„DE E EM LAN DER". Vrijdag 10 September 1915. JBUITEN LANJX FEUILLETON. GOUD EN EER N" 62 14" Jaargang. Uitgevers: VALKHOFF ft Co. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Kennisgeving. Politiek Overzicht De Britsche armada. Hoofdredacteurs Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: Pot 8 maanden voor Amersfoort t Idem franco per post I Per week (met gratis verzekering tegen ongelukkon) - O.l .Afzonderlijke nummers 0.05. vWekelijks bijvoegsel „dê Hollandsche Huiscromd' (onder redaotie fan Thérèse van Hoven) per 8 mnd. 50 ets» jLdvertentiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 1—5 regels.. f 0.50. Elke regel meer«0.10. Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling, Groote lettors naar plaatsruimto. Voor handel en bedrijf bestaan zoer voordeolige bepalingen tot liet herhaald adverteoren in dit Blad, bij abonnoment. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Ee Burgemeester van Amersfoort; elet op het schrijven van den commissaris 'jfer Koningin dezer provincie» dd. 3 September ^15, 4e Afdeeling no. 2521 Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat fot secretaris der commissie, teneinde de Minis- (era van Oorlog en van Marine te dienen van doorlichting inzake bezwaarschriften van door de Burgemeesters genomen beslissingen nopens aanvragen om vergoeding wegens kostwinner schap van dienstplichtigen van militie, Landweer an Landstorm, is benoemd de heer Jhr. Mr. K. 3. Schorer, Advocaat en procureur te Utrecht, Janskerkhol 13a en dat het adres der commissie te diens huize is gevestigd. Amersfoort, 9 September 1915. De Burgemeester voornoemd. VAN RANDWDCK. Wij hooren in deze dagen op verschillen de wijzen en in verschillende talen den lof bezingen van de gToote Britsche vloot, die in het hooge noorden in veilige haven zit te wachten op den dag, waarop zij in den donder van het geschut zal toonen wat zij vermag. Een aantal Fransche en Ameri- kaonsche dagbladschrijvers hebben, gevolg gevende aan eene uitnoodiging van .den vlootbevelhebber, admiraal Jellicoe, de vloot in hare schuilplaats bezocht. Zij zijn van dit bezoek teruggekeerd vol bewondering over 't geen zij hebben gezien. Dat heeft hun een diepen indruk gegeven van de geweldige macht, die daar is bijeengebracht, in bezige rust wachtende op den dag, die misschien nimmer komen zal, waarop zij het huivering- ^'cnel van hare krachtsont wikkeling te zien zal geven. Een van deze schrijvers verzekert, dat hij de overtuiging heeft meegenomen van de onoverwinnelijkheid der Britsche vloot. Met zulke verklaringen moet men voorzichtig zijn. Onder de zeekasteelen, die de Britsche vloot rijk is, zijn eenige pré-dreadnoughts van een type, dat bekend is onder den naam „Invincible". Een van deze schepen, de drager van den naam Irresistible, is den 20en Maart 1915 aan de Dardanellen in den grond geboord. Een ander schip van dit type, de Formidable, heeft den len Januari van dit jaar in het Kanaal hetzelfde lot on dergaan. De reden, waarom deze zeekasteelen zich niet dan bij hooge uitzondering op zee ver- toonen in dezen oorlog, is voor een goed deel hierin te zoeken, dat men hen wil be hoeden voor de gevaren, die hen dreigen van de duikbooten, die de tegenstander zoo goed weet te hanteeren als wapen in den strijd. Wij vernemen nu, dat van het oor spronkelijke aantal der Duitsche duikbooten de he)j£ is verhuisd naar den bodem der zee. Dat moge zoo zijn, maar een geducht wapen blijven de duikbooten toch. Een