"BINNENLAND.
/ia. Hij komt tot de volgende conclusie:
V In aanmerking nemende de buitengewoon
i&ngunstige omstandigheden, waarmede de
terugtocht van de Weichsel begon, konden
Vij van een ruim strategisch standpunt niet
wenschen de Russische legers beter ge
plaatst te vinden dan zij nu zijn. Behoudens
'een ernstigen misslag, waarvan het Russi
sche opperbevel tot dusver geen bewijs
heeft geleverd, kunnen de Russen nu- een
ordelijken, kalmen terugtocht volbrengen,
Strijdende waar zij dit wensOhen en zoolang
tij het wenschen, totdat het natte seizoen,
'dat reeds begonnen is, en daarna de sneeuw
een halt opleggen aan de Duitsche legers
en hun als winterkwartieren aanwijzen een
verwoest land.
De schrijver gaat voort met misslagen van
het Duitsche legerbestuur aan te wijzen,
hierin bestaande, dat de Duitsch-Oostenrijk-
schen slechts steden nemen, geen legers.
Hij schrijft dit toe aan het feit, dat gedu
rende twee kritieke maanden een massa
beschikbare Duitsch-Oostenrijksche troepen
rustig in Galicië werden gelaten in plaats
van naar het front van Wilna te worden
overgebracht voor de beslissende operatie.
De schrijver kan geen reden zien, waarom
niet eene verdedigende houding kon zijn
aangenomen in Galicië en een gedeelte van
de daar aanwezige strijdkrachten overge
bracht per spoor naar Kowno en verder
noordelijk. Iwanow's legers waren zwaar ge
teisterd en hadden door zwakkere krachten
in toom gehouden kunnen worden dan die,
.welke in Galicië werden gelaten.
De schrijver komt tot deze conclusie: De
fout schijnt vooral te moeten worden toege
schreven aan de gebrekkige strategie van
het Duitsche opperbevel, dat geen vooruit-
zienden blik had en een slecht gebruik
maakte van de massa troepen, die het tot
zijne beschikking had, en dat door te veel
dingen tegelijk te omvatten eene gelegen
heid ongebruikt liet, die misschien nooit te
rugkeert. Inderdaad voor Napoleontische
slagen is een Napoleon noodig. Bij gebreke
van een zoo overweldigend, hoewel dik
wijls hinderlijk persoon, zien wij gewone
strategie uitgevoerd door gewone generaals
met bijzondere magere resultaten.
W e e n e n, W. B.) Officieel wordt d.d. 9
September gemeld:
De algemeene rust houdt aan. In de
Schluderbachstreek verdreven onze troepen
zwakke vijandelijke afdeelingen, die tegen
onze Popenastelling ageerden.
Door ons vuur werden ook twee Italiaan-
sche compagnieën, die in het Paralba-gebied
een van onze steunpunten aanvielen, terug
geslagen.
Vijandelijke patrouilles, die de Monte Ga
denis beklimmen wilden, werden afgesne
den.
Rome,'9 Sept. (R.) Officieel communi
qué.
Onze artillerie joeg vijandelijke colonnes
uiteen in het Plezzo-bekken en den Predil-
pas.
De vijand beschoot de havenwerken van
Monfalcone, waardoor brand ontstond.
Onze luchtvaartuigen bombardeerden met
succes het spoorwegstation van Klause, ten
Oosten van Santa Lucia, en de brug over
de Baca.
Petersburg, 9 Sept. (TeL-agent-
schap). Commurvqué van den generalen staf
van het Kaukasus-leger.
In de grensstreek trachtte een groote co
lonne Turksche verkenners gedurende den
7en de Arkhave over te steken. Zij werd
door het geweervuur van onze voorposten
teruggedreven.
In de streek van Oity hebben onze ver
kenners bij het dorp Khorst een Turksch
wachtkorps omgebracht
In de streken van Melazghert en Wan
waren ontmoetingen tusschen onze verken
ners en Koerden. Ten Zuiden van het Wan-
meer vochten onze verkenners te paard met
een groot detachement Turksche infanterie
en cavalerie.
