Vrijdag 12 November 1915.
„DE EEMLAN DER".
14d* Jaargang.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
I'sar het laai van kelifie!
N° 116
ABONNEMENTSPRIJS:
P«t 8 maanden voor Amersfoort f 1«00«
Idem franco per post
Per week (met gTatis verzekering tegen ongelukken)
Afzonderlijke nummers 0.05.
Wekelijks bijvoegsel „de Hollondeche Huisvrouuf (onder redaotie
▼an Thérèse van Hoven) per 8 mnd. 50 ets»
Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: U TR EC H TSC H EST R A AT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
I PRIJS DER A D VERTENTIËN:
Van i—6 regelt0.50.
Elke rogel racer«0.10
Dienstaanbiedingen 25 centM btf vooruitbetaling.
Grooto lotters naar plaatsruimte.
Voor handel en bodryf boslnnn tooi voordeeligfc bepalingen
tot het herhaald ndverteoron in dit Blad, bij abonnoraent.
Eone ciroulaire, bevattende do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Jlooldredacteur: Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG.
Politiek Overzicht
De oorlog aan de grens van
Oostenrijk en Italië.
De strijd tusschen Oostenrijk en Italië
wordt, behalve op het oorlogstooneel in het
grensgebied van de heide staten, ook ge
voerd in de berichten, die over de krijgsbe
drijven worden uitgegeven. Ook in dien
strijd gaat het soms heet toe en
spaart men elkaar niet. Daarvan ge
tuigt de gister vermelde dépêche uit het
Oostenrijksche oorlogsperskwartier, waarin
de officieele Italiaansche opgave, dat de Col
di Lana veroverd is, gelogen wordt ge
noemd. Men houdt van Oostenrijksche zijde
vol, dat deze berg, die in Tirol het Buchen-
stein- of Cordevole-dal beheerscht, slechts
gedurende eenige uren van 7 November in
Italiaansch bezit is geweest, maar nog in
den avond van dien dag teruggewonnen
werd en sedert in Oostenrijksche handen is
gebleven. Wat de Italianen in strijd daar
mee beweren, wordt gelogen genoemd.
De Col di Lana is overigens niet het ge
wichtigste operatiefront op dat oorlogstoo
neel. Dat is voor de Italianen van den be
ginne af geweest de lsonzo-linie. Daar sche
nen Görz en Triest haast voor 't grijpen te
liggen als vurig begeerde buit; daar dach
ten zij zich den weg te openen voor den
zegetocht in het hart der monarchie, die
iuid-Tirol, de Adris en wat zij verder nog
öegeeren, aan hunne voeten zou leggen.
Maar het is anders uitgekomen dan zij ver
wachtten. In plaats van eene gemakkelijke
overwinning, hebben zij aan het Isonzofront
een krachtig verzet gevonden, dat hun be
lette de vruchten van de gehoopte zege
praal te oogsten. Vhn den zwaren strijd, die
aan het Isonzofront is gevoerd, geeft de
Neue Freie Presse een overzicht, waarin
wordt gezegd:
Het behoort tot het ABC van ieder ope
ratieplan, dat men aan de plaats, die voor
den hoofdaanval gekozen is, ook steeds met
de grootst mogelijke kracht optreedt. Wan
neer men dus de krachten meet, die Italië
speciaal hier in zijne drie groote pogingen
om door de vijandelijke liniën heen te bre
ken achtereenvolgens in het vuur bracht,
dan vindt men daarin den manometerstand
van de slagvaardigheid van de Italiaansche
strijdmacht.
In vredestijd had Italië volgens de over
het Italiaansche leger verschenen handboe
ken 12 korpscommando's met 25 infanterie-
divisiën in de eerste linie opgesteld. Daarbij
moest in den oorlog de opstelling van min
stens nog 17 infanj eiiedivisiën komen, zoo
dat men met rond 40 infanteriedivisiën op
de Italiaansche zijde in de eerste en tweede
linie had te rekenen.
