Naar let land van belofte!
BUITENLAND.
14" Jaargang.
„DE EEMLAN DER".
Dinsdag 28 September 1915.
FEUILLETON.
Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
ABONNEMENTSPRIJS:
Pm 3 maanden voor Amersfoort t 1*00«
Idem franco oer post
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - W.1U.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Wekelijks bijvoegsel „do Hollandache Huisoroiud' (onder redaotie
van Thérèse van Hoven) per 8 mnd. 50 ot9.
Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regels,. f 0.50.
Elke regel moor0.10.
Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling.
Groote lottors naar plaatsruimte.
Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordoelige bepalingen
tot hot herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonneraont.
Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt
aanvraag toegezonden.
op
Ce oorlog.
B e r 1 ij n, 2 7 Sept. (W. B.) Bericht van
Ret opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Aan de kust heerschte rust. Slechts enkele
schoten werden door op verren afstand lig
gende schepen zonder uitwerking op den om
trek van Middelkerke gelost.
In den sector van Yperen herhaalde de
vijand zijne aanvallen niet. Ten zuidwesten
van Rijssel is het groote vijandelijke offen
sief door een tegenaanval tot stilstand ge
bracht. Hevige op zich .zelf staande vijande
lijke aanvallen vielen ten noorden en ten
zuiden van Loos onder zeer zwaar verlies
voor de Engelschen ineen. Ook tegen Sou-
chez en aan beide zijden van Atrecht wer
den alle aan- bloedig afgeslagen.
Het f "enen steeg tot 25 offi
cieren - de buit aan machine
geweren-tot 14 stuks.
Het Fransche offensief tusschen Reims en
de Argonne maakte geene nieuwe vorderin
gen. Alle aanvallen van den vijand, die voor
al aan den weg SommeSuippes en ten
noorden van de hofstede Beauséjour, Mas-
siges en ten oosten van de Aisne hevig wa
ren, mislukten onder de zwaarste verliezen
voor den vijand.
Het aantal gevangenen steeg hier tot meer
dan 40 officieren en 3900 man.
Drie vijandelijke vliegtuigen, waaronder
een Fransch groot oorlogsvliegtuig, werden
gisteren in een luchtstrijd ten noordoosten
van Yperen, twee andere vijandelijke vlieg
tuigen ten zuidwesten van Rijssel en in
Champagne door artillerie- en geweervuur op
den grond gebracht. Een vijandelijk vlieg
tuig bewierp met bommen de stad Péronne,
waar twee vrouwen en twee kinderen gedood
en tien bewoners zwaar gewond wérden.
Parijs, 2 7 Sept. (Havas.) Namiddag
communiqué.
In Artois handhaafden de Franschen hun
ne stellingen ten oosten van Souchez. De
vooruitgang, waarvan eerst werd bericht, dat
het telegraafstation te Thelus was bereikt en
vernield, is niet verder gekomen dan La Fo
lie en de weg van Atrecht naar Rijssel; hij
is volledig gehandhaafd op het front ten
zuiden van de Somme.
Er was een strijd met bommen en torpe
do's in de richting van Andechy. De Fran
sche artillerie streed met kracht tegen de
vijandelijke batterijen, die de Fransche stel
lingen te Quennevières kanonneerden.
In Champagne wordt de strijd met vol
harding voortgezet.
Op het geheele front bezetten de Fran
schen op verschillende punten, met name in
Trouvlitot ten noorden van de hofstede
Vacques, eenige reeds voorbijgegane stellin
gen, waar de Duitschers zich niet hadden
kunnen handhaven.
Tusschen de Maas en de Moezel en in
Lotharingen was eene intense kanonnade
over en weer. Hevige Etormen in -de Vogee-
zen hebben voor 't oogenblik alle operaticn
geschorst.
P a r ij s, 2 7 Sept. (R.) Avond-commu
niqué.
Ten noorden van Atrecht is de toestand
onveranderd. De vijand doet slechts zwakke
aanvallen tegen de door hem verloren stel
lingen. Het aantal gevangenen, tot dusver
in deze streek gemaakt, is meer dan 1500.