Op het overige deel van het front is niets
gebeurd.
Konstantinopel, 9 Sept. (W. B.)
Communiqué van het hoofdkwartier.
In den sector van de Anaforta zijn, zooals
te constateeren was, den 8en September
door de uitwerking van ons tegen de vijan
delijke stellingen ten Zuiden van Azmakdere
gericht artillerievuur ontploffingen veroor
zaakt van munitie en granaten in de vijan
delijke loopgraven.
Bij Ariburnu wierp de vijand bommen met
-vergiftige gassen tegen onzen linkervleugel,
maar kon hiermede geen voordeel behalen.
Bij Sedd-ul-Bahr vond van weerszijden
slechts een zwak artillerievuur plaats.
Aan de overige fronten is de toestand on
veranderd.
Berlijn, 9 Sept (W. B.) Bericht van het
opperste legerbestuur uit het groote hoofd
kwartier van heden voormiddag.
Gedurende den nacht van eergisteren op
gisteren werden in Londen de dokken en
verdere havenwerken en hunne omgeving
overvloedig met spring- en brandbommen
beworpen. De uitwerking was zeer bevredi
gend. Onze luchtschepen zijn na eene aller
hevigste beschieting zonder de minste scha
de teruggekeerd.
Duitsche vliegtuigeskaders vielen Nancy
aan.
Londen, 9 Sept. (R.) Bericht van het
persbureau.
In een nieuwen Zeppelin-aanval in de oos
telijke graafschappen en de streek van Lon
den werden gisteravond 12 mannen, 2 vrou
wen en 6 kinderen gedood, 8 mannen, 4
vrouwen en 2 kinderen zwaar gewond en 38
mannen, 23 vrouwen en 11 kinderen licht ge
wond. Alle slachtoffers zijn burgers op vier
soldaten nn, van wie een gedood en drie ge
wond werden.
Londen, 9 S e*p t. (R.) Het persbureau
maakt bekend, dat gedurende de week, ein
digende den 8en September, door Duitsche
duikboofèn tien schepen tot zinken zijn ge
bracht. In diezelfde peridde zijn 1438 zee
schepen in de Engelsche havens aangeko
men of daaruit vertrokken.
N ew-York, 9 Sept. (R.) Gustav Stahl
heeft zich schuldig erkend aan meineed, in
verband met zijn getuigenis, dat hij vier
kanonnen op de Lusitania heeft gezien.
Stahl's getuigen verklaring behoorde tot die,
welke door graaf Bemstorff aan het ministe
rie van buitenlandsche zaken werden over
gelegd tot ondersteuning van Duitschland's
bewering, dat de Lusitania bewapend was.
Sofia, 9 Sept (W. B.) Volgens berich
ten in de hier verschijnende bladen, heeft
minister-president Radoslawow aan een de
putatie van Sobranje-Ieden verklaard, dat de
betrekkingen tusschen Bulgarije en Turkije
uitmuntend zijn. Bulgarije was, volgens hem,
feitelijk reeds in het bezit van de spoorlijn
naar Dedeajetsch. De Turksch-Bulgaarsche
grens liep, zei hij, langs de rivier de Tundsja
tot Karagatsch dat aan Bulgarije kwam, ver
volgens tot Soflu, twee K.M. ten oosten van
de Maritza, en van Soflu tot Enos, aan den
linker Maritza-oever.
De stelling van het ministerie, vervolgde
Radoslawow, is zeer sterk. Het rekent op de
vaderlandsliefde zijner politieke tegenstan
ders, te weten de leden van den Boerenbond.
Hij zeide, niet het plan te hebben de Sobran-
je te ontbinden.
Radoslawow gelooft niet aan een gemeen
schappelijk optreden van Servië, Rumenië en
Griekenland tegen Bulgarije. Indien Bulgarije
vechten moet, besloot hij, zal het dit slechts
op één front behoeven te doen.
