"Finnen land. ien grooten aanval in Egypte kunnen or- aniseeren, terwijl men de expeditie in Me- opotomië geheel had kunnen schrappen. aedurende dezen ganschen tijd tot aan den luidigen dag heeft onze strijdmacht in Gal- Ipoli 200,000 Turken vastgehouden en lezen weerhouden onberekenbaar kwaad te l.oen in andere deelen. Aan hen, die de geallieerden verwijten, Hat zij te laat zijn geweest met hunne maat regelen om Servië te helpen, bracht de Spr. in herinnering, dat er lot het laatste oogen- £)lik de stelligste reden was geweest om te felooven, dat Griekenland zijne verplich- ng tegenover Servië zou nakomen. Hij /voegde daaraan toe: De regeering en het j/volk van het Vereenigde Koninkrijk en Jk weet, dat dit ook de meening is van ^Frankrijk en Rusland kunnen niet toela gen, dat Servië de prooi wordt van deze glinksche, schandelijke combinatie. De Fiansche en Engelsche generale staven zijn met elkaar in nauwe raadpleging geweest. Er bestaat volkomen overeenstemming tus- fcchen ons, niet alleen wat het doel, maar )Dok wat de middelen betreft, en onze samen werking zal innig en hartelijk zijn en in .volle harmonie. Servië kan verzekerd zijn, dat zijne onafhankelijkheid door ons be schouwd wordt als een van de essentieele Onderwerpen van dezen oorlog. Spr. herhaalde het gezegde van Lloyd George betreffennde de drie functiën, die Groot-Brittannië heeft vervuld als deelge noot van het bondgenootschap. Wat de financieele kwestie betreft zag hij In, dat de financieele toestand ernstig was. Groot-Brittannië alleen heeft onder de oor logvoerenden zijne plaats op de goudmarkt gehandhaafd. Maar al zijn wij rijk en al zijn Onze hulpbronnen groot, wij kunnen niet voortgaan ons van den financieelen last te kwijten zonder dat de grootste zuinigheid in acht wordt genomen door de regeering en de individuen. Spr. is echter niet pessi mistisch in dit opzicht. Onze positie is gunstig, vergeleken bij dien van Duitsch- !and, welks verbruik ver overtreft datgene wat het in staat is voort te brengen of uit te voeren en welks levensstandaard gedaald is tot een punt, waarop er weinig of geen marge voor reserve is. Spr. gelooft, dat de uitkomst van het wer vingsstelsel van lord Derby bevredigend zal zijn. Hij heeft niet de minste vrees, dat het noodig zal zijn de toevlucht te nemen tot iets wat buiten deze groote, georganiseer de nationale poging ligt, die met den harte- lijken goeden wil van alle partijen in den 6taat en met de medewerking van de lei ders der werklieden wordt ondernomen. Maar, zeide Spr., ik zal mij nergens aan sto ren; ik ben vast besloten, dat wij dezen oorlog moeten winnen. (Luide toejuichin gen). Liever dan den oorlog niet te winnen, eou ik er toe komen tot al mijne vrienden, die evenals ik voorstanders van het vrij willige dienststelsel zijn, te zeggen, dat wij moeien doen wat noodig is. (Toejuichingen). Spr. eindigde zijn rede aldus: Ik heb mijn best gedaan aan het huis de volle waarheid te zeggen. Ik heb niet getracht feilen en te kortkomingen te verbergen. Maar ik zou nog Iets willen zeggen over mijne persoonlijke positie. Niemand heeft een grooter aandeel in de verantwoordelijkheid op het uiterste oogenblik der uitbarsting van den oorlog voor de houding van de politiek van dit land. Wij hadden ter zijde kunnen staan in dit allerontroerendste treurspel van het ir.enschdom. Maar is er één, zelfs onder hen die onuitsprekelijke zielsfoltering lijden, kinderlooze ouders, van den man beroofde weduwen, wanhopige kameraden en vrien den, die