„DE E EM LAN DER".
Woensdag 14 )uli 1915.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
N' 12
14"° Jaargang.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Politiek Overzicht
De nieuwste Lusitania-
nota.
ELf
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden voor Amersfoort f 1*00*
Idem franco per post
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukkon) - 0.10.
Afzonderlijke nummers 0.05.
VYekelyks bijvoegsel „de Hollandscho Huisvrouw" (onder redactie
van Thérèse van Hoveu) per 3 mod. 50 ets.
Advertenticn gelieve mun liefst vóór il uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in to zenden.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 regels f 0.50.
Elke regel meer- 0.10,
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedryt bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnement*
Sene circulairo, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Kennisgevingen.
AANGIFTE VOOR DE
BEVOLKINGSREGISTERS.
Het Gemeentebestuur van Amersloorl herin
nert de ingezetenen aan hunne verplichting om
steeds tijdig ter gemeente-secretarie aangifte
te doen voor de bevolkingsregisters.
Bedoelde aangifte moet worden gedaan
le. Wanneer men de gemeente gaat verlaten
Alsdan moet een getuigschrift van woon-
plantsverandering (verhuisbiljet) worden ge
vraagd ter Secretarie (kamer no. 3) en mede
genomen naar de gemeente, waar men zich gaat
vesligen, teneinde aldaar uiterlijk binnen ééne
maand te worden ingeleverd.
2e. Wanneer men zich in de gemeente ves
tigt;
Alsdan moet men overleggen een getuig
schrift van woonplaalsverandering (verhuisbil-
jet) afgegeven in de vorige woonplaats.
3e- Wanneer men binnen de gemeente van
woning verandert.
Het hoofd van een huisgezin is verplicht aan-
gifie te doen, wanneer in dat gezin eenige ver
andering plaats grijpt» ook door het opnemen
of het vertrek van dienstboden.
Overtreding dezer bepalingen wordt gestraft
met hechtenis van ten hoogste veertien dagen
of geldboete van ten hoogste honderd gulden.
("Artikel 9 van het Koninklijk Besluit van 27
Juli 1887 (Staatsblad No. 141).
Amersfoort, den 13. Juli 1915.
Het Gemeentebestuur voornoemd,
De Secretaris. De Burgemeester
R. VEENSTRA. v. RANDWIJCK
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op art. 264 der Gemeentewei,
Doen te weten, dat het 3e gedeelte primitief
kohier der inkomstenbelasting over het dienst
jaar 1915, goedgekeurd door Gedeputeerde Sta
ten van Utrecht, in afschrift gedurende vijf
maanden op de Secretarie der Gemeente voor
een ieder ter lezing ligt.
Amersfoort, den 13. Juli 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Secretaris. De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. v. RANDWIJCK.
'n Sensationeele beschuldiging.
Zaterdag j.l. vonden wij op ons bureau ccn
brief van den lieer Rijkcns voor onzen hoofd
redacteur. Onze eerste gedachte was, dal het
'n (geenszins door ons verlangd) beleefd be
dankje zou zijn voor onze hulp, welke zijn
henkieaing als lid van den Raad mogelijk ge
maakt had.
Welke was onze verrassing toen wij van
den volgenden inhoud kennis namen:
WeliEdclgestr. Heer.
Bij deze heb ik de eer U uil te noodigen
tol een debat met mij in de Kiesvcrceni-
ging Gemeentebelang over het onder
werp „Is de houding van het Amersf.
Dagblad, aangenomen vóór de jongste
Raadsverkiezingen, in het belang tc achteti
van de vrijzinnige partij?"
In de hoop op een spoedig antwoord,
opdat ik nog heden het bèslviur der
kiesvereeniging zal kunnen raadplegen,
Hoogachtend uw dnslw-,
(W. g) RIJKENS.
Wij hebben ons gehaast het volgende ant
woord le zenden:
WcLEd. Geb. Heer.
In antwoord op uw schrijven d°. heden
heb ik de eer U te melden, dal ik gaarne
bereid ben lot een gedachtenwdsseling
over het door U gestelde onderwerp.
Evenwel schijnt hel mij juister toe deze
gedachlenwisseling te doen plaats hebben
in het Dagblad. Ook van mijn kant mag
ik zeker wel op eenigen spoed aandrin
gen, daar ik in den loop der volgende
week voor eenigen tijd uit de slad ga.