Saloniki, 8 Sept. (W. B.) De Fran-
sche admiraal heeft bepaald, dat alle reizi
gers op Grieksche schepen in het bezit moe
ten zijn van door het Fransche consulaat ge
waarmerkte verklaringen, die over den per
soon van den reiziger en over het doel van
de reis opgaven bevatten. Alle Grieksche
scheepvaartmaatschappijen protesteeren te
gen deze nieuwe belemmering.
B e r 1 ij n, 9 Sept. (W. B.) Over de
Fransch-Russische telegram-spionage in
Athene en de arrestatie van de beide Fran
sche dagbladschrijvers Papas en Marion
wordt aan het Berliner Tageblatt uit Athene
geseind, dat uit het onderzoek is gebleken,
dat de spionage in veel grooteren omvang
werd gevoerd dan men aanvankelijk dacht.
In Mei werden 90 telegrammen van
het Duitsche gezantschap, 5 van het Engel
sche, 5 van het Russische, 2 van het Oos-
tenrijksch-Hongaarsche en 9 van de Griek
sche regeering gestolen, in Juni in 't ge
heel 236, waaronder 200 van het Duitsche
gezantschap, in Augustus 33.
B e r 1 ij n, 9 Sept. (W. B.) De Fransch-
Russische telegramspionage werd hierdoor
ontdekt, dat de telegraafambtenaar Legakis
den Duitschen gezant graaf Mirbach en den
chef van den generalen staf Dusmanin me
dedeelde, dat telegrammen van den koning,
de vorige regeering, het Duitsche en het
Oostenrijksch-Hongaarsche gezantschap ge
durende maanden door twee telegraafamb
tenaren, door tusschenkomst van den dag
bladschrijver Papas ter kennis van geinteres-
seerde personen werden gebracht. De chef
van den generalen staf stelde den koning
hiervan in kennis. De Duitsche gezant pro
testeerde bij de regeering en verlangde een
onderzoek. Twee dagbladschrijvers en twee
ambtenaren werden dadelijk in hechtenis
genomen en nog in den nacht verhoord.
De zaak, die door de morgenbladen rucht
baar werd gemaakt, baart groot opzien. Het
onderzoek bracht aan het licht, dat de
spionage een grooten omvang heeft. Tele
grammen in open schrift en in cijferschrift
werden deels afgeschreven, deels in den
oorspronkelijken vorm gestolen en naar Pe
tersburg gezonden. De spionage begon in
April.
Eene poging van de Venizelos-pers om
de zaak voor te stellen als besteld werk van
het Duitsche gezantschap, mislukte jammer
lijk. De verontwaardiging is algemeen. Zelfs
de Venizelistische Hestia eïscht het vertrek
va" den gecompromitteerde persoon.
Brltsch-Indië,
B e r 1 ij n, 9 Sept. (W. B.) Uit Konstan
tinopel brengt de Lokalanzeiger het bericht,
dat aan de noordelijke grens van Indië eene
hevige botsing plaats had tusschen Engel
sche soldaten en Afghanen, waarbij 3000
Engelschen gedood werden. In de buurt van
Lahore hielden de gevechten sedert twintig
dagen aan.
Bulgarljë.
S o f i a, 9 Sept. (W. B.) Volgens een te
legram van den prefect van Xanthi hebben
gistervoormiddag onbekende personen het
lid van de sobranje Mehemed Pacha overval
len en doodgeschoten. Zijn dienaar werd
zwaar gewond.
Tweede telegram. Uit het voorloo-
pige onderzoek naar dit misdrijf is gebleken
dat men hier te doen heeft met een wraak
oefening van persoonlijke vijanden.
Zuid-Afrika.
Pretoria, 9 Sept. (R.) 42 volgelingen
van den rebellen-generaal Kemp zijn veroor
deeld tot gevangenisstraf van 3 jaar tot 9
maanden en tot boeten van 150 p. st. tot 50
p. st
De zoogenaamde profeet van Rensburg,
die in West-Transvaal grooten invloed had,
is veroordeeld tot 18 maanden gevangenis
straf.
Verspreide Berichten.
