„DE EEMLAN DER". Woensdag 1 September 1915. BIJTTEN LAN 57^ FEUILLETON. 14-e Jaargang. N° 54 GOUD EN EER Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: Pt: S maanden voor Amersfoortf 1*00. Idem franco per post - l-JO. Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O.IW. Afzonderlijke nummera 0.05. Wekelijks bijvoegsel nd« Hóllandschs Hui'woturf* (onder redactie ran Thérèse van Hoven) per 3 mnd. 50 ets. ^.dvertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie* advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. 0 Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER AD VERTENTIËN: Van 1—5 regeltf 0.30. Elke regel meer0.10» Dienstaanbiedingen 25 cents bjj vooruitbetaling. Orooto letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeolige bepalingon tot het herhaald advorteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene ciroulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegozonden. Lijkverbranding. (Slot). Bij de bespreking van de quaestie van lijk- yerbi anding wat eigenlijk 'n onjuiste term voor het crematieproces is dient wel voor opgesteld te worden, dat de voorstanders geenszins de begraving der lijken wenschen af te schaffen en te vervangen door crematie, doch dat zij, voor wie dat wenscht, de vrij heid verlangen om z'n stoffelijk overschot door „verbranding" in 'n lijkoven te doen verdrijven. De voorstanders van crematie maken wei nig propaganda voor hunne denkbeelden, waarschijnlijk omdat de meesten van hen de meening toegedaan zijn, dat ieder zelve over het lot van eigen stoffelijk omhulsel moet kunnen beschikken en dit een onderwerp is van te teeren aard, om er propaganda voor te makenzij weten zeer goed, dat wat zij wenschen niet iets nieuws is, en dit geeft hun meer kracht, om de erkenning te vragen van hun goed recht. Tegen „lijkverbranding" bestaat nog veel vooroordeel. Het woord zelf werkt dat in de hand. Eenvoudiger van geest zullen denken aan brandstapels, waarop de lijken langzaam verkolen. Wie wei eens eene crematie heeft bijge woond zal weten, dat de indruk bij het lang zaam neerdalen der kist naar de gereed staande, doch voor het oog der aanwezigen verborgen, oven geheel dezelfde is als bij het neerlaten in de geopende groeve. Ruw behoeft geen van beide handelwijzen te zijn; doch wanneer men bedenkt, dat in het eerste geval het doode lichaam in een bad van hee- te lucht van 1000 gr. C. gebracht wordt, waarin het binnen een paar uren ver teerd is en het echter in de groeve .overgele verd wordt aan een veel langduriger en af zichtelijker ontbindingsproces dan zal men niet aarzelen het begraven een ruwere han deling te noemen, dan de verbranding. Uit aesthetisch oogpunt zal zeker aan crematie de voorkeur gegeven worden. Dr hevigste bestrijding komt van kerkelij ke zijde, waar zeer velen crematie als ïe»s heidensch beschouwenwaarschijnlijk weer omdat zij zich 'n geheel verkeerde vo - stelling van de zaak maken of misleid door het woord lijkverbranding aan de praktijken van sommige heidenstammen denken, welke echter met de moderne crematoriums even weinig gemeen hebben als met de zoogen. christelijke wijze van begraving. In Duitschland schijnt men reeds lang over de bezwaren van onze anti-revolutionairen heen te zijn. De Duitsche predikanten toch verleenen zoowel bij crematie als bij begra fenis den bijstand, waartoe hun ambt hen roept. De zoo vurig Pro-Duitsche Stichtsche Crt. zou stellig op dit punt bij onze door haar nooit volprezen buren den blik nog heel wat kunnen verruimen. Domheidsmacht is hardnekkig en moeilijk overwinbaar, maar zelfs de achterlijkste mei.