wenscht of ook maar denkt, dat Groot-Brittannië anders kon hebben gehan deld? Ik geloof niet, dat er één is. Tot de liiterste diepten mijn eigen hart en geweten peilende, zou ik dat groote besluit niet on gedaan willen maken. Ik heb evenveel ver trouwen als vijftien maanden geleden, dat v/ij eene rechtvaardige zaak tot een zege- vi^-^nd einde zullen brengen (toejuichin gen) en ik zal den last, die mij is opgelegd, niet laten vallen, dan totdat ik overtuigd ben, dat ik hem niet kan dragen of dat mijn taak beter door anderen kan worden verricht. Wanneer er oogenblikken zijn waarop wij geneigd zouden zijn ons kleinmoedig te voe len, laten wij ons dan afvragen welk jaar in onze geschiedenis meer heeft ge daan om ons geloof in de mannen en vrou wen van ons volk te rechtvaardigen. Het bracht ons het onsterfelijke verhaal der laat ste uren van Edith Cavell, dat aan den moe- dirrsten man in ons midden een hoogste les ven moed leerde In het Vereenigde Konink- riik en in de bezittingen van de Kroon zijn duizenden van zulke vrouwen. Een jaar ge leden wisten wij het niet. Goddank wij heb ben de levende voorbeelden van al de eigenschappen, die ons rijk hebben opge bouwd en geschraagd. Laat ons die waar dig zijn en volhouden tot het eindef (Luide toejuichingen). P a r ij s, 3 Nov. (Havas.) De nieuwe re geering las heden in het parlement hare ver klaring voor. Zij begint met de verzekering, dat het streven van de regeering gericht moeten zijn op daden en besluiten, bevrijd van ijdele formaliteiten en vrij van elke aar zeling en onzekerheid. De hoofdtaak van de regeering is met het oog op den oorlog alle levende krachten der natie te verzamelen, gehoorzamende aan de krachtige impulsie der regeering met een geest van strenge tucht. De regeering vormt het beeld van de natie, die bij instinct tusschen alle burgers verwezenlijkt de grootste eensgezindheid, het gezicht naar den vijand gekeerd, tot de eeni- ge zórg, die voor de verdediging van het a- derland, en tot het eenige doel: de over winning. Nooit had Frankrijk een leger, dat waar diger was om te overwinnen. De regeering moet, met de hulp van de Kamers de mid delen daartoe verschaften aan helden. soldalen en chrfs, veenigd in wederzüdsch vertrouwen, wedijverend in moed en zelfver loochening in den dienst van het vaderiond. ontplooiende in de loopgraven en op de slag velden de hoogste hoed-.nigheden ven ons ras. Totdat het aan hunne dapperheid aange wezen deel bereikt is, zullen zij strijden ten volle vertrouwende in het meesterschap van den grooten chef, die hen leidt, en zijn kalm gelocf in het eindsucces deel^nde. Met zulk een leger en zulk een chef en met eene vloot, die hen zoo afdoende steunt, zijn alle verwachtingen geoorloofd Het land, dat zeker is van het einde van dezen oorlog, volgt dan ook zijne wisselingen met onver stoorbare kalmte en koelbloedigheid. Deze waardige morcele T.ouding, sedert vijftien maanden bewaard, roept de regeering de kwestie van de censuur onder de oogen te zien, waarvoor zij de oplossing zal vinden met medewerking van de voor de landsbe langen zoo bezorgde pers in de noodzake lijke verzoening van het democratische stel sel tusschen de vrijheid en het gezag. De regeering doet een beroep op het ver trouwen van het parlement, dat de bron en het gezag is, en op zijne medewerking om de actie der regeering te steunen, die zich tot taak zal stellen het toezicht op hare da den te vergemakkelijken en alle gelegenhe den zal aangrijpen om de Kamers voor te lichten door eene