laar bet laeii vaa belofte
FEUILLETON.
N° 87 Tweede Blad.
!4de Jaaraang.
„DE EEMLAN DER".
Zaterdag 9 October 1915.
BINNENLAND.
Hoofdredacteur: Mr, D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
8 maanden voor Amersfoort f
f Idem/ranco per post
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukkon) -
Afzonderlyko nummers
Wekelijks bijvoegsel „do Eollandscho Euisvrouu?' (onder redaotie
yan Thérèse van Hoven) per 3 mnd. 50 ets.
Advertentiën gelieve men liefst vó<5r 11 uur, familie-
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zendan.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIE N:
Van I—5 regola.. f 0.50.
-_•] Elke regel meor 0.10,
Dienstaanbiedingen 25 cellis bty vooruitbetaling.
Grooto letters naar plaatsruimte,
f.j Voor liandel on bedrijf bestaan zoer voordeelige bepalingen
tot het herhaald advertaeron m dit Blad. bij abonnoment.
Eene circulaire, bevmalnde de voorwaarden, wordt op
f aanvraag toegezonden.
De Staatscourant van Zaterdag 9 Oc
tober bevat o.a. de volgende koninklijke be
sluiten:
benoemd tot directeur van het Post- en
Telegraafkantoor te Middelharnis C. A. Ot-
ten, commies bij de Posterijen en Telegrafie
2e klasse;
op verzoek eervol ontslagen E. C. Suther
land, technisch hoofdassistent bij den Oc-
trooiraad;
benoemd tot rijkslandbouwleeraar de tij
delijke adspirant-rijkslandbouwleeraren C. J.
Droogendijk, J. D. Koeslag, J. A. v. Riel, J.
TvT. L. Otten, W. A. v. As, C. Stevens
Verzekering s-w e 11 e n. De
Haagsche correspondent van de Telegraaf
deelt het volgende mede:
,,i nnenkort zullen de ontwerpen-Treub,
tot herziening der verzekeringswetten-Tal-
n bij de Tweede Kamer worden inge
vend. Twee belangrijke punten uit die wij-
zigings-wetten kunnen wij thans meedeelen.
Eerstens zal in de ziekteverzekering ook de
geneeskundige hulp worden opgenomen. En
vervolgens zal, wat het beheer van de Ziekte
en Invaliditeitsverzekering betreft, de nieu
we regeling aanzienlijk naderen tot het vol-
i dige zelfbestuur der arbeiders: in genoem
de verzekeringen toch zullen de arbeiders
van de zeggenschap krijgen. In de On
gevallenverzekering krijgen zij, volgens het
nieuwe ontwerp, van de zeggenschap, ter
wijl zij thans niets hebben. Aldus nadert mi
nister Treub er toe, om den arbeiders in de
uitvoering der verzekeringswetten de leiding
te geven."
De aflossing van Hr. Mr. pantserschip
„Hertog Hendrik" als deel uitmakende van
het Nederlandsch eskader in Nederlandsch-
Jndië, door het pantserschip „de Ruyter", zal
te Colombo plaats vinden.
Mr. Drueker ongesteld.
Het lid der Eerste Kamer mrl Druckker is se
dert eenige dagen door eene lichte onge
steldheid verplicht zijn kamer te houden.
NederOand en de oorSog»
Belasting van oorlogswinsten.
Gisterochtend te 10 uur heeft de Minis
ter van Financiën, de heer Treub, in de
Trèveszaal de Staatscommissie, die zal heb
ben te onderzoeken op welke wijze eene
tijdelijke belasting kan worden ingericht,
welke ten doel heeft buitengewone vermeer
dering van inkomen of van vermogen als
direct of indirect gevolg van den oorlogs
toestand te treffen, geïnstalleerd. Hij zeiae
daarbij o. m. het volgende:
Waar eenerzijds de oorlogstoestand het
Rijk dwingr tot het doen van zeer groote en
zeer buitengewone uitgaven en daartegen
over in sommige kringen der bevolking als
rechtsfcreeksch of indirect gevolg van dien
toestand meer of minder belangrijke buiten
gewone winsten worden gemaakt^ is in al
lengs breeder kringen de gedachte leven
dig geworden, hne die zulke oorlogswinsten
maken of gemaakt hebben, in de eerste
plaats te doen bijdragen in de uitgaven die
de oorlogstoestand aan het Rijk oplegt.
