„DE
Dinsdag 13 juli 1915.
^BUITENLAND.
FEUILLETON.
EL!
N° 11
14" Jaargang,
A BON DEMENTS PK IJS:
Per 3 maanden voor Amersfoort f 1.00.
Idem franco per post- 1.50.
Per week (mot gratis verzekering tegen ongelukkon) - 0.10.
Afzonderlijke nummers - 0.05.
Wekelijks bijvoegsel „de Uoilandsche Huistroiito"'(onder redaotie
van Thérèso van Hoven) per 3 mnd. 50 cis.
Advcrtentiên gelieve men liefst vóór 11 uur, familie
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER AOVERTENTIËN:
Van 15 regelsf 0.5(11,
Elko regel moorO.IO,
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor liandol en bodrijf bestaan zeer voordeolige bopalingea
tot liet herhaald advorteeren in dit Blad, bij abonnoment.
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt
aanvraag toegezonden.
Politiek Overzicht
Ce (iisuwste Lusi;ania>
nota*
1.
De Duilsche regeering liecfl zich eene volle
maand l'ijtl gegund voor de beantwoording
van dc tweede nola, die de regecring der Vcr-
*eenigde Suilen, naar aanleiding van liet in
den grond horen van de Lusilanla dooi eene
Duilsche duikboot, lieeil laten uitgaan tol on-
dersUuniiig van haar erlangen, dal Duilsch-
land zich voorland zal houden aan dc inter
nationale bepalingen, die over de zeeoorlog-
voering zijn vastgesteld. Du Amcriikaansciie
liuta was van 10 Juni; de als antwoord daar
op uit liernjn gezonden nota draagt de dagtee-
kening van 8 Juli. Als deze nu reeds ecnige
maanden durende correspondentie in denzelf
den gang voorgaal, dan kan liet lang duren
voordal het einde er van wordt bereikt.
Dc Amerikaansche nota was op wehvillen-
den, vrieiuUchappclijken loon gesteld. Dat zelf
de geldt ook van de Duilsche antwoordnota.
De Duilsche regeer mg laat het niet bij woor
den aliéen, wanneer zij van hare welwillende
gezindheid getuigenis aflegt. Zij verklaart
zicli bereid alles tc doen wal haar mogelijk is
met handhaving van de door haar vastgestel
de wijze van oorlogvoering, om het leven van
Amerikaansche burgers op passagiersschepen
niet in gevaar te brengen. Zij wil Amerikaan
sche schepen, diie voor den passagiersddensi
bestemd zijn, vrij en Ycilig laten passeeren, als
zij door bijzondere teekenen kenbaar gemaakt
cn vooraf aangezegd worden en wanneer de
Amerikaansche regeering haar waarborgt, dat
deze schepen geene contrabande aan boord
hebben. Als er niet genoeg van zulke schepen
aanwezig zijn, om aan dc Amerikaansche
burgers voldoende gelegenheid te verschaffen
tot reizen over den Allantischcn oceaan, dan
heeft zij er geen bezwaar tegen, dat daarvoor
nog andere neutrale schepen onder dezelf.de
voorwaarden in diienst worden gesteld, en
zelfs mag de Amerikaansche regecring vier
passagiersschepen van vijandelijke vlag voor
het passagiersverkeer van Noord-Ainerika
naar Engeland onder Amerikaansche vlag
brengen.
Dit alles zijn zeker zeer te vvaardceren be
wijzen van den geest van toenadering, die de
Dui'tsche regeering bezielt, maar het gaat bui
ten het hooldgeschilpun! om. Hét hoofdpunt is
neergelegd in den ^isch, die in de eerste nota,
welke de regeering te Washington heeft laten
uilgaan, is gesteld, dat door Duilschland toe
zegging gedaan en waarborg gegeven zal wor
den, dal onbewapende schepen, die niel-strij-
denden vervoeren, moeten worden gevisiteerd
en dat reizigers en bemanning in veiligheid
gebracht moeten worden voordat een als prijs
verklaard schip wordt vernietigd.