geregelde samenwerking met de volksvertegenwoordiging, aldus de eendracht van de natie, het parlement en de regeering verzekerende. Door deze een dracht zullen wij den oorlog brengen tot het einde, d. w. z. tot de overwinning, die den vijand zal verjagen uit alle overstroomde ge westen, die welke sedert verscheidene maan den onder den inval lijden, zoowel als die welke haar sedert zoovele jaren ondergaan. Frankrijk heeft den vrede niet verstoord. Weerstand biedend aan alle uitdagingen, heeft het al het mogelijke gedaan, om hem te handhaven. Een vooraf beraamde overval, die door geen sofisme ooit is te rechtvaar digen, heeft ons land den oorlog opgedron gen. Het heeft den oorlog aanvaard zonder vrees en zal den strijd niet staken, voordat de vijand tot machteloosheid is gebracht. Frankrijk zal slechts vrede sluiten, nadat het recht hersteld is door de overwinning en het alle waarborgen voor een duurzamen vrede verkregen heeft. Dit doel zullen de ge allieerden bereiken door een nauwe samen werking. lederen dag wordt het verbond der geallieerden nauwer toegehaald, dat nog pas versterkt is door het toetreden van Japan tot de overeenkomst van 5 September 1014, waarbij de mogendheden plechtig hebben verklaard gten afzonderlijken vrede te zullen sluiten. De samenwerking van de krachten der geallieerden moet nog vollediger en meer afdoepde worden. Hoe moeielijk zij ook te verkrijgen is op zoo uiteenliggende en verwijderde oorlogstooneelen, wij zijn beslo ten haar te venvezenlijken door veelvuldiger aanraking en inniger samenstemming. De reizen van Joffre naar Italië en Engeland, de ontvangst, die hem daar te beurt geval len is en de besluiten, die door de generale staven zijn vastgesteld, hebben de geallieer de mogendheden in staat gesteld meer een heid in hun huidige en toekomstige actie te brengen. Frankrijk heeft onmiddellijk geantwoord op den eersten noodkreet van Servië en snel de het te hulp. Wij hebben volkomen over eenstemming verkregen met Engeland wat betreft de militaire operatiën op den Balkan. Prankrijk en de geallieerden zullen het helf- haftige Servië niet in den steek laten, welks tegenstand de bewondering der wereld wekt. De tegenwoordige onderneming van Duitschland op den Balkan getuigt van het falen zijner pogingen op de hoofdtooneelen van den strijd. Omdat zijn offensief is ge broken op de fronten in Frankrijk en Rus land, beproeft het deze afleiding. Het tracht daardoor de openbare wereldmeening, voor wie de vele maanden, die zijn voorbijgegaan zonder dat de door een toomelooze propa ganda aangekondigde resultaten zijn verkre gen, de kenteekenen van eene zwakheid on der den schijn van kracht beginnen te open baren, aan de praat te houden. De centrale mogendheden kunnen hun nederlaag uitstel len, maar zij zullen haar niet verhinderen. Wat ons betreft, wij zijn besloten, om den strijd tot het uiterste voort te zetten. Onze vijanden behoeven niet op eenige verslap ping of zwakheid onzerzijds te rekenen. Wij willen overwinnen en wij zullen overwinnen. Nadat de regeeringsverklaring was voor gelezen, behandelde de Kamer verscheide ne interpellatiën over de politiek V8n de re- peering. Briand verklaarde in zijn antwoord, dat hij zonder omhaal zou antwoorden. Frankrijk, dat met opgeheven hoofd de wreedste uren doorleeft, vreest niet voor eene openbare behandeling van zijne groot ste belangen. Spr. brengt hulde aan hen, die in een tra gisch uur er niet tegen opzien om de aan sprakelijkheid te aanvaarden. Er is thans noodig vlugheid