een snoer van zijn broodjes om den hals. Een wijnhuishouder, die, geholpen door zijn vrouw, zuren wijn had trachten zoet te maken met gestoofde peren, werd met zijn medeplich tige ega in een der wijnvaten gestopt en zoo tentoongesteld- Of dergelijke straffen gesteld dat ze nog werden toegepast het kwaad zouden keeren, valt te betwijfelen. Dat ze werden toegepast, heeft althans niet verhinderd, dat het kwaad bleef bestaan Ook in dit opricht zijn dus de menschen beter noch slechter dan vroeger. Wat rare praktijken, onzinnige gebruiken zijn er overigens ook nu nog waar te nemen, hier en elders, in de „be schaafde" zoowel als in de onbeschaafde samen leving. Van een oud gebruik verhaalt het Janu- ari-verslag van de residentie Menado, dat in het Dit oude gebruik was op aandrang van tarf bestuur in de laatste 7 jaren niet meer in toé* passing gebracht. Bij onderzoek bleek, dat het voornaamste oiW derhoofd, de z.g. „galaran", een oude man, vah het onvervuld zijn van de betrekking van in- lansdch assistent te Lemo en van de afwezigheid van den Magaoe had gebruik gemaakt, om. na ruggespraak met verschillende andere hoofden, in zijn kampong met goedvinden der beirokke nen de meisjes van 6 tot 15 Jaren de tanden te laten uitslaan, welk voorbeeld weldra elders gd" volgd werd. De „galaran" werd gestraft met ontslag uit rijn waardigheid en 4 jaar dwangarbeid. Dc kamponghoofden, die hebben medegewerkt, zoo mede de personen die de tanden hebben uitge slagen (de baliens), werden gestraft van 11 da gen tot 3 maanden ten arbeid stelling. Iets uit vroeger tijd overgebleven, maar val onschuldiger aard, is ook de eigenaardige maal- tijd. bij de haremfeesten in Egypte voorgediend Bij de groote haremfeesten in Egypte konv steeds een gebraden lam, in zijn geheel, op tafel Naar de wijze van de Chineesche doozen, dia steeds kleiner worden en in elkander passen, zoo is ook dit lam gevuld met een kalkoen, deze weer met een kip, deze met een duif, deze met een kwartel en deze weer met een ander klein vogeltje- Het lam wordt op een zacht vuur ge braden, tot het bijna in stukken uit elkaar valt, In dezen tijd moet men zich in de meeste huizen met een eenvoudigen maaltijd vergenoe gen en ontbreekt de vleeschschotel geheel. In Berlijn betaalt men reeds f 1.20 voor een pondje rundvleesch, zoodat de kleine man en ook menig burgermensch er zich wel aan zal spenen. Ook in ons landje wordt alles duur, het vleesch zoowel als het brood. Toch mogen we ons ge lukkig rekenen, dat het oorlogswee ons ver schoont Wie voert in dezen duren tijd Niet dagelijks een zwaren strijd? 't Is duurder brood en duurder spek Aan kolen is reeds groot gebrek. De huisvrouw is ten einde raad. Wanneer het zoo nog langer gaat! Tóch mogen we ons gelukkig achten Als ons geen erger dingen wachten, Dan zuinig zijn en veel betalen. Zoolang wij 't nood'ge kunnen halen 1 Wij blijven van der volk'renstrijd ATs door een wonder nog bevrijdt Kom, laten wij geduldig wezen En niet direct het ergste vreezen! Niet altiM klaar staan om te 'aken, Waardoor wij 't anderen moeilijk maken, 't Is niet gemakk'lijk te regeeren. Wik ge soms ruilen mei die heeren? Laat hen gerust het land besturen De oorlog zal niet eeuwig duren 1 En is d't helcche vuur gebluscht, Dan keert weer overal de rust Dón is er werkdan is er brood Dan zi»n we al'en uit den nood! Bepalen wii ons tot he-i nood'ge En schraDpen wij