Reeds spoedig na mijn optreden als Mi
nister van Financiën werd een voorstel in
die richting gedaan. Dit vond echter bij de
Tweede Kamer zoo weinig bijval, dat het
geraden scheen, het na bekomen machti
ging van Hare Majesteit de Koningin in
te trekken.
Thans heeft het Hare Majesteit behaagd
bij Haar besluit van 5 October 1915 eeiv
Staatscommissie in te stellen, welke ten doel
heeft het denkbeeld der belasting van oor
logswinsten vast te leggen in een of meer
wetsvoorstellen, opdat langs dezen weg dit
financieel zoo belangrijke probleem tot eene
bevredigende oplossing zal kunnen worden
gebracht.
De omschrijving van de taak. der commis-
missie is zoo ruim gesteld, dat zij haar alge-
heele vrijheid laat in de keuze van den aard
der belastingen, waarmede zij de oorlogs
winsten wil treffen. Zoowel de belasting op
de handeling zelve, waarmede de oorlogs
winst gemaakt wordt, als de belasting op de
vermeerdering van het inkomen of van het
vermogen, waarin die winst tot uiting komt,
ligt binnen het veld dat de Staatscommissie
zal hebben te bearbeiden.
Daar het onderwerp even moeilijk als veel
zijdig is, werd bij de samenstelling der com
missie uitgegaan van de gedachte, dat daar
in vertegenwoordigd moesten zijn mannen
uit alle hoofdtakken van ons volksbestaan,
waarin onder de tegenwoordige omstandig
heden buitengewone winsten gemaakt wor
den of kunnen gemaakt worden. Voorts
scheen het gewenscht daarin op te nemen
vertegenwoordigers van alle politieke groe
pen. Deze buitengewone belasting toch ligt
geheel buiten het terrein van de partij-poli
tiek. Door de samenwerking van financieele
deskundigen uit alle politieke groepen, wordt
de kans verhoogd dat het resultaat van de
overwegingen der Staatscommissie van
elke partijkleur vrij zal zijn en dat het der
commissie gelukken zal een waarlijk natio
naal voorstel te doen. Door het opnemen
van verschillende hoofdambtenaren, zoowel
van de directe belastingen, invoerrechten en
accijnzen als van den dienst, die met de hef
fing der vermogensbelasting is vertrouwd, is
er voor gezorgd dat de Staatscommissie kan
beschikken over de volle technische voor
lichting, welke aan het departement ven
Financiën ten dienste staat.
Waar het H. M. heeft behaagd, U, M.H.,
tot voorzitter, leden en secretaris dezer com
missie te benoemen, acht ik het een voor
recht u met dit bewijs van vertrouwen geluk
te wenschen en daaraan den dank der Re
geering toe te voegen, dat gij allen bereid
zijt geweest uwe krachten te wijden aan het
moeilijke vraagstuk tot welks oplossing uwe
medewerking wordt gevraagd.
Voor het uitspreken van dien dank is des
te meer aanleiding, nu de aard van de op
dracht der Staatscommissie medebrengt, dat
aan het onderzoek der zaak het resultaat
daarvan in de door haar noodig geachte wets
voorstellen, niet langer tijd kan worden toe
gemeten dan wegens den ernst en de veel
zijdigheid van het onderwerp strikt wordt
gevorderd.
De taak die u allen, M. H., wacht is hoogst
moeilijk en hoogst gewichtig; zij zal wellicht
niet in elk opzicht een dankbare taak blij
ken te wezen, daar niet is uitgesloten, dat
hier en daar de verwachtingen omtrent het
resultaat van uw arbeid hooger zijn gespan
nen dan u zal zijn gegeven te verwezenlijken.
Hoe dit moge zijn, gij kunt allen er u van
verzekerd houden, dat de Regeerirïg haar
erkentelijkheid niet zal afmeten van het aan
tal millioenen, waarop gij aan de schatkist
uitzicht zult weten te openen.