Joffre aan het Italiaanse he
front.
Generaal Joffre is drie dagen in Italië ge
weest om overleg te plegen met den Koning
en met generaal Cadorna,
Op Vrijdag 3 September, om halfdrie is hij
met een extra-trein, begeleid door vier Fran
sche stafofficieren, te Turijn aangekomen.
Generaal Porro was met verscheidene Ita-
llaansche stafofficieren hem tegemoet ge
reisd tot de grens bij Modane en had daar
in groote tenue den Franschen opperbevel
hebber hartelijk ontvangen. De extra-trein
reed dadelijk gelijk uit Lugano aan de
Duitsche bladen werd geseind via Milaan
door naar het Italiaansche front, waar nog
dienzelfden avond de eerste ontmoeting met
Cadorna volgde. Zaterdagmorgen haalden
Cadorna en Porro den Franschen opperbe
velhebber af aan zijn kwartier en begaven
zich met hem naar den Koning, waarop allen,
de Kóning en de generaals, zich met hun ad
judanten naar Monfalcone begaven. Van
daar uit brachten zij een bezoek aan den her
tog van Aosta in diens kwartier en naar ver
scheidene punten van het front, die onder
vijandelijk vuur waren. Om 5 uur 's middags
kwamen zij in vijf automobielen door Cer-
vignano en reden zij naar de tegen Görz
vooruitgeschoven posities. Zondagmorgen
woonde generaal Joffre de vroegmis bij, wel
ke te velde door pater Semeria werd gelezen.
In den loop van den dag had hij langdurige
besprekingen met Cadorna en Porro. Maan
dagochtend vertrokken de Franschen weer.
Om halfdrie 's middags passeerden zij het
station te Turijn, waar generaal Rogier hen
begroette. Daar niemand iets wist van de reis
van den Franschen veldheer waren er bijna
niets dan spoorwegbeambten op het station
aanwezig.
Monument Von Weddin
gen. Voor den omgekomen comman
dant van de U 9, Otto von Weddingen, zal
volgens de Kieler Ztg. op 22 dezer te Kiel
een groot monument worden onthuld. Het
is een groot houten model van de U 9,
waarin het publiek gouden en zilveren pin
nen kan slaan. Het is" een "gift van den heer
en mevrouw Krupp.
Mevrouw Carton de Wiart, de echt-
genoote van den Belgischen minister van
justitie, die na haar gevangenschap in
Duitschland te Bazel vertoefde, heeft daar
aan een correspondent van de Daily Chro
nicle een en ander over haar wedervaren
verteld. Zij erkende dat zij in de Duitsche
gevangenis niet hard, wel streng was behan
deld. Zij had een afzonderlijke cel en kreeg
de gewone gevangeniskost. Twee uur per
dag mocht zij op de binnenplaats toeven en
Zondags de gevangeniskapel bezoeken. Zij
werd voortdurend bewaakt; ook wanneer de
Spaansche gezant haar bezocht, was er
steeds een Duitsch officier en een bewaak
ster bij.
In tegenspraak met hetgeen uit andere
bron is gemeld, als zou haar een deel van
haar straf zijn kwijtgescholden, deelde zij
den correspondent mee dat de 3 maanden,
waartoe zij was veroordeeld, waren afge-
loopen en zij den volgenden ochtend op
vrije voeten werd gesteld. Aanvankelijk was
de Duitsche regeering voornemens haar tot
't eind van den oorlog in Duitschland te
houden^ maar door de tusschenkomst van
koning Alfonso kreeg zij vergunning het
land te verlaten. Zij is echter verbannen uit
België. Haar zes kinderen, waarvan het
jongste pas twee jaar is, toeven te Brussel.
Ter dood veroordeeld.
Het gerecht te Bonn heeft de 48-jarige we
duwe L. Höfer uit Lengsdorf bij Bonn ter
dood veroordeeld. Zij had den 12en Juli
zekere vrouw Schönefeld met een bijl dood
geslagen en haar beroofd van een som van
300 mark.
Uit de Pers
Heemskerk en Kuyper.
n.
