Haar bet land van belofte! „DE E EM LAN DER". Maandag 18 October 1915. BUITENLAND. FEUILLETON. N° 94 14d" «Jaargang. Weekkroniek. vm. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFP 8 Co. ABONNEMENTSPRIJS: fei 8 maanden voor Amersfoort f 1*00. Idem franco per post Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10. Afzonderlijke nummers 0.05. Wekelijks bijvoegsel „d« Hollandsche Huisvrouu?' (onder redactie van Thérèse van Hoven) per 8 mnd. 50 ets. Advertentiên gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- Advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER A D VERTENTI ËN: Vso 1—5 regelsf 0.50. Elke regel moorU.IO, Dienstaanbiedingen 25 cents bfl vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordeelf ge bepalingori tot het herhaald ad verteeren in dit Blad, bij abonnement. Eene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. October l De zuigkracht van den oorlog. Esprit de clocher. De uitverkoren middenmoot. October, maand van weemoed l Maand waarin wij wat ons het schoonste en liefste was, zien heengaan, maar niet dan nadat het zich nog eens in laatste, hoogste pracht aan ons geopenbaard heeft, October, etervensbode, tóch hebben wij U lief om uw bizarre schoonheid, om uw droef- ïïiooie natuurruines, om uw tintenrijkdom en kleurenpracht. O, de schoonheid van het vallende blad f Welk 'n gratie in dien zwevenden, weifelen den val, als aarzelde het om zich te voegen bij de voorgangers, die nu de kleurige lijkwa vormen voor de stervende aarde. Wij klemmen ons vast aan die laatste herfsttoover, wij willen niet denken aan scheiding en verlies. Maar als de boomen hun groen-geel-rood- bruine last afgeschud hebben en nog slechts 'n enkel halsstarrig-trouw blad zich wuiven laat op den zwartkalen tak, dan ontwaken wij uit onze schoonheidsextase, vinden wij ons terug devoot geknield voor wat was, om knellend het ijle, waaruit het essentieele ge vloden is. En wij gevoelen ons vreemd-eenzaam ach terblijven in de koude wereld met slechts om ons heen de dorre bladerhoopen, sym bool van de vergankelijkheid van de leven de schoonheid, van het levende geluk. Maar wat wij onuitroeibaar in ons bewa ren, wat ons levenskracht geeft, is.de herinnering I Wanneer 'n groot schip wegzinkt in de golven, valt er op verren afstand in het rond 'n sterke zuiging waar te nemen, welke al wat nog drijvend is meetrekt naar de diepte. n Dergelijke zuigkracht schijnt uit te gaan van den oorlog. Telkens worden er nieuwe landen „ingezogen". En alles wat zich mee trekken laat, gaat onvermijdelijk naar den kelder. Bulgarije is het jongste slachtoffer. Wie zal het volgende zijn Stemmen lokken en stemmen dreigen. Ge lukkig degeen, die niet hoort naar den Sire nenzang. Wij lazen dezer dagen 'n bitter artikeltje in de Matin. Den neutralen werd dae.in toe gesnauwd, dat zij na den oorlog niet te ve<ri moesten rekenen op de vriendschap der vol keren, die zij in de uren des gevaars aan hun lot overgelaten hebben. En het zijn niet enkel de chauvinisten die zoo redeneeren, ook meer bezadigden spre ken in dien geest. Maar het is zoo dom, zoo ontzettend dom I Het is 'n geest van zooveel eeuwen terug welke ons uit zulke woorden tegenblinkt. Es prit de clocher, waaruit geboren wordt haat en jalousie tegen den buurman. Benepenheid van het renteniertje, die z'n tuintje omringde met hooge muren, opdat zijn buren niet van z'n mooie bloemen zouden genieten. Maar z'n mooie bloemen groeiden niet meer om dat de hooge muren ook de zon belemmer den in z'n tuin te zien. De buurman evenwel hield de verkwikkende zon niet tegen, om- gaf z'n tuin slechts met 'n laag hekje van rasterwerk en bij hem groeiden en bloeiden de rozen dat het 'n lust was. En toen het ren teniertje dat zag, maakte hij zich zoo k«vaad, dat hij z'n muren nog hooger optrok omdat hij de rozen in z'n buurmans tuin niet meer zien wilde. Het is nuchtere waarheid, wat Dr. Kuyper dezer dagen in de Standaard schreef „Tot dusver heerschte althans in ons land de toestand, dat Links en Rechts bij de Stembus al meer met vrij gelijke