In den eersten slag bij Görz, die den 29en
Juni is begonnen en den 5en Juli is geëin
digd, hebben de Italianen hun derde leger
met vier korpsen, te zamen sterk 8 divisiën
en 500 kanonnen, voor den hoofdaanval
aangewend. Daarbij zijn nog hoogstens vier
divisiën van het tweede leger te rekenen, die
bij Plava, Tolmein en tot aan Karfreit in het
vuur zijn geweest. In den tweeden slag bij
Görz, van 18 tot 21 Juli, zijn zeven korpsen
met 17 divisiën voor den beslissenden aan
val (Doberdo—Görz) tegen den vijand ge
voerd.
In den derden Isonzoslag daarentegen, die
den 16en October is begonnen, hebben de
Italianen in hun derde en tweede leger (tus
schen den Krn-top en de zee) negen leger
korpsen met minstens 25 infanterie-divisiën
voor den aanval op de Oostenrijksche Ison-
zolinie gebruikt. Dat zijn ongeveer 320,000
geweren, 1300 veld- en bergkanonnen en
180 zware kanonnen. In denzelfden tijd heb
ben, te oordeelen naar de intensiteit van de
aanvallen, ook de Italiaansche troepen aan
het oostelijke front van Tirol het maximum
van hunne sterkte bereikt. Die bedroeg, vol
gens de officieele mededeelingen, 4 korp
sen met minstens elf infanterie-divisiën
(170,000 geweren, 700 lichte en 100 zware
kanonnen.) Wanneer men de troepen aan de
Karintische grens en aan het westerfront
van Tirol nog daarbij telt, dan komt men tot
de volle 40 divisiën der eerste en tweede
linie, hierboven als 2rkte van het Italiaan
sche leger genoemd.
Het blijkt dus, dat de geheele Italiaansche
strijdmacht betrokken is geweest in den
grooten strijd, die den löen October is be
gonnen en die thans, na eene korte rustpoos,
wederom is herleefd. Met die groote krachts
inspanning slaat de magere uitkomst, die is
verkregen, in een opmerkelijk contrast. De
defensieve stellingen, waarin het Oostenrijk
sche leger zich moet handhaven, zijn op geen
enkel punt van gewicht bezweken. De Oos
tenrijksche muur staat overeind zonder er
gens in weerstandsvermogen te zijn ver
zwakt.
Italië staat nu in de zesde maand van
zijn oorlog, en behalve de voldoening, die
de dapperheid waarmee de troepen den
strijd voeren verschaft, kan het op geen suc
ces wijzen. Italië heeft de voordeelen ver
smaad, die het in vreedzaam overleg van
Oostenrijk-Hongarije had kunnen krijgen als
loon voor 't zich houden buiten den strijd.
Niet tevreden met wat het bij minnelijke
schikking had kunnen krijgen, wilde Italië
zich dit en nog heelwat meer met het zwaard
veroveren. Maar die verovering schijnt zijne
krachten te boven te gaan; althans tot heden
is het daarmee nog niets gevorderd.
En naast deze negatieve uitkomst heeft
Italië nog een positieven schadepost te
boeken: het verlies van het gebied aan de
overzijde van de Middellondsche zee, dat het
aan Turkije had ontnomen. Daar heeft de
wereldslrijd het gevolg gehad, dat de inge
boren bevolking in opstand is gekomen te
gen het Italiaansche gezag, dat nu uit het
gansche binnenland is teruggedrongen en
zich met moeite handhaaft in een gebied,
dat zich weinig verder uitstrekt dan de poor
ten van de hoofdstad Tripoli. Tegen die
volksbeweging staat Italië machteloos. De
vruchten van den strijd, dien het tegen Tur
kije had aangebonden om voet te krijgen aan
de Afrikaansche kust van de Middellandsche
zee, dreigen Italië te ontgaan als gevolg van
den nieuwen strijd, waarin het zich heeft be
geven om zich zijn aandeel te verzekeren
van den buit, die naar zijne gedachte aan het
einde van dezen wereldstrijd te verdeelen
zou komen. Zoo ondervindt Italië de Neme
sis van de wereldgeschiedenis.
