BINNENLAND. Verspreide Berichten. het vorige jaar. Er zijrt groote reserves ge maakt voor de verdere financieele verster king van de instellingen van voorzorg en voor oorlogshulp aan het personeel. Voorts Is een bedrag van 23.7 millioen bestemd voor het in 't leven roepen van eene ten bate van het algemeen "komende Kruppstichting ten behoeve van kinderrijke gezinnen van in den Oorlog gevallenen of zwaar gewonden. Londen, 9Nov. (R.) De Board of trade heeft eene opgave bekend gemaakt van 'den prijs van het vleesch in Londen. Daarin worden de prijzen op de markt van Smith- field in October 1915 en October 1914 met j elkaar vergeleken. De verhoogingen zijn 'dooreen 2 pence tot 3K pence, maar de prij zen voor den détailverkoop zijn nog een weinig hooger. Niettemin vallen de verhoo gingen zeer gunstig uit in vergelijking met die in Duitschland. Zurich, 9 November. (Havas). Uilt Keu len wordt aan de Zwitsersche bladen gemeld, dat er nieuwe incidenten hebben plaats ge grepen voor de bureaux tot uitgifte van vet kaarten. Daar de wachtende menigte verba zend groot was, en het wachten zeer lang duurde, begonnen de menschen ongedurig te worden, en enkele vrouwen vielen flauw. De politie kwam met de sabel in de vuist toesnellen en er ontstond een vreeselijke paniek. Talrijke vrouwen en kinderen wer den omvergeworpen en onder den voet ge- loopen, zoodat velen ernstig gewond wer den. Reeds op den eersten dag der uitdeeling van deze kaarten verzamelde zich een ge weldige menigte voor het lokaal, waar het vet verkocht wordt en reeds dreigden er on lusten uit te breken, toen de te hulp geroe pen politie er in slaagde, de orde te her stellen. Engeland. Londen, 9 Nov. (R.) De toestand van den koning is zoozeer vooruitgegaan, dat morgen eene zitting van den geheimen raad zal worden gehouden in het Buckinghampa- leis. Londen, 9Nov. (R.) De optocht op den Lord Mayorsdag zal heden uitsluitend een militair karakter dragen en bestaan uit sol daten, die aan het front zijn geweest en ver tegenwoordigers van de koloniale contin genten, Zuid- Afrika daaronder begrepen. Wervingsmeetings zullen worden gehouden op vele punten. De Lord Mayor heeft een Oproep laten uitgaan, waarin hij de mannen, die geschikt zijn voor den dienst bij het le ger, aanspoort gevolg te geven aan 'sko- nings roepstem. Londen, 9 Nov. (R.) Op het feestmaal In de Guildhall bij gelegenheid van de in stallatie van den nieuwen lord-mayor, heeft de secretaris van het Home-departement Simon in een dronk op de bondgenooten gezegd: De ervaringen, in dezen oorlog op gedaan, bevestigen slechts de meening, dat de beschaving thans strijdt om haar bestaan tegen de overheersching der centrale mo gendheden. Naarmate de oogmerken en de brutale methodes der Duitschers duidelijker aan het licht kwamen, is het verbond hech ter geworden, zoodat het niet enkel eene ver- eeniging voor leger en vloot is, maar een geestverbond van wije volken. Gewagende van het toetreden van Japan tot de overeen komst om geen afzonderlijken vrede te slui ten, voegde Simon hieraan toe, dat het nu nog niet de tijd was om over vredesvoor waarden te spreken. Minister Bahfour, die den dronk op leger en vloot beantwoordde, zeide, dat de ge- heele strategie van de geallieerden steunde op hun oppermacht ter zee. Hadden zij deze niet bezeten, dan zou hun toestand op het oorlogstooneel geheel verschillend zijn van wat hij zal worden. Het bedrog, tegen Bul garije gepleegd door zijn koning, noemde 'hij een diplomatieke overwinning van de Duitschers, waarvan hij de gevolgen niet wilde verkleinen. De regeerders van Bul garije waren beheerscht door twee eenvou dige motieven: hebzucht en vrees, maar Bulgarije zou later ontdekken, dat het een groote fout had begaan. Balfour zeide verder nog, dat hij geene voorspellingen wilde doen over de krijgsbe drijven of den duur van den oorlog, maar dot hij de toekomst