- schen' moeten ten slotte, zij het misschien ook 'n eeuw te laat, voor de moderne opvat tingen zich bukken. Voor wie godsdienstige vooroordeelen heeft tegen lijkverbranding zijn de woorden van Frédéric Passy wel behartigenswaard „Wordt er iets afgedaan aan het heilige woord „Gij zijt stof en tot slof zult gij weder keeren", door in plaats van langzaam over te gaan in.iets, dat geen naam heeft, het le- venlooze lichaam snel tot een weinig asch te reduceeren Wat kan het de Almacht hin deren, die ons volgens Paulus bij de opstan ding niet vergankelijke, maar eeuwige, glo rierijke lichamen zal teruggeven, of Zij te doen heeft met het overschot van een brand weerman, dre als offer zijner plichtsvervulling in de vlammen sneeft, met de resten van een door een haai verslonden zeeman, met het door een bom uit elkaar gescheurde lichaam van een krijgsman, of met dat van een aan ziekte op zijn bed gestorven en daarna begra ven mensch Slechts uit justitieel oogpunt kunnen te gen crematie serieuse bezwaren aangevoerd worden. Maar ook deze worden door de te genstanders tegenstanders f maar wat gaat het hun toch eigenlijk aan wat 'n ander met z'n omhulsel wil laten doen sterk opge blazen. De Koninklijke Academie van Weten schappen, ons hoogste wetenschappelijke college, heeft in Juni 1882 in opdracht van de Regeering over dit vraagstuk de volgende uitspraak gegeven „de lijkschouwing kan wel niet in elk denkbaar geval de zekere mid delen verschaffen om, zonder meer, eene vergiftiging tot ontdekking te brengen, maar de te maken wettelijke voorschriften kunnen zóóvele waarborgen voor die ontdekking schenken, dat de justitie in een overwegend aantal gevallen hare toestemming tot de ver branding van een lijk zal kunnen geven". De ze conclusie is zeker voorzichtig genoeg ge steld en menigeen zal er van overtuigd zijn, dat crematie, in plaats van ontdekking van misdaden te verhinderen, deze integendeel ten goede zou komen. Een der leden van de Koninklijke Academie, mr. VerLoren van Themaat, noemde zelfs lijkverbranding na iorafgaande schouwing, eene levensverze- Aering tegen misdaad f In Noorwegen is in het zittingsjaar 1898 bij de Storthing een wetsvoorstel ingediend dat ieder 18-jarig persoon bij testament kan bepalen, dat zijn lijk zal worden verbrand, en dat ouders deze zelfde bepaling kunnen maken omtrent hun kinderen, jonger dan 18 jaar. Bij vermoeden van misdrijf of in geval de overledene niet door een geneeskundige is behandeld, of de doodsoorzaak niet met beslistheid kan wor den aangetoond, moet door een geneeskun dig ambtenaar lijkopening geschieden. Zeer zwaarwichtig of onoverkomelijk zijn de justitieele bezwaren niet. Vergiftiging komt in ons land zoo zelden voor dat a 1 - 1 e e n met het oog daarop toch moei lijk de crematie ongeoorloofd en strafbaar zou moeten zijn. Trouwens ook na begraving komt er 'n tijd, dat de aanwezigheid van ver gift uiterst moeilijk te constateeren valt. Het komt ons voor, dat wij ons in dezen veilig kunnen verlaten op de waakzaamheid en plichtsbetrachting der Nederlandsche ge neeskundigen. Zeer juist zijn de woorden door den groo- ten Duitschen geleerde Virschow, reeds in 1875 in de Pruisische Kamer van afgevaar digden uitgesproken „Op de mogelijkheid, dat niettegenstaande lijkschouwing toch wel eens een misdaad onontdekt blijft en er dan later niet meer on derzocht zou kunnen worden, de inrichting der lijkbezorging van een geheel volk te ba seeren, is een absoluut verwerpelijke toe stand". Werd niettemin op justitieele gronden de crematie in Nederland wettelijk verboden en