De strijd duurt onophoudelijk voort in
Champagne, waar wij nu eene tweede Duit-
sche stelling voor ons hebben op een uitge
strekt front. Het aantal veroverde kanonnen
is nog niet bepaald; maar er zijn meer dan
70 zware en veldkanonnen tot dusver geteld,
waaronder 23, die door de Engelschen ge
nomen zijn.
De Duitschers ondernamen een aanval in
de Argonne, die geheel verslagen is. Hunne
infanterie beproefde vier malen een aanval
op onze stellingen van La Fflle Morte. Na
een' hevig bombardement met projectielen
van elk kaliber en stikbommen bereikte de
vijand onze voorste liniën slechts op som
mige punten, waar hij onmiddellijk werd te
gengehouden door het vuur uit de voor on
dersteuning aangewezen loopgraven.
De vijand werd overal elders met de zwaar
ste verliezen teruggeslagen.
Londen, 28 Sept. (R.) Officieel be
richt.
Een telegram van maarschalk French van
den 27en om tien uur des avonds bericht:
Ten noordwesten van Hulluch sloegen wij
verscheidene tegenaanvallen terug en
brachten zware verliezen toe aan den vijand.
Ten oosten van Loos maakt ons offensief
vorderingen.
Onze buit bedraagt 53 officieren, 2800
soldaten, 18 kanonnen en 32 machinegewe
ren. De vijand heeft eene aanzienlijke hoe
veelheid materieel, die nog niet geclassifi
ceerd is, in onze handen gelaten.
Londen, 27 Sept. (R.) De bekende
militaire deskundige kolonel Maude komt in
een bespreking van de overwinning der ge
allieerden tot de conclusie, dat er nu alle
waarschijnlijkheid is, dat zij in staat zullen
zijn om de Duitschers op het Westelijk front
gestadig terug te dringen. Met een beetje
geluk moeten zij hen binnen twee maanden
naar den Rijn gedreven hebben. De bond-
genooten hebben niet getracht alles met één
slag klaar te spelen. lederen stap gronds, dien
zij hebben gewonnen, hebben zij versterkt
en zijn in staat op den ingeslagen weg voort
te gaan, tot zij het einddoel zouden hebben
bereikt. Blijkbaar hebben de bondgenooten
den vijand uitgeput, zijn geschut tot zwijgen
gebracht en zijn weerstandsvermogen ge
broken.
Berichten uit de beste bron doen geloo-
ven, dat de Duitschers op het oogenblik niet
meer dan 700.000 man in het vuur kunnen
brengen en het is zeer waarschijnlijk, dat
het einde van den oorlog zal komen bij wijze
van groote verrassing.
Petersburg, 26 Sept. (Tel.-agent-
schap). Communiqué van den grooten gene-
ralen staf.
De toestand is eenigszins rustiger op het
front van de stellingen van Dwinsk. Naar
het zeggen van de gevangenen in de laatste
gevechten en in de aanvallen, die wij terug
sloegen, leden de Duitschers zware verlie
zen.
Na het gevecht van gisteren om het bezit
van het dorp Drisgiaty aan het meer van
denzelfden naam, werden de Duitschers uit
dat dorp verdreven.
In de streek van de Wilia, boven Kleika,
duren de verwoede gevéchten voort. Wij na
men het dorp Wileika. De Duitschers deden
eene reeks aanvallen in de streek van Wilei-
ka, die zij herhaaldelijk brachten tot den
bajonetstrijd. Al deze aanvallen werden
terug geslagen. In de streek ten noordwes
ten van Wileika maakten onze troepen zich
met de bajonet meester van het versterkte
dorp Ostrow; zij hernamen het dorp Ghizy.
Op het front van Smorgon en verder zuid
waarts duurden de gevechten voort. In de
streek van Lazduny en Verder oostelijk bij
het vlak Yvie ontwikkelde de vijand een
hevig vuur van zware artillerie. Onze troepen
ontruimden dit dorp.