van besluit, snelheid in de uitvoering. Dat zal het streven van de re geering zijn. Spr. vraagt het eenstemmige vertrouwen, dat noodig is om nuttig te kun nen regeeren. Hij voegt daaraan toe, dat er geene discussie tusschen ons kan zijn over de.vredeskwestie. Slechts de volledige over winning kan ons bevredigen. Frankrijk zal ziin zwaard niet eerder opsteken, dan wan neer de gewesten, die ons zijn ontrukt, zijn teruggegeven en wanneer België en Servië in hun geheel zijn hersteld. Frankrijk is in ciezen oorlog de kampioen van de gansche wereld. Het strijdt voor de vrijheid. De Fran- sche vrede zal het recht herstellen niet al leen voor Frankrijk, 'maar voor de gansche beschaafde wereld. De Kamer besloot, dat de rede van Briand in het geheele land zal worden aangeplakt en nam met 515 stemmen tegen 1 eene mo tie van vertrouwen in de regeering aan. Parijs, 2 Nov. (Havas). Tot opvolger van generaal Gallieni als militair gouver neur van Parijs heeft de regeering geko zen generaal Manoury, die in den slag aan de Ourcq hevel voerde over het zesde leger en zich toen met roem bedekte. P a r ij s, 2 N o v. (Havas). De bekende eco nomist Edmond Thery geeft in de Matin een overzicht van den economischen en finan cieelen toestand van Frankrijk, die naar zijne meening zeer gunstig is en toelaat de toe komst zonder eenige vrees tegemoet te zien. Sedert het begin van den oorlog is de schuld van Frankrijk slechts met 20 milliard toe genomen, terwijl de gezamenlijke Duitsche en Oostenrijksche schuld is vermeerderd met ruim 51 milliard. De goudreserve van de Fransche bank is heden, vergeleken bij dien van 2 Februari 1914 gestegen. Onze koop kracht in het buitenland is sedert het begin van den oorlog toegenomen met 2.222 mil- lioen francs. Londen, 3 Nov. (R.) Minister Lloyd George heeft in het lagerhuis medegedeeld, dat er nu 1346 munitiefabrieken zijn onder beheer van de regeering. Eerste minister Asquith deelde mede, dat in de volgende week een nieuw crediet zou worden aangevraagd. Teheran, 1 Nov. (Tel.-agentschap). (Vertraagd). In opdracht van zijne regeering heeft de Russische gezant aan de regeering van den Sjah medegedeeld, dat, wanneer de geruchten over het totstandkomen van een bijzondere overeenkomst van Perzië met Duitschland en Turkije worden bevestigd, de Engelsch-Russische overeenkomst, welke is gebaseerd op het beginsel van het behoud der onaantastbaarheid en onafhankelijkheid van Perzië, onmiddellijk zal ophouden aan haar doel te beantwoorden. De verklaring van den gezant betreft, vol gens hare strekking, niet alleen het tegen woordige kabinet, doch ook de geheele Per zische regeering, wanneer die er aan zou denken het lot van haar land te binden aan dat der vijanden van Rusland. Londen, 3 Nov. (R.) Uit de dagvaar ding tegen de stoomschepen Hocking en Herrem, blijkt, dat zij binnen veertien da gen voor het prijzenhof zullen worden ge bracht, om voor goeden en wettigen prijs te worden ver):Hard. Naar verluidt, zal op deze wijze uitspraak worden gedaan over de gel digheid van de overschrijving der schepen in de Amerikaansche scheepsregisters. B e r 1 ij n, 3 Nov. (K. N.) De magistraat van Berlijn heeft gisteren (2 November) een verordening uitgevaardigd voor de prijzen van aardappelen in den detailhandel, die he den in werking is getreden. Als gevolg daar van mag in den detailhandel de prijs voor een pond aardappelen te Berlijn niet hooger zijn dan vier pfennig. De verordening verstaat onder detailhandel den verkoop aan verbruikers tot