„DE EEMLAN DER".
Woensdag 1 September 1915.
BIJTTEN LAN 57^
FEUILLETON.
14-e Jaargang.
N° 54
GOUD EN EER
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
Pt: S maanden voor Amersfoortf 1*00.
Idem franco per post - l-JO.
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) O.IW.
Afzonderlijke nummera 0.05.
Wekelijks bijvoegsel nd« Hóllandschs Hui'woturf* (onder redactie
ran Thérèse van Hoven) per 3 mnd. 50 ets.
^.dvertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
0
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER AD VERTENTIËN:
Van 1—5 regeltf 0.30.
Elke regel meer0.10»
Dienstaanbiedingen 25 cents bjj vooruitbetaling.
Orooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeolige bepalingon
tot het herhaald advorteeren in dit Blad, bij abonnement.
Eene ciroulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegozonden.
Lijkverbranding.
(Slot).
Bij de bespreking van de quaestie van lijk-
yerbi anding wat eigenlijk 'n onjuiste term
voor het crematieproces is dient wel voor
opgesteld te worden, dat de voorstanders
geenszins de begraving der lijken wenschen
af te schaffen en te vervangen door crematie,
doch dat zij, voor wie dat wenscht, de vrij
heid verlangen om z'n stoffelijk overschot
door „verbranding" in 'n lijkoven te doen
verdrijven.
De voorstanders van crematie maken wei
nig propaganda voor hunne denkbeelden,
waarschijnlijk omdat de meesten van hen de
meening toegedaan zijn, dat ieder zelve over
het lot van eigen stoffelijk omhulsel moet
kunnen beschikken en dit een onderwerp is
van te teeren aard, om er propaganda voor
te makenzij weten zeer goed, dat wat zij
wenschen niet iets nieuws is, en dit geeft hun
meer kracht, om de erkenning te vragen
van hun goed recht.
Tegen „lijkverbranding" bestaat nog veel
vooroordeel. Het woord zelf werkt dat in de
hand. Eenvoudiger van geest zullen denken
aan brandstapels, waarop de lijken langzaam
verkolen.
Wie wei eens eene crematie heeft bijge
woond zal weten, dat de indruk bij het lang
zaam neerdalen der kist naar de gereed
staande, doch voor het oog der aanwezigen
verborgen, oven geheel dezelfde is als bij
het neerlaten in de geopende groeve. Ruw
behoeft geen van beide handelwijzen te zijn;
doch wanneer men bedenkt, dat in het eerste
geval het doode lichaam in een bad van hee-
te lucht van 1000 gr. C. gebracht wordt,
waarin het binnen een paar uren ver
teerd is en het echter in de groeve .overgele
verd wordt aan een veel langduriger en af
zichtelijker ontbindingsproces dan zal men
niet aarzelen het begraven een ruwere han
deling te noemen, dan de verbranding. Uit
aesthetisch oogpunt zal zeker aan crematie
de voorkeur gegeven worden.
Dr hevigste bestrijding komt van kerkelij
ke zijde, waar zeer velen crematie als ïe»s
heidensch beschouwenwaarschijnlijk
weer omdat zij zich 'n geheel verkeerde vo -
stelling van de zaak maken of misleid door
het woord lijkverbranding aan de praktijken
van sommige heidenstammen denken, welke
echter met de moderne crematoriums even
weinig gemeen hebben als met de zoogen.
christelijke wijze van begraving.
In Duitschland schijnt men reeds lang over
de bezwaren van onze anti-revolutionairen
heen te zijn. De Duitsche predikanten toch
verleenen zoowel bij crematie als bij begra
fenis den bijstand, waartoe hun ambt hen
roept.
De zoo vurig Pro-Duitsche Stichtsche Crt.
zou stellig op dit punt bij onze door haar
nooit volprezen buren den blik nog heel wat
kunnen verruimen.
Domheidsmacht is hardnekkig en moeilijk
overwinbaar, maar zelfs de achterlijkste mei.-
schen' moeten ten slotte, zij het misschien
ook 'n eeuw te laat, voor de moderne opvat
tingen zich bukken.