Met de meeste hoogachting, enz.
Denzelfden middag ontvingen wij 'n twee
de schrijven van den heer Rijkens:
WclEd. GesLr. Heer.
In antwoord op uw schrijven van he
den bob ik de eer U als mijne meaning
te kennen te geven, dat men z'n vuile
wasch binnenshuis behoort te behande
len en het mfj dus in h&C belang der vrijz
partij voorkomt le zijn als het debat plaats
heeft in de Kiesvereeniging. U kunt er
dan altijd nog in Uw blad over melden
wat zal blijken goed te zijn.
Met den voorzatter der kiesvereeniging
sprak ik reeds over de zaak en hij zal
wel bereid zijn U ter wille te zijn in het
vaststellen van den datum.
In afwachting, enz
(w. g.) RIJKENS.
Waarop wij ons weer haastien hel volgen
de le antwoorden:
WelEd.Geb. Heer.
Ik ben ndet van zins aan' „vuile wasoh"
te roeren, U waarschijnlijk evenmin. Wat
oirbajar is, behoeft het daglicht niet le
schuwen 'Over wat ik in het publiek ge
zegd, i. c. geschreven heb, wensch ik
in het publiek rekenschap te geven. Maar
ik kan noch van den heer Rijkens 'n in
vitatie aecepteeren om in Gemeentebe
lang, noch bijv. van den heer Loinwcber
oin in Amersf. Belang de houding van het
Dagblad te komen verdedigen.
De kolommen van m'n courant blijven
voor uw requisitoir, hoe uitvoerig het zij,
opengesteld.
In afwachting, enz.
Ons wachten was tol' heden levergeefscJi.
De heer Rijkens zal het zeker „in het belang
der vrijzinnige partij" geacht hebben aan z'n
beschuldiging geen openbaarheid te geven.
Dat wij er nu niettemin zelf mee voor den
draad komen, zal ons misschien als 'n nieuwe
zonde aangerekend worden. Het zij zoo, onze
poliliöke zaligheid schijnen wij, althans in
de oogen van onzen aanklager, toch al ver
beurd te hebben
Maar of nu al," evenals de groote Kuyper
achter den Godsvrede, de heer Rijkens ach
ter „hel belang der vrijzinnige partij" kieke
boe speelt wij mccnen dat niets ons ver
plichten kan als 'n lam geduldig te wachten
tot het den slachter behagen zal ons onder
het mes te nemen.
De heer Rijkens zal z'n beschuldiging niet
voor zich gehouden, doch ongetwijfeld in den
kring zijner pohticke vrienden herhaald heb
ben (in 'n kleine stad bemerkt men dat on
middellijk door de benepen groetjes van en
kelen hunner)deze zullen op hun beurt haar
verder dragen en zoo zal zij toch die open
baarheid krijgèn, welke de heer Rijkens niet
wenscliclijk oordeelde.
Maar al bleef do beschuldiging binnen be
perkten kring, wij achten 'n zekere blaam op
ons geworpen en wenschen ons daarvan te
zuiveren. Maar daarvoor moeten wij toch
eerst weten welke eigenlijk onze zonde is en
wij willen dus ncginaals, thans van deze
plaats, den heer Rijkens verzoeken om z'n
requisitoir zoo spoedig mogelijk uit te bren-
gen.
Wat al, ja-dan neen, in het belang, der vrij
zinnige parlij moge zijn, verdacht maken
en wantrouwen zaaien is dial stellig niet. Laat
ons dus getweeën, in heusche hoffelijkheid
natuurlijk gelijk het onder geestverwanten
past, deze zaak uitvechten en dan.elkaar
de hand reiken.
II. (Slot).
In hare nota van 10 Juni verklaart de Duil-
sche regeering, dat zij met genoegen heeit ge
zien hoezeer het de regeering der Vereenigde
blaten aan het hart ligt de beginselen der men-
scllelijkheid ook in den tegenwoordigen oor
log verwezenlijkt: te zien. Zij voegt daaraan do
verzekering toe, cial ook zij niets liever zou
willen dan liare besluiten eu handelingen ook
in het onderhavige geval door de beginselen
van de humaniteit te laten bepalen. Maar dat
kan zij niet, wam booger dan de humaniteit
tegenover vreemdelingen, behoorende lot eene
vijandelijke of tot eene onzijdige natie, staat
voor haar de humaniteit jegens hare eigen
burgers. Ter wille van die hoogste humaniteit
heeft zij tegenover de Lusitania de inhumane
handeling gepleegd om. zonder daaraan eenige
waarschuwing te laten voorafgaan, het schip
in den grond te boren met het gevolg, dat
van de 1906 personen aan boord 1112 hun graf
in de golven hebben gevonden.