Duitsche militaire schrijver, de schout-bij-nacht Kalau von Hofe, geeft op de vraag: Wat doet de Britsche armada? dit antwoord: „De Engelsche regeering heeft er niet toe kunnen besluiten, hare armade uit de veili ge schuilplaats voor den dag te halen. Deze armada bevat de nieuwste, sterkste en snelst varende schepen en ligt nu buiten het be reik van het Duitsche offensief, in door de natuur beschermde baaien van de noorde lijke eilandengroepen, steunende op eene talrijken, van alle hulpmiddelen ruim voorzie- nen trein, op den loer; den blik vast naar Helgoland gericht en steeds bereid om de Duitsche vloot in de Noordzee te overval len. Dikwijls genoeg heeft de Duitsche slag- vloot zich bij het mooiste weer in de Noord zee vertoond, om de Britten uit te noodigen tot den dans, tevergeefs. Ook de duik bootoorlog en de aanvallen van de Duit sche kruisers tegen de Engelsche kust plaatsen waren niet in staat haar naar bui ten te lokken. „Deze gedragslijn van de Engelsche vloot moest op het eerste gezicht zonderling schijnen en kritiek uitlokken in de onpoli tieke kringen van Engeland. Maar het ge mak, waarmee de regeering er'in slaagde de ontevredenheid, die opkwam over de houding van de vloot, tot zwijgen te bren gen, en de groote waardeering, die hare vlootpolitiek daarbij vond, leiden ons tot de slotsom, dat de wijze waarop de vloot tot dusver is gebruikt, geheel beantwoordt aan het Engelsche belang in het kader van de algemeene politiek. Want de omstandig heden van het Engelsche wereldrijk hebben zich zoo ontwikkeld, dat met het verlies van slechts een klein gedeelte der slagvloot het bestaan van het rijk onzeker gemaakt, de handhaving van zijne politiek onmogelijk gemaakt wordt." De conr.lnsip van rWen schriiver is. dat de waarschijnlijkheid er voor spreekt, dat de Engelsche vloot in dezen oorlog in 't geheel niet tot het voeren van een eerlijken strijd in volle zee zal worden gebruikt. „Al vallen de Russen op de knieën, al sluiten de Fran- schen en Belgen, den oorlog moede, vrede, en al leveren de Amerikanen geen munitie meer, zoolang de Engelsche vloot met of zonder strijd in hoofdzaak zich handhaaft op hare tegenwoordige sterkte, hoopt En geland den oorlog te kunnen rekken, gun stige vredesvoorwaarden fe krijgen en zijne heerschappij op de wereldzee te redden." De oorSog. B e r 1 ij n, 9 Sept. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. In de Argonne vielen gisteren ten noord oosten van Vienne le Chateau onze Wurtem- bergsche en Lotharingsche regimenten uit vooF-een aanval. De stormende infanterie, die door artillerie voortreffelijk ondersteund werd, stélde zich op eene frontbreedte van meer dan 2 kilometers v_n eene diepte van 300 tot 500 meter in het bezit van de vijan delijke stellingen en van verscheidene steun punten, waaronder het door de Franschen veel genoemde werk Marie Thérèse. 30 of ficieren en 1999 man werden gevangen ge nomen, 48 machinegeweren, 54 mijnwer- pers en een revolverkanon buitgemaakt. P a r ij s, 9 Sept. (Hayas). Namiddag communiqué. In Artois waren, gevechten met granaten en geweervuur van loopgraaf tot loopgraaf in de sectoren Neuville en Roclincourt. Er was eene vrij levendige kanonnade ten zui den van Atrecht en in de streek van Roye. In de Argonne werden in de streek van Fontaine aux Charmes zeer herige gevech ten geleverd gedurende den geheelen nacht De Duitschers hernieuwden hun. aan vallen met groote hardnekkigheid. De Fran sche linie is overal behouden, behalve