Misschien is het intusschen goed gaat
Mr. Heemskerk in zijn verweerschrift (1)
voort dat ik hier in het voorbijgaan twee
feiten aanstip, die nog duidelijker doen uit
komen, dat ik inderdaad nooit op eene con
stellatie als die van einde 1907 heb aange
stuurd.
„Het eerste feit betreft de Kabinets-for-
matie van 1901, waaromtrent Dr. Kuyper
in een der driestarren heeft opgemerkt, dat
ik, hoewel de „eerstgeroepene", toen ge
weigerd heb in het Kabinet zitting tc ne
men. Daardoor is bij sommigen de indruk
gewekt, alsof ik toen niet „naast" hem in
het kabinet wilde zitten. Zoo is het niet. Ik
heb bedankt, louter om persoonlijke om
standigheden. Persoonlijke bezwaren had
ik in 1908 ook, maar toen waren de eischen
die de loop van de crisis stelde, zoo drin
gend, dat ik genoodzaakt was over
mijne persoonlijke bezwaren heen te stap
pen. Die noodzaak was er in 1901 niet, en
ik was niet de „eerstgeroepene".
Wel had Dr. Kuyper mij, toen* de uitslag
der verkiezingen bekend was, en vóórdat
hem de kabinetsformatie was opgedragen,
ter loops gezegd, dat ik nu maar Minister
van Financiën moest worden, en had ik
hem daarop geantwoord, dat dit, naar het
mij voorkwam, minder in mijne lijn lag, en
dat ik in hooge mate betwijfelde of ik Mi
nister moest worden, maar nadat hem op
dracht tot Kabinetsformatie was gegeven,
heeft hij mij tot op het laatste oogenblik
toe, er buiten gelaten. Hij heeft alles, over
legd, ongetwijfeld met de heeren De Sa-
vornin Lohman en Schaepman, en gereed
gemaakt zonder mij, en eerst op
het allerlaatst mij een tot zeer ge
ringen omvang gereduceerd departement
aangeboden.
En toch was mijne stemming zoo welwil
lend, dat ik neiging gevoelde het te aan
vaarden. Ik deed het ten slotte niet, omdat
persoonlijke omstandigheden, naar mij
overduidelijk bleek, het mij toen onmogelijk
maakten. Ilc was verwonderd, daarop van
Dr. Kuyper te vernemen, dat hij mij onmis
baar had geacht. Dit was met den loop van
de behandeling der zaak, waarbij ik buiten
-£■ alles was gehpyden, niet overeen te bren-
£enr en daarop heb ik toen bescheidenlijk
gewezen. Maar ik heb het noch mij noch
Dr. Kuyper daarover ooit moeilijk gemaakt,
en het Kabinet-Kuyper in de Kamer en bij
de verkiezingen van 1905 loyaal gesteund."
Mr. Heemskerk komt dan in zijn betoog
terug op de crisis van December 1907:
„Tot mijn leedwezen vervolgt dan de
schrijver kan ik natuurlijk de geschie
denis daarvan niet in bijzonderheden mede-
deelen. Maar het weinige, dat hieronder
volgt, mag ik wel zeggen.
Toen mij de formatie van een Kabinet
was opgedragen, en wel, hoe vereerend die
opdracht ook was, tegen mijn zin en
wensch, heeft het geruimen tijd geduurd
eer ik haar aanvaardde.
Ik heb, alvorens daarover te beslissen,
overleg gepleegd met de bevoegde man
nen der rechterzijde, natuurlijk ook met
Dr. Kuyper. Toen zijn, (dit werd publiek),
de heeren Kuyper, De Savornin Lohman en
Kolkman door de Koningin gehoord. De
bejegening, die ik van Dr. Kuyper in dien
tijd ondervond; was onaangenaam, en heeft
mij veel moeilijkheid bezorgd. Ik wenschte
het daarheen te mogen leiden, dat in plaats
van ik, Dr. Kuyper met de Kabinetsforma
tie werd belast en dat hij die op zich zou
nemen; en weinig heeft het gescheeld of ik
had verklaard, de opdracht niet te kunnen
aanvaarden. Ik heb de opdracht eerst aan
vaard, toen het Week dat zij moest aan
vaard worden door m ij, zou de rechter
zijde niet haar rechtmatigen invloed op den
gang van 's lands zaken prijs geven. Op
aandrang van al de vrienden, die in die
dagen met mij samenwerkten, heb ik mij
ten slotte gegeven.