met rustig vertrouwen Inzag. Eerste minister Asquith, die met warmte werd begroet, zeide, dat men na vijftien oor logsmaanden slechts één partij had in het land. De stem der partijverdeeldheid is af wezig en het nationale leven vloeit in de diepere bedding en een vereenigd dóel en een geconcentreerde beslistheid. Een jaar geleden stonden wij voor het onderzoek van een groot vraagstuk. Wij koesterden toen geen twijfel, en doen dat ook nu niet, dat wij het recht aan onze zijde hebben en dat wi» verzekerd zijn van de overwinning. Over de zending van Kitchener zeide hij, 'dat hij op reis was gegaan om op de plaats zelve en in vertrouwelijke gesprekken met onze vertegenwoordigers en die van onze bondgenooten den geheelen toestand te onderzoeken. Zijne zending werd door de bondgenooten met onvoorwaardelijke in stemming en warme sympathie begroet. De bondgenooten zijn eensgezind in hun doel. Wij staan of vallen te zemen en alle vei halen, die door den vijand in omloop zijn gebracht over afzonderliike schikkingen, zijn niets anders dan waardelooze beuzelpraat fes. Een jaar geleden heb ik in deze zaal eene omschrijving gegeven van de zaken, waar naar de bondgenooten streven, en heb ik gezegd, dat zij de wapenen niet zullen neer leggen, zonder ze te hebben bereikt. Die zaken blijven heden dezelfden van toen. (Toejuichingen). Wij geloo.en, dat wij een goed eind nader zijn gekonvyn om ze te bereiken. Al moge de reis lang of kort zijn, wij zullen niet stilhouden of vnankelen, zoo lang wij er niel in geslaagd zijp. aan de klti- neTe staten van Europa hun charter van onafhankelijkheid te verschaffen en voor de gansche wereld de bevrijding van de heer schappij en het geweld te verzekeren. (Luide toejuichingen). Vereenigde Staten. N e w-Y o r k, 9 Nov. (R.) Bij de bonds „grand jury" zijn de dagvaardingen inge bracht tegen de Duitschers Fay, Scholz, Dae- che, Bronkhorst, Max Breitung en Kunzle wegens samenzwering tot berooving van eigenaren van schepen en ladingen en tot vernieling van scheren ten nadeele van de personen, die verzekeringen daarop hebben gegeven. Volgens de dagvaarding is deze samenzwering den 15en Augustus begonnen en totdat de mannen gevangen waren genomen. Hamborn, 8 Nov. (W. B.) In schacht 3 tot 7 van het mijnwerk Deutscher Kaiser is heden namiddag een plaatselijke mijngns- ontploffing voorgekomen. 19 mijnwerkers zijn omgekomen, twee zwaar en vijf licht ge wond. Alle dooden en gewonden zijn ge borgen. Alle verder gevaar is uit den weg geruimd. De overige mijn-inrichtingen hebben door de ontploffing geene schade geleden. Kameroverzicht Tweede Kamer. In de Dinsdag geopende zitting der Twee de Kamer waren ingekomen de geloofsbrie ven van den afgevaardigde voor het district Amsterdam IX, den heer van den Tempel. De heer Koster, afgevaardigde voor Assen legde de voorgeschreven belofte af en nam zitting. Aangenomen werd het wetsontwerp voor ruiling van terreinen te Rotterdam in ver band met den bouw van een postkantoor, nadat minister Lely had verklaard, dat het gemeentebestuur met de bouwplannen ac- coord gaat. Daarna was aan de orde het voorstel be treffende vergoeding voor het vervoer van de buitenlandsche mails door de Kon. Holl. Lloyd naar Brazilië en Argentinië, dat be streden werd door de heeren Beumer en Jan- nink en verdedigd door minister Lely, we gens lichte ongesteldheid van minister Potshuma. Het voorstel werd aangenomen met 33-32 stemmen. Het voorstel-Eland om te voorkomen, dat kapiteins en hoofdofficieren ten gevolge van de mobilisatie niet tot resp. hoofd- en op- perofficieren zouden kunnen worden bevor derd, wordt door den voorsteller ingetrokken na bestrijding door de heeren Jansen (Haag) en Duymaer van Twist en door minister Bos boom. Besloten werd tot toelating als afgevaar digde voor Amsterdam IX van den heer v. d. Tempel. Aan de orde was het wetsontwerp tot wij ziging der