een loopgraof-element ten oosten van Layon- Binarville. De Franschen maakten eenige gevangenen en namen eene mitrailleuse. In Lotharingen werden in het bosch van Parroy eenige gevechten geleverd, waarin het voordeel bleef aan de Franschen. Een granaatgevecht werd geleverd op eene hoogte ten oosten van Metzeral. Een vijftigtal bommen werden door Fransche vliegtuigen geworpen op het sta tion te Challerange. In den nacht var 8 op 9 September bombardeerde een bestuurbaar Fransch luchtschip het station en de werk plaatsen te Mesles. P a r ij s, 9 Sept. (R.) Avond-commu niqué. Het artillerie-duel werd voortgezet rond om Atrecht, in de streek van Roye, in Woë- vre. Champagne en Argonne. De aanvallen van den vijand in de Ar gonne werden niet hervat. B e r 1 ij n, 9 Sept. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van neUen voormiddag. Legergroep Hindenburg. Van de Oostzee tot Olita is geene wezenlijke verandering. Tusschen Jeziori en de Njemen verweert den tegenstander zich hardnekkig. Onze troepen naderden Skidel. Ten zuiden van de Njemen onttrok de vijand zich aan eene nederlaag doör den terugtocht achter de Zelvs'ianka. Op den westelijken oever ver toeven nog slechts achterhoeden. De leger groep maakte 5550 gevangenen en maakte tien machinegeweren buit. Legergroep Leopold van Beieren. Ook hier is de Zelwianka op verscheidene plaat sen onder gevechten met de vijandelijke achterhoede bereikt. Ten zuiden van Roza- na is de overgang over de Rozanka afge dwongen. De Oostenrijksch-Hongaarsche troepen gaan verder vooruit door het bosch ten noordoosten van Sielec. Legergroep Mackensen. Bij Chomsk is de noordelijke oever van de Jasiolda gewon nen. Door ons oprukken naar het noorden gedwongen, ontruimde de vijand zijne stel lingen bij Bereza—Kartuska. Tusschen de Sporowskiesec en het Dnjepr—Bugkanaal wonnen wij verder veld. De ten zuiden van Ostrow over de Sereth vooruitdringende vijand werd op zijn rech tervleugel teruggeworpen. W e e n e n, 9 Sept. (W. B.) Officieel wordt d.d. 9 September gemeld: Onze aan val in Wolhynië duurt voort. Gisteren werd het Russische front ten Noorden van Olyka doorbroken. Duhno, het tweede punt van den Wolhynischen vesting-driehoek, is ge nomen. Gisterennamiddag is de Oosten- rijksche landweercavalerie de stad binnen gerukt. Het stroomopwaarts liggende sper- fort is in ons bezit. Het leger van generaal von Böhm Ermolli is aan de boven-lkwa en over Nowo-Aleksi- niec voorwaarts gedrongen. De Russische troepen, die in het gebied ten Westen van Trembowla over de Sereth voorwaarts ge rukt waren, zijn voor het grootste deel weer teruggeworpen. Bij de gevechten, die hier tegen een vijandelijke overmacht plaats had den, grepen Duitsche gardebataljons, .on der kolonel von Leu, met veel succes in. Aan de beneden-Sereth en de Dnjestr heerschte betrekkelijk rust. Aan de verovering van de vijandelijke stellingen bij Nowo Siolka en Kostin Korva, welke gisteren plaats vond, nam de te voet strijdende cavalerie, onder luitenant-veld maarschalk von Brudermann, een belang rijk aandeel. Gedeelten van de Oostenrijksch-Hongaar sche troepen, die in het Jasiolda-gebied strijden, wonnen terrein in de streek van Micholin ten Zuiden van Rozany. Petersburg, 9 Sept. (Tel.