Ik beken, dat ik de eigenaardige moei
lijkheden, die ik van Dr. Kuyper destijds
ondervond, toen niet ten volle heb begre
pen. Dat zij samenhingen met zijne waan
voorstelling omtrent het opzet tot omver
werping van het Kabinet-De Meester, is mij
eerst later gebleken, toen Dr. Kuyper
grieven bij mij inbracht, tot mijne verwon
dering, omdat ik gevoelde, dat het recht
om grieven te hebben aan mijne zijde was,
en ik (want ik houd daar niet van) van dat
recht geen gebruik gemaakt had.
Toen ik met medewerking van enkele mij
ner ambtgenooten met alle zachtmoedig
heid zijne grieven had beantwoord, heb ik
natuurlijk gedacht, dat hij, beter ingelicht,
zijne verdenking had laten varen.
Niettemin kreeg het Kabinet voortdurend
in De Standaard allerlei speldeprikken
Tot „bezieling" van de vrienden heeft Dr.
Kuyper door deze houding zeker niet bij
gedragen. Den eenvoudigen steun, de
saambindende medewerking, zooals wij die
aan het Kabinet-Kuyper geschonken heb
ben, en die ook de verschillende elementen
waaruit de coalitie bestaat, bijeenhoudt,
hebben wij van Dr. Kuyper niet gehad. Er
was altijd een half verborgen wantrouwen.
Be zal er slechts van zeggen, dat daar
door de verhouding niet gemakkelijk was.
Het is in het najaar van 1913 aan mij, en
het is thans in het openbaar gebleken, dat
bij dit alles de onware voorstelling, die Dr.
Kuyper aangaande mijne bedoelingen koes
tert, (en wel zooals nu blijkt al deze 7 jaar)
eene groote rol, vermoedelijk de hoofdrol
heeft gespeeld."
De driestarren zeggen te Deaoeicn i«n
openleggen en heelen van eene breuk; dus
zij moeten naar waarheid toonen wat er ha
pert, en den weg banen tot verzoening en
overleg. Zij zijn, hoofdzakelijk, blijkens
het postscriptum, gericht tegen mr. Heems
kerk. Zij zouden dus naar waarheid moeten
toonen wat er hapert tusschen dr. Kuyper en
hem en den weg moeten bonen tot verzoe
ning en overleg tusschen dr. Kuyper en mr.
Heemskerk.
„Maar schrijft deze laatste zij leg
gen niet naar waarheid open, wat er
hapert; integendeel zij geven daarvan eene
voorstelling vlak in strijd met de waarheid,
en dit geschiedt terwijl dr. Kuyper daarbij
gecne rekening houdt met mijne uitdruk
kelijk afgelegde verklaring en regelrecht
daartegen zijne voorstelling vasthoudt
en openlijk verkondigt. En men meene
niet, dat ik verzuimd heb dr. Kuyper per
soonlijk ook in den laatsten tijd op zijn
dwaling te wijzen. Ik heb, eer het tot die
openlijke verkondiging kwam, mijn plicht
in deze gedaan door hem op zijn onrecht
in deze te wijzen. Hij Keeft blijkens zijne
genummerde driestarren mijn woord als
niets geacht.
Is dat den weg openen tot overleg? Of is
het afsnijden van overleg?
En als dan dr. Kuyper vraagt: „zeg mij
toch wat Gij van den leider verlangt", en
die vraag, gelijk moet worden aangeno
men, ook tot mij gericht is, dan vraagt hij
naar den bekenden weg. Vooreerst moet
hij begrijpen, dat, na al wat ik hem ge
zegd heb, ik hem niets meer kan zeggen;
ten tweede moet het voor hem, die on
recht doet, niet moeilijk zijn om den aan
gewezen weg voor zich te zien."