Wij forceerden met de bajonet den ver
woeden tegenstand van de Duitschers bij het
dorp Podgurie, ten oosten van Nowo Gro-
dek en maakten daarbij 4 officieren en 92
soldaten gevangen. Een uiterst levendig ge
vecht werd gisteren den geheelen dag ge
voerd in de buurt van de hofstede Marissin
en ook ten oosten van Nowo Grodek, waar
bij de loopgraven \an hand tot hand gingen.
Zuidelijk van de hofstede Marissin werd de
vijand verdreven door herhaalde aanvallen
uit de loopgraven bij hét dorp Oud Koltsjit-
zy. Wij maakten daar 600 Duitschers gevan
gen met verderen buit. Nog verder zuidelijk
namen wii na een bloecligen bajonetstrijd het
dorp Podlugie.
Aan de Strumen wierpen wij de Duitschers
over de Strumen terug. De vijand liet tal
rijke gewonden en veel munitie in onze han
den; hij verbrandde eeii brug bij Statitsjew
ten zuiden van Pinsk.
Op het front ten zuiden van de Pripjet en
op het Galicische oorlogstooneel zijn geene
incidenten van beteekenis voorgekomen.
Berlijn,27 Sepi. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Legergroep Hindenburg. In de golf van
Riga werden Russische oorlogsschepen,
waaronder een linieschip, door Duitsche
vliegtuigen aangevallen. Op een linieschip
en een torpedojager werden treffers waarge
nomen. De Russische vloot stuurde in snelle
vaart in' noordelijke richting.
Op het zuidwestelijke front van Dünaburg
werd den vijand wederom eene stelling ont
nomen. 9 officieren'cn meer dan 1300 man
zijn gevangen genomen, twee machinegewe
ren buit gemaakt.
Ten westen van Wilejka werd onze aan
val voortgezet. Ten zuiden van Smorgon
werden sterke vijandelijke aanvallen afge
wezen. Tusschen Krowo en Wischnaw maak
ten onze troepen vorderingen.
De rechtervleugel en de legergroep Leo
pold van Beieren zuiverden den westelijken
oever van de Njemen bij Sjtsjerssy, de Ser-
wetsch en de Szczara van den vijand.
Ten oosten van Baranowiczy .houdt de
vijand nog kleine brughoofde n bezet. De
strijd is op het geheele front in gang.
Bij de legergroep Mackensen en op het
zuidoostelijke oorlogstooneel is de toestand
onveranderd.
Weenen, 27 Sept. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Evenals in Oost-Galicië en aan de Ikwa,
is nu ook in het Wolhynische vestinggebied
het Russische tegenoffensief gebroken. De
vijand ontruimde gisteren zijne stellingen
ten noordwesten van Dubno en iri den Styr-
sector. Bij Luzk. wijkt hij in oostelijke rich
ting terug. Het brughoofd ten oosten van
Luzk is weer in ons hand'.
Aan ons front ten zuiden van Dubna was
hier en daar geschutvuur en schermutselin
gen.
Petersburg, 27 Sept. (R.) Er wordt
bericht dat de Russen op het front van de
Oostenrijkers Kowel hebben bezet. De Oos
tenrijkers ontruimden Brody en hielden op
met het versterken van andere steden in
Wilhynië. Tijdens den terugtocht Heten zij
talrijke kanonnen en machine-geweren en
een groote hoeveelheid munitie in de Stryj
zinken.
Weenen, 27 Sept. (W. B.) Oliicieel
bericht van heden middag.
Op het zuidoostelijke oorlogstooneel zijn
geer.e bijzondere gebeurtenissen voorgeko
men.
Weenen, 27 Sept. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
De toestand is onveranderd. Pogingen
van den vijand om bij onze stelling op de
Monte Piano te komen, werden afgewezen.
Aan den noordelijken rand van de hoog
vlakte van Doberdo viel een aanval van eene
afdeeling bèrsaglieri bij onze versperringen
ineen.