strafbaar gesteld, dan zou slechts 'n negatief resultaat bereikt zijn, want de m o g e 1 ij k- h e i d tot lijkverbranding blijft bestaan. Reeds vóór dat het crematorium te Velzen opgericht werd, hebben vele Nederlanders hun lijk doen verbranden in Duitschland. Zonderlinge speling van het lothet laatste vrijheidsrecht over het eigen lichaam, in het vrije Nederland onthouden, moest men in den Duitschen dwangstaat gaan zoeken. Politiek Overzicht De Baikansiaten en de weretdsirijd. III. Om zich tc «verzekeren van de medewer king van Bulgarije in den strijd tegen Tur kije, wenden de en ten te-mogendheden voors hands geene andere dan diplomatieke midde len aan, maar daarmede gaan zij tot de uiter ste grens. Niels meer of minder wordt door hen beoogd dan eene volledige herziening van het vredesverdrag van Bukarest, waarin de territoriale grenzen van de Baikansiaten zijn bepaald. In nota's, die zij gezamenlijk aan de regeeringen van deze staten hebben gericht, eischen zij hunne medewerking om die her ziening tot stand te brengen. Zij leggen hun daarbij het -vuur na aan de schenen. Zoo beval de nota, die in Belgrado is overlian- handigd, de onverholen bedreiging, dat van de beslissing, die de Servische regeering zal nemen op den in de nota gestelden eisch, zal afhangen of de wegen zich zullen schei den, die Servië en de quadruple-entente oorlaan gaan Uit Sofia is aan de Neue Freie Presse de inhoud medegedeeld van de aan Bulgarije "gezonden nota. In de inleiding wordt de wensch uitgedrukt, die de •entente-mogend- heden bezielt om de geschillen op den Balkan bij te leggen en aan de Bulgaarsclie aanspra ken tegemoet te komen. In verband daar mede wordt aan Bulgarije aangeboden: 1. Kavallo met het achterland, daaronder be grepen Series en Drama. 2. De lijn Enos Midia als nieuwe grens in Rumclië. 3. De be twiste zone van Macedonië. Volgens den zegsman van dc Neuc Frcic Pressc wordt in de nota niet gesproken van de Dobroedsja. Daarmee Is echter in strijd eene mcdedeeling van dc Temps, volgens welke aan Bulgarije ook een deel van de Rumeensohe Dobroedsja is beloofd. Het 'blijkt du6, dat de cnlcnlc-mogcndhe- den tegenover Bulgarije zeer mild in belof ten zijn geweest. Al die beloften hebben ech ter eene eigenaardigheid gemeen, die aan hunne waarde wel eenigen afbreuk doet. Om over het gebied, dat aan Bulgarije wordt toegezegd, te kunnen beschikken, is in de eerste plaats noodig, dat Turkije is ten on der gebracht, want anders kan Bulgarije zijne grens in het zuidoosten niet uffbreiden tot de Enos—Midialijn, cn wordt in de twee de plaats de toestemming gevorderd van dc drie andere Baikansiaten. Die zullen alle drie gebied, dat zij bezitten krachtens de bij den vrede van Bukare6l getroffen regeling, moeten afstaan ten behoeve van Bulgarije om dit land te bevredigen, dat zich beklaagt bij dat verdrag door hen benadeeld te zijn Hot is inderdaad een zwaro eisch, «die aan Servië, Griekenland cn Rmneuië wordt ge steld. Dc tegenstelling van den éénen vogel in de hand en dc tien vogels in do lucht- Ss hier van toepassing. Zij zullc-n gebied, dat zij feitelijk be- ziluen, moeten afsita.in om een mededinger, die hen beschuldigt hem dit wederrechtelijk te hebben onthouden, den mond 'le stoppen, en in ruil daarvoor wordit hun nielts anders gegeven dan het uitzicht op gebied, dal nog op Turkije en op Ooslenrijk-llongarije moet worden veroverd. Dut wordt van hen gevergd door de enlenle-mogendlieden, die Bulgarije in "tt gevlei willen komen, om zich te verze keren van zijn kostbaren steun in hun oorlog tegen Turkije. En als zij daaraan niet