En dus blijft de vraag bestaan: wat b e-
teekentdit vuren op eigen mannen? „Als
het niet den weg opent tot overleg, beteekent
het dan, vraagt mr. Heemskerk dat dr.
Kuyper iedere samenwerking tusschen hem
en mij, iedere medewerking van mij aan de
taak der anti-revolutionaire partij voor het
vervolg wenscht onmogelijk te maken? In
dat geval had hij beter gedaan het ronduit te
zeggen."
„Als hij had verklaard omtrent mijne be
doelingen in 1907 eene voorstelling te heb
ben als wij nu hebben vernomen; dat ik
wel is waar dit altijd ondubbelzinnig had
betwist; dat hij niettemin die voorstelling
maar niet van zich kon zetten, al begreep
T- hij wel, daartoe verplicht te wezen; dat dit
natuurlijk tusschen hem en mij eene ver
wijdering had gegeven: dat hij met het
oog op dit alles de onmogelijkheid van
overleg tusschen hem en mij begreep, en
derhalve moest verlangen, dat ik in de
anti-revolutionaire partij nimmer meer
eenigen invloed zou uitoefenen en geen
aandeel meer in hare werkzaamheden zou
hebben, dan ware dit een zuiver op-
treden geweest, gegrond wel is waar op
eene dwaling, maar helder en klaar.
De zou dan, zelfs in de onredelijkheid
van den eisch en in de dwaling, de oprecht-
heid gewaardeerd hebben, en niet bezwaard
zijn geweest, want dat dr. Kuyper over
i3é^ mijne bedoelingen denkt zooals hij doet, is
eene zaak buiten mij; het geheel voor zijne
rekening; en politieke plannen heb ik op
het oogenblik in het geheel niet; ik sta
buiten de politiek, en hoop er niet in
terug te treden, tenzij van eene roeping
daartoe zeer duidelijk cn afdoende mocht
blijken.
En van den anderen kant: wenschte hij
verzoening en overleg, hij had daartoe
geene driestarren noodig. Hij had mij
slechts loyaal tegemoet te treden."
Hoe men het ook neme, eindigt mr.
Heemskerk die driestarren hadden zóó
niet behooren te verschijnen; zij zijn eene
proeve, hóe een partijleider, journalist, ge
wezen Minister-President, omtrent een vroe
ger parlementair leider zijner partij, niet-
journalist, ook gewezen Minister-President^
niet moet schrijven.
Het is eigenh'jk te dwaas, dat een man die
zoo groote werken heeft verricht als dr. Kuy
per, een strijdvraag van interne partij-poli
tiek opwerpt op zóó onjuiste gegevens.
„Ik sta dr. Kuyper niet in den weg, ik zit
aan den weg. En al hebben de driestarren
ergernis bij mij gewekt, ik koester geen
wrok. Wetende, dat voor ons allen, ook
voor mij, vergeving het leven is, ben
ik tot vergeving bereid. Volhardt hij in
zijn onrecht, dan hoop ik hem geen bitter
woord toe te voegen."
(1) Een woord over de genummerde drie
starren van dr. Kuyper.
Berichten.
De Staatscourant van Vrijdag 10 Sep
tember bevat o.a. de volgende Kon. be
sluiten:
benoemd tot registratie-ontvanger te Mep-
pel A. van Helbergen, thans te Eist;
op non-activiteit gesteld wegens tijdelij
ke ongesteldheid de luitenant-kolonel A. H.