De oorlog.
B e.r 1 ij n11 Nov. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Op verschillende plaatsen van het weste
lijke front waren artillerie-gevechten en een
levendige arbeid met mijnen en handgrana
ten.
Een Engelsch vliegtuig moest ten noor
den van Bapaume landen; de bemanning
werd gevangen genomen.
P a r ij s, 11 Nov. (R.) Avond-communi
qué.
Er waren bijzondei actieve kanonnades ;n
de sectoren Loos en Soucnez. Onze mineurs
kregen uitmuntende resultaten in het vernie
len van vijandelijke gangen en het bescha
digen van loopgraven. In Les Eparges bezet
ten wij een loopgraaf.
B ér 1 ij n11 Nov. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Legergroep Linsingen. Bij Këmmern
(ten westen van Riga) werden gisteren drie
aanvallen, die door het vuur van Russische
schepen ondersteund werden, afgeslagen. In
den nacht zijn onze troepen, ingevolge het
vroeger gemaakte plan en zonder door den
vijand te worden gestoord, uit de bosch
streek ten westen en zuidwesten van Schloch
teruggetrokken, omdat dit terrein door den
regen van de laatste dagen in een moeras
veranderd was.
Bij Bersemünde (ten zuidwesten van Riga)
kwam een vijandelijke aanval in ons vuur
niet tot uitvoering. Bij een korten tegenstoot
maakten wij meer dan 100 Russen gevan
gen.
Legergroep Leopold van Beieren. De
toestand is onveranderd.
Legergroep Linsingen. Ondersteund
door Duitsche artillerie, wierpen de Oosten-
rijksch-Hongaarsche troepen de Russen uit
Kosciuchnowka (ten noorden van den spoor
weg KowelSarny) en hunne zich ten zui
den daarbij aansluitende stellingen. Zeven
officieren, meer dan 200 man en acht
machinegeweren werden ingeleverd. Ten
zuiden van den spoorweg mislukten de Rus
sische aanvallen.
Weenen, 11 No v. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Ten westen van Czartorysk wezen wij een
Russischen aanval of. Ten westen van Rafa-
lowka wierpen de Oostenrijksch-Hongaar-
sche troepen, door het vuur van Duitsche
batterijen gesteund, den vijand aan de Styr
terug, waarbij zeven officieren, 200 man
schoppen en acht machinegeweren in onze
handen vielen.
Petersburg, 11 Nov. (Tel.-agent-
schap). Communiqué van den grooten ge-
neralen staf.
Aon den linkeroever van de Dwina, in
de streek van Uxkull, maakten onze troe
pen met medewerking van zware artillerie
zich meester van een hofstede bij Bcrze-
munde, waarbij eenige tientallen Duitschers
gevangen werden gemaakt en twee machi
negeweren genomen werden. Twee tegen
aanvallen van den vijand werden met groo
te verliezen aan Duitsche zijde terug ge
slagen.
Bij het dorp Kostioekhnovka, ten westen
van Rafalovka, ontspon zich een hardnekkig
gevecht.
Volgens de nader verkregen gegevens zijn
in den strijd in de streek ten noorden van
Kolki, behalve de reeds gemelde 2000 sol
dalen en 50 officieren, nog buit gemaakt
1500 soldaten, 21 officieren en 11 mitrail
leuses.
Op het geheele overige front is geene
verandering.
Weenen, 11 Nov. (\V. B.) Officieel be
richt van heden middag.
