„DE E EM LAN DER". Woensdag 14 )uli 1915. BUITENLAND. FEUILLETON. N' 12 14"° Jaargang. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Politiek Overzicht De nieuwste Lusitania- nota. ELf Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoort f 1*00* Idem franco per post Per week (met gratis verzekering tegen ongelukkon) - 0.10. Afzonderlijke nummers 0.05. VYekelyks bijvoegsel „de Hollandscho Huisvrouw" (onder redactie van Thérèse van Hoveu) per 3 mod. 50 ets. Advertenticn gelieve mun liefst vóór il uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in to zenden. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 15 regels f 0.50. Elke regel meer- 0.10, Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedryt bestaan zeer voordeelige bepalingen tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement* Sene circulairo, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. AANGIFTE VOOR DE BEVOLKINGSREGISTERS. Het Gemeentebestuur van Amersloorl herin nert de ingezetenen aan hunne verplichting om steeds tijdig ter gemeente-secretarie aangifte te doen voor de bevolkingsregisters. Bedoelde aangifte moet worden gedaan le. Wanneer men de gemeente gaat verlaten Alsdan moet een getuigschrift van woon- plantsverandering (verhuisbiljet) worden ge vraagd ter Secretarie (kamer no. 3) en mede genomen naar de gemeente, waar men zich gaat vesligen, teneinde aldaar uiterlijk binnen ééne maand te worden ingeleverd. 2e. Wanneer men zich in de gemeente ves tigt; Alsdan moet men overleggen een getuig schrift van woonplaalsverandering (verhuisbil- jet) afgegeven in de vorige woonplaats. 3e- Wanneer men binnen de gemeente van woning verandert. Het hoofd van een huisgezin is verplicht aan- gifie te doen, wanneer in dat gezin eenige ver andering plaats grijpt» ook door het opnemen of het vertrek van dienstboden. Overtreding dezer bepalingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van ten hoogste honderd gulden. ("Artikel 9 van het Koninklijk Besluit van 27 Juli 1887 (Staatsblad No. 141). Amersfoort, den 13. Juli 1915. Het Gemeentebestuur voornoemd, De Secretaris. De Burgemeester R. VEENSTRA. v. RANDWIJCK De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op art. 264 der Gemeentewei, Doen te weten, dat het 3e gedeelte primitief kohier der inkomstenbelasting over het dienst jaar 1915, goedgekeurd door Gedeputeerde Sta ten van Utrecht, in afschrift gedurende vijf maanden op de Secretarie der Gemeente voor een ieder ter lezing ligt. Amersfoort, den 13. Juli 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris. De Burgemeester, A. R. VEENSTRA. v. RANDWIJCK. 'n Sensationeele beschuldiging. Zaterdag j.l. vonden wij op ons bureau ccn brief van den lieer Rijkcns voor onzen hoofd redacteur. Onze eerste gedachte was, dal het 'n (geenszins door ons verlangd) beleefd be dankje zou zijn voor onze hulp, welke zijn henkieaing als lid van den Raad mogelijk ge maakt had. Welke was onze verrassing toen wij van den volgenden inhoud kennis namen: WeliEdclgestr. Heer. Bij deze heb ik de eer U uil te noodigen tol een debat met mij in de Kiesvcrceni- ging Gemeentebelang over het onder werp „Is de houding van het Amersf. Dagblad, aangenomen vóór de jongste Raadsverkiezingen, in het belang tc achteti van de vrijzinnige partij?" In de hoop op een spoedig antwoord, opdat ik nog heden het bèslviur der kiesvereeniging zal kunnen raadplegen, Hoogachtend uw dnslw-, (W. g) RIJKENS. Wij hebben ons gehaast het volgende ant woord le zenden: WcLEd. Geb. Heer. In antwoord op uw schrijven d°. heden heb ik de eer U te melden, dal ik gaarne