Aan het einde van de nota van 10 Juni wordt
het Amerikaansche standpunt in het geval
van dc Lu si tan ia in deze volzinnen samen ge-
gevat; „De regcering der Vereenigdc Staten
kan niet toegeven, dal de verkondiging van
eene oorlogszone, waarvoor neutrale schepen
gewaarschuwd zijn, in ecnig opzicht kan wor
den uitgelegd als verkorting van rechten van
Amerikaansche scheepseigenaar* of Ameri
kaansche burgers, die zich op geoorloofde rei
zen aan boord van handelsschepen van een
oorlogvoerenden staal bevinden.'' En op de
verklaring, dat zij niet gelooft, dat de Duil
sche regeering deze rechten in twijfel trekt,
laat de Amerikaansche regcering volgen„Zij
gelooft ook, dat de keizerlijke Duitsche regee
ring als builen twijfel slaande de beginselen
aanneemt, dal hel leven van niet-slrijdcnden
ingevolge wel en rcohl niet in gevaar mag
worden gebracht door het kapen of vernield-
gen van een handelsschip, dat geen tegenstand
biedt."
Het punt, waarop hel aankomt in het Lu-
sitania-gesohil is dus de vraag of liet in den
grond geboorde stoomschip was een handels
vaartuig. De regeering te Washington zegt in
hare nota van 10 Juni, dal de Duilsche regee-
ring verkeerd is ingelicht. wTannecr zij meent,
dak -de Lusitania 'bewapend is. geweest^ in 't
verborgen kanonnen heeft gevoerd, geoefende
manschappen voor de bediening van deze ka
nonnen en bijzondere munitie aan boord heeft
gehad, troepen yan Canada heeft vervoerd,
eene lading aan boord heeil gehad, die naar
de wellen van de Yereenigde Staten niet ge
oorloofd was voor een schip, dat ook passa
giers vervoerde, in één woord dat de Lusi-
landa een hulpschip van de Engelsche zee-
strijdmacht is geweest. Zij verklaart uitdruk
kelijk, dat zij in het geval van dc Luskania
haren plicht ten volle heeft vervuld, en zich
door hare ambtenaren heeft overtuigd, dat de
Lusitania niet uitgerust was voor een gewa
pend optreden cn dat zij geene door de. wet
ten van de Yereenigde Staten verboden lading
voerde. En zij drukt de hoop uit, dat als de
Duilsche regecring meent overtuigende bewij
zen te bezitten, dat de ambtenaren hun plicht
niet volledig hebben vervuld, dit bewijsmate
riaal haar lol onderzoek zal worden toegezon
den.
Het verdient de aandacht, dal de Duilsche
antwoordnota op dit verzoek hel stilzwijgen
bewaart. Yoor dc Duitsche regeering schijnt
hel als een paal boven water te staan, dat de
Lusitania een hu lp oorlogsschip was. Zij voert
den snellen ondergang van het schip na de
lorpedeering aan als een bewijs, dat er .groote
hoeveelheden exploisieve stoffen aan boord
waren, cn put daaruit de rechtvaardiging van
hel op dc Lusitania toegepaste vonnis. Want
als de Lusitania was gespaard, dan zouden
duizenden kisten met munitie aan de vijanden
van Duilschland toegevoerd zijn, waardoor
duizenden Duitsche moeders en kinderen van
hunne verzorgers beroofd zouden zijn. En
hoogcr dan de plicht der humaniteit tegen
over de opvarenden vau de Lusitania, slaat
voor de Duitsche regeering de plicht alles te
doen wat zij vermag om het leven van
de Diulsche onderdanen te beschermen en te
redden. Indien de keizerlijke regeering dezen
haren jilicht wilde verzuimen, zou zij zich
voor God en de geschiedenis schuldig makeD
aan eene schending van die beginselen van
hoogste humaniteit,' die de grondslag zijn van
elk staatsleven
Ilierin is liel standpunt van de Duilsche re
geering in dit geschil aangegeven. Men ziet
bij alle welwillendheid in den vorm, wat het
wezen der zaak betreft geene toenadering.