-agent- schap). Communiqué van den grooten gene- ralen staf. Op het front RigaDwinsk is de alge meene toestand onveranderd. Eene poging van de Duitschers op den 7en om vooruit te gaan in de streek van de spoorwegstations Gross Seekau en Neuhut is teruggeslagen. De strijd aan de rivier Laoutza duurt voort. Om eene meer gedekte stelling te bezetten, verwijderden onze troepen zich eenigszins van den rechteroever van de Laoutza. In de richting van Dwinsk waren slechts kleine voorpostengevechten. Op de wegen naar Wilna is de toestand zonder wezenlijke verandering. De uitgan gen van de meren zijn door onze troepen bezet. In de streek Novy Troki onderhielden de Duitschers een levendig artillerievuur met verstikkende gassen. Bij Orany ondernam de vijand den 7en eenige aanvalspogingen. Van Grodno uit duren de hardnekkige aanvallen voort van de Duitschei s in de buurt van den spoorweg bij het station Drouskeniki en op Skidell. In de laatste richting drev enwij dén vijand terug en brachten hem groote verliezen toe; wij maakten eenige tientallen gevangenen. Ten zuiden <&ai\ de Njemen verricht de vijand uiterst hardnekkige aanvallen in de streek van Wolkowysk aan beide zijden van den naar Slonim voerenden spoorweg. Op den weg van Luszk naai* Rowno is de toestand onveranderd. In de streek van Dubno en Kremenetz bezetten wij nieuwe stellingen aan de Ikwa en de Boven Goryn. In Galicië behaalden wij bij Tarnopol den 7en een groot succes op de Duitschers. De 3e garde-divisie en de 48e divisie Duitsche reservetroepen, versterkt door eene Oosteru rijksche brigade en door eene talrijke zware en lichte artillerie, bereidden zich, volgens de aanwijzingen van gevangenen, sedert ver* scheidene dagen ernstig voor op een beslis* senden aanval, die werd bepaald op der* nacht van 8 op 9 September. Den vijand voorkomende, namen onze troepen het of* fensief en na een hardnekkig gevecht aan de rivier Doljinka waren de Duitschers in deni avond van den 7en volkomen geslagen. Op het einde van het gevecht ontwikkelde de vijand, naar het zeggen van de troepen, een artillerievuur van buitengewone kracht. Slechts de onmogelijkheid om een gelijk vuur tegenover hem te stellen belette ons het verkregen succes te ontwikkelen. De Duitschers liéten, behalve enorme verliezen aan dooden en gewonden, meer dan 200 of ficieren en 8000 soldaten in onze handen. Wij veroverden 30 kanonnen, waaronder 14 van zwaar kaliber, ook mitrailleuses en an deren oorlogsbuit. Na eene korte vervolging bezetten onze troepen hunne primitieve stellingen aan de Sereth. De keizer, die een rapport had ont vangen over de aan den vijand toegebrachte nederlaag, gal bevel zijne vreugde en er kentelijkheid kenbaar te maken aan onze dappere troepen voor het op den vijand be haalde succes- en voor de zware verliezen, die hem zijn toegebracht. Verder naar het zuiden, in de streek van Trembodi, verdreven wij den vijand uit eene reeks dorpen. Wij maakten meer dan 40 of ficieren en 2500 soldaten gevangen met drie kanonnen en een tiental mitrailleuses. Tusschen de Djestr en den linkeroever van de Beneden Sereth gingen de Oostenrijkers in den loop van den 7en over tot het offen sief in de streek van het dorp Voniatyntze. Door flankaanvallen van een onzer batail- lons werd het vijandelijk offensief gestuit. Wij maakten 11 officieren en meer dan 1000 Oostenrijkers met mitrailleuses buit. De gelukkige verlossing van onze legers uit hunne moeielijke stelling in het vooruit- gelegen strijdtooneel aan de Weichsel, dooc den vijand omringd, begint hare resultaten te doen voelen, die zich voor het oogenblik in partieele voordeelen uitdrukken. B e r 1 ij n, 9 Sept. (W. B.) Het officieels Russische bericht van 8 September over