BINNENLAND.
Verspreide Berichten.
het vorige jaar. Er zijrt groote reserves ge
maakt voor de verdere financieele verster
king van de instellingen van voorzorg en
voor oorlogshulp aan het personeel. Voorts
Is een bedrag van 23.7 millioen bestemd voor
het in 't leven roepen van eene ten bate van
het algemeen "komende Kruppstichting ten
behoeve van kinderrijke gezinnen van in den
Oorlog gevallenen of zwaar gewonden.
Londen, 9Nov. (R.) De Board of trade
heeft eene opgave bekend gemaakt van
'den prijs van het vleesch in Londen. Daarin
worden de prijzen op de markt van Smith-
field in October 1915 en October 1914 met
j elkaar vergeleken. De verhoogingen zijn
'dooreen 2 pence tot 3K pence, maar de prij
zen voor den détailverkoop zijn nog een
weinig hooger. Niettemin vallen de verhoo
gingen zeer gunstig uit in vergelijking met
die in Duitschland.
Zurich, 9 November. (Havas). Uilt Keu
len wordt aan de Zwitsersche bladen gemeld,
dat er nieuwe incidenten hebben plaats ge
grepen voor de bureaux tot uitgifte van vet
kaarten. Daar de wachtende menigte verba
zend groot was, en het wachten zeer lang
duurde, begonnen de menschen ongedurig
te worden, en enkele vrouwen vielen flauw.
De politie kwam met de sabel in de vuist
toesnellen en er ontstond een vreeselijke
paniek. Talrijke vrouwen en kinderen wer
den omvergeworpen en onder den voet ge-
loopen, zoodat velen ernstig gewond wer
den.
Reeds op den eersten dag der uitdeeling
van deze kaarten verzamelde zich een ge
weldige menigte voor het lokaal, waar het
vet verkocht wordt en reeds dreigden er on
lusten uit te breken, toen de te hulp geroe
pen politie er in slaagde, de orde te her
stellen.
Engeland.
Londen, 9 Nov. (R.) De toestand van
den koning is zoozeer vooruitgegaan, dat
morgen eene zitting van den geheimen raad
zal worden gehouden in het Buckinghampa-
leis.
Londen, 9Nov. (R.) De optocht op den
Lord Mayorsdag zal heden uitsluitend een
militair karakter dragen en bestaan uit sol
daten, die aan het front zijn geweest en ver
tegenwoordigers van de koloniale contin
genten, Zuid- Afrika daaronder begrepen.
Wervingsmeetings zullen worden gehouden
op vele punten. De Lord Mayor heeft een
Oproep laten uitgaan, waarin hij de mannen,
die geschikt zijn voor den dienst bij het le
ger, aanspoort gevolg te geven aan 'sko-
nings roepstem.
Londen, 9 Nov. (R.) Op het feestmaal
In de Guildhall bij gelegenheid van de in
stallatie van den nieuwen lord-mayor, heeft
de secretaris van het Home-departement
Simon in een dronk op de bondgenooten
gezegd: De ervaringen, in dezen oorlog op
gedaan, bevestigen slechts de meening, dat
de beschaving thans strijdt om haar bestaan
tegen de overheersching der centrale mo
gendheden. Naarmate de oogmerken en de
brutale methodes der Duitschers duidelijker
aan het licht kwamen, is het verbond hech
ter geworden, zoodat het niet enkel eene ver-
eeniging voor leger en vloot is, maar een
geestverbond van wije volken. Gewagende
van het toetreden van Japan tot de overeen
komst om geen afzonderlijken vrede te slui
ten, voegde Simon hieraan toe, dat het nu
nog niet de tijd was om over vredesvoor
waarden te spreken.