Hiermede verklaar ik deze Staatscommis
sie voor geïnstalleerd en geef ik met ver
trouwen haar leiding, mijnheer de voorzit
ter, in uwe handen.
Dr. D. Bos, voorzitter der Commissie, be
antwoordde de rede van den Minister als
volgt:
Excellentie.
Namens re Staatscommissie, welke Uwe
Excellentie zoo juist heeft geinstalleerd,"heb
ik de eer Hare Majesteit de Koningin dank
te zeggen voor de benoeming en Uwe Excel
lentie voor de daartoe strekkende voor
dracht.
Het onderwerp, waarvan de behandeling
aan onze Commissie is opgedragen, ontmoet
in alle kringen der samenleving instemming.
Evenwel al is het woord: belasting op oor
logswinsten spoedig uitgesproken, het be
grip is moeilijk te bepalen, en het neerleg
gen van de regeling in practische voor
schriften ontmoet groote bezwaren.
Die overtuiging neemt niet weg, dat wij
allen gaarne onze kennis en ervaring ter
beschikking hebben gesteld om zoo spoedig
het eenigszins mogelijk is tot een deugde
lijke regeling te geraken. Wij stellen het
zeer op prijs, dat de opdracht aan de Com
missie verleend, zeer ruim is gesteld en hare
werkwijze niet aan banden is gelegd, - waar-
dooi hef mogelijk zal zijn van de samen
stelling der Commissie het meeste nut te
b ekken.
De Commissie is er van overtuigd, dat zij
snel zal moeten werken en zal zich zonder
twijfel daartoe beijveren. Zij zal trachten
er toe mede te wei ken, dat in dezen tijd, nu
zoovele menschen groote en blijvende
schade lijden en de gemeenschap zich reus
achtige opofferingen moet getroosten, dege
nen, die aan de tijdsomstandigheden vaak
buitengewone inkomsten- of vermogensver
meerdering danken, een deel daarvan aan
de Staatskas af te staan.
De Commissie is Uwe Excellentie dank
baar voor de opmerking, dat bij het werk,
dat zij heeft te verrichten, het niet alleen
zal zijn de grootte van de bate voor de
Staatsfinanciën, maar ook de ingespannen
poging om die te verkrijgen, welke de waar
deering van haar pogen zal bepalen.
Met de verzekering, dat onze Commissie
met groote voortvarendheid zal werken, aan
vaard ik gaarne de leiding.
Onze handelsvloot en de oorlog.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Nijmegen heeft 31 Juli j.l. een schrijven
gericht tot den minister van L., N. en H.,
waarin zij, er op wijzende, dat tengevolge
van den oorlog een aanzienlijk aantal sche
pen zijn verloren gegaan en verwacht kon
v erden, dat dit aantal zal toenemen, als hare
neening heeft uitgesproken, dat het lands
belang vordert, dat onze schepen van de bui-
tt gewone voordeelen, welke na den oorlog
dvrachtvaart zal opleveren, zooveel moge
lijk genieten. Daarom is het noodig, dat de
Nederlandsche handelsvloot in sterkte niet
v»mindere en dient er, volgens het oordeel
der Kamer, tegen te worden gewaakt, dat de
hier te lande thuis behoorende schepen in
vreemde handen overgaan. Engeland heeft
den verkoop van zeeschepen verboden en de
Kamer vraagt zich af, of dergelijke maatre
gel ook niet door Nederland zou behooren
te worden genomen.
In de Dinsdagavond gehouden vergadering
van de Kamer is mededeeling gedaan van
het antwoord van den minister. Deze deelt
daarin mede, dat zijn volle aandacht op deze
aangelegenheid is gevestigd, doch dat zij,
naar 's ministers oordeel, vooralsnog geen
ingrijpende maatregelen van regeeringswege
vereischt. De door de Kamer bedoelde sterk
tevermindering van de Nederlandsche han
delsvloot toch bestaat feitelijk niet. Welis
waar waren op 25 Augustus 1915 318 sche
pen aanwezig, tégen 325 op 1 Aug. 1914,
doch inmiddels was de tonnenmaat toege
nomen van 1,108,847.57 ton tot 1,147,946,87
ton. Op het oogenblik zijn bovendien in aan
bouw en besteld 68 schepen met 200,247
tonnen, waarmede de Nederlandsche han
delsvloot in de toekomst zal worden uitge-
-breid.