bij Tarnopol behaalde voordeelen heeft betrek king op gebeurtenissen, die in het Duitsche communiqué van 8 September zijn vermeld. De Russische mededeeling is, zooals ieder, deskundige bij nauwkeuriger onderzoek da delijk moet erkennen, verzonnen met al te duidelijke bedoeling om door een verdicht succes de aanvaarding van het opperbevel door den czaar te verheerlijken. Londen, 9 Sept. (R.) De militaire me dewerker van de Times gaat in een artikel onder het hoofd „Ruslands gunstige stel ling" in bijzonderheden de strategische po sitie van alle deelen der Russische stelling Geluk is slechts schijn, verdriet ie waar heid. door OTTO M. MOELLER. Uit het Dccnsck. 82 XXIX. Erik sloeg de oogen op, tot het leven teruggeroepen doordat Sjemsky hem her haaldelijk krachtig door elkander schudde. JX'at was er toch gebeurd? Eer Sjemsky echter kon antwoorden, stond hem alles we der levendig voor den geest. Ze zaten bei den op een der steunpilaren van het ge bouw, als door een wonder gespaard geble ven. Op en onder de balken en stukken gra niet om hen heen liggen lijken en de andere vleugel van het gebouw staat in brand. Erik ziet huiverend om zich heen; redden is on mogelijk, opzicht is er niet meer. Alle cellen zijn geopend en de bewoners hebben zich 'tioor het geheele gesticht verspraid. Men Lad getracht de spuien in de ongedeerde gang te zetten, doch de krankzinnigen had den op allerlei manieren het blusscnen ver hinderd. Het personeel liep radeloos rond; .op het kleine eiland was geen hulp te krij- gep, daar de weinige arme yissshprsgezio- nen die er woonden, uit angst voor de losge laten gekken, in hun booten gevlucht waren. „Hoe komen wij hier uit?"' vroeg Erik met zwakke stem. Sjemsky wees op een stuk van het touw dat zich om een vooruitste kenden steen geslingerd had. Daaraan wil den zij zich laten zakken. Welk een verwoesting was door hen aan gericht! Zij gevoelden zich de moordenaars van al de lijken die om hen heen verspreid lagen. Waarom had de dood hen gespaard; 't was immers veel beter geweest dat ook hun leven een einde had genomen. Erik richt zich op. Neen het was niet beter geweest, ze strijden voor een doel, voor een groote, heilige zaak. „Moed gevat Sjemsky, Engeland is hier de moordenaar, niet wij, op zijn hoofd kome het bloed dezer ongeluk- kigen. Eerst nu zal de onderdrukte wereld van zijn tiran bevrijd worden." Hij had nooit de vraag weten te beant woorden, welke de beste manier was om zijn ontdekking aan het licht te brengen; nu echter, terwijl hij daar staat te midden dier ontzettende verwoesting, gaat hem plotse ling een licht op. Hij had op alle aanbiedin gen der groote mogendheden toestemmend moeten antwoorden; dan hadden ze, afgun stig op elkander, goud gemunt tot honderd duizend milliarden toe; de waarde van het metaal was tot nul gereduceerd en de ont dekking het eigendom der gansche wereld geweest. Hoe was het intusschen gegaan, nu het geheim aan één Staat behoorde? Het was echter nog niet te laat, nog kan hij overwinnsn in den strijd, „Voorwaarts, Sjemsky, we hebben geen lijd te verliezen, de oogenblikken zijn kost baar." Erik vat het touw en laat zich naar be neden gllijden, gevolgd door Sjemsky. Een heer, gekleed in hemd, hoogen hoed en das nadert al buigend en groet 't twee tal beleed. „Het doet mij genoegen dat gij toch ein delijk van uw hoogen wagen afgestegen zijt," begint hij op yroolijken toon „niet waar, ik heb toch de eer met den profeet Elias te spreken? Mijn naam is James