Voor wie godsdienstige vooroordeelen
heeft tegen lijkverbranding zijn de woorden
van Frédéric Passy wel behartigenswaard
„Wordt er iets afgedaan aan het heilige
woord „Gij zijt stof en tot slof zult gij weder
keeren", door in plaats van langzaam over te
gaan in.iets, dat geen naam heeft, het le-
venlooze lichaam snel tot een weinig asch
te reduceeren Wat kan het de Almacht hin
deren, die ons volgens Paulus bij de opstan
ding niet vergankelijke, maar eeuwige, glo
rierijke lichamen zal teruggeven, of Zij te
doen heeft met het overschot van een brand
weerman, dre als offer zijner plichtsvervulling
in de vlammen sneeft, met de resten van een
door een haai verslonden zeeman, met het
door een bom uit elkaar gescheurde lichaam
van een krijgsman, of met dat van een aan
ziekte op zijn bed gestorven en daarna begra
ven mensch
Slechts uit justitieel oogpunt kunnen te
gen crematie serieuse bezwaren aangevoerd
worden. Maar ook deze worden door de te
genstanders tegenstanders f maar wat gaat
het hun toch eigenlijk aan wat 'n ander met
z'n omhulsel wil laten doen sterk opge
blazen.
De Koninklijke Academie van Weten
schappen, ons hoogste wetenschappelijke
college, heeft in Juni 1882 in opdracht van
de Regeering over dit vraagstuk de volgende
uitspraak gegeven „de lijkschouwing kan
wel niet in elk denkbaar geval de zekere mid
delen verschaffen om, zonder meer, eene
vergiftiging tot ontdekking te brengen, maar
de te maken wettelijke voorschriften kunnen
zóóvele waarborgen voor die ontdekking
schenken, dat de justitie in een overwegend
aantal gevallen hare toestemming tot de ver
branding van een lijk zal kunnen geven". De
ze conclusie is zeker voorzichtig genoeg ge
steld en menigeen zal er van overtuigd zijn,
dat crematie, in plaats van ontdekking van
misdaden te verhinderen, deze integendeel
ten goede zou komen. Een der leden van de
Koninklijke Academie, mr. VerLoren van
Themaat, noemde zelfs lijkverbranding na
iorafgaande schouwing, eene levensverze-
Aering tegen misdaad f In Noorwegen is in
het zittingsjaar 1898 bij de Storthing een
wetsvoorstel ingediend dat ieder 18-jarig
persoon bij testament kan bepalen, dat zijn
lijk zal worden verbrand, en dat ouders deze
zelfde bepaling kunnen maken omtrent hun
kinderen, jonger dan 18 jaar. Bij vermoeden
van misdrijf of in geval de overledene niet
door een geneeskundige is behandeld, of de
doodsoorzaak niet met beslistheid kan wor
den aangetoond, moet door een geneeskun
dig ambtenaar lijkopening geschieden.
Zeer zwaarwichtig of onoverkomelijk zijn
de justitieele bezwaren niet. Vergiftiging
komt in ons land zoo zelden voor dat a 1 -
1 e e n met het oog daarop toch moei
lijk de crematie ongeoorloofd en strafbaar
zou moeten zijn. Trouwens ook na begraving
komt er 'n tijd, dat de aanwezigheid van ver
gift uiterst moeilijk te constateeren valt. Het
komt ons voor, dat wij ons in dezen veilig
kunnen verlaten op de waakzaamheid en
plichtsbetrachting der Nederlandsche ge
neeskundigen.
Zeer juist zijn de woorden door den groo-
ten Duitschen geleerde Virschow, reeds in
1875 in de Pruisische Kamer van afgevaar
digden uitgesproken
„Op de mogelijkheid, dat niettegenstaande
lijkschouwing toch wel eens een misdaad
onontdekt blijft en er dan later niet meer on
derzocht zou kunnen worden, de inrichting
der lijkbezorging van een geheel volk te ba
seeren, is een absoluut verwerpelijke toe
stand".
Werd niettemin op justitieele gronden de
crematie in Nederland wettelijk verboden en
strafbaar gesteld, dan zou slechts 'n negatief
resultaat bereikt zijn, want de m o g e 1 ij k-
h e i d tot lijkverbranding blijft bestaan.
Reeds vóór dat het crematorium te Velzen
opgericht werd, hebben vele Nederlanders
hun lijk doen verbranden in Duitschland.