een maximum van 50 Kg. Overtredingen worden gestraft met ge vangenisstraf tot ten hoogste 10,000 mark en verlies van de burgerlijke rechten. N e w-Y o r k, 2 Nov. (Havas). De koers van de Duitsche mark is hier wederom ge daald. Vier mark zijn nu 81M dollarcenten waard. Washington, 3 Nov. (R.) De regee ring is van plan den Duitscher Fay en zijne medeplichtigen te vervolgen. Duïtschlsnd. Potsdam, 3 Nov. (W. B.) Prins Fried- rich Sigismund, de oudste zoon van Fried- rich Leopold van Pruisen, heeft zich gisteren in Nachod (Bohemen) verloofd met prinses Marie Louise, oudste dochter van prins Friedrich van Schaumburg-Lippe. Engeland. Londen, 3 Nov. (R.) Het volgende of- ficieele bulletin is uitgegevenDe koning heeft een minder goeden nacht gehad. Z. M. heeft nog altijd eenige pijn, maar de alge- meene toestand is verbeterd en hij is nu in staat vast voedsel te gebruiken. Stafen-Generaal. De verzekeringswetten. Blijkens de memorie van antwoord betreffen de het wetsontwerp op het verleenen van ouder domsrente aan behoeftigen, heeft de Regeering besloten, uitsluiting der bedeelden bij openbare behandeling van het ontwerp te doen vervallen, indien haar blijkt, dat ook de rechterzijde dit werkelijk een verbetering acht. Van de ingeidnede organisatiewet, de wijzi ging der invaliditeitswet en wijziging der ziekte wet, zijn de hoofdbeginselen deze, dat gebroken wordt met het centraliseerend karakter der ra- denwet, zelfbestuur der belanghebbende arbei ders zal worden ingevoerd, terwijl de sociale verzekering in haar ganschen omvang wordt ge organiseerd; voorts dat maatregelen worden be vorderd ter voorkoming van ziekte en invalidi teit en het meer algemeen ingang te doen vin den van doelmatige ziekenhuisverpleging door middel van verzekeringsorganen, dat bij ziekte verzekering ook geneeskundige behandeling wordt verstrekt, en dat de ziekteverzekering wordt uitgebreid tot losse arbeiders en dienst boden; dat plakzegel en rentekaartcnstelsel ver valt; de involiditeitsrente op middelbaren leeftijd veel hooger wordt dan volgens de geldende wet; met klimmenden leeftifd vermindert, en op 70- jarigen leeftijd wordt vervangen door ouder domsrente. Ook niet-arbeiders kunnen zich ver zekeren. Uit de Pers De Grondwetsherziening* De bladen, welke zich reeds over de in gediende voorstellen tot grond wetsherzie ning uitten, oordeelen niet onverdeeld gun stig. Men spreekt inzonderheid van „teleur- stellig in menig opzicht". Zóó de N. R o 11. C t., welke schrijft: „Zij bepalen zich uitsluitend tot het kies recht-probleem. Ofschoon de regeering dit bij de Troonrede ven 1913 is bet uiöictrt gesteld had, behoefde toch de hoop siet uitgesloten te worden, dot gelijk de regee ring zelve het initiatief heeft genomen, om alsnog het onderwijs in hare herziening te vervatten, zij de gelegenheid zou hebben aangevat, om ook andere oneffenheden en in de praktijk van het staatsleven belem merend gebleken onderdeden van de Grondwet in hare voorstellen te begrijpen. Grondwetsherziening heeft veel in; eene ko mende grondwetsherziening bemoeilijkt ja ren lang het geregelde politieke leven, en daarom is het gev.enscht, zoodra onze hoogste staatswet op de leest wordt gezet, de opruiming waar noodig, en de verbete ring waar geëischt, te doen geschieden over de geheele lijn. Geschiedt die niet, dan loopt men gevaar, dat de herziening van de grondwet niet zal zijn de inleiding van eene periode van regelmaat en rust, doch de oanleiding tot een nieuw tijdperk van be roering." Met name had