Cook, beroemd Engelsch natuuronderzoeker. De wilde u wel eens spreken over een nieuwe reis om de wereld." Een andere heer kwam nu haastig aan- Ioopen. „U lijdt aan chronische maagpijn," sprak hij barsch, tegelijk een groote schaar te voorschijn halend „en het is dringend noo- dig voor uw gezondheid dat ik u met dit doeltreffend instrument den buik openrrijt. Kom, spoedig wat, ik heb weinig tijd, want iCTnoet vandaag nog meer dan honderd paiënten bezoeken." Sjemsky vatte den gevaarlijken genees heer van achteren stevig beet, ontwrong hem zijn wapen en slingerde het een eind ver weg. „Daar ligt uw instrument, dokter, zie maar dat ge het haalt; zeide hij, hem van zich af duwefid. „Neem dadelijk natte omslagen, en ge bruik niets dan droog brood," raadde de aesculaap, en rende weg om zijn schaar te zoeken. Overal doken de wonderllijkste gestalten op; hetwas een oorverdoovend gekrijsch en gehuil. De directeur kon zich nauwellijks drie gekken, van liet lijf houden. „Hoe komen wij nog hier vandaan, Sjemsky?" vroeg Erik „was er maarr een boot die wij gebruiken konden." Ze liepen langs het strand heen en weer; de weinige booten waren reeds in zee ge roeid en het jacht dat aan de inrichting be hoorde, was reeds door de krankzinnigen in beslag genomen. „We moeten het eiland omloopen tot we een boot vinden," zeide Sjemsky. Het was ondertusschen helder dag gewor den, de zon stond aan den hemel en van uit zee waaide een frissche wind over het eiland. De beide vluchtelingen bestegen een hooger gelegen punt, vanwaar zij een vrij uitzicht naar alle kanten hadden. De groep der Shetlandeilanden bestaat uit ongeveer honderd kleine eilandjes, waar van er echter nauwelijks dertig bewoond zijn. Op het eenzaamste en kaalste lag het krankzinnigengesticht, zoodat het grootste eiland, Mainland, in het oosten slechts on duidelijk zichbaar was. De vuurgloed moest men daar toch hebben opgemerkt en ieder oogenblik kon dus hulp komen opdagen. „Is dat geen zeil daarginds?"- „Het is een heele vloot, die op het eiland aanstuurtr," antwoordde Sjemsky, „hoe zul len we hen nog ontkomen!" Ze haastten zich naar beneden en begon nen hun onderzoekingstocht aan het strand vo'ortt e zetten; niets echter waarmede ze rich redden konden deed zich aan hun blik voor. Spoedig waren ze het eiland om ge weest. Sjemsky knerste op de tanden van mach- telooze woede als plotseling een angstwek- kend geschreeuw en gehuil weerklinkt. Ze klauterden om een vooruitspringende rots punt, en konden nu zien wat er gaande was. Drie partijen vochten om een grooten kots ter; de krankzinnigen, te herkennen aan hui* wilde gebaren en woeste gelaatsuitdrukking* de oppassers; maar de derde partij, wie wa ren dat?" Onbemerkt naderden zij de vechteenden; eensklaps uitte de Pool een luiden kreet en wees met den vinger op een uit de groep. Het was kapitein Alslöv. Wie was die vrouw daar onder de razende hoop? Erik kromp in elkaarr. „Mijn vouw!" Zoo snel hij kon ijlde hij naar de luid ruchtige groep. Nu begreep hij wat er van de manschap pen, den kapitein en zijn vrouw geworden; wasl Al de opvarende der Chemeia warenf in het Rijks-krankzinnigengesticht opgeslo* ten geweest! In een oogenblik bevonden hij en Sjems ky zich tusschen de vechtenden, de gekken schenen de overwinning nabij, de maagdok* ter schermde verwoed met rijn wapen, ter wijl de heerr in het zonderlinge toilet de strijdenden krachtig aanvuurde. Wordt vêrüolg'di

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1