macht itegenover elkander stonden, en dat de doorslag meest gegeven werd door zekere middenmoot, als we 't zoo noemen mogen, die noch koud noch heet was, maar wispelturig van aard, zich nu eens bij Rechts, en dan weer bij de Linksche groep aan sloot „Die middenmoot nu bestaat voor verreweg het grootste deel uit die te vreden Bourgeoisie, die zich met de po litieke vraagstukken niet bijzonder pleegt in te laten, maar zint op rust en kalmte en zich voor het lieve geld warm interesseert". Aan die middenmoot, „noch koud noch heet", „wispelturig van aard", „tevreden bourgeosie", die zich „warm interesseert voor het lieve geld", is inderdaad bij de ver kiezingen der laatste jaren de overwinning van rechts of links voornamelijk te danken. Maar waarom zien wij dan na iedere over winning der Coalitie, de politieke Christe nen jubelen als over 'n zegepraal Gods, 'n overwinning van Christus over het Heiden dom? Waarom wordt in hun feestvergaderin- gen aan God dank gebracht Zouden zij niet liever dankliederen zingen voor de „tevreden bourgeoisie", die zint op kalmte en rust en zich voor het lieve geld warm interesseert Zouden zij hun over winningen dan ook maar niet liever vieren als zegepralen van de beginsellooze „mid denmoot", die koud noch heet is en wispel turig van, aard Het is immers Kuyper zelf, die niet ten onrechte erkent, dat de overwinning te danken is aan de wispelturigheid van die middenmoot I Of gelooven de politieke Coalitie-christe nen dat het Opperwezen zich bij voorkeur openbaart in de beginsellooze wispelturige bourgeoisie Politiek Overzicht De houding van Griekenland. Nadat de Grieksche regeering, op eene vraag van de Servische, deze reeds had doen weten dat ze met betrekking tot het Servisch-Grieksche verdrag den casus foe deris niet aanwezig achtte, heeft ze thans ook aan het Foreign Office te Londen offi cieel van die zienswijze doen weten. En hiermede heeft de diplomatie der geallieer de mogendheden officieel, wat men fami liaar noemt: de kous op den kop gekregen. De regeering van Griekenland heeft duide lijk te kennen gegeven, dat zij in de tegen woordige omstandigheden géén aanleiding vindt om in militairen zin in te grijpen. Zie daar het gevolg van den ommekeer die, door de tusschenkomst van Koning Kon- stantijn, in de Grieksche regeering heeft plaats gegrepen. Terwijl de leider van het af getreden kabinet in de Kamer uitdrukkelijk heeft gewezen op den moreelen plicht om het bedreigde Servië te helpen, acht het nieuwe kdbinet dit nnnoodig, als, nog al sojphistisch, motief mag men het Servi sche bericht hieromtrent gelooven daar voor aanvoerende, dat de nieuwe aanval op Servië door Bulgarije geen nieuwe oorlog, doch niet anders dan eene uitbreiding van het Europeesche oorlogstooneel is. Het is nu maar de vraag of de Grieksche regeering onder alle omstandigheden in deze houding zal blijven volharden. De huidige politiek der Grieksche regeering is de politiek van den Koning en van de parlementaire minderheid; de meerderheid der Kamer heeft zich on langs uitgesproken voor de staatkunde van Venizelos. Deze zal, teneinde geen aanlei ding te geven tot binnenlandsche verwik kelingen, het nieuwe kabinet steunenzoo lang het hem goeddunkt. Van een staats man die, als Venizelos in de Kamerzitting der vorige week, zoo onomwonden zich par tij heeft gesteld tegen het Servië aanvallen de en volgens hem ook het Hellenisme be dreigende Bulgarije, is niet te wachten, dat hij bij een climax der Balkan-gebeurtenis sen eene lijdelijke houding zal blijven in acht nemen. Veel zal hierbij afhangerv van de vraag of de meerderheid in de Grieksche Kamer, óók na de gebeurtenissen van den laatsten tijd nog de meerderheid der bevolking ach ter zich heeft. Het Grieksche volk heeft zich bij de dit jaar gehouden verkiezingen uitgesproken voor de anti-Bulgaarsche poli tiek van Venizelos doch of die anti-Bulgaar sche stemming niet een belangrijk tegen wicht zou hebben gekregen en niet aan merkelijk zou zijn afgeleid door eene mo gelijke ontstemming over de schending van Griekenland's