Tegenover liet ontzettende van dit feit
houden spitsvondige onderscheidingen geen
stand. De Duitsche regeering zou beier doen
zich niet te beroepen op eene „hoogste" huma
niteit, om aan eene zoo krasse inhumaniteit
een glimp van rechtmatigheid te geven. Zij
ka1 volstaan met rond er voor uil te komen,
dat zij het geduchte moderne wapen, dat de
duikbooten haar verschaffen in den zeeoorlog
legen Engeland, niet kan en wil uit de hand
geven. De nota van 10 Juni herinnert er aan.
dat bij het begin van den tegenwoordigen
oorlog de Duitsche regeering op het voorstel
van dc regeering te Washington zich bereid
heeft verklaard, de Londensche verklaring van
zeeoorlogsrecht te rutificeeren en zich daar
door bij dc aanwending van hare zeesli
krachten te onderwerpen aan Je daarin op
genomen beperkingen ten gunste van de on-
zijdigen. Eene stilzwijgende voorwaarde daar
bij was, dat Engeland hetzelfde zou doen. Toen
de Engelschc regecring dit niet deed en van
de omstandigheid, (lat door het achterwege
blijven van de ratificatie de bepalingen van
de verklaring van Londen niet waren gewor
den lot bindend recht, partij trok om zich niet
le houden aan sommigen van die bepalingen,
die haar belemmerden in het voeren van den
oorlog tegen Duitsohland op de wijze, zooals
zij cal wilde, heeft Duitsohland daarop ge
antwoord met zijnerzijds alle regelen van zec-
oorlogsrecht op zijde le zetten, liet naakte
geweld heersclil thans in don zee-oorlog en
de uilwerking daarvan ziet men in den mee-
dogenloozen oorlog, die sedert 18 Februari
1915 door de Duitsche duikbooten gevoerd
wordt tegen de Britschc handelsvloot.
Het Journal dc Genève heeft onlangs eenige
cijfers gegeven, die oene bijdrage leveren tot
beoordccling van de gevolgen, die de duik
bootoorlog lot dusver heeft gehad. Daaruit
blijkt, dat in liet tijdperk ran 18 Februari tot
24 Juni 1915 door Duitsche U-booten zijn ver
nield:
a. schepen mei meer dan
300 ton inhoud 124 400.000 ton.
b. visschersschepen van
minder dan 300 ton 70 18.000 Ion.
te zamou 194 418,000 Ion.
Door kruisers zijn van 4 Aug. 1914 af ver
nield 57 schepen met 250.000 ton inhoud. Ver
der vermeldt deze opgaaf tien vernielde sclie-
]>cn van onbekenden naam en inhoud, waarvan
dc gezamenlijke inhoud wordt gesteld op
25.000 ton. Duitsche kruisers worden sints
lang niet meer uitgezonden om handelssche
pen van den vüand le vernielen; daarvoor
Worden vrijwel uitsluitend dc duikbooten aan
gewend, die zich daartoe heter leenen dan
cenig ander oorlogswapenluig en die iederen
nieuwen dag daarmee voortgaan.
De geheele tonneninhoud van de Brilsche
handelsvloot vóór den oorlog wordt opgege
ven als 20 millioen ton. Daarvan zijn verlo
ren gegaan tol 29 Juni 0.7 raillioén. In percen
ten uitgedrukt bedraagt hel verlies tol einde
Juni 3i ten honderd. Met bitteren spot herin
nert de Frankf. Ztg. aan de verklaring, die
de oud-minister van marine Winston Chur
chill kort voordat hij dit ambt verliet heeft
afgelegd, dal de Duitsche U-booten niet iu
slaat waren eene ernstige storing van den
Britschen handel teweeg te brengen; zij voegt
daaraan toe. dat het een aardig begin is. als
2è pet, van den totalen inhoud der Brilsche
handelsvloot naar den bodem der zee is ver
huisd.