Minister Bahfour, die den dronk op leger
en vloot beantwoordde, zeide, dat de ge-
heele strategie van de geallieerden steunde
op hun oppermacht ter zee. Hadden zij deze
niet bezeten, dan zou hun toestand op het
oorlogstooneel geheel verschillend zijn van
wat hij zal worden. Het bedrog, tegen Bul
garije gepleegd door zijn koning, noemde
'hij een diplomatieke overwinning van de
Duitschers, waarvan hij de gevolgen niet
wilde verkleinen. De regeerders van Bul
garije waren beheerscht door twee eenvou
dige motieven: hebzucht en vrees, maar
Bulgarije zou later ontdekken, dat het een
groote fout had begaan.
Balfour zeide verder nog, dat hij geene
voorspellingen wilde doen over de krijgsbe
drijven of den duur van den oorlog, maar
dot hij de toekomst met rustig vertrouwen
Inzag.
Eerste minister Asquith, die met warmte
werd begroet, zeide, dat men na vijftien oor
logsmaanden slechts één partij had in het
land. De stem der partijverdeeldheid is af
wezig en het nationale leven vloeit in de
diepere bedding en een vereenigd dóel en
een geconcentreerde beslistheid. Een jaar
geleden stonden wij voor het onderzoek van
een groot vraagstuk. Wij koesterden toen
geen twijfel, en doen dat ook nu niet, dat
wij het recht aan onze zijde hebben en dat
wi» verzekerd zijn van de overwinning.
Over de zending van Kitchener zeide hij,
'dat hij op reis was gegaan om op de plaats
zelve en in vertrouwelijke gesprekken met
onze vertegenwoordigers en die van onze
bondgenooten den geheelen toestand te
onderzoeken. Zijne zending werd door de
bondgenooten met onvoorwaardelijke in
stemming en warme sympathie begroet.
De bondgenooten zijn eensgezind in hun
doel. Wij staan of vallen te zemen en alle
vei halen, die door den vijand in omloop zijn
gebracht over afzonderliike schikkingen, zijn
niets anders dan waardelooze beuzelpraat fes.
Een jaar geleden heb ik in deze zaal eene
omschrijving gegeven van de zaken, waar
naar de bondgenooten streven, en heb ik
gezegd, dat zij de wapenen niet zullen neer
leggen, zonder ze te hebben bereikt. Die
zaken blijven heden dezelfden van toen.
(Toejuichingen). Wij geloo.en, dat wij een
goed eind nader zijn gekonvyn om ze te
bereiken. Al moge de reis lang of kort zijn,
wij zullen niet stilhouden of vnankelen, zoo
lang wij er niel in geslaagd zijp. aan de klti-
neTe staten van Europa hun charter van
onafhankelijkheid te verschaffen en voor de
gansche wereld de bevrijding van de heer
schappij en het geweld te verzekeren.
(Luide toejuichingen).
Vereenigde Staten.
N e w-Y o r k, 9 Nov. (R.) Bij de bonds
„grand jury" zijn de dagvaardingen inge
bracht tegen de Duitschers Fay, Scholz, Dae-
che, Bronkhorst, Max Breitung en Kunzle
wegens samenzwering tot berooving van
eigenaren van schepen en ladingen en tot
vernieling van scheren ten nadeele van de
personen, die verzekeringen daarop hebben
gegeven. Volgens de dagvaarding is deze
samenzwering den 15en Augustus begonnen
en totdat de mannen gevangen
waren genomen.
Hamborn, 8 Nov. (W. B.) In schacht
3 tot 7 van het mijnwerk Deutscher Kaiser is
heden namiddag een plaatselijke mijngns-
ontploffing voorgekomen. 19 mijnwerkers
zijn omgekomen, twee zwaar en vijf licht ge
wond. Alle dooden en gewonden zijn ge
borgen. Alle verder gevaar is uit den weg
geruimd.
De overige mijn-inrichtingen hebben door
de ontploffing geene schade geleden.
Kameroverzicht
Tweede Kamer.
In de Dinsdag geopende zitting der Twee
de Kamer waren ingekomen de geloofsbrie
ven van den afgevaardigde voor het district
Amsterdam IX, den heer van den Tempel.
De heer Koster, afgevaardigde voor Assen
legde de voorgeschreven belofte af en nam
zitting.