de N. R. Ct. gehoopt, dat de voorgenomen hervorming van het kies- recht tevens zou geleid hebben tot eene hernieuwde overweging van de positie, welke de Eersie Kamer in ons staatsbestel in te nemen heeft. „Hierbij is niet te denken aan eenige uit breiding van de bevoegdheden van dat hooge college. Maar wel had overwogen kunnen zijn, of niet, hij de uitbreiding, die het kiesrecht ten gevolge van de voorstel len der Regeering zal ondergaan, en den verhoogden invloed, dien daardoor het aan plotselinge beroeringen of opwellingen on derhevige partijwezen op het bestel van 's lands zaken zal krijgen, maatregelen be hoorden te worden genomen, om aan den eenen kant de Eerste Kamer niet langer te doen zijn, wat zij meer en meer wordt en niet in ons land alléén een sta-in- den-weg tegen hervormingen, welke door eenen bezonken volksovertuiging worden verlangd, en aan den anderen kant haar, meer dan in de laatste tien jaren het geval is geweest, weer een objectief oordeelend lichaam van superrevisie onzer wetgeving te doen worden, dat door de wijze van zijne verkiezing en door zijne bevoegdheden zoo veel mogelijk aan partijinvloeden en partij politiek onttrokken is. Hetgeen wij in het laatste jaar van de werking der Eerste Ka mer hebben gezien, heeft deze wenschen zeker allerminst verzwakt, en wij betwijfe len of de simpele verandering van de af schaffing van het gequnlificeerde passieve kiesrecht voor de Eerste Kamer dat on der het bestaande attributieve kiesrecht zelfs uit den tijd was geraakt en de of- treding der Provinciale Stoten in hun ge heel en om de vier jaar, ofschoon deze wij zigingen zeker in dc goede richting gaan, voldoende zullen blijken, om de Eerste Ka mer te verheffen. De Eerste Kamer kan in onze staatsorganisatie een nuttig lichaam blijven; te vreezen is, dat indien de hervor ming, die ook zij behoeft nu achterwege zal blijven, eene volgende Grondwetsherziening op afschaffing van dat college gericht zal gaan worden. En dit zou zeer jammer zijn." Ook het Handelsblad is teleurge steld; toch brengt zij de regeering hulde, dat deze de moeilijke vraagstukken, die zoolang tot politieken strijd aanleiding hebben gege ven en verdeeling in ons land gebracht, thans in concreten en duidelijken vorm de volksvertegenwoordiging ter beslissing heeft voorgelegd. En hel blad vertrouwt, dat naast den zwa- ren arbeid, die de toch zoo noodzakelijke behandeling van de Treub-wetten zal eischen de Kamers dit kiesrechtvraagstuk met spoed, kracht en goeden wil zullen helpen oplossen. Maar het Handelsblad verwacht dien goe den wil, dien ernst, dat besef van het enor me gewicht der te behandelen zaak niet al leen van onze volksvertegenwoordigers? „Een merkwaardig cn ingrijpende veran dering in ons staatkundig leven wordt voor gesteld, een wijziging, zóózeer gaande tot de fundamenten van ons tegenwoordig stel sel. dat ieder burger wel met groote aan dacht de argumenten, die de regeering in de Memorie van Toelichting ter verdedi ging van haar voorstellen aanvoert, mag bej.udeeren en overwegen. En vooral ook de argumenten van andere dan regeerïngs- zijde vóór en tegen de regeerings-voorstel- len aangevoerd of aan te voeren. Laten velen uit hun politieke onverschil ligheid ontwaken en begrijpen, dot hier een voorstel van zóó diepgaande beteekenis voor de verdere ontwikkeling van ons volk, van ons sociaal en bedrijfsleven voor hen ligt, dat het slechts tot stand moet komen en mag komen, indien alle Nederlanders, die er toe in staat zijn, zoo go^d mogelijk