bereid ben lot een gedachtenwdsseling over het door U gestelde onderwerp. Evenwel schijnt hel mij juister toe deze gedachlenwisseling te doen plaats hebben in het Dagblad. Ook van mijn kant mag ik zeker wel op eenigen spoed aandrin gen, daar ik in den loop der volgende week voor eenigen tijd uit de slad ga. Met de meeste hoogachting, enz. Denzelfden middag ontvingen wij 'n twee de schrijven van den heer Rijkens: WclEd. GesLr. Heer. In antwoord op uw schrijven van he den bob ik de eer U als mijne meaning te kennen te geven, dat men z'n vuile wasch binnenshuis behoort te behande len en het mfj dus in h&C belang der vrijz partij voorkomt le zijn als het debat plaats heeft in de Kiesvereeniging. U kunt er dan altijd nog in Uw blad over melden wat zal blijken goed te zijn. Met den voorzatter der kiesvereeniging sprak ik reeds over de zaak en hij zal wel bereid zijn U ter wille te zijn in het vaststellen van den datum. In afwachting, enz (w. g.) RIJKENS. Waarop wij ons weer haastien hel volgen de le antwoorden: WelEd.Geb. Heer. Ik ben ndet van zins aan' „vuile wasoh" te roeren, U waarschijnlijk evenmin. Wat oirbajar is, behoeft het daglicht niet le schuwen 'Over wat ik in het publiek ge zegd, i. c. geschreven heb, wensch ik in het publiek rekenschap te geven. Maar ik kan noch van den heer Rijkens 'n in vitatie aecepteeren om in Gemeentebe lang, noch bijv. van den heer Loinwcber oin in Amersf. Belang de houding van het Dagblad te komen verdedigen. De kolommen van m'n courant blijven voor uw requisitoir, hoe uitvoerig het zij, opengesteld. In afwachting, enz. Ons wachten was tol' heden levergeefscJi. De heer Rijkens zal het zeker „in het belang der vrijzinnige partij" geacht hebben aan z'n beschuldiging geen openbaarheid te geven. Dat wij er nu niettemin zelf mee voor den draad komen, zal ons misschien als 'n nieuwe zonde aangerekend worden. Het zij zoo, onze poliliöke zaligheid schijnen wij, althans in de oogen van onzen aanklager, toch al ver beurd te hebben Maar of nu al," evenals de groote Kuyper achter den Godsvrede, de heer Rijkens ach ter „hel belang der vrijzinnige partij" kieke boe speelt wij mccnen dat niets ons ver plichten kan als 'n lam geduldig te wachten tot het den slachter behagen zal ons onder het mes te nemen. De heer Rijkens zal z'n beschuldiging niet voor zich gehouden, doch ongetwijfeld in den kring zijner pohticke vrienden herhaald heb ben (in 'n kleine stad bemerkt men dat on middellijk door de benepen groetjes van en kelen hunner)deze zullen op hun beurt haar verder dragen en zoo zal zij toch die open baarheid krijgèn, welke de heer Rijkens niet wenscliclijk oordeelde. Maar al bleef do beschuldiging binnen be perkten kring, wij achten 'n zekere blaam op ons geworpen en wenschen ons daarvan te zuiveren. Maar daarvoor moeten wij toch eerst weten welke eigenlijk onze zonde is en wij willen dus ncginaals, thans van deze plaats, den heer Rijkens verzoeken om z'n requisitoir zoo spoedig mogelijk uit te bren- gen. Wat al, ja-dan neen, in het belang, der vrij zinnige parlij moge zijn, verdacht maken en wantrouwen zaaien is dial stellig niet. Laat ons dus getweeën, in heusche hoffelijkheid natuurlijk gelijk het onder geestverwanten past, deze zaak uitvechten en dan.elkaar de hand reiken. II. (Slot). In hare nota van 10 Juni verklaart de Duil- sche regeering, dat zij met genoegen heeit ge zien hoezeer het de regeering der Vereenigde blaten aan het hart ligt de beginselen der men- scllelijkheid ook in den tegenwoordigen oor log verwezenlijkt: te zien. Zij voegt daaraan do verzekering toe, cial ook