De Italianen hebben hunne pogingen om
Görz te winnen, wederom hervat. In de pau
ze na den derden Isonzo-slag hadden zij man
schappen tot aanvulling van de geleden
verliezen ingelijfd en meer troepen in den
omtrek van Görz bijeen getrokken. Gisteren
gingen zij weer, na eene hevige artillerie-
voorbereiding van eenige uren, aan het
geheele front ven Plava tot den Monte dei
Seibusi tot den algemeenen aanval over.
Wederom sloegen de dappere verdedigers
alle stormen af gedeeltelijk door hun vuur,
gedeeltelijk in handgemeen onder de zwaar
ste verliezen voor den vijand, wiens aanvals
lust des avonds bij het vallen van den avond
voor dezen dag geheel verlamde.
Rome, 11 Nov. (R.) Officieel commu
niqué.
Een vijandelijke aanval op het Campelle-
dal, gesteund door talrijke kanonnen, die
verdekt waren opgesteld op de belendende
bergtoppen, werd teruggeslagen. Wij zetten
onzen krachtigen druk voort op den berg
kam van Cordevole en begonnen vooruit fe
gaan in den Plava-sector aan de Isonzo en
ten noordwesten van Görz.
Een aanhoudende regen, die de talrijke
ravijnen in stroomen veranderden, belem
merde de operatiën op het Karst-plateau;
maar wij bestormden een aantal loopgraven
ten zuidwesten van San Martine.
Berlijn, 11 Nov. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
De vervolging van de Serven in het ge
bergte ten zuiden van de westelijke Morava
maakt goede vorderingen. Meer dan 4000
Serven werden gevangen genomen.
Het leger van Bojadjew is op verscheidene
plaatsen over de Mcrawa gegaan.
W-e enen, 11 Nov. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Ten oosten van Trebinji sloegen wij een
sterken Montenegrijnsche aanval af. De
vijand leed groote verliezen.
De van Usice naar het zuiden vooruitdrin*
gende Oostenrijksch-I longaorsche troepen
hadden gister den halven weg noor Nova
Varos afgelegd. Ten noordoosten van Ivan-
jicn verdreven wij den vijand uit verschei
dene stellingen op den Cemerno-rug. De
Duilsche troepen van generaal Koevess drin
gen de Serven terug in het gebied van Sto-
lovi Janina. Ten oosten daarvan bevochten
onze troepen den toegong naar den Krnja
Jela en den Pagled. In Trstcnik vielen (lui
zende Serven in onze honden. In Vrnjacka
Banja, ten zuidwesten van Tropenik lieten
de Serven een veldhospitaal m hter met dui
zend gewonde soldaten en één dokter. Het
leger van von Gallwitz strijdt ten noordoos
ten van Bruss aan den westelijken voet van
het Jastrabac-gebergte.
De Bulgaarsche strijdkrachten gaan bij
Aleksinac over de Morava.
Sofia, 11 Nov. (W. B.) Officieel com
muniqué van den 9en:
Onze troepen zetten de vervolging van
het verslagen Servische leger op den linker
oever van de Morawa voort. Dagelijks ont
dekken wij nieuwen buit in de veroverde
steden. In het Morawa-dal hebben wij heden
langs de spoorlijn gevonden: vier snelvuur
houwitsers, acht snelvuur-kanonnen met een
volle munitiewagen, verscheidene machine
geweren met bespanning, negen fonkelnieu
we zoeklichten, n.l. vier vaste en vijf ver
plaatsbare Verder hebben wij 800 man ge
vangen genomen. Ten zuiden van Leskovatz
bij het station Grableni za hebben wij tien
locomtieven en vierhonderd wagons, waar
van 50 met verschillennd materieel beladen
waren, buitgemaakt.
Parijs, 11 Nov. (R.) Servisch commu
niqué.
Den 8en ging de vijand den westelijken
Morava over bij Kraljevo en de zuidelijke
Morava in de richting van Srjoener en Scs-
kovtz. Wij sloegen aanvallen terug in de
richting van Gidilitza en in den pas van
Kachanik
Konstantinopel, 11 Nov. (W. B.)