In aanmerking genomen, dat alleen uit bui
tengewoon ernstige omstandigheden voort
vloeiende dwingende noodzakelijkheid reden
kan zijn voor eene regeering, om een maat
schappij den verkoop van hare schepen naar
het buitenland te beletten, komt den minis
ter het ter zake ingrijpen van regeeringswege
vooralsnog ongewenscht voor.
Boter.
Het Rijks Centraaal Bureau voor den uit
voer van boter maakt bekend, dat voor de
week van 10 tot 17 October voor 60 pCt. der
boterproductie certificaat van uitvoer wordt
verleend, terwijl 40 pCt. der productie voor
het binnenlandsch verbruik moet worden be
schikbaar gesteld of afgeleverd.
Melkprijzen*
Door den burgemeester te Amsterdam is
het volgende schrijven gericht tot melkfabri-
kanien en melkslijters aldaar:
Hierbij bericht ik u, dat het mijn voorne
men is uwe voorraad melk in bezit te ne
men, op den voet van art. 76a van de Ont
eigeningswet.
Evenwel verklaar ik mij bereid, op den
voet van art. 76b der bovengenoemde wet
deze inbezitneming op te schorten, wanneer
u er in toestemt de melk niet tegen een hoo-
geren dan den hieronder genoemden prijs te
verkoopen: rauwe melk 12 cent per liter; ge
pasteuriseerde melk 13 cent per liter.
Ik vestig er uw aandacht op, dat indien de
genoemde maximum-prijs door u wordt over
schreden, inbezitneming der voorraden he'
gevolg zal zijn.
V el d prediker s-v a c a t u r e.
Het schijnt de aandacht te hebben getrok
ken, dat de benoeming van een veldpredi
ker in algemeenen dienst, ter vervanging van
ds. Talma, op zich laat wachten.
Wij vernemen, dat het intusschen wel de
gelijk in de bedoeling ligt in de door het
bedanken, om gezondheidsredenen, van ds.
Talma ontstane vacature zoo spoedig mo
gelijk te voorzien.
20 vliegmachines aan
gekocht.
„The Wall Street Journal" brengt het be
richt, dat de Nederlandsche regeering in
Amerika twintig Curtisslaeroplanes heeft
aangekocht. De aankoop geschiedde na een
reeks proefnemingen met dit type machine,
gehouden te Los-Angeles.
Belgische vluchtelingen.
Men schrijft uit Bergen op Zoom aan het
Handelsblad:
Nu het ongeveer een jaar geleden is, dat
deze stad en haar naaste omgeving met Bel
gische vluchtelingen overstroomd werd en
er geen fabrieken, scholen en kerken ge
noeg waren om allen onder dak te brengen,
is het wél het geschikte oogenblik om een
en ander over den tegenwoordigen toestand
te melden. Nog wonen hier altijd veel Bel
gen en kan hun aantal gerust op een paar,
duizend geschat worden, 't Is waar, nu en
dan keert een Belgische familie naar haar
vaderland terug of trekt deze elders in ons
land, o. a. naar Den Haag, heen, maar tel
kens komen weer andere gezinnen zich'
hier vestigen en steeds blijft.de vraag naar
huizen en pensions van Belgische zijde
groot, zoodat nieuw-inkomenden uit ons
eigen land hier haast geen geschikte wo
ning vinden kunnen. Behalve in het woon
wagenkamp, dat nog altijd op het exercitie
terrein „Plein XIH" gevestigd is en nog
steeds onder militair toezicht staat, bevin
den zich in de stad geen Belgen meer, die
niet in eigen onderhoud kunnen voorzien,
al zijn er veel, die slechts heel schraal kun
nen rondkomen. De bepaald arme Belgen
zijn alle naar de verschillende kampen over
gebracht; terwijl de Belgen van beteren
stand, die niet in eigen onderhoud voorzien
konden en aanspraak mochten maken op de
hoogere ondersteuning van Regeeringswege
van 0.70 per persoon en per dag, maar
deze niet hier in het bezette gedeelte krij
gen konden, door de goede zorgen van den
secretaris van ons „Comité voor Belgisclte
vluchtelingen in de stad", vooral in het na
burige Steenbergen zijn onder dak gebracht.