Zonderlinge speling van het lothet laatste
vrijheidsrecht over het eigen lichaam, in het
vrije Nederland onthouden, moest men in
den Duitschen dwangstaat gaan zoeken.
Politiek Overzicht
De Baikansiaten en de
weretdsirijd.
III.
Om zich tc «verzekeren van de medewer
king van Bulgarije in den strijd tegen Tur
kije, wenden de en ten te-mogendheden voors
hands geene andere dan diplomatieke midde
len aan, maar daarmede gaan zij tot de uiter
ste grens. Niels meer of minder wordt door
hen beoogd dan eene volledige herziening van
het vredesverdrag van Bukarest, waarin de
territoriale grenzen van de Baikansiaten zijn
bepaald. In nota's, die zij gezamenlijk aan de
regeeringen van deze staten hebben gericht,
eischen zij hunne medewerking om die her
ziening tot stand te brengen. Zij leggen hun
daarbij het -vuur na aan de schenen. Zoo
beval de nota, die in Belgrado is overlian-
handigd, de onverholen bedreiging, dat van
de beslissing, die de Servische regeering zal
nemen op den in de nota gestelden eisch, zal
afhangen of de wegen zich zullen schei
den, die Servië en de quadruple-entente
oorlaan gaan
Uit Sofia is aan de Neue Freie Presse de
inhoud medegedeeld van de aan Bulgarije
"gezonden nota. In de inleiding wordt de
wensch uitgedrukt, die de •entente-mogend-
heden bezielt om de geschillen op den Balkan
bij te leggen en aan de Bulgaarsclie aanspra
ken tegemoet te komen. In verband daar
mede wordt aan Bulgarije aangeboden: 1.
Kavallo met het achterland, daaronder be
grepen Series en Drama. 2. De lijn Enos
Midia als nieuwe grens in Rumclië. 3. De be
twiste zone van Macedonië. Volgens den
zegsman van dc Neuc Frcic Pressc wordt in
de nota niet gesproken van de Dobroedsja.
Daarmee Is echter in strijd eene mcdedeeling
van dc Temps, volgens welke aan Bulgarije
ook een deel van de Rumeensohe Dobroedsja
is beloofd.
Het 'blijkt du6, dat de cnlcnlc-mogcndhe-
den tegenover Bulgarije zeer mild in belof
ten zijn geweest. Al die beloften hebben ech
ter eene eigenaardigheid gemeen, die aan
hunne waarde wel eenigen afbreuk doet.
Om over het gebied, dat aan Bulgarije wordt
toegezegd, te kunnen beschikken, is in de
eerste plaats noodig, dat Turkije is ten on
der gebracht, want anders kan Bulgarije
zijne grens in het zuidoosten niet uffbreiden
tot de Enos—Midialijn, cn wordt in de twee
de plaats de toestemming gevorderd van dc
drie andere Baikansiaten. Die zullen alle
drie gebied, dat zij bezitten krachtens de bij
den vrede van Bukare6l getroffen regeling,
moeten afstaan ten behoeve van Bulgarije om
dit land te bevredigen, dat zich beklaagt bij
dat verdrag door hen benadeeld te zijn
Hot is inderdaad een zwaro eisch, «die aan
Servië, Griekenland cn Rmneuië wordt ge
steld. Dc tegenstelling van den éénen
vogel in de hand en dc tien vogels
in do lucht- Ss hier van toepassing.
Zij zullc-n gebied, dat zij feitelijk be-
ziluen, moeten afsita.in om een mededinger,
die hen beschuldigt hem dit wederrechtelijk
te hebben onthouden, den mond 'le stoppen,
en in ruil daarvoor wordit hun nielts anders
gegeven dan het uitzicht op gebied, dal nog
op Turkije en op Ooslenrijk-llongarije moet
worden veroverd. Dut wordt van hen gevergd
door de enlenle-mogendlieden, die Bulgarije
in "tt gevlei willen komen, om zich te verze
keren van zijn kostbaren steun in hun oorlog
tegen Turkije. En als zij daaraan niet willen
voHoon, dan worcte-n zij bedreigd met den
toorn der mogendheden, waarvan zij de ge
volgen zullen ondervinden.
