Woensdag 15 September 1915. „DE EEMLANDER". BUITENLAND. FEUILLETON. GOUD EN EER N° 66 14" Jaarnany. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden voor Amersfoort f 1-00. Idem franco per post Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10, Afzonderlijke nummers 0.0(5. Wekelijks bijvoegsel „de Hoïlandtche Huisvrouw" (onder redaotie van Thérèse van Hoven) per 8 mnd. ÖO ets. Advertentiën golieve men liefst v<5ór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN; Van 1—5 rogels.. f 0.50. Elke regel meer-0.10. Dienstaanbiedingen 25 cents b(j vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handol en bedrijf bestaan zeer voordoolige bepalingen tot het herhaald advertooron in dit Blad, bij abonnonient. Eeno circulaire, bovattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. De oorlog. B e r 1 ij n, 14 Sept. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Onder gedeeltelijk zeer levendige artil lerie-werkzaamheid verliep de dag overigens zonder belangrijke gebeurtenissen. Een zwakke Fransche aanval tegen het sluizen- huis van Sapigneul (ten noordwesten van Reims) werd teruggeslagen. Op Trier, Mürchingen, Chateau Salins en Donaueschingen werden bommen geworpen door vijandelijke vliegtuigen. Bij Donaue schingen werd eert personentrein met machinegeweervuur beschoten; e enige per sonen werden doodelijk gewond. Uit het boven Trier verschenen eskader werd een vliegtuig bij Lommeringen zuidwestelijk van Pentsch neergeschoten. P a r ij s14 Sept. (Havas). Namiddag communiqué. Aan het front in Artois dezelfde artillerie werkzaamheid. Ten zuiden van de Somme is het wederkeerige bombardement bijzonder hevig in de omstreken van Beuvraines. De artillerie-actie duurt voort op het Aisne- Marne-kanaal bij Sapigneul en Dugodat. In Champagne, ten noorden van het kamp van Chalons en aan den westelijken rand van de Argonne in het bosch van Mortmare deden de Fransche batterijen het vuur van de mitrailleuses van den vijand ophouden door de afdoende uitwerking van hun vuur op sommige punten van de Duitsche liniën. Op het overige front was de nacht rustig. Fransche vliegtuigen bombardeerden het verbindingsstation Bensdorff bij Morhange en de vijandelijke kantonnementen te Cha- pelle en Argonne en te Langemarck ten noorden van Yperen. Pa r ij s, 14 Sept. (R.) Avond-commu niqué. De levendige artillerieduels duren voort rondom Atrecht, bij Roye en Nouvron, in Champagne en Lotharingen B e r 1 ij n, 14 Sept. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Legergroep Hindenburg. Op het front tus- schen de Duna en de Wilia, ten noordwes ten van Wilna, zijn wij onder gevechten ver der vooruitgaande. Wij hebben 5200 gevan genen gemaakt en hebben een kanon, 17 munitiewagens, 13 machinegeweren en veel bagage buitgemaakt. Ook ten oosten van Olita maakt onze aanval vorderingen. In den Njemenboog, noordoostelijk van Grodno, kwam de vervolging tot halverwege Lida; ver der zuidelijk naderen wij den Szczara-sector. Het spoorweg-station te Lida werd des nachts niet bommen beworpen. Legergroep Leopold van Beieren. De ver volging tegen de Szczara bleef in gang. De vijandelijke achterhoeden werden terugge worpen. Legergroep Mackensen. Ook. hier kon de yijand de vervolging niet tegenhouden. Er werden omstreeks honderd gevangenen ge maakt. Zuidoostelijk oorlogstooneel. De toestand van de Duitsche troepen is onveranderd. W e e n e n, 14 Sept. (W. B.) Officieel wordt van het Russische oorlogstooneel ge meld De toestand in Oost-Galicië is onver anderd. Heden morgen viel de vijand ons front aan de Stvypa aan; hij werd terugge slagen. Ook in Wolhynië gingen de Russen, nadat zij nieuwe troepen hadden aangevoerd, op verschillende plaatsen tot een aanval over. Terwijl bij Aleksinic de gevechten nog voortduren, weid de vijand bij Dubno en in den sector van Stubiel overal onder groote verliezen teruggeslagen. Onze in Litauen strijdende troepen trok ken bij het ver/olgen van den vijand ten zui den van Slonim, de Griuda over. Petersburg, 14 Sept. (Tel.