willen voHoon, dan worcte-n zij bedreigd met den toorn der mogendheden, waarvan zij de ge volgen zullen ondervinden. Nu moet men bij de beoordeeling van» 't geen de Baikansiaten zullen doen tegenover dezen inderdaad ongchoordon eisch ééne zaak niet vergelen. Mie christelijke Baikansiaten zijn opgegroeid in de vreeze Ruskinds. Het ontzag en de angst voor de almacht van den czaar zit hun in het bloed, en dat gevoel wordt nog versterkt, doordat zij Rusland ge steund zien door drie andere groote mogend heden. Zij zijn thans Itot hunne verbazing getuige van de instorting der Russische mili taire macht. Maar van alle karnton wordt liun voorgehouden, dat dit niet eene inzinking voor good is, doch dat de ontzettende neder lagen van de Russen heb gevolg van toevallige omstandigheden zijn, die de werkelijke kracht van Rusland ongedeerd la'ten, welke spoe dig zich zal hei^slellen en met verpletterende kracht op Duitschland en Oostenrijk-Honga- rije zal neerkomen. Aan den anderen kant hebben de Balkanvolken, terwijl zij Rusland overschatten, Turkije onderschat. Zij hebben zelf stuk voor stuk afgescheurd van het Euro- peesche gedeelte van het Turksche rijk en nu zien zij hoe Turkije, begiftigd met eene kracht, die zij voor goed verloren waanden, sedert zes maanden aan de Dardnnellen een strijd volhoudt, die schier zonder voorbeeld is, en waartegen de verecnigde zee- en landmacht van Engeland en Frankrijk zich te pletter loopt. Dit alles zal op den duur eene omwenteling teweeg brengen in xle opvattingen, waardoor de handelingen van. de regeeringen dor Bal- kamstateii wortlen bestuurd. Maar daarvoor is Lijd noodig, on inmiddels zien wij in die sla-, ten een chaolischen toestand. Wat zij zullen doen, is bij de aanhoudende wisseling in do stemmingen onmogelijk 'te bepalen. Servië heeft zich bereid verklaard aan liet Yorlangan yan de entente-mouendheden tege moet te komen, maar die verklaring laat eene achterdeur open. De Servische skocp- Schama. die door hel kabinet-Pasics is biieen- ecroepen om zich uit te spreken, heelt het be sluit genomen, dut „aan dc zijde van dc bontl- genooten de strijd voor de bevrijding van dc Servisch-Kroallisch-Slovecnsclie eenheid zat worden voortgezet onder dc onvermijdelijke offers tol bescherming van Servies levens belangen". Men is bereid mee te gaan, maar onder voorwaarde, <lat Servië's levensbelan gen worden beschermd. GriekeïiJojid staat, in tegenstelling lol Ser vië, dat als deelgenoot in den oorlog van hunne malerieelc hulp afhankelijk is, vrij te genover dc ententc-inogcndlieden. Dal komt uit in de bonding, ddc het tegenover den nu eestelden eisch aanneemt. Dezelfde bewinds man. die den 6en Maart aftrad als minister president. omdat 'dc koning zijne politiek van aansluiting bij de cnleme-mogendheden niet kon goedkeuren, is onlangs weder aapl het roer gekomen. Maar thans verklaart hifi dat de verhouding van dc Baikansiaten tot) de mogendheden van de quadruple-entente tengevolge ra de jongste oorlogsgebeurte nissen is gewijzigd en dat daarom ook voor Griekenland ©r geen sprake kaai zijn van prijsgeven van zijne onziidigheid. Gebiods- concess-iën kan. ook naar ziine meeninjg,1 Griekenland niet doen. reeds hierom niet,' omdat het daarvoor niet kan worden scha deloos gesteld, zonder dc onzijdigheid te vci> laten. Ruinenië's houding is lang zoodaniq ge weest, diat meai het de sfinx onder dc BaL- kanstaiten he-eft genoemd. Al heeft het de on< ziidigheid niet verlaten, zijne houding was toch ver verwilderd van eene ..welwillende" onzijdigheid tegenover de centrale mogend heden. Maar de eisch van