Over de vra-ag; Hoe moet de Lusitania be
schouwd worden? zijn beide partij en het vol
maakt oneens, en het is nog niet le zien hoe zij
hierover tul eikaar zullen kernen.
Do oorlog.
Berlijn, 12 Juli. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van lieden voormiddag.
Aan de noordelijke helling van hoogte no.
GO leu zuidoosten van Ypereu wvrd een ge
deelte van de Engelsche selling ongeblazen.
De bajohotsbrijd aan don westelijken rand
van Sanchez maakt vorderingen. Ten zuiden
van Souchez is het yan den straatwog naar
Atrecht gelegen kerkhof, dal meermalen een
onderwerp van strijd was. gisterenavond na
harden strijd bestormd. Twee officieren en
103 Fransche soldaten zijn eevangen gemaakt;
vier machinegeweren en een mijn werper zijn
buil gemaakt
Bij Combres cn in het bosch van Ailly ging
dit vijand n£t kracikl «ge artillerie-voorberei
ding. tol den aanval over. Op de hoogte van
Combres drohg de vijand in onze liniën. door;
hij werd er weer uitgeworpen. In het bosch
yan Ailly legde dc vijandelijke infanterie reeds
voor onze stelling het ;if in ons vuur.
Ton noorden van <ib hoogten van Ban de
Sapl word een stuk bosch van den vijand ge
zuiverd.
Bij Ammcrsweller, ten noordwesten van Alt-
kircli, overvielen wij-eene vijandelijke aldec-
ling in hare loopgraven. De vijandelijke stel
ling werd over eehe breedte van 500 meters
met den grond gelijk gemaald. Onze troepen
gingen daarop, zooals zij zich hadden voor
genomen, terug in hunne lindön; zij namcD
cenigc gevangenen mee.
Par ijs, 12 Juli. (Havas). Namiddag-com
muniqué.
In dc-n nacht van II op 12 Juni heerschte
op verschillende punten van het front eene
groote activiteit. In den sector van Atrecht
beproefden de Duilsdiers na hel werpen van
een groot aantal stikbommen een aanval, die
mislukte. Een ifcweede aanval om twee uur
's nachts stelde hen in staat op het kerkhof
en onmiddellijk in de buurt daarvan cenigc
loopgraaf-elementen te bezoden. Er volgde
een zeer levendig gevecht met granaten in
hel locpgruYènnel-ton zuidoosten van Neuvil-
le Sl.-Yaast, zonder da-t de eene of de andere
partij eene merkbare winst behaalde.
Op het plateau ten noorden van de Oise was
het wederkeerige bombardement bijzonder he
vig in de streek van Quennevière en in Nou-
vron.
In de Argonne was een strijd van spring-
bussen en mijnen, waarin ook de Fransdhc
artillerie zich mengde.
In de Woêvre kanonneerden de Duilschers
hevig Frcsncs-en-Woêvre met granaten van
e!k kaliber. Zij beproefden verscheidene aan
vallen, een bij Sault-en-Wocvre, anderen iu
het bosch van Apremont, bij Yaux, Fcvry cn
Tcle de Yache; zij werden overal terugge
slagen.
In de Yogeezen licbcn de Duilschers eene
mijn springen in de buurt van dc Fransche
stellingen ten zuidoosten van Animersweiler.
Zij ondernamen daarop met verscheidene
compagnieën een aanval, die met belangrijke
verliezen werd afgeslagen. Wij maakten daar
bij eenige gevangenen.
P arij s, 1 Juli. (R-) Avond-commuuiqué.
Dc vijand bombardeerde onze loopgraven
aan het front van Lombacrlzijde en Niouvv-
pouri. Wij antwoordden en. brachten, twee
batterijen tot zwijgen.
Ondanks de aanwending van stikbommen
door den v ijand bij Carency cn Souchgz bracht
een tegenaanval ons weder in liet bezit van
een deel der loopgraven, die wij hadden prijs
gegeven.