-agent- schap.) Communiqué van den grooten gene- ralen staf. De Duitsche opmarsch in de streek van de Pikstern- en Saukenmeren en het dorp Rakiszke ten westen van de linie Jacobstadt Dwinsk houdt aan. In de buurt van het spoorwegstation Podbrodze zijn de herhaal de aanvallen van den vijand teruggeslagen. Ten westen van Podbrodze kenmerken zij zich door eene groote intensiteit. Op het front van de buurt van Orany tot ongeveer de buurt van het dorp Kossowo zet de tegenstander zijn behoedzamen vooruit gang in oostelijke richting voort. Ernstige gevechten werden hier begonnen in de buurt van de dorpen Morty en Czernica ten westen van Slonim. Ten zuiden van de Plina ging de vijande lijke cavollerie terug in de streek van de sa menvloeiing van de Toeria en de Pripet. Bij Zwizdje, in de streek van Derajno, trok ken wij met succes-over de Goryn met een strijd, waarin wij een geheel Oostenrijksch bataillon gevangen namen. In de streken van Derajno en Klevan ging de vijand over tot een offensief, dat door ons gestuit werd. Een krachtigen tegenslag uitvoerende, avanceerden wij daarna in de streek ten westen van Klevan, waar wij in een gevecht bij het dorp Oleszwa meer dan 1300 gevangenen maakten. In de streek ten westen van de stad Wys- zinenec verdreven onze troepen den vijand uit het dorp Rydoniel en zijne omstreken. De vijand vluchtte daaruit in alle haast. Hij werd vervolgens uit het dorp Rostoki verdre ven, waarbij hij groote verliezen leed. Het aantal tot dusver ingeschreven gevangenen bedraagt 20 officieren en 2000 soldaten. Ons vuur onderdrukte de pogingen van den vijand, die om ons offensief te stuiten, overging tot een tegenaanval in de buurt van de dorpen Gontow en Ditkowec, die ge legen zijn ten zuidoosten van Wyszinenec. Wij maakten hier ook omstreeks 140 offi cieren en 7300 soldaten gevangen en na men een zwaar en zes lichte kanonnen, 4 munitiewagens, 25 machinegeweren en veel oorlogsbuit. In Galicië vervolgen wij den vijand, die op den terugtocht is in westelijke richting van het Sereth-front. Wij hadden eenige hevige schermutselingen in de buurt van de dorpen Gliadka, Cebrow en Juzephowka ten westen van Tarnopol en ook bij het dorp Dzwiniacz in de streek van Zalescziki. In de gevechten bij Juzephowka en Dzwiniacz in den loop van den 12en namen wij meer dan 2700 soldaten en 35 officieren gevangen en maakten 4 mitrailleuses buit. Van 30 Augustus tot 12 September gaat het cijfer der Oostenrijksch-Duitsche gevan genen 40.000 te boven. Weenen, 14 Sept. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Na de vruchtelooze aanvallen der Italia nen in de laatste dagen, trad gisteren in de omvangrijke gevechten bij Flitsch en Tol- mein een pauze in. Bij Plawa werd de vijand door ons artille rievuur uit een eenige kilometers breed stuk front verdreven. De vluchtende Italianen le den groote verliezen. Aan hét Tirolsche front werden de vrij zwakke aanvallen van vijandelijke afdeelin- gen tegen onze stellingen in het Popenadal (ten zuiden van Schluderbach) en in het To- nalegebied afgeslagen. Over het algemeen heerscht aan het zuid westelijke front rust. Rome, 14 Sept. (R.) Officieel commu niqué. Onze verkenningsdetachementen vielen sterke vijandelijke krachten aan in Cimago en Fosfernica en versloegen ze. Boven Cor- devale bombardeerde de vijand met vele zware kanonnen ons front van den Col To- ront tot den Col di Lana. Petersburg, 13 Sept. (Tel.-agent- schap). Communiqué van den generalen staf van het Kaukazische leger van den llen: In de kuststreek kanon- en geweervuur. In den sector van Olty verdreven onze pa trouilles de Turken van de rotsen. Op de rest van het front is geene ver andering. Petersburg, 14 Sept. (Tel.