Ook hebben verscheiden Belgen hiec
langzamerhand in fabrieken en andere in-
De zwakheid der vrouw f Ja, die is onge-
loofelijk. Er is maar één schepsel, dat 'nog
zwakker is de man.
Roman van
IS. TE1RLINCK.
18
Hij keek eene wijl ten gronde. Daarna
greep hij hare handen vast en vroeg be
daard:
„En dat alles is wraar, Mandal"
Zij knikte.
„Dat is ergï" bekende hij onwillekeurig.
,,Niet waar," en ze lachte bitter; „we zijn
nog niet getrouwd?"
Maar de jongen antwoordde eenigszins
verwijtend, steunende op zijn eigen macht
en wil, zeker van de toekomst:
„Manda, spreek toch zoo nietUw
toestand, die van uwe familie is moeielijk
En toch zullen wij samen door het leven
gaan.-
„Kan het nog zijn?" vroeg zij, terwijl zij
hem eenen blik zond, zoo vol liefde, dat zijn
hart trilde.
„Het moet zijn, ik wil het!" sprak hij vast
beraden.
t»/En zal uwe moeder nog willen?" -
„Ik ook ben koppig, Manda wat ik wil,
zal gebeurenmoeder, niemand, niets zal
mij van u scheiden
„En Amerika?" Het was hare laatste te
genwerping.
„Zelfs Amerika niet.... gaat gij, ik ga
mee
En daar zij nu met het hoofd gebogen
vóór hem stond, legde hij -heide handen aan
hare slapen en dwong haar naar hem te
zien,
„Bezie mij goed", zei hij, „zoo zoo ja....
oog in oogZult gij mij getrouw blijven?"
„Twijfelt gij opnieuw?" vroeg'ze.
„Zweer het!"
„Neen! dat moet ik niet zweren!Ik
zal u nooit vergeten!"
„Wat er ook gebeure
„Wat er ook gebeure I"
„Welnu, moed! Alles zal zich we! schik
ken Laat mij begaan, Manda l"
Schaterend gelach klonk in het boschje.
Beiden kejeen om.
Een weinig hooger liep een wegel, en
daar waggelden Henri Van Wallegem en de
jonge Desmet. Ze trokken, zwikend, arm
aan arm, naar het kasteel, wiens muren men,
op eenige boogscheuten afstands, door het
loover glanzen zag.
Ze bleven staan.
„Mijn zielke IIs dat Manda niet
En wie is er bij Zou het Moereeis niet
zijn hoorde men Desmet zeggen.
Henri, met den kleinen ronden hoed op
een oor, brabbelde:
,Wel zeker is 't me die fiere boeren
dochter!.... Manda Penninck zonder'
penningen!Ha ha ha 1En de trotsche
boerenkerel grabbelt ze in zijne armen!
Zoo vroeg, jongens zoo vroeg aan 't kus
sen en 't flikflooien Ha ha ha IWel
geneert u nietdoet maar voortLeve
de vreugd, ha ha ha
En Desmet schaterde hem luider na:
„Ha ha ha !"-
Emiel wilde naar de dronkaards toesprin
gen; Manda hield hem tegen.
„Blijf, Emiel," verzocht ze; „zij zijn zat.
ze hebben den heelen nacht gezopen in
het Fluwijntje zeker Blijf
Hij gehoorzaamde. Maar de jonge zwelg-
balg herhaalde, terwijl hij met zijnen kame
raad voortwankelde:
„Toe, toe, geneert u maar nietHa, ha,
ha! Leve rt plezier!"
„Ha, ha, ha!" giegelde Desmet.