Dal ook de onzijdigen onder deze wijze van
oorlogvoeren zwaar lijden, geeft de Duitsche
legeering volmondig toe, en zii is gaarne be
reid daarover haar leedwezen uit te drukken.
Maar zij denkt er niet aan, uil eigen 'beweging
afstand te doen van de groote voordeden, die
de beslaande toestand op hel gebied van den
zeeoorlog haar verschaft Wie daarin veran
dering gebracht wenscht le zien, is, zoo
verklaart .zij, bij haar niet aan het goede
adres, want zij heeft den duikbootoorlog
moeien aanpassen aan de verklaarde bedoelin
gen van Duitschlandsvijanden en aan de
door hen toegepaste wijze van oorlog
voering.' Wanneer dus aan hel slot van de
rota herinnerd wordttTan de bereidverklaring
van den president dei* Vereenigde Staten, om
voorstellen aan de Brilsche regeering, inzon
derheid over de wijziging van den zeeoorlog
over te brengen en uit tc lokken (zur Ueber*
niiltclung und Anrcgung von Vorschlagen) en
gezegd wordt, dat de keizerlijke rcgcering
steeds gaarne gebruik zal maken van 's presi
dents goede diensten, dan moet dat niet wor
den opgevat als eene aankondiging, dal var
Duitschland. dergelijke voorstellen zullen uil
gaan. De Duitsche rcgcering vleit zioli met
„de stellige hoop. dat het bii het intreden van
den vrede of zelfs reeds vroeger zal gelukken
het zeeoorlogsrecht op ccnc wijze tc regelen,
die de vrijheid der zeeën waarborgt", en zii
zal het „met dank en vreugde begroeten, als
zij daarbij hand in hand met de Ameriuann-
sohe regcering kan werken." Maar <lc An
rcgung'' zal niet van haren leant komen
De oorlog.
Berlijn, 1 Juli. (W. B.) Bericht v u hel
opperste legerbestuur uil liol groote hoofd-
kwartier" van heden voormiddag.
Een Fransche handgnanatenaanval bij do
suikerfabriek ie Souchez werd afgewezen.
Aansluitende aan de bestorming van thcl kerk
hof, werd onze stolling over eene breedte \an
000 meter vooruit gebracht en ook d. aan den
weg Tiaar Alrecht gelegen Gabarel Rouge ge
nomen. Hel aantal gevangenen steeg tol drie
officieren en 215 man.
Verscheidene aanioopen tol vijandelijke
tegenaanvallen werden onder vuur genomen-,
waardoor hunne uitvoering verhinderd werd.
Tusschen Maas on- Moezel ontwikkelde do
vijand oene levendige artillerie-werkzaam
heid. Valer malen in den loop vair den avond
en den nacht viel hij onze stellingen in het
Bods le Prétrc aan. Deze YanvoJlen vielen in
ons vuur voor onze linden inieen ouder groote
verhezen.
Parij,s, 13 Juli. (Ilavas.) Namiddag-
oommuniqué.
Do Duilsobers bombardeerden in het noor
den de loopgraven van Lombacrlzijde cYi
Nieuwpoorl. De Fransohcn antwoordden en
brachten twee vijandelijke batterijen tol T.vv-
Ccn
Ondanks de pogingen van de Duitsche ar
tillerie, die de loopgraven in Garcncy en in
Souchetz met stikbonunen bombardeerde,
bracht een tegenaanval dc Franschon in het
bezit van een gcdeelle van de loopgraafele
menten, die den llen waren verlaten.
Voor de Fransche stellingen in den Dool
hof word heden nacht ccn Duitsche aauval
beproefd onder bescherming van een hevig
vuur. De aanvallers werden gedecimeerd en
in hunne liniên teruggeworpen.
In dc streek van de Afisne duurt de mij-
neustrijd voort. Dc Pransohen lieten een
mijnkamer springen, hetgeen de daartegen
aangelegde gangen yerndeldo.
In Champagne was dc dag rustig. In dc
Argonne heerschte eene groole levendigheid
inzonderheid in de socto-ren Marie Thérèse,
Fout de Paris, Bolanle en Ilajule Ghevaiucliéi'
Er was een gevocht met graünlen, kanonnen
en geweren in het bosch van Apremonl.