het overbodige, Dan zullen wij ten minste leeren Wanner het moa! ontberen mend voor eicen cedecen kraebt die als even- Bat Nb), vermeld wordt Veel wordt er in dezen-tijd voor de noodlij denden gedaan de e!fervaard;gheid is groot, al zijn er ook nu no^ wier harten en beurzen niet licht open komen. Mcar ook nu nog rijn er men schen, die^'leen bereid zijn te offeren als zij eenige vergoeding daarvoor ontvangen in den vorm van een concert, of ander amusement. Dat is het rechte nietde ermenvraag Is een hei lige vraag. Wij lezen in Nieuw Leven De beroemde Itn.üoansche tooneelspeel9ter, Eleconora Duse heeft onomwonden de verwer pelijke gewoonte, om schitterende feesten op touw te zetten teneinde de armen 1e helpen ej- gekeurd. Zij heeft n l. een uitnoodiging, om op een weldad'gheidsconceri te Rome ten gunste van de slachtoffers van de aardbeving mede te werken, afgeste^e*1 net de moedige woorden 1 ,Het is nergens arders om te doen dan om een aantal voorname dames gedegenheid te geven, zich in een schitterende zaal in de nieuwste mode-toiletten te laten bewonderen en met haar onbedu'dende namen de kolommen von vleiende kranten te.vullen. Daartoe leen ik mij niet; lk wil eenvoudig n;et. Ik zol ol'es,' wat in mijn macht staat doen persoonlük hulp te bieden, maar ik loat mii niet te klik zetten, om menschen een beetje geld uit den zakte kloppen, die het over zich kunnen verkruien <en i-oordeele van de groote ramp bals le reven- Wie geld heeft, doet beter het door het hufnromitl aan de on gelukken te geven dat zou ernstiger en men- scheb'ker zün voor beide partijen." Dat zijn 'oorden van levend'V medegevoel voor de armen. Het zal in dezen zorgvollen tüd ongetwijfeld aan men;gen huisvader een pijnigend hoofdbre ken kosten hoe zün r^rin te onderhouden. Maar de taak van de hu'^moeders is niet minder zwaar. De huisvrouw of huismoeder wordt in haar ar* beid en zorg vaak te weinig geacht. De „Limb. Koerier" gaf onlangs de volgende omschriiving van een taak der huisvrouw „Een huisvrouw heet een huisjessloof, men praat over haar boenen en plassen, haar naaien en de wasch doen met de verachting, waarmede vrije vrouwen spreken over den arbeid der slaven. Welnu, ik ben een man, en een wien het werk een lust ?s. Een, die weinig vrije uren kent en er weinig vrije uren van neemt. Maar ik verklaar hier eerlijk, dat ik het werk. dat mijn vrouw doet in mijn gezin, minstens even hoog aansla als het mijne. Beiden hebben wij een levenstaak, maar Ik kan de mijne met verrichten, zonder dat ds vrouw de hare ten volle uitdient. Daar gaan twee volle levens mee heen- Wat de vrouw doet, is niet zoo maar esn arbe;d van geen beteekenis, zonder zorg m hoofdbreken. Zij gaat er geheel ln op en h«« daarvoor heel wal krachten van lichaam «o geest noodig. Minstens evenveel als ik. En ik zou mijn taak niet kunnen vervuBafc als zij de hare verwaarloosde. Ik kan geen van haar werk doen en rij geen stukje van hm mijne. Mijn werk vraagt den geheelen werk evengoed. Ik verdien het brood gezin, dat wordt opgebouwd door haa». staan de zaken en niet anders. Zouden wij daarin verandering willen breO* gen, dan moesten wij de rollen omkeeren, moest ik in de huishouding en zij den kost winneiv Maar een stuk van Moeders taak overnemen kun» rven wij niet, omdat beider taak er «ene is, die ons geheel opeischt." KEUVELAAR.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 6