Aangenomen werd het wetsontwerp voor
ruiling van terreinen te Rotterdam in ver
band met den bouw van een postkantoor,
nadat minister Lely had verklaard, dat het
gemeentebestuur met de bouwplannen ac-
coord gaat.
Daarna was aan de orde het voorstel be
treffende vergoeding voor het vervoer van de
buitenlandsche mails door de Kon. Holl.
Lloyd naar Brazilië en Argentinië, dat be
streden werd door de heeren Beumer en Jan-
nink en verdedigd door minister Lely, we
gens lichte ongesteldheid van minister
Potshuma.
Het voorstel werd aangenomen met 33-32
stemmen.
Het voorstel-Eland om te voorkomen, dat
kapiteins en hoofdofficieren ten gevolge van
de mobilisatie niet tot resp. hoofd- en op-
perofficieren zouden kunnen worden bevor
derd, wordt door den voorsteller ingetrokken
na bestrijding door de heeren Jansen (Haag)
en Duymaer van Twist en door minister Bos
boom.
Besloten werd tot toelating als afgevaar
digde voor Amsterdam IX van den heer v.
d. Tempel.
Aan de orde was het wetsontwerp tot wij
ziging der bepalingen betreffende den zout-
accijns.
De heer Arts zegt, dat de buitenlandsche
zoutindustrie wordt beschermd ten koste van
de binnenlandsche: 32 zoutziederijen zullen
bij aanneming van dit ontwerp in hun be
staan worden bedreigd. Hij zal tegen het ont
werp stemmen.
In behandeling komt het amendement-Ger-
ritson, om het wetsontwerp tot zijn oorspron-
kelijken omvang terug te brengen, n.l. om
alleen inlandsch zout voor industrieel ge
bruik van den accijns vrij te stellen.
De heer Gerritson licht dit amendement
uitvoerig toe.
De heer Ter Laan (Rotterdam) verdedigt
het ontwerp en bestrijdt het amendement,
daar de Nederlandsche zoutindustrie steeds
in aanmerkelijke mate protectie heeft geno
ten, zonder redelijken grond.
De heer Marchant verdedigt het ontwerp,
daar het slechts betreft IK millioen K.G.
zout voor industrieele doeleinden, tegen 67
millioen K.G. in het geheel.
Minister Treub achtte deze zaak zeer
opgeblazen waar in een adres is gezegd, daf
het gaat om het bestaan der Nederlandsche
zoutraffinadeurs. Zij hebben een grooten
voorsprong, en dit ontwerp brengt in dien
voorsprong slechts zeer kleine vermindering.
Ook zal de schatkist geen. cent derven.
De minister treedt in uitvoerige becijferin
gen, ter bestrijding van hetgeen door vorige
sprekers is gezegd en door raffinadeurs in
adressen, enz. is verklaard.
Vrijdagochtend afdeelingsonderzoek van
eenige wetsontwerpen.
UIT OE PEPS,
Grondwetsherzcenin*'.
In De Groene Amsterdammer
Si. schrijft mevrouw F. S. van BalenKlaar,
vie -crfdente van 't hoofdbestuur der Ver-
eenigir.g voor Vrouwenkiesrecht, o.m.:
..Grondwettelijke gelijkstelling voor man
en vrouw brengen de nieuwe artikelen 80,
127 pn 143 dus nog niet. Evenwel moet er
kend v/orden dat d© Regeering thans iets
verder gaat dan de eischen van het Con-
centratioprogrem, en ook dan aanvankelijk
in 's Ministers bedoeling lag bij het optre
den v n het tegenwoordige Kabinet. Daar
toch klonken de eischen ten opzichte van
het vrouwenkiesrecht enkel negatief; er was
slechts sprake van het wegnemen der be
letselen uit de Grondwet, en dc rest werd
overgelaten aan den gewonen wetgever.