de strekking van het voorstel en de gevol gen daarvan begrepen hebben. Zulk een wetsontwerp mag niet wet worden, terwijl duizenden en duizenden politiek onverschil lig blijven. Zulk een stap moet de uiting zijn van den bewusten wil van de meerder heid van ons volk. Dit klemt te meer, omdat bij de toelich ting tot haast alle hoofdpunten de Regee ring zich beroept op een soort van alge- meenen volkswensch, op verschillende wijze, b.v. door „alle politieke partijen", tot uiting gekomen. Het is zeer goed mogelijk, dat in dezen de Regeering gelijk heeft, maar wij hebben ons reeds zoo vaak afgevraagd of inder daad de openbare meening, zooals die zich op de eenig mogelijke wijze uit in de pers en door de politieke partijen inder daad de meening van een meerderheid weergeeft Als het niet zoo is, kan het slechts zijn, omdat er tienduizenden onverschilligen zijn, die geen meening hebben. Maar thans mogen er geen onverschilli gen zijnl H e t V o 1 k erkent, dat met de voorstellen tot grondwetsherziening, de regeering In het algemeen op loyale wijze de belofte heeft ingelost, die zij bij haar optreden gaf. Zij stelt voor, in de grondwet het algemeen kiesrecht voor den man vast te leggen, tn uit de grondwet de beletselen tegen Vrou wenkiesrecht weg te nemen. De regeering gaat nog iets verder. Zij legt de verkies baarheid der vrouw In de grond* wtt vost. „In zoover hebben wij dus reden tot tevredenheid", Dat wil niet zeggen, dat het soc. dem. orgaan de regeeringsvoorstel- len blachoiiwt als onverbeterlijk. Integen deel, als zij voldoening zullen geven aan den volledigen eisch der democratie, moeten er nog belangrijke wijzigingen in worden aan gebracht. „De leeftijdsbepaling van den kiezer acht Het Volk niet breed. Zij wordt overgelaten aan den wetgever, maar beneden 23 jaar mog deze niet gaan. Dit is een uitsluiting van meerderjarigen, waarvoor geen enkele goede reden is te geven. De regeering acht zelfs de grens van 25 jaar „eer te laag derf te hoog omdat zelfs die leeftijd nog „geen politieke rijpheid waarborgt." „Het feit, dat vooral onder de mingegoeden velen reeds voor den 21-jarigen leeftijd aan het ektievc loven deelnemen, pleit voor het bestendigen van de thans geldende leeftijdsgrens", van- 23 jaar. Nergens verder vindt men in de voorstellen den eisch van „politieke rijp heid gesteld. Natuurlijk niet, omdat een redelijke praktische uitwerking ervan een onmogelijkheid is. In elk kiezerskorps, hoe ook samengesteld, komen politiek onrijpen. en politiek rotten voor. De gezondheid der groote massa maakt den invloed van deze e!cmenten onschadelijk. De wetgever ech ter, die den 21-jarigen in elk opzicht ver antwoordelijk stelt voor zijn daden, handelt tegen zichzelf in, als hij hem het kiesrecht onthoudt. De grens van 23 jaar is dan ook alleen in de grondwet gekomen, omdat des tijds dit de grens der meerderjarigheid was. Dat voor de verkiesbaarheid van de vrouw geen aparte eisch is gesteld, acht het blad een der beste bepalingen van de voor stellen. Ook juichen wij toe, dat de ver- eischten voor het lidmaatschap der Eerste Kamer met die voor de Tweede zifn gelijk gesteld. Niet langer dus behoeft deze tak ven het Parlement een verzamelplaats te blijven van de rijken en aanzienlijken. Toch bevredigt ons de verdere regeling ten aan zien van de Eerste Kamer niet. Aan de Pro vinciale Staten blijft de taak, ze te kiezen. Hor, dat zal de wet bepalen. Er kan dus worden gezorgd voor een betere door strooming in dezen stilstaanden vijver. Dat kan; moor