-agent- schap). Communiqué van den generalen staf van het Kaukazische leger van den 12en. In de kuststreek geweer- en kanonvuur. In den sector van Olty verkenningsschermutse lingen aan beide zi«den bij Flio. In den sec tor van Melicazheit verdreyen onze troepen de Turken uit Ardjich. Op het overige front geene verandering. K o n s t a n t i ii o p e 1, 14 Sept. (W. B.) Communiqué van het hoofdkwartier. In de sectoren van Anaforta en Ari Burnu hebben onze verkenningscolonnes in den nacht op 13 September met goed gevolg op verschillende plaatsen de vijandelijke loop graven aangevallen. Den 13den September heeft onze artillerie met succes vijandelijke troepen en appro- viandeeringscolonn^s overvallen. Zij joeg hen uiteen en bracht hun verliezen toe. In de streek van Ari Burnu hebben wij bij Yukceksirt een vijandelijke artillerie-stelling en twee goed verschanste waarnemingspos ten van den vijand vernield. Bij Sedd-ul-Bahr heeft de vijandelijke artil lerie gedurende een half uur onze loopgra ven in het centrum beschoten, zonder iets te bereiken. Overigens niets van beteekenis. L o n d e n 'I 4 Sept. (R.) De Fransche regeering heeft een onderstaatssecretariaat gecreëerd voor de militaire luchtvaart. Tot dit ambt zal worden benoemd René Bernard, gewezen onderstaatssecretaris van financiën. Londen, 14Sept. (R.) Bericht van het persbureau. Een Zeppelin bezocht de oostkust in den nacht van 13 op 14 September en wierp bommen neer. Afweerkanonnen, vaste en beweegbare, waren in actie. Voor zoover kon worden nagegaan, zijn er geene slacht offers en is er geen schade. Drie nieuwe gevallen zijn bericht van on gelukken, die veroorzaakt zijn door het vlieg tuig, dat gisteren aan de kust van Kent is verschenen. Er zijn in 't geheel een man en zes vrouwen gewond; twee van de vrouwen zijn zwaar gewond. Petersburg, 14 Sept. (Tel.-agent- schap). Communiqué van den grooten gene ralen staf. In de Zwarte Zee hebben onze in de ko- lenstreek kruisende torpedobooten een groot stoomschip vernietigd. B e r 1 ij n, 14 Sept. (W. B.) Officieel be richt van den chef van den admiraalstaf der marine. Den 12en deden Duitsche watervliegtuigen in de golf van Riga en in den RigaDüna- mond een aanval op de Russische zeestrijd- krachten. Een van de vliegtuigen kreeg voor de baai ^en vijandelijk vliegtuig-moeder schip in het oog en wierp daarop met succes bommen, waardoor brand ontstond. Een ander vliegtuig viel een torpedojager aan met bommen en verkreeg een trefschot. Een derde ontdekte in de Arensburger baai een vliegtuig-moederschip, dat tweemaal werd getroffen. Aan een vierde vliegtuig, dat bij Zeret strijd had te voeren tegen twee Rus sische vliegtuigen, gelukte het een torpedo jager te naderen en dien te treffen. Het vijf de trof twee vijandelijke gedoken U-booten aan voor Windau en bewierp ze met bom men. De uitwerking kon niet vastgesteld worden. Het laatste vliegtuig zond trefscho- ten op de werkplaatsen en hellingen van de Mühlgrabenwerf in Dünamünde, die be stemd is voor den aanbouw van duikbooten ten behoeve van de Russische marine. Een vliegtuig in de Rigasche zeegolf ont moette een Russisch zeilschip, dat in den grond geboord werd, nadat de bemanning gered was. Christiana, 14 Sept. (\V. B.) Het bureau Ritzau bericht, dat volgens telegra fisch bericht van den gezagvoerder van het stoomschip Bessheim dit schip 2l/t Engel- sche mijlen 270 van de Bollast klippen door een Duitsche duikboot is aangehouden. Een Engelsch onderdaan is aan boord van de duikboot gebracht. Het Noorweegsche ge zantschap heeft bevel gekregen, namens de Noorweegsche regeering een protest in te dienen bij de Duitsche regeering. Washington, 13 Sept. (R.) Graaf Bernstorff zeide na een gesprek met staats secretaris Lansing, aan interviewers, dat hij een gunstig resultaat verwachtte in het ge val van de Arabic. Uit andere bronnen wordt bericht, dat Lansing tegenover Bernstorff de noodzake lijkheid heeft doen uitkomen, dat overtuigen de bewijzen zouden worden geleverd van Duitschlands oprechtheid ten aanzien der behandeling van de passagiersschepen. Men is 't er algemeen over eens, dat Bernstorff een nieuw uitstel heeft verkregen om hem in staat te stellen te commpniceeren met Berlijn. Er heerscht eene pessimistische stemming in de regeeringskringen te Washington. Washington, 14 Sept. (R.) Een hooggeplaatst regeeringsambtenaar verklaart met betrekking tot het Arabic-geval, dat de vraag van arbitrage zelfs niet overwogen wordt. Dat is dus in strijd met de berichten uit de Vereenigde Staten, als zou dit wel het geval zijn. B e r 1 ij n, 1 