Was deze niet genegen om aan de vrou-
den het kiesrecht te verleenen, zoo kon hij
het ïaien uitstellen, zonder met de Grond
wet in conflict te komen. Alleen werd hem,
indien hij er toe zou overgaan om ook vrou
wen tot de stembus toe te laten, de beper
kende bepaling opgelegd, dat nimmer maat
schappelijke welstand een der kenmerken
van geschiktheid mocht zijn om tot de mï*-
oefening van het kiesrecht te worden toe
gelaten.
De nieuwe artikelen in de Grondwet heb
ben althans dit positieve, dat zij wel dege
lijk er van spreken dot de leden der Tweede
Kamer zullen worden gekozen door de man
nelijke ingezetenen enz. enz. en door de
vrouwelijke die de wet zal aanwijzen.
Het wordt dus thans niet meer aan het
believen van den gewonen wetgever over
gelaten öf hij de vrouwen tot de stembus
wil toelaten, want dat er vrouwen zullen
meekiezen is volgens de nieuwe artt. 80
enz. een uitgemaakte zaak; hij heeft slechts
te bepalen of het in de naaste toekomst zal
zijn een algemeen of een beperkt vrouwen
kiesrecht."
Dit wet het actieve kiesrecht betreft.
Met betrekking tot het passieve kiesrecht
stelt schrijfster vast dat volkomen grondwet
telijke gelijkstelling van man en vrouw ver
kregen is. Zij besluit:
Zonder twijfel beteekenen de regeerings-
voorstellen betreffende het kiesrecht voor
de vrouwen een groote stap voorwaarts.
Het zal er nu echter op aankomen op de
Regeering den noodigen aandrang uit ic
oefenen, opdat ook ten opzichte van het
actieve kiesrecht grondwettelijke gelijkstel
ling worde vei kregen.
Dit zal noodig zijn om verschillende re
denen. Vooreerst is tegenover de vrouwen
die met ernst wcnschen aan de besturen
van stad en land deel te nemen geen vol
komen rechtvaardigheid betracht, zoolang
haar staatsburgerlijke rechten minder zijn
dan die welke aan de mannelijke ingezete
nen worden verleend. Maar bovendien
wordt het bezit van het passieve kiesrecht
verkleind wanneer daarmede niet gepaard
gaat een volledig actief kiesrecht. Het
recht om te kiezen legt nog meer gewicht
in de schaal, dan het recht om gekozetx te
worden.
En ten slotte zou, door bij deze Grond
wetsherziening geen volkomen gelijkstelling
te betrachten ten opzichte van de seksen,
de kiesrechtstrijd, die reeds zooveel jaren
duurde en die de werkkracht en energie vor
derde van velen die zoo nuttig op ander
gebied konden werkzaam zijn, niet als ge
ëindigd kunnen worden beschouwd. Vooral
waar tegenwoordig op allerlei gebied zoo
veel werkkracht vereischt wordt, lean men
niet straffeloos verwanrloozen wat beschik
baar is ten bate van het algemeen welzijn."
Het is te hopen, eindigt mevrouw Van Ba
len, dat men bij de beraadslagingen in de
Kamers het voorbeeld zal volgen vnn Dene
marken waar men zonder eenig voorb ?houd
aan mannen en vrouwen gelijke politieke
rechten toestond. Zou men in Nederland
minder vertrouwen hebben in de vrouwen
van het land dan daar?
Militairisme.
De Nieuwe Rotter d. Courant
schrijft over militairisme. Militairisme, of de
aanwezigheid van dit kwaad, merkt het blad
op, kan niet afgeleid worden uit den omvang
van een leger, of uit de wijze van recrutee-
ring daarvan, noch ook uit den terugslag,
dien een militair stelsel op een gegeven
oogenbli'.c, bij vergelijking met andere lan
den, op het oeconomische leven van een
volk heeft. Een klein, zwak, slecht georga
niseerd leger kèn samengaan met militaris
tische neigingen; eene groote, krachtige
weermacht kan worden aangetroffen in lan
den, waaraan militairisme volmaakt vreemd
is. Welke politiek aen land volgt; hoe een
leger wordt samengesteld, welke werking
een zeker militair stelsel op het oeconomi
sche leven heeft, is van tallooze factoren
afhankelijk, die geheel buiten het militaire
leven staan, en van militairisme geen ken-
teekenen zijn.