In de streek van Rcgniévülc en in hel Bois
le Prêlre worden twee Duitsclio aanvallen
beproefd in de buurt van Croix des Carmcs,
Dc eerste werd met belangrijke verliezen te
ruggeslagen door bol Fran soli o artillerie- en
infanterie vuur; de tweede word gestuit vóór
dat de Duitschers uit de loopgraven konden
komen.
Het bombardement duurt voort op dc stel-
Roman uit het Noorsch van
HULDA GARBORG
door
A. M. VAN DER LINDEN-VAN EDEN.
29
En zij zag met blijdschap de dagen voorbij
gaan in werken en zorgen voor alles, zoodat
zii 's avonds haar vermoeide leden kon uit
strekken en terstond insliep. Want er waren
loeii nog alliid gedachten, die teruggedrongen
moesten worden.
Zij bezat een geheele wereld om den vijand
ver le houden, een eerlijken wil en een fier
heid als weinigen maar. ach. er waren
tijden waarin haar arsenaal daar lag als een
hoopje asch en zij in elkaar zonk zonder
eenig weerstandsvermogen.
Maar zij zou overwinnen
Wanneer zij over het bloemtapijt in het
boSch liep en den blauwen hemel tussclien de
lboomen zag als lichtende, heldere kinder-
oogen, en zij hoorde hel zingen en suizen in
de kruinen der hoornen, dan kon zij zich een
^ogenblik zoo licht en vrij gevoelen en zij
dacht met blijdschap: „Nu is het ypogbij! Ik
iheb Immers alles wat mooi is in de wereld.
Ik heb immers mijn kind."
Maar het spook mei zijn honderd hoofdei
vras daar weer. voordat zij er aan dacht.
Dan vluchtte zii in haar angst en nood naa
Kaare, klemde zich aan hem vast en zocht in
zijne oogen te lezen, dat zij onmisbaar voor
hem was.
Hel vuur was op het punt om uit te gaan;
schaduwen benevelden haar oogen en het
werd haar zoo wonderlijk koud om hel hart
Maar even daarna kwam Kaare goeden-
nacht zoggen en liet vuur in Eli's haard vlam
de weer op en de kamer lag weer als in een
glans van goud vóór haar.
Dan dekte zij hem toe en kuste zijn voor-
hoofd en zijn kleine, mollige handen: „Goe
den nacht, mijn lieve, lieve jongen, goeden
nacht en slaap heerlijk!"
En twee kleine armen omklemden haar zoo
vast, dal de tranen liaar in de oogen kwamen.
„Goeden nacht, moeder!" *en dan nog een
klinkende zoen.
Maar dan was het uil met zijn tecderheid
en hij zong:
„Goeden nacht. Marja. goeden nacht, liefste
moeder en alle mooie dieren. Goeden nacht,
goeden nacht, heele wereld!" Hij was nog
zoo helder wakker, hij kon niet stil blijven
liggen van pret.
En Eli ging heen <*n dacht:
„Hierin heb ik overwonnen. Hij is vr o olijk
als een veulen in de weide, gezond en ge
lukkig!"
En in haar hart was zij dankbaar, vol ver
troosting en vol hoop voor haai* verder leven
Z ij n kin d.
a„_ hct (jnde van den winter ontving Eli
eeu brief met veel poststempels.
Zij green er begeerig naar en haar liar!
slond stil. Maar het was niet zijn hand. Iloe,
kon zii dit ook denken of willen? Het moest
wezen zooals het nu was. Hierin was hij
correct,
Ach, haar hart klopte zoo! Zij ging zitten,
teleurgesteld, willoos, en Uaneu verduister
den haar oogen. En kej was alsof zij gevoelde
hoe zich diepe rimpels in haar gelaat groef
den.
Zii werd hang voor zichzclve en trachtte
zich met heel haar kracht le beheerschen.
De brief was van Marie, die zoo lang ge
zwegen had en over wie zii zoo beangst was
geweest Wat zou er zijn? Zij had haar adres
te Rome genoemd. Had zij hem gezien? Wat
wist zij van hem?
Boven den brief slond inet groote, flinke
letters:
..Eli!"
Het was of zii haar om den hals viel.
„EU!"
Hel wonderbare is geschied! Nu begrijp ik
eindelijk iels van de dingen, waar ik vroeger
in den blinde over sprak.