4 S e p t. (W. B.) Naar wij van bevoegde zijde jernemen, is het op grond van de tot dusver ontvangen berichten in verband met de aan het betrokken departe ment bekende feiten zoo goed als uitgeslo ten, dat een Duitsche duikboot betrokken kan zijn geweest bij het in den grond boren van de Engelsche passagiersboot Hesperian. Vooreerst bevond zich volgens het verdee- lingsplan den 4en September 1915 geen Duitsche duikboot in het zeegebied, waarin de Hesperian is ondergegaan. Verder is vol gens de hier aanwezige beschrijvingen uit Engelsche bron de ontploffing eene zooda nige geweest, dat uit de uitwerking eerder moet worden opgemaakt, dat een mijn de oorzaak is geweest dan een torpedoschot. Voor deze opvatting spreekt ook de omstan digheid, dat volgens de aanwezige beschrij vingen het schip dicht bij den voorsteven is getroffen en dat twee van de voorste ruim ten zich met water vulden. Petersburg, 14 S e p t. (R.) De czaar heeft aan koning George het volgende ge seind De ernstige tijden, die mijn land door maakt, hebben mij doen besluiten, de leiding van mijne legers in handen te nemen. Ter wijl ik dit feit hierbij aan u meedeel, druk ik de overtuiging uit, dat met Gods hulp en de gezamenlijke krachtsinspanning van de verbondenen deze bloedige oorlog met hun ne eindoverwinning zal worden bekroond. Koning George heeft hierop het volgende geantwoord Ik verheug er mij in, dat gij het commando over de legers in handen hebt genomen, erf deel uw overtuiging, dat met de hulp van God gij en uw dappere troepen met die van de bondgenooten ten slotte de overwinning zullen behalen en een eervollen, duurzamen Gij kunt nooit u zelf, maar gij kunt wel een ander gelukkig maken. door O T T 0 M MOELLER. Uit het £eenscJi. 36 „Wie werken wil, kan overal vooruit ko men," zeide 'Matthias. „Ik zeg dat we ellendige hondsvotten waren, als we niet dadelijk toestemden, nam O'Kelly het woord als oudste van het gezelschap, de anderen zullen er wel even eens zoo over denken." „Ja, ja!" hoorde men uit ieders mond. „Heb dank vrienden, ik zal het.nooit ver geten. Wanneer gaat de eerste postboot naar Kopenhagen?" „O, .heel spoedig," antwoordde de grijs aard „ik denk over drie maanden; eerst moet die nog aankomen van Kopenhagen, en gaat dan naar IJsland. Op de thuisreis doet hij Thorshavn aan en dan kunt gij de reis meemaken.'* XXXII. Zij voeren den Oeresund af, langs de oude bekende Seelandsche kust, die ach groen en vriendelijk in de .voorjaars zon uitstrekte en denzelfden indruk op hen maakte als de platen van een prentenboek uit de jeugd. Kronberg en Sletten waren ze reeds voorbij, daar lag Hveen met zijn witte Sint ibskerk tusschen de steile hel lingen en iets hooger Rungstedt, Hörsholm, Vedbaek en Skovshoved. Maar Erik en zijn vrouw hadden geen oogen voor de bekende plaatsjes, ze waren te vermoeid en hadden te veel geleden. Wat zou de toekomst hen nog brengen? Nog voor Skovshoved liep de boot een nieuwe haven binnen van enorme afmetin gen. Hier en daar lag er een enkel schip voor anker. Zoo stonden ze daar samen in hun Fa- röersche dracht, vreemdelingen in hun eigen vaderland. Erik bezat niets dan eenige vierkante centimeters, die wellicht nog niet eens de kosten zouden dekken van een nacht in een of ander klein hotel doorgebracht. Ze wilden zich tot de Regeering wenden; op de boot had men hun medegedeeld dat de Regeering vertegenwoordigd werd door een Volksraad met een president en twee vice-presidenten. Op het oogenblik was een Zweed, Velander, president en de bureaux waren op de oude Christionborgerplaats. Ze vonden met moeite den weg door de stad die hun geheel vreemd geworden was, een warnet van straten met nieuwe namen. Zij vroegen een voorbijganger naar den weg en deze zeide hun dat de hoofdstraat zich tot Ordrup uitstrekte. Het was leeg en stil in de groote stad, heele buurten waren onbewoond en de vensters der huizen vuil en met spinrag be dekt. Vuilnishopen en zand lagen in de straten verspreid; telkens kwamen ze voorbij afge brande perceelen waarvan enkele gedeelten of alleen de schoorsteenen als dreigende spookgestalten waren