bepalingen betreffende den zout- accijns. De heer Arts zegt, dat de buitenlandsche zoutindustrie wordt beschermd ten koste van de binnenlandsche: 32 zoutziederijen zullen bij aanneming van dit ontwerp in hun be staan worden bedreigd. Hij zal tegen het ont werp stemmen. In behandeling komt het amendement-Ger- ritson, om het wetsontwerp tot zijn oorspron- kelijken omvang terug te brengen, n.l. om alleen inlandsch zout voor industrieel ge bruik van den accijns vrij te stellen. De heer Gerritson licht dit amendement uitvoerig toe. De heer Ter Laan (Rotterdam) verdedigt het ontwerp en bestrijdt het amendement, daar de Nederlandsche zoutindustrie steeds in aanmerkelijke mate protectie heeft geno ten, zonder redelijken grond. De heer Marchant verdedigt het ontwerp, daar het slechts betreft IK millioen K.G. zout voor industrieele doeleinden, tegen 67 millioen K.G. in het geheel. Minister Treub achtte deze zaak zeer opgeblazen waar in een adres is gezegd, daf het gaat om het bestaan der Nederlandsche zoutraffinadeurs. Zij hebben een grooten voorsprong, en dit ontwerp brengt in dien voorsprong slechts zeer kleine vermindering. Ook zal de schatkist geen. cent derven. De minister treedt in uitvoerige becijferin gen, ter bestrijding van hetgeen door vorige sprekers is gezegd en door raffinadeurs in adressen, enz. is verklaard. Vrijdagochtend afdeelingsonderzoek van eenige wetsontwerpen. UIT OE PEPS, Grondwetsherzcenin*'. In De Groene Amsterdammer Si. schrijft mevrouw F. S. van BalenKlaar, vie -crfdente van 't hoofdbestuur der Ver- eenigir.g voor Vrouwenkiesrecht, o.m.: ..Grondwettelijke gelijkstelling voor man en vrouw brengen de nieuwe artikelen 80, 127 pn 143 dus nog niet. Evenwel moet er kend v/orden dat d© Regeering thans iets verder gaat dan de eischen van het Con- centratioprogrem, en ook dan aanvankelijk in 's Ministers bedoeling lag bij het optre den v n het tegenwoordige Kabinet. Daar toch klonken de eischen ten opzichte van het vrouwenkiesrecht enkel negatief; er was slechts sprake van het wegnemen der be letselen uit de Grondwet, en dc rest werd overgelaten aan den gewonen wetgever. Was deze niet genegen om aan de vrou- den het kiesrecht te verleenen, zoo kon hij het ïaien uitstellen, zonder met de Grond wet in conflict te komen. Alleen werd hem, indien hij er toe zou overgaan om ook vrou wen tot de stembus toe te laten, de beper kende bepaling opgelegd, dat nimmer maat schappelijke welstand een der kenmerken van geschiktheid mocht zijn om tot de mï*- oefening van het kiesrecht te worden toe gelaten. De nieuwe artikelen in de Grondwet heb ben althans dit positieve, dat zij wel dege lijk er van spreken dot de leden der Tweede Kamer zullen worden gekozen door de man nelijke ingezetenen enz. enz. en door de vrouwelijke die de wet zal aanwijzen. Het wordt dus thans niet meer aan het believen van den gewonen wetgever over gelaten öf hij de vrouwen tot de stembus wil toelaten, want dat er vrouwen zullen meekiezen is volgens de nieuwe artt. 80 enz. een uitgemaakte zaak; hij heeft slechts te bepalen of het in de naaste toekomst zal zijn een algemeen of een beperkt vrouwen kiesrecht." Dit wet het actieve kiesrecht betreft. Met betrekking tot het passieve kiesrecht stelt schrijfster vast dat volkomen grondwet telijke gelijkstelling van man en vrouw ver kregen is. Zij besluit: Zonder twijfel beteekenen de regeerings- voorstellen betreffende het kiesrecht voor de vrouwen een groote stap voorwaarts. Het zal er nu echter op aankomen op de Regeering den noodigen aandrang uit ic oefenen, opdat ook ten opzichte van het actieve kiesrecht grondwettelijke gelijkstel ling worde vei kregen. Dit zal noodig zijn om verschillende re denen. Vooreerst is tegenover de vrouwen die met ernst wcnschen aan de besturen van stad en land deel te nemen geen vol komen rechtvaardigheid betracht, zoolang haar staatsburgerlijke rechten