daarmee is alles gezegd. Dc on ontbindbaarheid der Provinciale Staten blijft bestaan, en daarmede het stelsel, dat de Eerste Kamer steeds het beeld zal geven van een achterlijken politieken toestand. Tot het afzien van onzer» eisch: afschaffing der Eerste Kamer, geeft het regeeringsvoorstel geen enkele reden. Eerder is het zwijgen der regeering over de beteekenis van dit lichaam in onzen Staat een aanduiding dat zij zelf van de noodzakelijkheid ervan niet al te sterk is doordrongen. Er wordt evenredige vertegenwoordiging ingevoerd. Met de vermelding ervan, zon der meer, kunnen wij heden volstaan. Ook wil de regeering den gewonen wetgever be voegd verklaren tot invoering van stem plicht. Dit kan ons maar matig bekoren, en het verwondert bij een regeering, die om hun politieke onrijpheid de 21- en 22- jarigen wil uitsluiten. Zijn de kiezers die niet naar de stembus gaan, die op hun kiesrecht geen prijs blijken te stellen, poli tiek rijp te achten? Moeten zij worden ge dwongen, toch hun invloed in de schaal te werpen? Het komt ons niet wenschelijk voor." Over het -Vrouwenkiesrecht schrijft Het Volk: „De uitsluiting wordt opgeheven en be paald wordt, dat de wetgever op meerderen of minderen moatschappelijken welstand bij de toekenning niet mag letten. Maar overi gens blijft alles mogelijk. Het spreekt van zelf, dat onze partij, de heele arbeiders klasse, een ernstige poging behoort te doen om ook het Algemeen Vrouwenkiesrecht vast te leggen in de grondwet. Met de af schaffing der Eerste Kamer en de leeftijds grens van 21 jaar wordt dit het hoofdpunt van onzen strijd voor de grondwetsherzie ning. Maar van deze drie is het Algemeen Vrouwenkiesrecht de voornaamste eisch^ om zijn onberekenbare beteekenis voor de politieke opvoeding, en dientenerevolge van de macht der arbeidersklasse. Van nu af zij hierop onze aktïe samengetrokken!" Berichten. De Staatscourant van Donderdag 4 No vember bevat o. a. het volgende Koninklijke besluit: benoemd tot burgerlijke ambtenaar In tij* delijken dienst bij de artillerie-inrichtingen de reserve-machinist der marine J. P. Vader. Beschermingvan den arbe ld. Het schijnt, dat het voorloopig verslag van de Tweede Kamer over het wetsontwerp- Schaper betreffende bescherming van den arbeid, waarvan de spoedige verschijning 19 gemeld, een omvangrijk stuk werk zal wor den. Althans de commissie van Rapporteur! arbeidde niet alleen Dinsdag maar ook gis teren, een groot gedeelte van den dag, aan de vaststelling van het verslag. De Avp. meldt, dat de generaal-ma* joor P. W. Weber, commandant der 4e di visie, binnenkort het leger met pensioen gaat verlaten. Nederland en de oorlog» Aflossing oorlogsleening. De schrijver van de Haagsche Kroniek in de Nieuwe Gron. Ct. meldt, dat de vrijzinnig democratische Kamerfractie een voorstel zal doen tot heffing van een belasting ineens, voor de aflossing van de oorlogsleening van 275 millioen. Een ontwerp van die strekking moet zoo goed als gereed zijn voor indie ning. Dadelijk na de bijeenkomst der Kamer op 9 dezer, zou men dit voorstel hebben t# verwachten. Uitvoer van eiwit en eigeel. De Minister van Landbouw heeft bepaald dat de uitvoer van eiwit en eigeel in ver- schen en gedroogden toestand, zoomede van; producten daarvan, van 5 November af kan plaats hebben, Indien naar het oordeel des Rijkscommissie van toezicht tegen dien ui*» voer geen bezwaar bestaat en door die com missie consenten voor den iritvoer rijn a4. gegeven.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 2