zij niets liever zou willen dan liare besluiten eu handelingen ook in het onderhavige geval door de beginselen van de humaniteit te laten bepalen. Maar dat kan zij niet, wam booger dan de humaniteit tegenover vreemdelingen, behoorende lot eene vijandelijke of tot eene onzijdige natie, staat voor haar de humaniteit jegens hare eigen burgers. Ter wille van die hoogste humaniteit heeft zij tegenover de Lusitania de inhumane handeling gepleegd om. zonder daaraan eenige waarschuwing te laten voorafgaan, het schip in den grond te boren met het gevolg, dat van de 1906 personen aan boord 1112 hun graf in de golven hebben gevonden. Tegenover liet ontzettende van dit feit houden spitsvondige onderscheidingen geen stand. De Duitsche regeering zou beier doen zich niet te beroepen op eene „hoogste" huma niteit, om aan eene zoo krasse inhumaniteit een glimp van rechtmatigheid te geven. Zij ka1 volstaan met rond er voor uil te komen, dat zij het geduchte moderne wapen, dat de duikbooten haar verschaffen in den zeeoorlog legen Engeland, niet kan en wil uit de hand geven. De nota van 10 Juni herinnert er aan. dat bij het begin van den tegenwoordigen oorlog de Duitsche regeering op het voorstel van dc regeering te Washington zich bereid heeft verklaard, de Londensche verklaring van zeeoorlogsrecht te rutificeeren en zich daar door bij dc aanwending van hare zeesli krachten te onderwerpen aan Je daarin op genomen beperkingen ten gunste van de on- zijdigen. Eene stilzwijgende voorwaarde daar bij was, dat Engeland hetzelfde zou doen. Toen de Engelschc regecring dit niet deed en van de omstandigheid, (lat door het achterwege blijven van de ratificatie de bepalingen van de verklaring van Londen niet waren gewor den lot bindend recht, partij trok om zich niet le houden aan sommigen van die bepalingen, die haar belemmerden in het voeren van den oorlog tegen Duitsohland op de wijze, zooals zij cal wilde, heeft Duitsohland daarop ge antwoord met zijnerzijds alle regelen van zec- oorlogsrecht op zijde le zetten, liet naakte geweld heersclil thans in don zee-oorlog en de uilwerking daarvan ziet men in den mee- dogenloozen oorlog, die sedert 18 Februari 1915 door de Duitsche duikbooten gevoerd wordt tegen de Britschc handelsvloot. Het Journal dc Genève heeft onlangs eenige cijfers gegeven, die oene bijdrage leveren tot beoordccling van de gevolgen, die de duik bootoorlog lot dusver heeft gehad. Daaruit blijkt, dat in liet tijdperk ran 18 Februari tot 24 Juni 1915 door Duitsche U-booten zijn ver nield: a. schepen mei meer dan 300 ton inhoud 124 400.000 ton. b. visschersschepen van minder dan 300 ton 70 18.000 Ion. te zamou 194 418,000 Ion. Door kruisers zijn van 4 Aug. 1914 af ver nield 57 schepen met 250.000 ton inhoud. Ver der vermeldt deze opgaaf tien vernielde sclie- ]>cn van onbekenden naam en inhoud, waarvan dc gezamenlijke inhoud wordt gesteld op 25.000 ton. Duitsche kruisers worden sints lang niet meer uitgezonden om handelssche pen van den vüand le vernielen; daarvoor Worden vrijwel uitsluitend dc duikbooten aan gewend, die zich daartoe heter leenen dan cenig ander oorlogswapenluig en die iederen nieuwen dag daarmee voortgaan. De geheele tonneninhoud van de Brilsche handelsvloot vóór den oorlog wordt opgege ven als 20 millioen ton. Daarvan zijn verlo ren gegaan tol 29 Juni 0.7 raillioén. In percen ten uitgedrukt bedraagt hel verlies tol einde Juni 3i ten honderd. Met bitteren spot herin nert de Frankf. Ztg. aan de verklaring, die de oud-minister van marine Winston Chur chill kort voordat hij dit ambt verliet heeft afgelegd, dal