Lr heerschte den llen eene groolc activiteit
in dc Argonne, inzonderheid in de sectoren
Marie Tbérèse, Four de Paris, Botanie cn
Ilaute Ghevauchéc. Twee Duitsche aanvallen
bij Groix d-es Carmes en liet Bois le Prélre
werden teruggeslagen.
Berlijn, 12 Juli, (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Op het oostelijke oorlogstoonecl bestorm
den onze troepen aan den straatweg Suvvalki
Karwalja in dc streek van Lipina vijande
lijke voorstellingen over eene. breedte van 4
kilometers.
Op hel zuidoostelijke oorlogsloonecl is de
toestand bij dc Duitsche troepen onveranderd.
Wccncn, 1 2 J u 1 i. (W. B.) Officieel be
richt van heden middag.
Aan de Bug, ten noordwesten van Busk,
namen onze troepen bij Derewlany een Rus
sisch steunpunt. Overigens kwamen ook gis
teren aan liet front in het noordoosten geene
gevechten voor.
P e l e r s b u r g, 1 2 J u 1 i. (Tel.-agentschap).
Communiqué van den grooten generalen staf.
In eenige sectoren van het Bobr- en Narcw-
flront hebben levendige gevechten plaats ge
had. Bij O—owelz werden schoten gewisseld
ln dc streek van Edwabno lieten wij den
llen met succes een Duilsche mijngang sprin
gen. Tusscheu ae Pissa en de Rasoga werd hel
Duilsche offensief teruggeworpen.
Yan het dorp Ednorojelz tol Prasnysz wa
ren voorpostengevechten en eene hevige ka-
nonnade.
Links van de Weichsel is het rustig. In de
richting van Lublin zijn de gevechten even
eens geslaakt. Nadat onze troepen het den 5en
Juli begonnen tegeuolfensiel', in den loop
waarvan belangrijke vooixleelen werden be
haald, hadden volbracht, bezetten zij thans de
stellingen, die 'hun werden aangewezen op de
hoogten aan den rechteroever van de rivier
Oeriindovka.
In de richting van Kholm trachtte de vijand
in de streek van het dorp Grabovetz zonder
succes onze versterkingen te naderen.
Aan de bovenloop van de Bug, bij de stad
Busk, ondernam de vijand in den avond van
den lOen het offensief met verscheidene ba-
laillons. Wij lieten den vijand naderen lot op
200 passen en verstrooiden hem toen door ons
vuur. De vijand liet hier vele dooden en ge
wonden achter.
Aan dc Zolota Lipa sloegen wij den llen
aanvallen af in den streek van het dorp Mar-
kow en aan de Dnjestr in de streek van hel
don> Koropetz.
Onze patrouilles verrichtten aan de Boven
Bug en aan de Zolota Lipa eene reeks ver
kenningen.
W e e n e n12 Juli. (W. B.) Officieel be
richt van heden middag.
Aan het front in het kustland beproefde de
Italianen^weder eenige aanvallen, die, zooals
altijd, afgewezen werden; zoo bij Yermegliano,
Rcdupuglia cn op verscheidene punten ten
zuiden van den top van de Krn. In het Karin-
Lischc grensgebied duren de artillerie-gevech
ten voort, ook tegen, onze stellingen op de
grensbergen. Ten noordoosten van den Ivreuz-
berg-zadcl en tegen sommige Tirolschc wcr\
ken richtte zich vijandelijk artillerievuur.
Nieuwe aanvallen op de Col di Lana misluk
ten, evenals alle vorigen.
Rome, 12Juli. (R.) Officieel communiqué.
Aan de Karintischc grens verdreven wij den
vijand uit eene voorstelling op de hoogte bo
ven de Angerbeok. In den nacht van den llen
sloegen wij een Ooslenrijkschcn aanval terug,
bij verrassing ondernomen gedurende een
woedenden storm tusschen Monle Nero.