„Hei is dan ook een waandenkbeeld te
meenen, dat zij die tegen militairisme te
keer gaan, noodzakelijkerwijs tegen eene
sterke, welgeorganiseerde weermacht zou
den moeten zijn, al moet worden erkend,
dat een land met een groot populair leger
licht tot militairisme ken afdalen. Zwitser
land bv. zou zijn leger kunnen verdubbe
len, zonder dat iemand het van militairisme
zou willen verdenken. De strijd tegen het
militairisme is niet anders, dan een strijd
tegen dc bijzondere plaats, die het leger,
en ook de individuen, die op een gegeven
oogenblik 'skonings rok dragen, in de
volksopvatting zijn gaan innemen, zoodat
een goed leger niet langer als een noodza
kelijk kwaad, doch allengs als een schoon
doel in zich zelf gaat worden beschouwd."
Wat de oorzaken zijn van militairisme
valt moeilijk te zeggen.
„Voor een deel zullen die wel in ge
woon menscnelijke eigenschappen moeten
worden gezocht: de neiging, die menigeen
heeft, om tegen een gewapend man in een
mooi uniform als tegen iets bijzonders op
te kijken. Maar daarnevens kan, en zal
waarschijnlijk, de wijze waarop de tucht uit
geoefend wordt, die noodzakelijkerwijze in
het leger gelijk In menige
andere organisatie aan de in
dividuen moet bijgebracht worden,
van grooten invloed zijn. Tucht kan
en behoort met opwekking van zelfstandig
heid en aanwakkering van het gevoel van
eigenwaarde gepaard te gaan. Zij kan ook
het besef van verantwoordelijkheid vermin
deren, en in stee van tot welbegrepen on
dergeschiktheid, tot machinale onderwor
penheid opleiden."
Terwijl nu in de meeste landen de inkan
kering van het euvel is gestuit, doordat de
burgerlijke maatschappij het leger weer on
der de heerschappij van hare begrippen van
recht, eer en zedelijkheid heeft terug kun
nen brengen, is dit in'Duitschland, naar de
meening van hen, die dit rijk militairisme
verwijten, niet het gevol geweest.
De proef op de som acht men in dezen
oorlog geleverd. Vraagt gij bewijs?
„Wanneer de oorlog uitbreekt, begint het
Duitsche leger, tegen alle regelen van recht
en tractaat om, de gewaarborgde onzijdig
heid van België te verbreken en er is,
op ééne uitzondering na, in heel het toon
aangevend burgerlijk Duitschland niet één,
die het rechtsbesef uit de burgerlijke maat
schappij tegenover he» ïegercommando doet
spreken. Dat er gevallen van oorlogsnood-
zaak kunnen zijn, gelijk daden van nood
weer Jr. het gewone leven, wordt doo* ni««
mand ontkend. Maar terwijl naar burgerlij
ke denkbeelden de daad van noodweer al
tijd in verhouding moet blijven tot het ge
vaar, dot men afwenden wil, goot de mi
litaire macht de grenzen herhaaldelijk verre
te buiten. Van de verbranding van Visé af
tot de executie von Edith Cavell toe, tel
kens en telkens zien wij de perken over
schrijden. Gansche dorpen, halve steden
worden verbrand, omdat misschien een of
enkele burgers hebben geschoten. Monu
menten van kunst en „Kultur", bestemd om
hun invloed op de algemeene beschaving
nog over tallooze geslachten uit te strek
ken, worden meedoogenloos verwoest, om
dat gemeend wordt, dot zich daar een uit
kijkpost van den vijand bevindt, of dat cr
in de nabijheid eene batterij veldgeschut
opgesteld is. Te land, ter zee en uit de
lucht worden daden bedreven, wier mili
tair nut, zoo dit er al is, in elk geval hoogst
problematiek moet worden geacht, en in de
verste verte niet in verhouding staat tot
hetgeen men afweren wil. Om het gering
ste voordeel te verkrijgen, zijn alle midde
len goed, en worden alle hoogere overwe
gingen van recht en menschelijkheid ter
zijde gesteld. Doch geen stem uit het land
zelf wordt gehoord, die zich daartegen ook
maar zwakjes verzet. Het militaire bewind
handelt, en is sacrosanct; het burgerlijk pu
blieke geweten schijnt tegenover alle mili
taire handelingen gesmoord het heeft
slechts te zwijgen. Dat is wat wij, buiten
Duitschland, militairisme noemen.