de Duitsche U-booten niet iu slaat waren eene ernstige storing van den Britschen handel teweeg te brengen; zij voegt daaraan toe. dat het een aardig begin is. als 2è pet, van den totalen inhoud der Brilsche handelsvloot naar den bodem der zee is ver huisd. Dal ook de onzijdigen onder deze wijze van oorlogvoeren zwaar lijden, geeft de Duitsche legeering volmondig toe, en zii is gaarne be reid daarover haar leedwezen uit te drukken. Maar zij denkt er niet aan, uil eigen 'beweging afstand te doen van de groote voordeden, die de beslaande toestand op hel gebied van den zeeoorlog haar verschaft Wie daarin veran dering gebracht wenscht le zien, is, zoo verklaart .zij, bij haar niet aan het goede adres, want zij heeft den duikbootoorlog moeien aanpassen aan de verklaarde bedoelin gen van Duitschlandsvijanden en aan de door hen toegepaste wijze van oorlog voering.' Wanneer dus aan hel slot van de rota herinnerd wordttTan de bereidverklaring van den president dei* Vereenigde Staten, om voorstellen aan de Brilsche regeering, inzon derheid over de wijziging van den zeeoorlog over te brengen en uit tc lokken (zur Ueber* niiltclung und Anrcgung von Vorschlagen) en gezegd wordt, dat de keizerlijke rcgcering steeds gaarne gebruik zal maken van 's presi dents goede diensten, dan moet dat niet wor den opgevat als eene aankondiging, dal var Duitschland. dergelijke voorstellen zullen uil gaan. De Duitsche rcgcering vleit zioli met „de stellige hoop. dat het bii het intreden van den vrede of zelfs reeds vroeger zal gelukken het zeeoorlogsrecht op ccnc wijze tc regelen, die de vrijheid der zeeën waarborgt", en zii zal het „met dank en vreugde begroeten, als zij daarbij hand in hand met de Ameriuann- sohe regcering kan werken." Maar <lc An rcgung'' zal niet van haren leant komen De oorlog. Berlijn, 1 Juli. (W. B.) Bericht v u hel opperste legerbestuur uil liol groote hoofd- kwartier" van heden voormiddag. Een Fransche handgnanatenaanval bij do suikerfabriek ie Souchez werd afgewezen. Aansluitende aan de bestorming van thcl kerk hof, werd onze stolling over eene breedte \an 000 meter vooruit gebracht en ook d. aan den weg Tiaar Alrecht gelegen Gabarel Rouge ge nomen. Hel aantal gevangenen steeg tol drie officieren en 215 man. Verscheidene aanioopen tol vijandelijke tegenaanvallen werden onder vuur genomen-, waardoor hunne uitvoering verhinderd werd. Tusschen Maas on- Moezel ontwikkelde do vijand oene levendige artillerie-werkzaam heid. Valer malen in den loop vair den avond en den nacht viel hij onze stellingen in het Bods le Prétrc aan. Deze YanvoJlen vielen in ons vuur voor onze linden inieen ouder groote verhezen. Parij,s, 13 Juli. (Ilavas.) Namiddag- oommuniqué. Do Duilsobers bombardeerden in het noor den de loopgraven van Lombacrlzijde cYi Nieuwpoorl. De Fransohcn antwoordden en brachten twee vijandelijke batterijen tol T.vv- Ccn Ondanks de pogingen van de Duitsche ar tillerie, die de loopgraven in Garcncy en in Souchetz met stikbonunen bombardeerde, bracht een tegenaanval dc Franschon in het bezit van een gcdeelle van de loopgraafele menten, die den llen waren verlaten. Voor de Fransche stellingen in den Dool hof word heden nacht ccn Duitsche aauval beproefd onder bescherming van een hevig vuur. De aanvallers werden gedecimeerd en in hunne liniên teruggeworpen. In dc streek van de Afisne duurt de mij- neustrijd voort. Dc Pransohen lieten een mijnkamer springen, hetgeen de daartegen aangelegde gangen yerndeldo. In Champagne was dc dag rustig. In dc Argonne heerschte eene groole levendigheid inzonderheid in de socto-ren Marie