Weencn, 12 Juli. (W. B.) Officieel be
richt van heden middag.
In den laalslcn lijd ontwikkelden dc Montc-
negrij-nen aan de grens van Herzegowina
eene levendige werkzaamheid, d'ie och ter
geheel zonder vrucht bleef. Zoo vielen on
langs weer twee Monlenegrijnscüe bataillons
onze grensstellingen ten oosten van Avlovac
aan na oone lange beschieting door zware
artilleriezij werden afgewezen. Een van
onze vliegers bowiorp terzelfder tijd liet
Monteuegrijusche kamp met veel succes met
bommen.
Yerdor auideli. ging een bailaillon van
den vijand over de grens. Ook dit balaillon
word door een tegenaanval van onze troepen
op hot Mon-lonegrij iisclie gebied l uggewor
pen. Ten oosten van Trebinje trachtte dc
vijand na zijne nederlagen van de vorige
weck vruchteloos door zwaar artillerievuur
uit werking te krijgen.
Peters burg, 12 Juli. (Tel.-agent
schap^. Communiqué van het Kauk arische
leger.
Den löcn Juli waren er geweervuurgeveoh-
tcn j*> het Kaukazischc leger. Aan dc overige
fronten gebeurde niets.
W e e n e n, 12 Juli. (Corr.-bureau). Uit
het ooriogsperskwartior wordt berichtTe
genover buitenland sche dagblad berichten
over varliezen van schepen door onze marine
wordt volgens inlichtingen van bevoegde zij
de geconstateerd, dat de Oostenrijksch-IIou-
gaarsehe vloot tot dusver in den oorlog legen
Italië geene verhezen hoegenaamd heeft ge
leden. Ook de berichten over beschadigingen
aan onze duikbooleu zijn volkomen onwaar
B e r 1 ij n, 12 Juli. (Korr. Norden). Vol
gens zoogenaamd betrouwbare particuliere
berichten uit Athene zouden er zich in de
Middellandsche zee 12 Duilsche onderzeeboo
ten bevinden, terwijl nog meer zullcm volgen,
waardoor aan de blokkade van de Dardancl-
len en de operalièn op Gallipoli een eind zal
komen.
Londen, 12 Juli. (R.) De bemanning
van den in Grimsby thuis behoorenden treilcr
Syrian is heden in Grimsby binnen gebracht.
De Ireiler werd Zondagmorgen door een Duit
sche duikboot aangevallen. De bemanning
verwijderde zich onder granaatvuur.
Londen., 12 Juli. (R.) De merikaan-
sche bark Noirmajidy heeft heden in Liver
pool aan land gebracht veertien leden dor
bemanning van de Russische bark Leo, die
door een Duilsche duikboot is getorpedeerd
ter hoogte van de kust van Pembrokeshire.
Londen, 12 Juli. (U.) De admiraliteit
bericht, dat de monitors Severn en Mersey den
Duilschen kruiser Königsberg op de Rufiji-ri-
vier in Oost-Atrika den 4cn en llen Juli heb-
Roman uit het Noorsch van
HUL DA GARBORG
door
A. M. YAN DER LINDEN—YAN EDEN.
28
Nu was zii zelden uil en iederen dag ge
voelde zii zich meer gehecht aan haar klein
tehuis Ei was altijd wat te doen of in orde
tc maken. Een huishouden op hel iand wordt
nooit eentonig; er is zoo velerlei werk cn
zooveel zorg voor do dieren en door de aiwis-
seling van weer en wind. Kaarc hield ook
zooveel van zijn kleine wereld en was bezig
van den morgen tol den avond. Maar tol zijn
wereld behoorde ook alles wat aan Sverrc
en Sorli behoorde. Op Sórli waren de boter
karnen, de separatoren, de zagerij en de raeei-
moien, gedreven ttoor de kracht der stroo-
mende rivier. Sverre was bovendien niet
slechts vioolspeler en houtsnijder. hij was ook
een geniaal ingenieur en een handig smid.
die de meeste werktuigen zelf maakte.