minder zijn dan die welke aan de mannelijke ingezete nen worden verleend. Maar bovendien wordt het bezit van het passieve kiesrecht verkleind wanneer daarmede niet gepaard gaat een volledig actief kiesrecht. Het recht om te kiezen legt nog meer gewicht in de schaal, dan het recht om gekozetx te worden. En ten slotte zou, door bij deze Grond wetsherziening geen volkomen gelijkstelling te betrachten ten opzichte van de seksen, de kiesrechtstrijd, die reeds zooveel jaren duurde en die de werkkracht en energie vor derde van velen die zoo nuttig op ander gebied konden werkzaam zijn, niet als ge ëindigd kunnen worden beschouwd. Vooral waar tegenwoordig op allerlei gebied zoo veel werkkracht vereischt wordt, lean men niet straffeloos verwanrloozen wat beschik baar is ten bate van het algemeen welzijn." Het is te hopen, eindigt mevrouw Van Ba len, dat men bij de beraadslagingen in de Kamers het voorbeeld zal volgen vnn Dene marken waar men zonder eenig voorb ?houd aan mannen en vrouwen gelijke politieke rechten toestond. Zou men in Nederland minder vertrouwen hebben in de vrouwen van het land dan daar? Militairisme. De Nieuwe Rotter d. Courant schrijft over militairisme. Militairisme, of de aanwezigheid van dit kwaad, merkt het blad op, kan niet afgeleid worden uit den omvang van een leger, of uit de wijze van recrutee- ring daarvan, noch ook uit den terugslag, dien een militair stelsel op een gegeven oogenbli'.c, bij vergelijking met andere lan den, op het oeconomische leven van een volk heeft. Een klein, zwak, slecht georga niseerd leger kèn samengaan met militaris tische neigingen; eene groote, krachtige weermacht kan worden aangetroffen in lan den, waaraan militairisme volmaakt vreemd is. Welke politiek aen land volgt; hoe een leger wordt samengesteld, welke werking een zeker militair stelsel op het oeconomi sche leven heeft, is van tallooze factoren afhankelijk, die geheel buiten het militaire leven staan, en van militairisme geen ken- teekenen zijn. „Hei is dan ook een waandenkbeeld te meenen, dat zij die tegen militairisme te keer gaan, noodzakelijkerwijs tegen eene sterke, welgeorganiseerde weermacht zou den moeten zijn, al moet worden erkend, dat een land met een groot populair leger licht tot militairisme ken afdalen. Zwitser land bv. zou zijn leger kunnen verdubbe len, zonder dat iemand het van militairisme zou willen verdenken. De strijd tegen het militairisme is niet anders, dan een strijd tegen dc bijzondere plaats, die het leger, en ook de individuen, die op een gegeven oogenblik 'skonings rok dragen, in de volksopvatting zijn gaan innemen, zoodat een goed leger niet langer als een noodza kelijk kwaad, doch allengs als een schoon doel in zich zelf gaat worden beschouwd." Wat de oorzaken zijn van militairisme valt moeilijk te zeggen. „Voor een deel zullen die wel in ge woon menscnelijke eigenschappen moeten worden gezocht: de neiging, die menigeen heeft, om tegen een gewapend man in een mooi uniform als tegen iets bijzonders op te kijken. Maar daarnevens kan, en zal waarschijnlijk, de wijze waarop de tucht uit geoefend wordt, die noodzakelijkerwijze in het leger gelijk In menige andere organisatie aan de in dividuen moet bijgebracht worden, van grooten invloed zijn. Tucht kan en behoort met opwekking van zelfstandig heid en aanwakkering van het gevoel van eigenwaarde gepaard te gaan. Zij kan ook het besef van verantwoordelijkheid vermin deren, en in stee van tot welbegrepen on dergeschiktheid, tot machinale onderwor penheid opleiden." Terwijl nu in de meeste landen de inkan kering van het euvel is gestuit, doordat de burgerlijke maatschappij het leger weer on der de heerschappij van hare begrippen van recht, eer en zedelijkheid heeft terug kun nen brengen, is dit in'Duitschland, naar de meening van hen, die dit rijk militairisme verwijten, niet het gevol geweest. De proef op de som acht