Thérèse, Fout de Paris, Bolanle en Ilajule Ghevaiucliéi' Er was een gevocht met graünlen, kanonnen en geweren in het bosch van Apremonl. In de streek van Rcgniévülc en in hel Bois le Prêlre worden twee Duitsclio aanvallen beproefd in de buurt van Croix des Carmcs, Dc eerste werd met belangrijke verliezen te ruggeslagen door bol Fran soli o artillerie- en infanterie vuur; de tweede word gestuit vóór dat de Duitschers uit de loopgraven konden komen. Het bombardement duurt voort op dc stel- Roman uit het Noorsch van HULDA GARBORG door A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN. 29 En zij zag met blijdschap de dagen voorbij gaan in werken en zorgen voor alles, zoodat zii 's avonds haar vermoeide leden kon uit strekken en terstond insliep. Want er waren loeii nog alliid gedachten, die teruggedrongen moesten worden. Zij bezat een geheele wereld om den vijand ver le houden, een eerlijken wil en een fier heid als weinigen maar. ach. er waren tijden waarin haar arsenaal daar lag als een hoopje asch en zij in elkaar zonk zonder eenig weerstandsvermogen. Maar zij zou overwinnen Wanneer zij over het bloemtapijt in het boSch liep en den blauwen hemel tussclien de lboomen zag als lichtende, heldere kinder- oogen, en zij hoorde hel zingen en suizen in de kruinen der hoornen, dan kon zij zich een ^ogenblik zoo licht en vrij gevoelen en zij dacht met blijdschap: „Nu is het ypogbij! Ik iheb Immers alles wat mooi is in de wereld. Ik heb immers mijn kind." Maar het spook mei zijn honderd hoofdei vras daar weer. voordat zij er aan dacht. Dan vluchtte zii in haar angst en nood naa Kaare, klemde zich aan hem vast en zocht in zijne oogen te lezen, dat zij onmisbaar voor hem was. Hel vuur was op het punt om uit te gaan; schaduwen benevelden haar oogen en het werd haar zoo wonderlijk koud om hel hart Maar even daarna kwam Kaare goeden- nacht zoggen en liet vuur in Eli's haard vlam de weer op en de kamer lag weer als in een glans van goud vóór haar. Dan dekte zij hem toe en kuste zijn voor- hoofd en zijn kleine, mollige handen: „Goe den nacht, mijn lieve, lieve jongen, goeden nacht en slaap heerlijk!" En twee kleine armen omklemden haar zoo vast, dal de tranen liaar in de oogen kwamen. „Goeden nacht, moeder!" *en dan nog een klinkende zoen. Maar dan was het uil met zijn tecderheid en hij zong: „Goeden nacht. Marja. goeden nacht, liefste moeder en alle mooie dieren. Goeden nacht, goeden nacht, heele wereld!" Hij was nog zoo helder wakker, hij kon niet stil blijven liggen van pret. En Eli ging heen <*n dacht: „Hierin heb ik overwonnen. Hij is vr o olijk als een veulen in de weide, gezond en ge lukkig!" En in haar hart was zij dankbaar, vol ver troosting en vol hoop voor haai* verder leven Z ij n kin d. a„_ hct (jnde van den winter ontving Eli eeu brief met veel poststempels. Zij green er begeerig naar en haar liar! slond stil. Maar het was niet zijn hand. Iloe, kon zii dit ook denken of willen? Het moest wezen zooals het nu was. Hierin was hij correct, Ach, haar hart klopte zoo! Zij ging zitten, teleurgesteld, willoos, en Uaneu verduister den haar oogen. En kej was alsof zij gevoelde hoe zich diepe rimpels in haar gelaat groef den. Zii werd hang voor zichzclve en trachtte zich met heel haar kracht le beheerschen. De brief was van Marie, die zoo lang ge zwegen had en over wie zii zoo beangst was geweest Wat zou er zijn? Zij had haar adres te Rome genoemd. Had zij hem gezien? Wat wist zij van hem? Boven den brief slond inet groote, flinke letters: ..Eli!" Het was of zii haar om den hals viel. „EU!" Hel wonderbare is