Nu moet men bij de beoordeeling van»
't geen de Baikansiaten zullen doen tegenover
dezen inderdaad ongchoordon eisch ééne zaak
niet vergelen. Mie christelijke Baikansiaten
zijn opgegroeid in de vreeze Ruskinds. Het
ontzag en de angst voor de almacht van den
czaar zit hun in het bloed, en dat gevoel
wordt nog versterkt, doordat zij Rusland ge
steund zien door drie andere groote mogend
heden. Zij zijn thans Itot hunne verbazing
getuige van de instorting der Russische mili
taire macht. Maar van alle karnton wordt liun
voorgehouden, dat dit niet eene inzinking
voor good is, doch dat de ontzettende neder
lagen van de Russen heb gevolg van toevallige
omstandigheden zijn, die de werkelijke kracht
van Rusland ongedeerd la'ten, welke spoe
dig zich zal hei^slellen en met verpletterende
kracht op Duitschland en Oostenrijk-Honga-
rije zal neerkomen. Aan den anderen kant
hebben de Balkanvolken, terwijl zij Rusland
overschatten, Turkije onderschat. Zij hebben
zelf stuk voor stuk afgescheurd van het Euro-
peesche gedeelte van het Turksche rijk en nu
zien zij hoe Turkije, begiftigd met eene kracht,
die zij voor goed verloren waanden, sedert
zes maanden aan de Dardnnellen een strijd
volhoudt, die schier zonder voorbeeld is, en
waartegen de verecnigde zee- en landmacht
van Engeland en Frankrijk zich te pletter
loopt.
Dit alles zal op den duur eene omwenteling
teweeg brengen in xle opvattingen, waardoor
de handelingen van. de regeeringen dor Bal-
kamstateii wortlen bestuurd. Maar daarvoor is
Lijd noodig, on inmiddels zien wij in die sla-,
ten een chaolischen toestand. Wat zij zullen
doen, is bij de aanhoudende wisseling in do
stemmingen onmogelijk 'te bepalen.
Servië heeft zich bereid verklaard aan liet
Yorlangan yan de entente-mouendheden tege
moet te komen, maar die verklaring laat
eene achterdeur open. De Servische skocp-
Schama. die door hel kabinet-Pasics is biieen-
ecroepen om zich uit te spreken, heelt het be
sluit genomen, dut „aan dc zijde van dc bontl-
genooten de strijd voor de bevrijding van dc
Servisch-Kroallisch-Slovecnsclie eenheid zat
worden voortgezet onder dc onvermijdelijke
offers tol bescherming van Servies levens
belangen". Men is bereid mee te gaan, maar
onder voorwaarde, <lat Servië's levensbelan
gen worden beschermd.
GriekeïiJojid staat, in tegenstelling lol Ser
vië, dat als deelgenoot in den oorlog van
hunne malerieelc hulp afhankelijk is, vrij te
genover dc ententc-inogcndlieden. Dal komt
uit in de bonding, ddc het tegenover den nu
eestelden eisch aanneemt. Dezelfde bewinds
man. die den 6en Maart aftrad als minister
president. omdat 'dc koning zijne politiek
van aansluiting bij de cnleme-mogendheden
niet kon goedkeuren, is onlangs weder aapl
het roer gekomen. Maar thans verklaart hifi
dat de verhouding van dc Baikansiaten tot)
de mogendheden van de quadruple-entente
tengevolge ra de jongste oorlogsgebeurte
nissen is gewijzigd en dat daarom ook voor
Griekenland ©r geen sprake kaai zijn van
prijsgeven van zijne onziidigheid. Gebiods-
concess-iën kan. ook naar ziine meeninjg,1
Griekenland niet doen. reeds hierom niet,'
omdat het daarvoor niet kan worden scha
deloos gesteld, zonder dc onzijdigheid te vci>
laten.