men in dezen oorlog geleverd. Vraagt gij bewijs? „Wanneer de oorlog uitbreekt, begint het Duitsche leger, tegen alle regelen van recht en tractaat om, de gewaarborgde onzijdig heid van België te verbreken en er is, op ééne uitzondering na, in heel het toon aangevend burgerlijk Duitschland niet één, die het rechtsbesef uit de burgerlijke maat schappij tegenover he» ïegercommando doet spreken. Dat er gevallen van oorlogsnood- zaak kunnen zijn, gelijk daden van nood weer Jr. het gewone leven, wordt doo* ni«« mand ontkend. Maar terwijl naar burgerlij ke denkbeelden de daad van noodweer al tijd in verhouding moet blijven tot het ge vaar, dot men afwenden wil, goot de mi litaire macht de grenzen herhaaldelijk verre te buiten. Van de verbranding van Visé af tot de executie von Edith Cavell toe, tel kens en telkens zien wij de perken over schrijden. Gansche dorpen, halve steden worden verbrand, omdat misschien een of enkele burgers hebben geschoten. Monu menten van kunst en „Kultur", bestemd om hun invloed op de algemeene beschaving nog over tallooze geslachten uit te strek ken, worden meedoogenloos verwoest, om dat gemeend wordt, dot zich daar een uit kijkpost van den vijand bevindt, of dat cr in de nabijheid eene batterij veldgeschut opgesteld is. Te land, ter zee en uit de lucht worden daden bedreven, wier mili tair nut, zoo dit er al is, in elk geval hoogst problematiek moet worden geacht, en in de verste verte niet in verhouding staat tot hetgeen men afweren wil. Om het gering ste voordeel te verkrijgen, zijn alle midde len goed, en worden alle hoogere overwe gingen van recht en menschelijkheid ter zijde gesteld. Doch geen stem uit het land zelf wordt gehoord, die zich daartegen ook maar zwakjes verzet. Het militaire bewind handelt, en is sacrosanct; het burgerlijk pu blieke geweten schijnt tegenover alle mili taire handelingen gesmoord het heeft slechts te zwijgen. Dat is wat wij, buiten Duitschland, militairisme noemen. In Engeland is nu de leus geworden, dat aan dit militairisme dat inderdaad op den duur een gevaar is voor andere volken, om dat militairisme ruim baan opent voor inter nationaal onrecht, zonder dot het nationaal rechtsbewustzijn daartegen voldoende te genwicht geeft door dezen oorlog een eind zal worden gemaakt. Wij vreezen, dat, wie ook in den oorlog overwinnen zal, dit ideaal eene illusie zal blijven. Oorlog lijkt ook allerminst het meest geschikte middel, om militairisme te breken. Het resultaat van den strijd is tot nu toe in elk geval in dit opzicht geenszins een succes geworden. Niet alleen is het militairisme in Duitschland eer toe dan afgenomen, ook Engeland zelf is er niet van vrij gebleven, en naarmate de oorlog langer duurt zal ook het Engel- sche volk in breeder laag door de ziekte worden gcinfecteerd. Dit moge eens worden overwogen." Bezuiniging. Op aandringen van de Alg. Rekenkamer is een commissie benoemd bestaande uit ambtenaren welke tot taak zal hebben, een stelsel van gezamenlijken inkoop der bureau- benood'gdheden voor de verschillende mi nisteries te ontwerpen. Men verwacht hier van, en terecht, bezuiniging, terwijl de com missie tevens zal overwegen of afschaffing mogelijk is van het zoogenaamde „penne- geld", eene toelage aan ambtenaren, be doeld als een vergoeding voor bureaube hoeften doch verworden tot een „douceurtje" De V r ij z. Democraat begroet de in stelling van deze commissie met vreugde. „De stijgende uitgaven van den Staat eischen naast verhooging van inkomen stel selmatige bezuiniging. Niet in beknibbeling op salarissen is deze bezuiniging te vinden, noch in het achterwege laten van maatrege len welke direct of indirect onze volkskrocht, onze economische waarde vergrooten. Wel echter kan zij gevonden worden in het be sparen van noodelooze weelde-uitgaven, in het verminderen zoo noodig van wel nuttige of aangename uitgaven, doch zeker ook in het