Rome, 27 Sept. (R.) Officieel com
muniqué:
Er zijn gisteren op verscheidene sectoren
van het front kleine gevechten geleverd,
waarbij de vijand overal teruggeworpen
werd. Onze artillerie heeft een vijandelijke
colonne in het Koritnica-dal verstrooid.
Op het ICarst-plateau heeft verrassend een
aanval van onze infanterie merkbaar succes
opgeleverd. Wij versterkten de veroverde
stellingen.
Zurich, 27 Sept. (W. B.) De Neue
Züricher Zeitung verneemt uit Genève van
zeer geloofwaardige zijde, dat Italië binnen
kort eene nieuwe lichting zal oproepen. De
manschappen zullen echter eerst tegen het
einde van den winter of in het begin van het
voorjaar van 1916 behoeven op te komen.
Deze maatregel is een gevolg van de Bul-
gaarsche mobilisatie. De oproeping omvat
een groot deel van de derde categorie.
Konstantinopel, 2 6 Sept. (W.B.)
Communiqué van het hoofdkwartier van het
front in den Kaukasus meldt:
In de streek ten Oosten van Van bij Ho-
chab, brachten onze voorposten den vijand
een nederlaag toe en drong hem in Ooste
lijke richting te vluchten. Hij liet een menig
te geweren en materiaal in onze handen
achter.
Van het overige front valt niets te melden.
Petersburg, 27 Sept. (Tel. agent
schap). Communiqué van den generalen staf
van het leger in den Kaukasus, van 25 Sept.
In het gebied van Olly oefenden onze pa
trouilles druk uit'op de Turken, in den esctor
van Khystapor. In het gebied van Ichkhanos
en Tew richtten de Turken vruchteloos hun
vuur op onze stellingen. In de streek van
Sivritsjai deden onze patrouilles een onver-
wachten aanval op een Turkschen post,
doodden een deel van de bezetting en na
men de rest gevangen.
Aan de overige fronten is de toestand
ongewijzigd.
Konstantinopel, 26 Sept. (W.B.)
Communiqué van het hoofdkwartier:
Bij Anaforta hebben onze van den rech
tervleugel uitgezonden verkennings-colonnes
43 geweien en munitie buitgemaakt.
Den 25sten September heeft onze artil
lerie een vijandelijk kamp achter Messtan-
tepe beschoten, zware verliezen veroorzaakt-
bij Ariburnu en een mijn vernield, die wij,
voor onzen rechtervleugel tot ontploffing,
brachten.
Op den linkervleugel beschoot onze artil
lerie de stellingen van de vijandelijke bom-
werpers, bracht de vijandelijke artillerie, die
antwoordde, tot zwijgen, en dwong drie
transportschepen, die op eenigen afstand van
Ari Burnu lósten, tot de vlucht.
Bij Sedd-ul-Bahr is geen enkele van de
op 24 September door den vijand geworpen
bommen in onze loopgraven ontploft.
Daarentegen barstten er verschillende in zijn
eigen loopgraven.
Overigens niets te melden.
Londen, 27 Sept. (R.) Communiqué
van het hoofdkwartier.
De operatiën op het schiereiland Gallipoli
bepaalden zich tot een reeks artillerie-aan
vallen en eenige mijngevechten. Eenmaal
openden de Turken een hevig geschutvuur
op ons front bij Suvla en Anzac, hetgeen,
een voorbereiding scheen te zijn voor een
algemeen offensief. Er geschiedde slechts
een aanval met een kleine macht, welke ge-
makkelijk door geweervuur afgeslagen werd.
Dit geschiedde tweemaal achtereen.
Herhaaldelijk viel de vijand met vliegma
chines de operatiebasis van onze vliegtuigen
aan, de bommen, die er geworpen werden,
richtten geen schade aan. Als vergeldings
maatregelen deden onze aeroplanes een te
genaanval, vernielden den hangar en richt
ten eenige schade aan onder de schepen bij
Burgaz.
In den nacht van den 24en September lie
ten de Turken wachthonden los tegen de
Fransche patrouilles; de dieren werden allen
neergeschoten.