Wanneer zij vroeger in de stad dames op
bezoek ontving, werd er gerookt cn gedron
ken, een kleine opwekking 's middags gaf een
sneller tempo aan den dag en zii waren bang
voor stilte en verveling. Eon handwerk te
naken, duar dachten zij niet aan; de machine
Jeed het immers zoo mooi en goedkoop. liet
stond nu eenmaal niet om htaudenaibeid le
verrichten. Zii herinnerde hoe veront
waardigd Rungc was geweest, toen hij haar
bezig vond aan een breiwerk. Dal stond lcelijk
von een dame. Had zii dan Ibsen niet ge
lezen? Maar Marja ha-' haar leeren breien
to zij een kind was en nu kwam het haar
te pas moest Kaare geen eigen gebreide
kousen dragen, de anderen waren niet sterk
genoeg voor hem. De stille uren bij den haard
met haar breiwerk werden goede uren. Zij
was nu niet bang meer om met haar eigen
gedachten alleen te zijn.
Bij het vuur was men nooit eenzaam. De
menschen hebben niet vermoed wat zij deden
toen zii het vuur op den huiselijken haard
doofden. Want de haard en het open vuur is
ri l zónder bcleekenis. Er is een mystieke
macht in het vlammende, reinigende vuur en
waar een thuis is, moeten de huisgoden een
altaar hebben, waarom allen zich scharen.
Wanneer de vlammen hun warm licht over
alles heenworpen en een dans uitvoeren voor*
dal zij den schoorsteen ingaan cn wanneer
hel sist cn knettert en naar hars riekt, dan
eerst wordt de huiskamer gezellig en vrooliik,
alles krijgt dan kleur en leven. En alles staal
waar het behoort, de meubelen zien er niet
uil of zii toevallig daar 'beland zijn, neen. hel
zijn gezellige, rustige, lieve wezens die in alles
met ons meeleven. Ook hierin is rust en vrede.
Adi. zii had reeds zooveel beuzelarijen uit
baar leven moeien verwijderen.
Daar hoorde zij Kaarc zijn skischoenen bui
ten de deur zetten. Zij legde nog een stuk
wortelturf op den haard, streek wat heele
asch bij elkaar en legde er twee appelen in.
„O. moeder, wat ruikt het hier lekker 1 Zat
er veel hars in het hout en zijn die appelen
voor mij?"
Eli glimlachte van geluk en zei: „Natuur-
Jiilft"
„Maar Sverre zegt, dat ik ze rauw moet
eten, dan krijg ik sterke tanden!-'
„Ja. daar heeft Sverre gelijk in, maar 't is
zoo'n oude gewoonte om appelen in de heele
asch te braden."
„Sverre zegt: Hel is wcekelirkheid wat
js dat, moeder?" maar hij wachtte niet op
antwoord. „Moeder, zc ik wil later een
bosch hebben, nel als Sverrc. Yandaag hebben
wi' zoon groote wandeling gemaakt, heerlijk.
En ik wil ook zoo'n kamer hebben met een
grooten haard erin en dan moeten daar groote
troldturven in branden."
„Troldturven?"
„Ja. die zien er net uit als kaboutertjes
wanneer ze in het bosch liggen, vindt u niet?
s Avonds in schemerdonker of bij mane
schijn."
Hij was op zijn knieën vóór liet vuur gaan
iiggen en probeerde dc appelen met zijn vin
gers er uit tc halen, maar zij waren te heel
Toen nam hij een stokje en stak dit in ccn
der appels. Het was of er een pistoolschot
knalde en eeu kleine, sissende straal sprong
omhoog.
„O moeder, wat ruikt dat lekker!
Ilii nam de appelen uit dc asch en begon
er op te blazen.
„Wal is de kamer mooi verlicht en wat een
aardig geluid als hel haardvuur brandt, hè,
moeder? En wanneer Marja haar spinnewiel
doet snorren en u is bezig te weven, wat is
het dan leuk maar nu zijn ze koud genoeg."