gebiedsafstAnd ten J»eh©eve van Bulgarije, die het is gesteld doof de entónle-moeendheden. is od zijne stem ming niet zonder invloed gebleven. Het con servatieve partijbestuur heeft daartegen een krachtig protest aangeheven onder verklad ring. dat zelfs hel kleinste gedeelte van den Rumeensolien grond heilig is en d>at slecht^ de nartie in haar geheel, en niemand anders^ het recht heeft daarover te beschikken. f Wat Bulgarije doet zal het onderwerp zifiS van een volgend artikel, dat het besluit zal ziiii van deze reeks. De oorlog. Berlijn, 3lAu (W.-B.) Bericht van hel opperste legerbestuur uit het groote hoofd#* kwartier van heden voormiddag. Op het westelijk oorlogstooneel zijn geon# bijzondere gebeurtenissen voorgekomen. P a r ii s. 31 Aug. (Havas). Namiddag» communiqué. De Fransthe artillerie vervolgde in den nacht van den 30cn op den 31en zonder mei* denswaardige incidenten de aanhoudend* en werkwiMne aalie tegen de Duitsche loop» graven, wijkplaatsen en kantonnemenlen. Op roode vrouwelippen zijn kleine leu gens vaak gracieus, op mannelippen zijn zij steeds grof. door OTTO M MOELLE R. Uit liet Deensch 25 Snel keek de kapitein op, zijn oogen glin sterden. Hij begreep dat de eigenaar van het jacht niet op geld zag, daarvan spraken de kostbare muurbekleeding der salons, het verguld en het ebbenhout. „Dat is een goede prijs," zeide hij eerlijk „ik zou mij zelfs geen oogenblilk bezinnen, wanneer ik niet eerst er met het scheeps volk over moest spreken. Zonder twijfel ne men zij uw voorstel aan, maar ik begrijp ook dat gij zulk een som niet voor niets denkt te betalen. Het is maar de vraag wat gij er voor eischt." Daar Erik niet dadelijk antwoordde, sprak Alslöv. „Wij wenschen ons in contact te stellen met Europa, maar in het diepste geheim. iWe maken een wetenschappelijke reis, die uit een politiek oogpunt strikt geheim moet blijven. We willen nog verder naar bet Zui den, daar waar alle verbinding met de be schaafde wereld ophoudt. Wellicht zult gij op de thuisreis gepraaid worden door een of ander schip dat u zal vragen of ge ons niet gezien hebt; dit moet ge met neen beant woorden. Meer kunnen we u niet mede- deelen." „Ik neem hier volkomen genoegen mede," antwoordde de Amerikaan, „ik keer nu naar mijn eigen schip terug, binnen een half uur kunt ge op antwoord rekenen." Met een diepe buiging verliet hij het salon Men besprak de zaak nog eenigen tijd; zou men het durven wagen, de gewichtige brieven, aan een wildvreemde mede te ge ven? Het was gelijk zich geheel over te ge ven in diens macht, hem blind te vertrou wen. Indien hij uit onnadenkendheid uit de school klalpte, of de brieven aan een ver keerd adres bezorgde, wat dan?" „Het was veel beter hem een vertrouwd persoon mede te geven," meende Junker „en dien de opdracht te geven de brieven aan hun bestemming te bezorgen." „Sjemsky was daarvoor de rechte per soon," zeide Smith. Algemeen vond dit plan bijval. Op Szemsky kon men zich verlaten. Jun ker werd dadelijk naar boven gestuurd om hem te halen. „Ik ben bereid de opdracht te aanvaar den," antwoordde de Pool, toen hem was medegedeeld wat men van hem verlangde „ik gevoel mij zeer vereerd door uw ver trouwen, aan den anderen kant echter doet het mij leed, de Chemeia te moeten ver- Uien, Ik ga mij gereed maken om met den Ame rikaan mede te gaan. „Wij zien elkaar terug," zeide Erik. „Dat willen we hopen," antwoordde de Pool. Alles werd geschikt tot groote tevreden heid van beide partijen. De bemanning der Esperonza was zeer blij haar geld dezen keer zoo gemakkelijk verdiend te hebben en Erik vond het een rust