onzijdigheid door de troepen der geallieerde mogendheden? We hebben in een vorig artikel al eens uiteen gezet dat de omstandigheden waaronder en de, voornamelijk tegen Bulgarije gerichte, bedoelingen waarmede op de onzijdigheid van Griekenland door de entente inbreuk gemaakt is, bij lange na niet te vergelijken zijn met de Belgische neutraliteitsschennis, doch niettemin blijft zulk een gebiedsforcee- ring een teer punt, waardoor, als men som mige berichten gelooven mag, vooral leger- kringen in Griekenland zich zeer gekwetst betoond hebben. Hebben nu koning en le ger of hehben nog -altijd de Venizelisten het meeste contact met het hart des volks Men ontvangt uit Griekenland zoo goed als geen, althans geen volkomen betrouwbare berichten die ons omtrent de stemming der bevolking opheldering zouden kunnen ge ven. Zeer waarschijnlijk echter zal niet alleen de regeering doch ook het volk eene de ge beurtenissen afwachtende houding aanne men en zullen in de volksvertegenwoordi ging de leidende partijen elkaar op de tee- re punten zoo veel mogelijk sparen. Ver moedelijk is het hieraan toe te schrijven dat de koning en regeering in de toepassing hunner neutraliteitspolitiek nog niet verder zijn gegaan door paal en perk te stellen aan de landing der geallieerden in Saloniki. Voor zoover bekend is aan die landing tot dusver nog niets in den weg gelegd. Men noemd dat dan de „welwillende neutraliteit" van Griekenland,, welke, zeer mogelijk, ook in de toekomst gevolgd zal worden. Heden komt de Grieksche Kamer weer bijeen. Wellicht dat hierbij nog nadere ver klaringen over een en ander zullen gedaan worden. De oorlog. P a r ij s, 16 Oct. (R.) Avond-communi qué. Een hevige tegenaanval stelde ons weer in het bezit van al onze stellingen op den top van den Hartmannsweilerkopf, terwijl ook een deel werd genomen van de stellingen die de Duitschers tevoren bezet hielden. Een eskader vliegtuigen bombardeerde een der stations te Metz, waar tal van ont ploffingen waargenomen werden. Wij sloegen een nieuwen aanval in Artois volkomen terug. De loopgraafgevechten en kanonnades ten zuiden van de Somme en de gevechten met handgranaten in de Ar- gonne duren voort. B e r 1 ij n, 17 Oct. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Aanvallen van den vijand met brandgra- naten in de streek van Vermelles en Roclin- court hadden geen succes. De Westelijke helling van den Hartmanns weilerkopf is hedennacht methodisch en zonder belemmering van den vijand te on dervinden, door ons weder ontruimd, nadat de vijandelijke loopgraven volkomen ver- nièld waren. Bij St.-Souplet, ten noord-westen van Souain, bracht luitenant Bölke in een ge vecht in de lucht een Fransch vliegtuig naar den grond. Dit is het vijfde vliegtuig, dat door genoemde luitenant neergeschoten is. Welke verwachtingen onze vijanden ge koesterd hebben, blijkt, behalve uit het reeds gepubliceerde legerbevel van gene raal Joffre, van 14 September, uit de vol gende legerorder van 13 October, gevon den bij een gesneuveld Fransch staf-offi cier. Groot hoofdkwartier der Oostelijke legers. Generale staf 3e bureau No. 12975, 21 Sep tember 1915. Geheim bevel voor de Noordelijke en middelste groep. Aan alle regimenten moet voor den aanval, welke de Fransche en En- gelsche troepen uitvoeren moeten, de ge weldige kracht van dien aanval ongeveer opf de volgende wijze worden duidelijk ge maakt. Voor de operalies zijn bestemd 35 divisies, onder generaal Castelnau, 18 divi sies onder generaal Foch, 13 Engelsche di visies en cavalerie-divisies (daaronder 5 En gelsche). Bovendien staan tot ingrijpen ge reed 12 infanterie-divisies van het Belgische leger. Drie vierden der Fransche strijdkrach ten nemen aan den algemeenen slag deel. Zij worden ondersteund door 2000 stukken zwaar geschut en 3000 stukken veldge schut, die van veel meer munitie zijn voor zien, dan bij het begin van den oorlog. Alle maatregelen voor een succesvol resultaat, zijn getroffen, vooral wanneer men bedenkt, dat aan onze laatste aanvallen in de streeic van Atrecht slechts 15 