In Engeland is nu de leus geworden, dat
aan dit militairisme dat inderdaad op den
duur een gevaar is voor andere volken, om
dat militairisme ruim baan opent voor inter
nationaal onrecht, zonder dot het nationaal
rechtsbewustzijn daartegen voldoende te
genwicht geeft door dezen oorlog een
eind zal worden gemaakt. Wij vreezen, dat,
wie ook in den oorlog overwinnen zal, dit
ideaal eene illusie zal blijven. Oorlog lijkt
ook allerminst het meest geschikte middel,
om militairisme te breken. Het resultaat van
den strijd is tot nu toe in elk geval in dit
opzicht geenszins een succes geworden. Niet
alleen is het militairisme in Duitschland
eer toe dan afgenomen, ook Engeland zelf
is er niet van vrij gebleven, en naarmate
de oorlog langer duurt zal ook het Engel-
sche volk in breeder laag door de ziekte
worden gcinfecteerd.
Dit moge eens worden overwogen."
Bezuiniging.
Op aandringen van de Alg. Rekenkamer
is een commissie benoemd bestaande uit
ambtenaren welke tot taak zal hebben, een
stelsel van gezamenlijken inkoop der bureau-
benood'gdheden voor de verschillende mi
nisteries te ontwerpen. Men verwacht hier
van, en terecht, bezuiniging, terwijl de com
missie tevens zal overwegen of afschaffing
mogelijk is van het zoogenaamde „penne-
geld", eene toelage aan ambtenaren, be
doeld als een vergoeding voor bureaube
hoeften doch verworden tot een „douceurtje"
De V r ij z. Democraat begroet de in
stelling van deze commissie met vreugde.
„De stijgende uitgaven van den Staat
eischen naast verhooging van inkomen stel
selmatige bezuiniging. Niet in beknibbeling
op salarissen is deze bezuiniging te vinden,
noch in het achterwege laten van maatrege
len welke direct of indirect onze volkskrocht,
onze economische waarde vergrooten. Wel
echter kan zij gevonden worden in het be
sparen van noodelooze weelde-uitgaven, in
het verminderen zoo noodig van wel
nuttige of aangename uitgaven, doch zeker
ook in het bezuinigen op den gewonen dienst
op de alledags-uitgaven.
Men schatte die laatste bezuiniging toch
vooral niet gering. Ieder goed zakenman
gaat op gezette tijden zijn geheele bedrijf
eens grondig na om te onderzoeken waar kan
worden bespaard zonder de productiviteit
van zijn zaek ook maar in het minst te scha
den. En telkens weer staat de man van za
ken verbaasd over de vele kleinigheden, over
de enkele groote posten, die hij vindt. Het
administratieve sleurleven leidt slag op slag
er toe, dat tot dure gewoonte wordt 'ge
maakt wat éénmaal goed of aardig of alleen
gemakkelijk was. Soms is het onwetendheid,
die tot geld\ ermorsen voert, don weer ge
makzucht of onverschilligheid, niet zelden
ook de vaak goedgeprate oneerlijkheid, wel
ke in het dagelijksch leven al te dikwijls toe
laatbaar wordt geoordeeld, omdat niemand
er schade bij heeft".
Wat in iedere zaak en detail geschiedt, ge
beurt in het groote staatsbestel ook en gros.