bezuinigen op den gewonen dienst op de alledags-uitgaven. Men schatte die laatste bezuiniging toch vooral niet gering. Ieder goed zakenman gaat op gezette tijden zijn geheele bedrijf eens grondig na om te onderzoeken waar kan worden bespaard zonder de productiviteit van zijn zaek ook maar in het minst te scha den. En telkens weer staat de man van za ken verbaasd over de vele kleinigheden, over de enkele groote posten, die hij vindt. Het administratieve sleurleven leidt slag op slag er toe, dat tot dure gewoonte wordt 'ge maakt wat éénmaal goed of aardig of alleen gemakkelijk was. Soms is het onwetendheid, die tot geld\ ermorsen voert, don weer ge makzucht of onverschilligheid, niet zelden ook de vaak goedgeprate oneerlijkheid, wel ke in het dagelijksch leven al te dikwijls toe laatbaar wordt geoordeeld, omdat niemand er schade bij heeft". Wat in iedere zaak en detail geschiedt, ge beurt in het groote staatsbestel ook en gros. En het ellendige is, dat langzamerhand ieder een zich bij deze geldvermorsing gaat neer leggen „omdat het altijd zoo geweest is en omdat het toch niet anders kan". Het blad noemt dan een paar voorbeelden „Al wat op staatskosten gedrukt wordt is even pompeus duur, als vaak onhandig. Het formaat der brieven van departementen e. d. komende is bijna altijd een parodie op wat een normale brief moet zijn- Met de duurste papiersoorten wordt omgegaan of het geld niet op kan: heel gewoon is 't b.v. geschept Oud-Hollondsch papier te zien gebruiken als waardeloos omlegblad. Massa's ambtena ren matigen zich als emolument aan: vrij schrijf- en kantoorbehoeften niet alleen voor hun persoonlijk gebruik, doch ook voor vaak omvangrijke bijbetrekkingen. Heel wat ambtenaren zijn aan te wijzen, die een ander vak journalistiek b.v. tot hoofdberoep maken, ambtenaar zijn „In hun vrijen tijd". Dat op verschillende bu reaux niet economisch gewerkt wordt, dat er ambtenaren rondwandelen, die een taak ver vullen welke in geen verhouding staat tot het door anciënniteit en protectie verkregen sa laris is een publiek geheim evenzeer als het feit, dat bij bouw en meubileering van ge bouwen vaak veel en veel meer wordt uitge geven dan noodig en oirbaar is". Het zijn slechts enkele voorbeelden, die hier worden gegeven. Wie met staatsorganen te doen heeft zal ze met andere kunnen aan vullen. En wie wat meer de interne werkwijze heeft kunnen nagaan zal weten, dat er ern stiger en duurder insluipsels zijn. „Ons wil het voorkomen besluit de V r ij z. D e m., dat de bezuinigings-onder- zocking welke de zakenman toepast ook In onze departementen c.a. dringend noodig te. Een paar ambtenaren en een paar zaken- menschen samen een commissie vormend onder e«* rr.ciglek Jeider zouden hier zee? vruchtbaar werk kunnen doe.n Honderdduizenden guldens zouden zij kun nen bezuinigen, zonder ook maar in een en kel opzicht de capaciteit, de productiviteit te verzwakken. Wanneer die honderdduizenden besteed werden ïv"1 de salarissen van ambtenaars er beambten b verhoogen zou in dubbel op zicht goed werk zijn gedaan. Kleine corpsen, goed betaald, zakelijk ar beidend I Er zou met meer toewijding en energie gewerkt worden. En goedkooper." Berichten. - De Staatscourant van Woensdag 19 November bevat o. a. de volgende Konink lijke besluiten: benoemd tot reserve-officier van gezond heid 2e klasse de arts E. G. E. Croin; eervol ontslagen de majoor T. F. J. Mul ler Massis, hoofd der 2e afdeeling aan het departement van oorlog, als adviseerend lid der legercommissie; eervol ontslagen uit den zeedienst met pensioen wegens ongeschiktheid tengevolge van lichaamsgebreken de officier van ge zondheid le klasse bij de zeemacht A. W. C. G. Kamerling; benoemd tot notaris te Groningen F. R. M. Th. Gouverne, condidaat-notaris aldaar;; benoemd tot adjunct-commies aan het de* partement van justitie mr. A. Spanjer, te Deventer; wegens vtjbrachten