blijven staan. Een oud man ging voor hen uit, Erik haalde hem in en begon een gesprek met hem om zoodoende een en ander te weten te komen. „Ja, dat was een zware tijd voor ons met dien verschrikkelijken oorlog," vertelde de oude, en dat ontzettend aantal menschen- levens, dat er is opgeofferd over de geheele wereld, bij millioenen zijn ze te tellen. En toen de crisis, als zelfs de rijksten geen brood meer konden krijgen om hun honger te stillen! Daarna het bombardement van Kopenhagen en de groote wereldrevolutie! Wal een mensch al beleven kan! De halve stad staat nu leeg, de meeste menschen zijn naar het land gevlucht, menigmaal dacht ik dat de laatste dagen waren aangebroken." „Maar hoe is het nu?" vroeg Erik. „Er schijnt eindelijk weder rust en vrede te komen, het kon ook zoo niet blijven, ein delijk moest men uitgeraasd zijn. Niemand wist op hei laatst meer wat men eigenlijk wilde. Couranten werden sinds lang niet meer uitgegeven en vervoer per spoor en stoom had opgehouden. Overal heerschte de meest grenzelooze verwarring, ik begrijp nog niet hoe we er doorgekomen zijn. In wilde horden zwierf het volk door de stra ten, zonder een eigenlijk doel voor oogen; het was duidelijk dat een afgrijselijke hon gersnood het noodwendig gevolg van dezen toestand zou zijn. Eindelijk begon men toch in te zien dat het zoo niet langer blijven kon. Een onzer oude afgevaardigden riep een volksverga dering samen op het groote grasveld buiten de stad. Politie was daar niet bij noodig, want daar ieder evenveel belang bij den loop der zaken had, hielden de menschen elkander rustig. Reeds eenigen tijd waren we tot den ruilhandel teruggekeerd en dus konden we onze ambtenaren niet meer be talen. We namen echter op ons degenen die ons regeeren zouden van kleeding en voed sel te voorzien zoolang tot er weer orde en regel in het land zou heerschen Niet alleen in onze stad, maar door het geheele rijk handelde men zoo. Meest wer den de oude afgevaardigden herkozen en het eerste wat zij deden was de telegraaf en spoorwegdienst weder te regelen. En dat het in alle andere landen ook zoo toeging was wel het beste bewijs dat het in de lucht zat. Ieder verwrenschte den oorlog, want daardoor was het grootste kwaad berok kend; het andere was men nog wel te boven gekomen. Daarna kwam het nieuwe geld. In Duilsch- land of zooals het nu heet „Vereenigde Staten van Germania" begon men er mede en ras volgden de andere rijken. Alle grond eigenaren sloten zich aaneen en men richt te een Bank op die inplaats van goud en zilver slechts land als gangbare munt er-, kende. In den laatsten tijd heeft de Staat de teugels in handen en dus benoemt de Volksraad de beambten der bank. Iemand die veel grond bezit is rijk en wij anderen die geen land in eigendom hebben zijn arm. Ach ja, armen en rijken moeten er zijn, zoo zal het wel altijd blijven, tot aan het einde der wereld. Toch merkt men nu het groote onderscheid niet zoo als vroeger, omdat er nu minder menschen zijn." Nu, ik moet dezen kant op. De Volksraad vergadert in het vroegere slot op den ouden Christiansbórger plaats. Gij loopt deze straat uit, tot aan de vroegere Gotenstraat dan kunt ge niet dwalen." Erik en zijn vrouw gingen verder; alles was veranderd en nauwelijks te herkennen; de straten hadden geheel haar eigenaardig karakter verloren, hier en daar zag men nog slechts een huis uit den vroegeren tijd. Spoedig kwamen ze aan een groot plein, dat moest Königs Neumarkt zijn, hoe het nu ook heeten mocht. Eindelijk na veel vragen be reikten zij den ouden Christiansborg. De President van den Volksraad ontving, hun in een groot, licht vertrek, de oude ridderzaal. Hij kende Erik niet en had zelfs" zijn naam nooit gehoord. „Ik ben het die de wet over de verande ring der grondstoffen ontdekt heb, met andere woorden, de kunst om goud te maken." „Zoo? Ik meende toch te verstaan dat uw naam Poulsen is," Erik zag hem verbaasd aan, „en voor zoover ik weet was het een Engelschman, Welton, geloof ik, die zegt die ontdekking gedaan te hebben." (Slot volgt.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1