En het ellendige is, dat langzamerhand ieder
een zich bij deze geldvermorsing gaat neer
leggen „omdat het altijd zoo geweest is en
omdat het toch niet anders kan". Het blad
noemt dan een paar voorbeelden
„Al wat op staatskosten gedrukt wordt is
even pompeus duur, als vaak onhandig. Het
formaat der brieven van departementen e. d.
komende is bijna altijd een parodie op wat
een normale brief moet zijn- Met de duurste
papiersoorten wordt omgegaan of het geld
niet op kan: heel gewoon is 't b.v. geschept
Oud-Hollondsch papier te zien gebruiken
als waardeloos omlegblad. Massa's ambtena
ren matigen zich als emolument aan: vrij
schrijf- en kantoorbehoeften niet alleen voor
hun persoonlijk gebruik, doch ook voor
vaak omvangrijke bijbetrekkingen.
Heel wat ambtenaren zijn aan te wijzen,
die een ander vak journalistiek b.v.
tot hoofdberoep maken, ambtenaar zijn „In
hun vrijen tijd". Dat op verschillende bu
reaux niet economisch gewerkt wordt, dat er
ambtenaren rondwandelen, die een taak ver
vullen welke in geen verhouding staat tot het
door anciënniteit en protectie verkregen sa
laris is een publiek geheim evenzeer als het
feit, dat bij bouw en meubileering van ge
bouwen vaak veel en veel meer wordt uitge
geven dan noodig en oirbaar is".
Het zijn slechts enkele voorbeelden, die
hier worden gegeven. Wie met staatsorganen
te doen heeft zal ze met andere kunnen aan
vullen. En wie wat meer de interne werkwijze
heeft kunnen nagaan zal weten, dat er ern
stiger en duurder insluipsels zijn.
„Ons wil het voorkomen besluit de
V r ij z. D e m., dat de bezuinigings-onder-
zocking welke de zakenman toepast ook In
onze departementen c.a. dringend noodig te.
Een paar ambtenaren en een paar zaken-
menschen samen een commissie vormend
onder e«* rr.ciglek Jeider zouden hier zee?
vruchtbaar werk kunnen doe.n
Honderdduizenden guldens zouden zij kun
nen bezuinigen, zonder ook maar in een en
kel opzicht de capaciteit, de productiviteit
te verzwakken.
Wanneer die honderdduizenden besteed
werden ïv"1 de salarissen van ambtenaars er
beambten b verhoogen zou in dubbel op
zicht goed werk zijn gedaan.
Kleine corpsen, goed betaald, zakelijk ar
beidend I Er zou met meer toewijding en
energie gewerkt worden.
En goedkooper."
Berichten.
- De Staatscourant van Woensdag 19
November bevat o. a. de volgende Konink
lijke besluiten:
benoemd tot reserve-officier van gezond
heid 2e klasse de arts E. G. E. Croin;
eervol ontslagen de majoor T. F. J. Mul
ler Massis, hoofd der 2e afdeeling aan het
departement van oorlog, als adviseerend lid
der legercommissie;
eervol ontslagen uit den zeedienst met
pensioen wegens ongeschiktheid tengevolge
van lichaamsgebreken de officier van ge
zondheid le klasse bij de zeemacht A. W.
C. G. Kamerling;
benoemd tot notaris te Groningen F. R.
M. Th. Gouverne, condidaat-notaris aldaar;;
benoemd tot adjunct-commies aan het de*
partement van justitie mr. A. Spanjer, te
Deventer;
wegens vtjbrachten diensttijd eervol ge-
pensionneerd de Indische hoofdambtenaar
met verlof J. D. Koning Knijff, laatstelijk
hoofdingenieur van het mijnwezen.
Bulgaarsch gezantschap.
Wegens eene ongesteldheid, die echter niet
van ernstige* aard is, werd de heer Hadji
Mecheff, die zal optreden als gezant van
Bulgarije bij het Nederlandsche hof, tot dus
ver nog verhinderd zijn geloofsbrief aan H.