„Maar"en hier liet de rijke zuiplap
eenen vloek; „alle twee zult gij met mij afre
kenen alle twee zult gij door mijne han
den passeeren vroeg of laat
Een ijselijker vloek drong tusschen het
geboomte. Men hoorde den wulpschaard
een vuil Fransch lied uitschreeuwen, terwijl
hij met Desmet, die medebromde, achter
het kreupelhout verdween.
VI.
Een Konkelfoes huisl
Op ieder dorp, hoe ldein hef ook zij,
vindt men een of twee herbergen, welke
dien naam verdienen.
Bejaarde, deftige menschen of althans
die, welke deftig schijnen willen, zich zei-,
ven dien naam geven, of ter wille van hun
geld en hunnen invloed, hem van de andere
dorpelingen krijgen, gaan er schier nooit.
Ze durven het niet wel: hun goede faam,
waaraan zij zooveel houden, leed er schip
breuk bij. Toch wagen het eenige dier fat
soenlijke boeren er binnen te glijden, in het
genipt, op werkdagen en uren, dat zij hopen
er niemand dan de bewoners aan te treffen
en meest altijd is het nog de nieuwsgie
righeid, welke er hen naar toe drijft. Want
al de buitenmenschen zijn nieuwsgierig in
den hoogsten graad; daarom ook huichelt
rr^en er zoo vaak; daarom handelt men er
meest in het geheim; daarom vindt men er
zooveel, die hunne daden bewimpelen,
schijnheilig spreken en schijnheilig zijn;
immers de nieuwsgierigheid van den eenen
dorpeling vreest die van den gebuur. Alles
mag gedaan worden, zoo dat kat er niet
mede rondloopt. Dus, in het duister, nimmer
in het volle licht gewerkt, zich nooit ge
toond, zooals men waarlijk is met zijn
deugden en gebreken, met zijn slecht en
goed, met zijn wel en wee, met zijn verdriet
en vermaak. Alles moet gestopt blijven! Wie
zoo niet handelt, is maar een dwaashoofd,
een onnoozelaard, een dom kieken, goed
genoeg om gepluimd en opgegeten te wor
den! Om die reden vindt men de bejaarde
dorpelingen, welke prijs hechten aan het
epitheet deftig, enkel bij uitzondering in het
konkelfoeshuis.
De -jongelingschap handelt anders. Zij
kent nog geen deftigheid, geen gemaaktheid
en zij vooral jnaakt de klandizie van zulk
kroeghuis uit. Hier vindt men de jongens
van het dorp, inzonderheid des Zondags en
dan nog bij voorkeur des avonds laat, vai>
tien tot middernacht. Wie kan zich het leven
van een jongen kerel uitdenken, zonder
knappe, lustige deernen? Ook is de scene
in een konkelfoeshuis, des Zondagsavonds,
alleraardigst: men ziet er kloeke boeren
jongens, met hoogrood glanzend gelaat, die
er vloeken en tieren, dansen en springenl
Ze drinken er geweldig groote, talrijke gla-»
zen bier, borrels en maatjes jenever! Ze
rooken er en spuwen dapper op, en besprent
kelen en begieten den vloer. Eenigen, de
reeds vermoeiden en de halfdronken, zitteiy
er op stoelen en laten het beneveld hoofd
op de borst hangen; weinigen spelen er meÜ
de kaart; de talrijksten, de vurigsten staart"
nevens den toog, die zoo belemmerd ert
omringd is, dat de herbergmeisjes, enkel du
wend en dringend, eenen doorgang vinden,'
hetgeen de ridsige gasten de gelegenheid
geeft de tapsters maar ferm boven heup of
onder oksels vast te grijpen.
In de week vindt men er gewoonlijk de
wulpschaardts van het dorp, benevens een
paar zatlappen van stiel en een drietal ledig-
gangers, die nimmer of zelden, tenzij in tijd
van overlast van arbeid, de vingers tot wer
ken gebruiken. Al dezen zijn hier thuis, ver«
teren er hun «akgeld, en drinken er „op*
poef".
Wordt vervolgd*