divisies en 300 zware kanonnen deelnamen. (Geleekend) J. Joffre. P a r ij s, 17 Oct. (Havas.) Namiddag communiqué. In Artois maakten de Franschen zich gis terenavond meester van een sterke barri cade ten zuidoosten van Neuville-St. Vaast. Zij wisten er zich te handhaven, na in den loop van den nacht twee vijandelijke aanval len te hebben afgeslagen. In den sector van Lihons en aan het Ais- ne-front had een hevig artillerie-duel plaats. Overigens viel geen enkel incident aan het Aisne-front en aan de fronten in Cham pagne en de Argonne voor. In Lotharingen wonnen de Franschen in den loop van verbitterde gevechten van man tegen man 100 meter loopgraaf ten noor den van Reillon. Fransche vliegmachines bombardeerden de Duitsche depots van levensmiddelen te Maizières, Azoudange en het station van Avricourt. Par ij s, 17 Oct (R.) Avondcommuni qué. Als vergelding voor den Duitschen lucht- raid tegen Engelsche steden; wierp heden een eskader vliegtuigen dertig bommen neer op Trier. Hevige artillerie-actiën worden voortgezet op het front van Loos. Ten oosten van Sou- chez versterkten wij onze stellingen en breidden ze uit. In het bosch van Givenchy, was een hevig gevecht met granaten. Aan de Aisne was een hevig bombardement. In Champagne beantwoordden wij met kracht het bombardement van den vijand. Vooral in de streek van Tahure. In Lotharingen werden verscheidene bran den verwekt in de vijandelijke liniën. Her haalde Duitsche aanvallen ten noorden van Peillon werden gestuit door bestrijkend vuur. Weenen, 16 Oct (W. B.) Officieel van het Russische oorlogstooneel: In het gebied aan den benedenloop der Styr heb ben de Oostenrijksch-Hongaarsche troepen den vijand twintig kilometer ten noorden van Rafololka uit verschillende hardnekkig Wij willen niet wqt verstandig is, doch vinden verstandig wat wij willen. Roman van IS. TEIRL1NCK. De Laveier. De zon is reeds hoog aan den hemel en werpt haren vroolijken glans over het dorpje, over hoeven en hutten, over woud en wei den, over klaver en koren. Een windje, licht jes ruischend, wuift door de boomen en struiken van het Roschbosch en de dicht be- bladerde kruinen der beuken koesteren zich boven in het warme, heldere licht. Is dat Thilde niet, welke daar, voorzichtig, tusschen stammen en in kreupelhout voort- kruipt? Ja, zij is het zij, de gevallen vrouw, die, in een oogenblik van waanzin, alle eer .vergat, een onbeperkt verlangen naar weel de volgde, naar de bekorende stem van den bankier, van het geld luisterde. Taanden Tand trouw- en liefdeloos verliet- Wat drijft haar naar het Roschbosch, imar haar geboorteplekje, naar die kleine stroo- hut, welke, ginder vóór haar, tusschen het hout zichtbaar wordt? Nu blijft zij staan, nevens eenen oudej\ eik, achter een dicht braambosch, tusschen hazelaarstruiken, ziet rond en hoort toe. Een schetterende gaai vliegt heen, eene tortel duif kirt weemoedig en roept den kubber, eene mees zoekt schertsend rups en schors made, een lijsterhaan zendt zijn schellen liefdegroet over en door het bosch; doch geen menschengeluid verneemt Thilde. Zij ziet de vliegen en vlinders, de kevers en syrphen, de hommels en bijen, welke onver poosd de geurige boschbloemen bezoeken. Zij hoort eenen specht, die, geslepen op den kr\ager.den worm, met den bek den stam van een ouden els slaat. Daar zijgt zij neder, aan den voet van den eik, op het groene mos en ernstig wordt haar gelaat. Zij denkt na. En vóór haar inwendig oog daagt het ver leden op. Zij ziet hare moeder, de arme weduwe, welke ginder in dat nietig huisje woonde. Zij ziet het rimpelig vrouwken, vóór den tijd oud, gebogen door het harde werk. Haar vader heeft zij niet gekend: hij stierf, toen zij, Thilde, nog maar vier jaar oud was. Zij ziet hare moeder des morgens vroeg ver trekken naar de hoeve der Moereels', waar zij den ganschen dag slaafde, ten einde haar kind te kunnen opbrengen. Terwijl de wedu we weg was, liep zij, echte wildeling, het bosch op en af. Zij kende er de plekjes met kraakbessen, de vogelnestjes, alles! Des middags kwam hare moeder haastig