geschied! Nu begrijp ik eindelijk iels van de dingen, waar ik vroeger in den blinde over sprak. Nu weel ik iets var de Uefde! Hij gehikt niet op mijn Rumeniër, hij ge lijkt jop niemand. Jlij is blond, met den glim lach van een overwinnaar om dc volle lippen. Ja. Eli. je kent" hem, je hebt ens zelve samen gebracht." Eli verbleekte cn hel werd donker om haar heen. Zii frommelde den brief in elkander en ging de kamer uit als een slaapwandelaarster. Naar het bosch en tussohen de boomen! Daar lag een den, door den storm geveld. Zij zette zich neer op den bruinen stam en haalde diep adem als om kracht te «erzamelen. Toen haalde zii den brief weer te voorschijn en streek hem met bevende handen glad. „Dat ik miin belofte houd en je schrijf, is niet omdat ik vind dal alle vluchtige beloften nagekomen moeten worden, maar omdat ik ic iets heb te vragen. Je weet dat het mijn wensch was alleen te zijn met een kind, een kind van mij, om er heel de verantwoordelijkheid voor te dragen. En dat wensch ik nog. Maar aan jou w il ik het bekennen, omdat ik weet dat je mijn vriendin cn een vrouw bent cn dat je mij zu! begrijpen. Ik ben niet meer zoo heel dapper. Ik gevoel inij eenzaam nu hij niei mij is. Is het niet bclacheliik, erger lijk en vernederend? Ilij mag het nooit weten maar ik geloof dat het kind alleen mij niet genoeg is. Alles is zoo anders geworden. Ik begrijp miizclve niel meer. Ik gevoel be- ko^' aan hulp. aan bescherming. Ieder uur van den dag meen ik hem noodig le hebben, denk ik aan hem en wensch hem lerug om mijn hand vast te houden wanneer de bange ure komt; om aks een schild vóór mij le slaan wanneer de w ere'ui mij veroordcc Want dal gebeurt, nu cn dan. en mijn minachting daar over is niel zoo absoluut meer. dat zij mij voldoende beschermt. Ik word zoo vervelend gevoelig, ik ben zoo laf geworden. Maar wanneer hij niet zelf komt... neen. neen. alles moot zooais het is natuurlijk Maar laat ik het aan jou bekennen al mijn theorieën zijn op het punt om op de vlucht te gaan ik word zoo sentimentcel als een Dunscli meisje op een kostschool. Eli! wat moei ik doen? Hel is ziekelijkheid, niet waar? Hel zal wel overgaan, maar op hel oogenblik zou ik zoo diep kunnen zinken om zijn kousen te breien en de knoopen aan zijn kleeren te zetten. Met andere woorden, er is weinig meer over gebleven van ie oude Marie Maar hij mag het nooit weten wanneer nietneeu, hij mag hel niet weten. Ik heb zelve gekozen en ben gelukkig. En nu mijn verzoek aan je. Ik 'vraag met gaai*ne een dienst aan vrienden; het is in den regel beter wanneer men ze niet noodig heeft Maar ik geloof niet dal jij tot dat soort p hoort, dat zich terugtrekt, ais men het een dienst vraagt. Luister: ik weet dat je van ie man geschei den bent en met je kind in de landstreek van Hans lluldt woont; och, Eli, wat licb ik dik wijls aan je gedacht en met je geleden 1 Eu nu gevoel ik mij zoo zwak. dat hot nu] een troost zou zijn in dc plaats te wonen waar de vader van mijn kind leefde. Kan je daar een plaatsje voor mij vinden? Liefst'dicht bij jou, maar gaat dit niet, dan ergens anders, maar niet te ver. Begrijp je mij? Ja, ik weet dat je dit doet. Ik ben en wil dal blijven een vreemde voor zijn familie dóar, wanneer niet Maar hii mag immers niet komen en allea blijft als vroeger. Het was mijn eigen wensch en zoo moet het zijn. Je begrijpt, dat ik je eeuwig dankbaar zal zijn als ie me spoedig antwoordt. Ik moei rust hebben. Eli. je weet zooveel van de liefde. Hoe kwan dot zoo? Dat mooi }e me eens vertellen. Te oude Marie Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1