Ruinenië's houding is lang zoodaniq ge
weest, diat meai het de sfinx onder dc BaL-
kanstaiten he-eft genoemd. Al heeft het de on<
ziidigheid niet verlaten, zijne houding was
toch ver verwilderd van eene ..welwillende"
onzijdigheid tegenover de centrale mogend
heden. Maar de eisch van gebiedsafstAnd ten
J»eh©eve van Bulgarije, die het is gesteld doof
de entónle-moeendheden. is od zijne stem
ming niet zonder invloed gebleven. Het con
servatieve partijbestuur heeft daartegen een
krachtig protest aangeheven onder verklad
ring. dat zelfs hel kleinste gedeelte van den
Rumeensolien grond heilig is en d>at slecht^
de nartie in haar geheel, en niemand anders^
het recht heeft daarover te beschikken. f
Wat Bulgarije doet zal het onderwerp zifiS
van een volgend artikel, dat het besluit zal
ziiii van deze reeks.
De oorlog.
Berlijn, 3lAu (W.-B.) Bericht van hel
opperste legerbestuur uit het groote hoofd#*
kwartier van heden voormiddag.
Op het westelijk oorlogstooneel zijn geon#
bijzondere gebeurtenissen voorgekomen.
P a r ii s. 31 Aug. (Havas). Namiddag»
communiqué.
De Fransthe artillerie vervolgde in den
nacht van den 30cn op den 31en zonder mei*
denswaardige incidenten de aanhoudend*
en werkwiMne aalie tegen de Duitsche loop»
graven, wijkplaatsen en kantonnemenlen.
Op roode vrouwelippen zijn kleine leu
gens vaak gracieus, op mannelippen zijn zij
steeds grof.
door
OTTO M MOELLE R.
Uit liet Deensch
25
Snel keek de kapitein op, zijn oogen glin
sterden. Hij begreep dat de eigenaar van
het jacht niet op geld zag, daarvan spraken
de kostbare muurbekleeding der salons, het
verguld en het ebbenhout.
„Dat is een goede prijs," zeide hij eerlijk
„ik zou mij zelfs geen oogenblilk bezinnen,
wanneer ik niet eerst er met het scheeps
volk over moest spreken. Zonder twijfel ne
men zij uw voorstel aan, maar ik begrijp ook
dat gij zulk een som niet voor niets denkt
te betalen. Het is maar de vraag wat gij er
voor eischt."
Daar Erik niet dadelijk antwoordde, sprak
Alslöv.
„Wij wenschen ons in contact te stellen
met Europa, maar in het diepste geheim.
iWe maken een wetenschappelijke reis, die
uit een politiek oogpunt strikt geheim moet
blijven. We willen nog verder naar bet Zui
den, daar waar alle verbinding met de be
schaafde wereld ophoudt. Wellicht zult gij
op de thuisreis gepraaid worden door een of
ander schip dat u zal vragen of ge ons niet
gezien hebt; dit moet ge met neen beant
woorden. Meer kunnen we u niet mede-
deelen."
„Ik neem hier volkomen genoegen mede,"
antwoordde de Amerikaan, „ik keer nu naar
mijn eigen schip terug, binnen een half uur
kunt ge op antwoord rekenen."
Met een diepe buiging verliet hij het salon
Men besprak de zaak nog eenigen tijd;
zou men het durven wagen, de gewichtige
brieven, aan een wildvreemde mede te ge
ven? Het was gelijk zich geheel over te ge
ven in diens macht, hem blind te vertrou
wen. Indien hij uit onnadenkendheid uit de
school klalpte, of de brieven aan een ver
keerd adres bezorgde, wat dan?"
„Het was veel beter hem een vertrouwd
persoon mede te geven," meende Junker
„en dien de opdracht te geven de brieven
aan hun bestemming te bezorgen."
„Sjemsky was daarvoor de rechte per
soon," zeide Smith.
Algemeen vond dit plan bijval.
Op Szemsky kon men zich verlaten. Jun
ker werd dadelijk naar boven gestuurd om
hem te halen.
„Ik ben bereid de opdracht te aanvaar
den," antwoordde de Pool, toen hem was
medegedeeld wat men van hem verlangde
„ik gevoel mij zeer vereerd door uw ver
trouwen, aan den anderen kant echter doet
het mij leed, de Chemeia te moeten ver-
Uien,
Ik ga mij gereed maken om met den Ame
rikaan mede te gaan.
„Wij zien elkaar terug," zeide Erik.
„Dat willen we hopen," antwoordde de
Pool.
Alles werd geschikt tot groote tevreden
heid van beide partijen.
De bemanning der Esperonza was zeer
blij haar geld dezen keer zoo gemakkelijk
verdiend te hebben en Erik vond het een
rust dat een vertrouwd persoon als Sjemsky,
de zaak in banden nam.