toege- loopen, en duwde haar een droge bete broods, of een stukje spek, uit den eigen hon- gerigen mond gespaard, of eenen appel in de hand. Dikwijls moest Thilde zelve voor haar karig middageten zorgen een ma ger besmeerden boterham, eenen aardappel, in de asch gebraden, soms een bekertje kar nemelk, dat zij bij de Moereels' mocht gaan halen. Niettegenstaande ontbering van allen slag, groeide zij weelderig op en werd zij eene struische meid, die weldra in de plaats harer afgesloofde moeder, die thuis bleef, op het Hof-ten-Berge, in daghuur werken ging. Hier, in het Roschbosch, komen al die her inneringen op en haar geest drijft verder. En zij ziet haar arm moederken op haar doodbed; zij ziet haar sterven, weghalen, be graven! Toen was zij zeventien jaar en alléén op de wereld! Wie zou haar helpen, haar beschermen, haar leiden, haar steunen? Hij, Rochus insgelijks een eenig, ouder loos kind de sterke Rochus, die op eenen ahderen kant van het Boschbosch woonde de woeste Rochus, een wildstrooper, een laveier! Hij was drie of vier jaar ouder dan zij. Sa men waren zij in het bosch opgegroeid; sa men hadden zij er alles onderzocht, er strop pen en strikken gelegd, er hazesporen ge vonden en gevolgd, er vogels gezocht en hunne eitjes geroofd! Zij ziet hem den fermen, wilden kerel, met het franke wezen, den vollen, rossen beard, den dichten bruinblonden haardos, de kloeke mannenborst Rochus, den moe digen, onbeschroomden jongen, die geen onrecht zien noch dulden kon! En zij weet het nog: Het gebeurde het jaar na moeders dood, op eei\en zachten Meiavond. Rochus zat ne vens haar, onder den hoogen beuk, die zijne, kruin over haar huizeken verheft. Wat glin sterde zijn oog, wat hijgde zijn adem, toen hij in haar oor fluisterde: „Thilde, wilt ge?" „Wat, Rochus V „Trouwen met mij, trouwen?" „Trouwen Daaraan had zij nog niet eens gedacht. Wel kon zij Rochus lijden, zeer goed lijden, ja, dat verzekerde haar hart. Maar trouwen?... Wild greep hij hare hand vast, zijn vurige blik beefde den hare tegen. Zij vielde, in die zoele stilte, iets zoo aardigs, zoo ongewoons. Het bloed steeg naar haar hoofd. Was het de liefde, die sprak? Beminde zij hem wer kelijk? Misschien. Zij trouwden. O! wat was hij, de ruige, ruwe kerel, voor haar zoet en goed! Geen hofridder kon beter en waardiger zijne hartprinses huldigen. Hij beminde haar met zulke waarheid en trouw, met zulkfe oprechte teederheid, zoo diep en zoo vurig, dat zij in den beginne, werkelijk geloofde, dat zij insgelijks hem innig lief had. Hij schonk heur gansch zijn hart, gansch zijne zieltziji> alles! Niets kon zij verzoeken of het gebeurde, indien het zijn kon. Hare minste begeerte werd voldaan. Zij was pronk zuchtig hij schonk heur beste zondags- kleeren: zij beminde juweelen hij schonk heur oorbellen en eenen glanzenden vingerring. Doch weldra ondervond zij, dat Rochus' grenzenlooze liefde voor haar niet genoeg was. Haar hart bleef ontevreden. Zij wou rijk zijn! Ongekende gevoelens, onbeperkte verlangens overmeesterden haar, telkenmale zij nevens het kasteel voorbijging. Zoo'u kasteel, zoo'n rijkdom, zoo'n weelde ja, ja, dat vroeg haar hart, dat wenschte haar geestf En zoo iets, neen, zoo iets kon de goede Rochus haar niet geven! Zij werd moeder, kreeg een zoontje, Wardje! Moederlust verdreef, voor eenigen tijd, de wilde gedachten, de onbevredigde begeerten, haar onverzadigbare drift naaE pracht en luister. Helaas! het bleef niet duren! Vóór een zevental jaren, ontmoette zij, in het Roschbosch, den bankier van Wallegem, Zijne vrouw was onlangs gestorven van verdriet, zooals velen het dachten en da losbandige zoon zelf het beweerde en hij woonde voortdurend op het landgoed vaiï Walmaarde. Thilde's krachtige, vrouwelijke schoonheid trof den nog vurigen man ent wat te voorzien was, gebeurde: Eenigen weken later, op eenen avond, vond de laveier zijn huisje zonder zijnet vrouw met het zesjarig knaapje, dat wee« nend, angstig rondliep en te vergeefs naai moeder vroeg. Wïrd' rvolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1