M. de Koningin te overhandigen.
Als secretaris van de te 'sGravenhage
te vestigen Bulgaarsche legatie zal optre
den de heer Constantin C. Mincoff, die ook
als zoodanig werkzaam is geweest bij het
gezantschap dat te Londen was gevestigd.
De Staatsbegrootlng. Naar
men uit den Haag aan de Tel. meldt, wordt
het denkbeeld overwogen, om van de alge
meene beschouwingen over de Staotsbe-
grooting in de Tweede .Kamer uit te scha
kelen het debat over Grondwetsherziening,
belasting-hervorming en sociale verzeke
ring, omdat bij de desbetreffende wetsont
werpen daarover toch uitvoerig van gedach
ten zal worc/en gewisseld.
Het eedsvraagstuk. De com
missie van rapporteurs der Tweede Kamer
over het wetsontwerp tot nadere regeling
van het eedsvraagstuk kwam gisteren bijeen
voor de vaststelling van het eedsverslag, dat
derhalve w©1 spoedig in druk zal verschij
nen.
Effecten- en tabaksbelasting.
Ingediend zijn thans de wetsontwerpen
tot helling der effectenbelasting en wel we
gens buitenlandsche effecten en wegens
schuldvorderingen ten laste van In het bui
tenland wonenden of gevestigd 1 van
elke geheele som van 10C0 en wegens
alle andere effecten en schuldvorderingen
0.50 van elke geheele som van 1000.
Van buitenlandsche effecten wordt meer ge
heven als zachte prikkel tot belegging in
binnenlandsche waarden.
Voorts wordt 0.75 per 1000 geheven
van het surplus bij beleening of prolongatie
van een post, bestaande zoowel uit binnen
landsche als uit buitenlandsche effecten.
Voor effectenhandelaren is een afzonder
lijke regeling gemaakt en in verband met
een schifting van wat bij hen wel of niet be
lastbaar is, wordt voor hen 0.75 van elke
geheele som van 1000 geheven.
Als vermoedelijke opbrengst dezer belas
ting wordt geraamd 3,355,000. Vrijgesteld
worden o.a. de Vennootschappen enz., die
in de dividend- en tantième-belasting zijn
aangeslagen.
Een wetsontwerp tot heffing eener tabaks
belasting bedragende 10 precent van den
kk^nhandelsprijs. Zij wordt geheven van si
garen, sigaretten, rooktabak, pruimtabak en
snuif. De handel in ruwe tabak behoudt na
genoeg zijn geheele vrijheid van beweging.
De accijns wordt voldaan door middel van
zegels, die op de verpakking of op losse
sigaren worden aangebracht. De opbrengst
wordt geraamd op 5,410,000 en kan bin
nen enkele jaren tot 6,000,000 zijn ge
stegen.
Bij Kon. Besluit is ingesteld een
Staatscommissie, om een regeling le ont
werpen van het pensioenrecht der Burger
lijke Ambtenaren en der andere groepen van
niet-militaire pensioen-gerechtigden, alsme
de van dat hunner weduwen- en weezen,
welke de verschillende, thans geldende rege
lingen zooveel mogelijk samenvat, gelijkvor
mig maakt en vereenvoudigt. Voorzitter van
die Commissie is mr. Th. H. de Meester,
voorzitter van den Burgerlijken Pensioen
raad en den Pensioenr? d voor de geme n-
te-ambtenaren, lid van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal. Als lid heeft o. a. zitting
mr. J. Ph. Suijling, hoogleeraar te Utrecht
J. N. Elenbaas, lid van Gedeputeerde Sta
ten van Zeeland, te Krabbendijke;
dr. Th. G. den Houter, hoofdinspecteur
van de Volksgezondheid, te 's Gravenhage;
J. C. Mulder, directeur van het Weduwen*
en Weezenfonds voor burgerlijke ambtena
ren en van het Pensioenfonds voor de ge
meente-ambtenaren;
mr. N. G. van Taack Tra Kranen, secre
taris van den Burgerlijken Pensioenraad en
den Pensktenraad voor de gemeente-ambte*
naren;
mr. L'. 'A A. Trip, referendaris bij het de-