Londen,26Sept. (R.) Het Engelsche
stoomschip Cornubie is den 9en in de Mid-
Wilt ge autoriteiten blijven achten Word
er dan nooit zelf een en nader hen nooit te
dicht.
Roman van
IS. TEIRLINCK.
IU.
N e e n, M ij n h e e r
„Neen, mijnheer!"
Dót had Monda koel, maar krachtdadig
gezegd, in het lieve Lischboschje, dat achter
den boomgaard van het Rattenhof lag en
waar het meisje menigmaal een eenzaam
kuiertje deed vooral des morgens vroeg,
heel vroeg, als de grasmusschen en de rood
borstjes, de vinken en de merels ontwaak
ten en hunnen eersten groet, eenen vroolijk
schetterenden, der lichtende zonne toestuur
den. Hal hij was dus terug op het dorp ge
komen, des bankiers eenige zoon, Henri van
•WariegemJ Gedurende de twree laatste jaren
had men hem te Walmaarde niet meer ge
zien; enkel liep van tijd tot tijd de mare
rond, dat de liederlijke kerel te Parijs het
ongebondenste slempersleven leidde dat
hij er met eerlooze vrouwen in de schouw
burgen leurde er duizenden en duizen
den verspeelde en verzwolgdat zijn va
der meer dan eens te zijner redding was bij
gesprongen, en hem door de macht van
zijn geld uit het gevang verlost hadWas
de bankier het vele betalen moede gewor
den en de zoon, door noodwendigheid ge
dreven, naar Walmaarde teruggekeerd? Mis
schien wel. Toch was Henri hier op het
dorpje en hem had de verontwaardigde boe
rendochter de kfoele, maar beraden weige
ring toegesmeten:
„Neen, mijnheer!"
Want de schaamtelooze jongeling had
haar dezen morgen in het Lischboschje over
last, haar eerst vriendelijk gegroet, hare
hand willen vastnemen, haar durven beken
nen, dat hij haar in zijn harte droeg, haar
zijne liefde welke liefde! aangeboden!
Hij had dit alles durven do^n, stoutmoedig,
zonder schaamte 1Dacht hij dus, dat men
hier op het dorp zijn brassend leven niet
kende?Niet wist, wat hij te Gent en te
Brussel, vooral le Parijs verricht had
Beeldde hij zich wellicht in, dat men op
Walmaarde vergeten had, wat hij met het
arme Meleke uit den Arend gedaan had,
met Meleke, diejtu met een kindje aan den
rok liepDat men de oogen sloot voor
het walgelijke, dat in het Flu w ij n t je ge
beurde En die vurige, ontuchtige schelm,
de schande zelve, eene verergenis voor al
len, durfde haar, Manda, van liefde spieken!
„Neen, mijnheer!"
Dat herhaalde zij nu, met wrok en haat
in de stem, terwijl zij, hier in den koeien
stal, de beide mouwen opsloofde, den clrie-
pikkeligen melkstoel nam, zich onder den
malschen, aderigen buik van Blesse zette en
den koperen aker tusschen de beenen hield.
Met iedere hand greep zij eene speen, duw
de en trok, trok en duwde, en joeg de witte
melk iii het glanzende vat. Zij deed het rap
en behendig. Want Handa was geen dier
werkelooze en ijdele boerenmeisjes, welke
in een klooster-pensionaat beuzelarijen en
Frcuisch geleerd hebben, dit laatste op de
ellendigste wijze konden radbraken, thuis op
de hoeve den tijd verdreven met eenige ro
mans te lezen, met eene slechte piano valsch
te tokkelen, met vóór den spiegel hunne
krollen te bewonderen en, voor het overige
van den dag, lui en vadsig rond te drente
len! Neen, Manda was eene kloeke
buitendeerne, met zooveel geleerdheid als
eene lagere landschool geven kan, met veel
gezondheid en natuurgevoel bedeeld
bovenal eene werkzame deerne, niet be
vreesd voor koeienstal of varkenskot, voor
strooisel of bevuilende mest eene deerne,
die overal de handen doist aanslaan, en dót
met bedrevenheid en goed geyolg, die er
van hield zelf te boteren en te melken. En
wie kon die werken, beter verrichten? Daar
zat zij, mat het blozige hoofd tegen de vette
flank der koe; stevig klemde zij den aker
tusschen de knieën, duchtig neep zij de spe
nen; met stijve, blanke stralen, op maat,
spoot de melk, pletste en schuimde in het
zich vullende vat. Zeker kende haar de koe.