diensttijd eervol ge- pensionneerd de Indische hoofdambtenaar met verlof J. D. Koning Knijff, laatstelijk hoofdingenieur van het mijnwezen. Bulgaarsch gezantschap. Wegens eene ongesteldheid, die echter niet van ernstige* aard is, werd de heer Hadji Mecheff, die zal optreden als gezant van Bulgarije bij het Nederlandsche hof, tot dus ver nog verhinderd zijn geloofsbrief aan H. M. de Koningin te overhandigen. Als secretaris van de te 'sGravenhage te vestigen Bulgaarsche legatie zal optre den de heer Constantin C. Mincoff, die ook als zoodanig werkzaam is geweest bij het gezantschap dat te Londen was gevestigd. De Staatsbegrootlng. Naar men uit den Haag aan de Tel. meldt, wordt het denkbeeld overwogen, om van de alge meene beschouwingen over de Staotsbe- grooting in de Tweede .Kamer uit te scha kelen het debat over Grondwetsherziening, belasting-hervorming en sociale verzeke ring, omdat bij de desbetreffende wetsont werpen daarover toch uitvoerig van gedach ten zal worc/en gewisseld. Het eedsvraagstuk. De com missie van rapporteurs der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot nadere regeling van het eedsvraagstuk kwam gisteren bijeen voor de vaststelling van het eedsverslag, dat derhalve w©1 spoedig in druk zal verschij nen. Effecten- en tabaksbelasting. Ingediend zijn thans de wetsontwerpen tot helling der effectenbelasting en wel we gens buitenlandsche effecten en wegens schuldvorderingen ten laste van In het bui tenland wonenden of gevestigd 1 van elke geheele som van 10C0 en wegens alle andere effecten en schuldvorderingen 0.50 van elke geheele som van 1000. Van buitenlandsche effecten wordt meer ge heven als zachte prikkel tot belegging in binnenlandsche waarden. Voorts wordt 0.75 per 1000 geheven van het surplus bij beleening of prolongatie van een post, bestaande zoowel uit binnen landsche als uit buitenlandsche effecten. Voor effectenhandelaren is een afzonder lijke regeling gemaakt en in verband met een schifting van wat bij hen wel of niet be lastbaar is, wordt voor hen 0.75 van elke geheele som van 1000 geheven. Als vermoedelijke opbrengst dezer belas ting wordt geraamd 3,355,000. Vrijgesteld worden o.a. de Vennootschappen enz., die in de dividend- en tantième-belasting zijn aangeslagen. Een wetsontwerp tot heffing eener tabaks belasting bedragende 10 precent van den kk^nhandelsprijs. Zij wordt geheven van si garen, sigaretten, rooktabak, pruimtabak en snuif. De handel in ruwe tabak behoudt na genoeg zijn geheele vrijheid van beweging. De accijns wordt voldaan door middel van zegels, die op de verpakking of op losse sigaren worden aangebracht. De opbrengst wordt geraamd op 5,410,000 en kan bin nen enkele jaren tot 6,000,000 zijn ge stegen. Bij Kon. Besluit is ingesteld een Staatscommissie, om een regeling le ont werpen van het pensioenrecht der Burger lijke Ambtenaren en der andere groepen van niet-militaire pensioen-gerechtigden, alsme de van dat hunner weduwen- en weezen, welke de verschillende, thans geldende rege lingen zooveel mogelijk samenvat, gelijkvor mig maakt en vereenvoudigt. Voorzitter van die Commissie is mr. Th. H. de Meester, voorzitter van den Burgerlijken Pensioen raad en den Pensioenr? d voor de geme n- te-ambtenaren, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Als lid heeft o. a. zitting mr. J. Ph. Suijling, hoogleeraar te Utrecht J. N. Elenbaas, lid van Gedeputeerde Sta ten van Zeeland, te Krabbendijke; dr. Th. G. den Houter, hoofdinspecteur van de Volksgezondheid, te 's Gravenhage; J. C. Mulder, directeur van het Weduwen* en Weezenfonds voor burgerlijke ambtena ren en van het Pensioenfonds voor de ge meente-ambtenaren; mr. N. G. van Taack Tra Kranen, secre taris van den Burgerlijken Pensioenraad en den Pensktenraad voor de gemeente-ambte* naren; mr. L'. 'A A. Trip, referendaris bij het de-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 2