van Alphen de Veer, commandant van het
14e regiment infanterie en tijdelijk belast
met het bevel over dat regiment de luite
nant-kolonel F. L. J. van de Pol, directeur
der cadettenschool;
eervol ontslagen uit den militairen dienst
wegens lichaamsgebreken de op aanvrage
weder in dienst gestolde gepensionneerde
le luitenant der infanterie F. C. Feuer-
stein;
op verzoek eervol ontslagen B. J. Bui-
ning, apotheker te Leeuwarden als burger-
apotheker bij de militaire apotheek te 's Her
togenbosch en hij benoemd tot tijdelijk mi
litair apotheker 2e klasse;
benoemd tot leeraar aan de R. H. B. S. te
Winterswijk Ch. H. van Os aldaar;
benoemd tot burgemeester van Wijchen
jhr. H. J. L. M. van Ryckevorssel, met eer
vol ontslag als burgemeester van Beugen
en Rijkevorst;
op verzoek eervol ontslagen als directeur
van het telefoonkantoor te Vlissingen H.
F. Oldendorff.
benoemd, bij het reserve-personeel der land
macht, met bestemming- voor den dienst bij da
landweer, tot reserve-tweede-luitenant-kwartier
meester, de reserve-adjudant-or^or-^fficjer G. de
Porting", van net 7de regiment mlanterit
reserve-sergear.t-majoor-instructeur G. A- P.
Kools, van het 31ste bataljon landweer-infante-
riede reserve-sergennt-matoor-administrateu^
A. Oltmons, van het 8ste bataljon landweer-
infant erle, en dc reserve-fourier H. J. de T
van de landweer-edministratietroepen
op het daartoe doorhem gedaan v zoek, eer
vol ontslagen uit züne betrekking van burger
apotheker bij de militaire apotheek te VHerto-
genbosch. de heer B. J. Bruining, aootheker to
Leeuwarden, en benoemd bij het personeel van
den geneeskundigen dienst der landmacht, tot
tiideliik-mibtair-apotheker der 2de klasse. Ier-
plaatsing weuens oudrndeTiikheid^
Naar wij vernemen heeft H. M. de
Koningin het Beschermvrouwschap aanvaard
over het onlangs tot stand gekomen Neder-
landsch Steun-Comité in het bekken Luik eri
door eene belangrijke bijdrage blijk gegeven
van Hare belangstelling in den arbeid van dit
Comité onder het groot aantal behoeftige
Nederlanders in het bekken Luik.
—De Minister van Marine is voornemens
a. s. Zondag de militaire athTetieke- en sport-
demonslratie in het Stadion te Amsterdam bij
te wonen.
Als zaakgelastigde van Japan bij bet
Nedcrlandsche Hof treedt, na bet vertrek von
den gezant, de heer Kazuo Malsubara, secreta
ris van het gezantschap op.
Naar wij vernemen heeft de Inspecteur
van den Geneeskundigen Dienst der Zeemacht,
dr. C. T. Hummc, om gezondheidsredenen met
ingang van 1 November e. k. eervol ontslag
aangevraagd.
Blijkens bij het departement van Ma
rine ontvangen bericht is het stoomschip
„Canopus", onder bevel van den luitenant
ter zee der 1ste klasse C. J. J. Beynen, 8 de
zer te Colombo aangekomen.
Weiviig voor hef k o l o n i-
ale leger. De opperbevelhebber van
land- en zeemacht heeft, naar de N. R. Ctt
meldt, de navolgende order aan alle auto
riteiten der landmacht verzonden:
Naar aanleiding van een door den minis*
ter van oorlog gedaan verzoek wordt doof
mij bepaald, dat de militairen van het Ned.«
Indische leger, die thans bij het leger hier
te lande zijn ingedeeld, op aanvrage van
den commandant der koloniale reserve bij
dat korps moeten overgaan.
Ik verzoek u te zijner tijd, zoo noodig, het
vereischte ter zake te verrichten en te doen
verrichten.
Ik verzoek u voorts met het oog op het
groote incompleet aan Europeesche mill-
fairen bij het leger in Nederlandsch Oost*
Indië, zooveel als met hét leger hier te lari-
de overeen te brengen is, den overgangvait
detacheering bij de koloniale troepen te be
vorderen en de behandeling der daarop be
trekking hebbende aangelegenheden te bé«
spoedigen.
De korpscommandbnt van hen, die voaft
pyergang of detachering bü de kolonialé