Nu weel ik iets var de Uefde!
Hij gehikt niet op mijn Rumeniër, hij ge
lijkt jop niemand. Jlij is blond, met den glim
lach van een overwinnaar om dc volle lippen.
Ja. Eli. je kent" hem, je hebt ens zelve samen
gebracht."
Eli verbleekte cn hel werd donker om haar
heen. Zii frommelde den brief in elkander en
ging de kamer uit als een slaapwandelaarster.
Naar het bosch en tussohen de boomen!
Daar lag een den, door den storm geveld. Zij
zette zich neer op den bruinen stam en haalde
diep adem als om kracht te «erzamelen. Toen
haalde zii den brief weer te voorschijn en
streek hem met bevende handen glad.
„Dat ik miin belofte houd en je schrijf, is
niet omdat ik vind dal alle vluchtige beloften
nagekomen moeten worden, maar omdat ik
ic iets heb te vragen.
Je weet dat het mijn wensch was alleen
te zijn met een kind, een kind van mij, om er
heel de verantwoordelijkheid voor te dragen.
En dat wensch ik nog. Maar aan jou w il ik
het bekennen, omdat ik weet dat je mijn
vriendin cn een vrouw bent cn dat je mij
zu! begrijpen. Ik ben niet meer zoo heel
dapper. Ik gevoel inij eenzaam nu hij niei
mij is. Is het niet bclacheliik, erger
lijk en vernederend? Ilij mag het nooit weten
maar ik geloof dat het kind alleen mij niet
genoeg is. Alles is zoo anders geworden. Ik
begrijp miizclve niel meer. Ik gevoel be-
ko^' aan hulp. aan bescherming. Ieder uur
van den dag meen ik hem noodig le hebben,
denk ik aan hem en wensch hem lerug om
mijn hand vast te houden wanneer de bange
ure komt; om aks een schild vóór mij le slaan
wanneer de w ere'ui mij veroordcc Want dal
gebeurt, nu cn dan. en mijn minachting daar
over is niel zoo absoluut meer. dat zij mij
voldoende beschermt. Ik word zoo vervelend
gevoelig, ik ben zoo laf geworden.
Maar wanneer hij niet zelf komt... neen.
neen. alles moot zooais het is natuurlijk
Maar laat ik het aan jou bekennen al
mijn theorieën zijn op het punt om op de
vlucht te gaan ik word zoo sentimentcel
als een Dunscli meisje op een kostschool. Eli!
wat moei ik doen? Hel is ziekelijkheid, niet
waar? Hel zal wel overgaan, maar op hel
oogenblik zou ik zoo diep kunnen zinken om
zijn kousen te breien en de knoopen aan zijn
kleeren te zetten. Met andere woorden, er is
weinig meer over gebleven van ie oude Marie
Maar hij mag het nooit weten wanneer
nietneeu, hij mag hel niet weten. Ik heb
zelve gekozen en ben gelukkig.
En nu mijn verzoek aan je. Ik 'vraag met
gaai*ne een dienst aan vrienden; het is in den
regel beter wanneer men ze niet noodig heeft
Maar ik geloof niet dal jij tot dat soort p
hoort, dat zich terugtrekt, ais men het een
dienst vraagt.
Luister: ik weet dat je van ie man geschei
den bent en met je kind in de landstreek van
Hans lluldt woont; och, Eli, wat licb ik dik
wijls aan je gedacht en met je geleden 1
Eu nu gevoel ik mij zoo zwak. dat hot nu]
een troost zou zijn in dc plaats te wonen
waar de vader van mijn kind leefde.
Kan je daar een plaatsje voor mij vinden?
Liefst'dicht bij jou, maar gaat dit niet, dan
ergens anders, maar niet te ver. Begrijp je
mij? Ja, ik weet dat je dit doet.
Ik ben en wil dal blijven een vreemde
voor zijn familie dóar, wanneer niet
Maar hii mag immers niet komen en allea
blijft als vroeger.
Het was mijn eigen wensch en zoo moet
het zijn.
Je begrijpt, dat ik je eeuwig dankbaar zal
zijn als ie me spoedig antwoordt. Ik moei rust
hebben.
Eli. je weet zooveel van de liefde. Hoe kwan
dot zoo? Dat mooi }e me eens vertellen.
Te oude Marie
Wordt vervolgd.