Stil, gerust stond Blesse aan de krib, waar
zi; van tijd tot tijd eenen beet klaver nsm,
kauwde en herkauwde, of soms met den be-
weeelijken, kwastigen staart eene steekvRpf
van rug of dij sloeg. En toch dacht het meis
je aan Haar werk niet, ofschoon zij het zoo
g.<ed verrichtte: het voorgevallene in het
Lischboschje hield haren geest onledig.
„Neen, mijnheer
Het kwam opnieuw over hare lippen. En
sterker, rapper spoot de melk uit den uier.
Wilde zij, met dapperder door te melken,
de beheerschende gedachte verdrijven? Zij
gelukte evenwel niet. Immer stond de
schaamtelooste, glimlachende jonker vóór
haar; immer klonk in haar oor het schande
lijk aanbod, dat een hooger rood over hare
wangen joeg. Ja, deze schaamteblos kroop,
nog op dit oogenblik, over haar gelaat.
Blesse's uier was uitgemolken. Manda richtte
zich op, zette den aker, met sneeuwig schuim
tot aan den boord, op den stalvloer, nam
een tweede vat en ging er mede naar eene
andere koe, welke zich omkeerde en met
hare groote, gelaten oogen hare meesteres
bezag, als begeerde zij insgelijks van den
melklast ontslagen te zijn. Liefderijk ko'o-
zend streek het meisje met de hand qver
den buik van het dier, terwijl zij zich op den
driepikkel nederzette. Daar steeg een lied in
den koeienstal. Zóó zou zij misschien net
onbehagelijk gevoel, dat de ochtendontmoe
ting in haar hart gestort had, kunnen ver
jagen. Zij zong: hare stem klonk klaar en
zuiver in den aanhef van het reilied uit vroe
ger jaren, dat nu over hare lippen danste:
„Maseurtje, ga-de-gij mee,
A!s wij jagen, als wij jagen?
Maseurtje, ga-de-gij mee,
Als wij ja?en ïond de stee?
Ja, maseurtje, gij en ikke.
Onze rok is al te dikke,
Als wij moeten bij jagers zijn!
Kruipt al deure van toerloerette,
Kruipt al deure van toerloeroe:
Maseurtje, ga-de-gij mee.
Als wij jagen, als wij jagen,
Als wij jagen rond de stee?"
Och! het zingen ging ook niet. Luid was
zij begonnen; maar het deuntje, dat zij als
kind zong hoe kwam dat nu toch in haten
geest? stierf onhoorbaar uit. Doch helder-
dpr klonk het in haar binnenste:
„Neen, mijnheer!"
En altijd spoot en blonk, pletste en
schuimde de melk. De deerne had gewei-»
gerd, zonder aarzelen, zonder na te denken,
en daarover was zij fier! Maar en deze
vraag stelde zij zich nu welke gevolgen
zou hare trotsche weigering medeslepen,
welke gevolgen voor haar, voor hare familie?
Zij woonden immers op het Rattenhof, de
pachthoeve van den bankier Van Wallegem,
Wel is waar sprak men van geheime vijan
delijkheid tusschen den vader, een spaar-
zamen menschen, en den zoon, een dol-
driesten verkwister. Men vertelde, dat vader
en zoon nooit bij elkander waren, nooit el
kander groetten, schier nooit elkander het
woord toestuurden. Men beweerde, dat voor
al de zoon den vader verachtte en haatte.
Wordt vervolgd.