„Neen. neen, ze zijn nog te warm- Denk om
je mooie, witte tanden'
„Ja. maar
„Nee. ze zijn te warm. Je moet leeren
wachten".
„Maar wachten is zoo vervelend, moeder."
„Wil je niet even een klos voor mij snijden
voor dat roode garen? Ik kom er één le kort.'
Ja. dat is waar ook. Kijk, dit is mooi hout.
zonder een knoest er in."
Zoo sneed hij en praatte hij en de appel
bekoelde inmiddels.
„Moeder, weet u dat, wanneer u nu het
bosch-ingaat, u aan de mierenhoopen kunl
zien waar het Noorden cn waar heL Zuiden
is; zij bouwen op het Zuiden en aan dien kant
zijn de dennenstammen ook licht getint. Daax*-
OM hindert liet niet, als je geen kompas bij je
üebt. ziet u?"
„Nu ik ben blii dal ik het weet, want ik heb
geen kompas."
„Als ik groot ben, krijgt u er een van mij."
„Dat vind ik h.cel lief van ie."
„En weet u, waar de zon s nachts blijf'?
Toen ik nog heel klein was. dacht ik dat zij
naar bed ging achter den heuvel, maar nu
weet ik. dat zij zich haasten moet om beue-
dc te komen en voor de negers l i Afrika te
schijnen die arme zon!"
Marja kwam Jjinnen en die moest ook het
verhaal over de zon hooren. Toen de klos ge
sneden was, waren dc appelen juist gereed.
Maar hij bad zoo heel weinig tiid; de dag was
bijna om en er moest nog zooveel gedaan
worden. Hij gaf den ccnen appel aan Marja:
„Dien mag jij hebben, in het midden is hij
no« heel warm, maar dat is minder want je
hebt toch bijna geen tanden meer."
En toen vloog hij naar buiten.
Innig vergenoegd zette Eli zich neer met
haar werk. Zij gevoelde zich gelukkig; er
waren mooie dingen waarmee zij zoo innig
vertrouwd was geworden cn zii stond, zooals
het haar toescheen, in een biizondere betrek
king tot heel het levende leven. Dier en kind
vertrouwden zich zoo rustig aan haar toe; er
heerschte een verhouding vgn wedcrziidscli
vertrouwen tussohen hen. En haai- tuin en
haar huis waren een wereld, die zij meer en
meer leerde liefhebben.
Zij dacht sedert lang niet meer dal liet ge
wone werk onbeduidend was; al haar wenk
werd haar tot een feest. De menschen ver
baasden zich er over dat zij geen dieren wilde
hebben. In wenkélijikheid liet zii het uit laf
heid.
Zij kon er niet toe komen oin iels te dooden
wal zij liefhad cn zij kreog de dieren altijd
zoo overdreven lief. Een dier, dat door een
schot stierf, had zeker een beteren dood dan
meni gmensoh. maar voor alles wat geslacht
werd, huiverde zij nog altijd terug. Zij ge
voelde er nog dezelfde walging voor als op
dien dag in haarje ugd. Het hielp niet, dat
haai* versland 2ei dat liet een noodzakelijk
uts was. Hoe zou Noorwegen, dat iinmeri
een land van vissohers cn van Veeteelt was,
hei maken wanneer ieder zulke zenuwen had
als zij och ja zij wist dit alles wel, maal
het hielp haar niet, het was een soort zie
kelijkheid.
Juist daarom trokken de Oostersche gods
diensten haar zoo aan, omdat zii de diere»
mee opnamen in hun viifde gebod: „Gij zul;
geen levend wezen dooden." Maar wat hiel
pen alle geboden? Neen. hel ging niet aan
om overeenstemming le willen verkrijgen tus*
schen gevoel en leven, maar ieder moet zich
maar verweren zooals hij het best kan. Nu
was zij zoo gelukkig, dat zij hierover niet be
hoefde le tobben.
Wilde men in de wereld kunnen leven, dac
moest men zich leeren verharden.
Wordt vervolgd.