dat een vertrouwd persoon als Sjemsky, de zaak in banden nam. Enkele uren gingen voorbij met voorbe reidende maatregelen voor zijn groote reis. Men voorzag hem rijkelijk van kleederen, daar hij dan telkens in een ander pak zich zou kunnen vermommen. Muller, een Duitscher, die vroeger het schoenmakersvak had uitgeoefend naaide handig de geheime brieven in een paar groote laarzen. Sjemsky kreeg 100.000 pond in banknoten mede om de voorkomen de uitgaven te bestrijden. Hetgeen over bleef mocht hij behouden. Eindelijk was het oogenblik der scheiding gekomen, een der booten van de Esperanza lag aan den val reep der Chemeia om Sjemsky en den Chi- leenschen kapitein naar den walvischvaar- der te brengen. De geheele bemanning van het jacht drong zich om hun kameraad heen; hem de hand drukkend wenschten allen hem een voorspoedige reis. Sjemsky was aangedaan; met trots was hij zich bewust dat het lot der wereld thans in zijn handen berustte. Hij zou het in hem ge stelde vertrouwen niet beschamen. Het laatst van allen drukte hem Erik dp hand. „Goede reis Sjemsky," sprak hij, niet tiachtend zijn aandoening te verbergen, mijn geluk berust van dit oogenblik af bij u; we zijn voor altijd vrienden. Dat geluk en voor spoed u volge op uwen weg." „Heil en voorspoed voor u, mijnheer de reeder, en voor de bemanning der Che- mei!" riep de Pool. Hij klom haastig den valreep af. Met ge lijke slagen roeide men de boot naar de Esperanza, en werd met mutsen gezwaaid en hoera geroepen en O' Kelly's forsche stem klonk over het water. „Goede reis Sjernsky, leef welf" De walvischvaarder zette het eene zeil na het andere bij en zette koers naar het noor den. Sjemsky stond aan het roer en wuifde. Op commando van kapitein Alslöv werd een schot gelost als laatste groet, daarna nog een en nog een. Toen zette de Chemeia haar reis voort, in tegenovergestelde rich- ting. „Nu naar het zuiden," zeide Alslöv, die met Erik op de brug stond. „Ja, zoover als wij komen kunnen, als het kan tot de Pool. We moeten ons nu hoe eerder hoe beter in veiligheid brengen." „Dan moet ge u er op voorbereiden hier een half jaar ingevroren te liggen." „Des te beter, we blijven een jaar aan de Pool en keeren dan naar de beschaafde we reld terug. Ik ben benieuwd of ze in dien tijd veranderd is." Met smalle vaart gleed de Chemeia door de golven, de Esperanza geleek niet meer dan een stip aan den horizon. Met haar scherpen boeg baande het iacht zich een i weg door de ijsschollen die kwamen aan» drijven. Hooge sneeuwtoppen glinsterden iq| de verte en reusachtige ijsbergen straalden met kouden glans in den vroolijken zonne» schijn. Kalm stoomde de Chemeia den langaf winter in de poolstreek tegemoet. XXIV. „Nlaarf" riep O'Kelly en keerde haastig» met Brown, Calandrio en Peter naar hel jacht terug. Met behulp van een gloeiend^1 ijzeren stang hadden ze ter lengte van eer* mijl gaatjes in het ijs geboord en die daar» na gevuld met kruit en dynamiet. Op di* manier was de Chemeia, gedurende de Iaat» ste weken, een heel eind in noordelijk# richting door het drijfijs heengedrongen. Erik stond op de brug, den vinger op hel knopje, dat de electriciteit in beweging bracht; zoodra de laatste man aan boord wasj? drukte hij op het knopje en binnen enkelé seconden ontplofte de stof over de aangek legde lijn. Het ijs sprong in stukken, eeiï lange smalle streep water opende zich' voo| de Chemeia. De machine begon met yoll# kracht te werken, opdat men snel door zoj stoomen, zonder gevaar van weder dadelijf in te vriezen. Wordt vervolgd*'

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1