Enkele uren gingen voorbij met voorbe
reidende maatregelen voor zijn groote reis.
Men voorzag hem rijkelijk van kleederen,
daar hij dan telkens in een ander pak zich
zou kunnen vermommen.
Muller, een Duitscher, die vroeger het
schoenmakersvak had uitgeoefend naaide
handig de geheime brieven in een paar
groote laarzen. Sjemsky kreeg 100.000
pond in banknoten mede om de voorkomen
de uitgaven te bestrijden. Hetgeen over
bleef mocht hij behouden. Eindelijk was het
oogenblik der scheiding gekomen, een der
booten van de Esperanza lag aan den val
reep der Chemeia om Sjemsky en den Chi-
leenschen kapitein naar den walvischvaar-
der te brengen. De geheele bemanning van
het jacht drong zich om hun kameraad heen;
hem de hand drukkend wenschten allen
hem een voorspoedige reis.
Sjemsky was aangedaan; met trots was hij
zich bewust dat het lot der wereld thans in
zijn handen berustte. Hij zou het in hem ge
stelde vertrouwen niet beschamen. Het
laatst van allen drukte hem Erik dp hand.
„Goede reis Sjemsky," sprak hij, niet
tiachtend zijn aandoening te verbergen, mijn
geluk berust van dit oogenblik af bij u; we
zijn voor altijd vrienden. Dat geluk en voor
spoed u volge op uwen weg."
„Heil en voorspoed voor u, mijnheer de
reeder, en voor de bemanning der Che-
mei!" riep de Pool.
Hij klom haastig den valreep af. Met ge
lijke slagen roeide men de boot naar de
Esperanza, en werd met mutsen gezwaaid
en hoera geroepen en O' Kelly's forsche
stem klonk over het water. „Goede reis
Sjernsky, leef welf"
De walvischvaarder zette het eene zeil na
het andere bij en zette koers naar het noor
den. Sjemsky stond aan het roer en wuifde.
Op commando van kapitein Alslöv werd
een schot gelost als laatste groet, daarna
nog een en nog een. Toen zette de Chemeia
haar reis voort, in tegenovergestelde rich-
ting.
„Nu naar het zuiden," zeide Alslöv, die
met Erik op de brug stond.
„Ja, zoover als wij komen kunnen, als het
kan tot de Pool. We moeten ons nu hoe
eerder hoe beter in veiligheid brengen."
„Dan moet ge u er op voorbereiden hier
een half jaar ingevroren te liggen."
„Des te beter, we blijven een jaar aan de
Pool en keeren dan naar de beschaafde we
reld terug. Ik ben benieuwd of ze in dien
tijd veranderd is."
Met smalle vaart gleed de Chemeia door
de golven, de Esperanza geleek niet meer
dan een stip aan den horizon. Met haar
scherpen boeg baande het iacht zich een i
weg door de ijsschollen die kwamen aan»
drijven. Hooge sneeuwtoppen glinsterden iq|
de verte en reusachtige ijsbergen straalden
met kouden glans in den vroolijken zonne»
schijn.
Kalm stoomde de Chemeia den langaf
winter in de poolstreek tegemoet.
XXIV.
„Nlaarf" riep O'Kelly en keerde haastig»
met Brown, Calandrio en Peter naar hel
jacht terug. Met behulp van een gloeiend^1
ijzeren stang hadden ze ter lengte van eer*
mijl gaatjes in het ijs geboord en die daar»
na gevuld met kruit en dynamiet. Op di*
manier was de Chemeia, gedurende de Iaat»
ste weken, een heel eind in noordelijk#
richting door het drijfijs heengedrongen.
Erik stond op de brug, den vinger op hel
knopje, dat de electriciteit in beweging
bracht; zoodra de laatste man aan boord wasj?
drukte hij op het knopje en binnen enkelé
seconden ontplofte de stof over de aangek
legde lijn. Het ijs sprong in stukken, eeiï
lange smalle streep water opende zich' voo|
de Chemeia. De machine begon met yoll#
kracht te werken, opdat men snel door zoj
stoomen, zonder gevaar van weder dadelijf
in te vriezen.
Wordt vervolgd*'