Communiqué van het hoofdkwartier.
Op het front aan de Dardanellen duurde
op drie sectoren de wederzijdsche beschie
ting voort. Bij Anafarta kwam het in den
nacht van 9 op 10 November tot een ge
vecht met vijandelijke patrouilles. De onzen
brachten den vijand verliezen toe en dwon
gen hem, naar zijn stellingen te vluchten.
Bij Ariburun bracht onze artillerie de aan
de monding van de Korku Dere opgestelde
vijandelijke artillerie tot zwijgen. Bij Sedd-ul-
Bahr doodde een mijn, welke de vijand liet
springen, door een terugslag een deel van
zijne eigen troepen in de loopgraven.
Onze artillerie verjoeg twee vijandelijke
monitors, die een vuur tegen de kust bij
Saros openden.
Petersburg, 11 Nov. (Tel.-agent-
schap). Communiqué van den grooten ge*
neralen staf. J
Het is een krijgslist der natuur dat de
mensch zonder begrip geboren wordt; nie
mand toch zou het leven aanvaarden, als hij
wist wat het was.
Roman van
IS. T EI R L IN C K.
Kort na het vertrek van boer Penninck
ondervond de boerin van het Hof-ten-Berge,
dat zij hare vingeren, hare honden, hare ar
men niet meer roeren kon!
Al haar ledematen waren geraakt en lamf
Enkel hootd en hart bic :n sterk en geJ
fond!
Hoelang nog
Helaas I
Emiel bleef dus voorloopig gevangen
ter beschikking van den onderzoeksrechter,
zooals men dat in de rechtstaal verbloemt.
In den beginne verzette hij zich hevig
tegen het onrecht, dat hem aangedaan werd.
Het duurde slechts een paar dagc-n. Hij werd
Stiller, gelaten ii\j "jjn 'oL en verwachtte.
schijnbaar kalm, zijne verlossing, die komen
moest; want de hoop verliet hem niet. Kon
men eenen onschuldige veroordeelen? Het
ware te wreed!
Wat hem echter het meest folterde, was
dat hij zijne zieke moeder, die hij zoo onuit
sprekelijk liefhad, niet meer zien kon. Hij
mocht bij haar, zij kon bij hem niet komen!
En de treurige tijding geraakte eindelijk tot
hem, dat zij slechter, kranker werd en zij het
wellicht niet lang meer zou uithouden.
Niet lang meer
Moeste zm eens sterven, terw jl hij hie' op
gesloten zat, moeste zij eens, in zijne afwe
zigheid, sterven?
Moeder Moereels verliet haar bed niet
meerf Zij voelde langzaam, langzaam, maar
zeker haar einde naderen.
De liefde, de zorgen van Melanie, van
Manda, die dikwijls helpen kwam, konden
haar niet langer steunen: haar lichaam was
geknakt, hare kracht en sterkte vernietigd
Op eenen namidJag der maand October,
omtrent twee weken na de aanhouding van
Emiel, riep zij hare dochter en sprak bera
den, zonder huivering in hare stem:
„Melanie, ga om den pastoor!"
En daar het meisje begon te snikken en
jammerlijk klaagde: „Moeder, och, moeder!"
troostte de lamme vrouw:
„Ja, kind, laat den pastoor halen ik ge
voel het: het is tijder komt eene koude
rond mijn hertelIk ben gereed, al lang
gereed maar toch, ga om den pastoor!"
En als de dochter het gebed aan de meid
overgebracht had en, harder weenend, vóór 1
het bed op de knieën viel, sprak de lijdende:
„Ween zoo niet, kind, ween niet!Hij
moest toch eens zoo verre komen!De
eenen vertrekt later, de andere vroeger!
Het leven is ellende!"
Met de oogen, vroeger zoo scherp en fijn,
nu dof en glansloos, naar haar snikkend
kind gericht, zei ze dit. Doch onmiddellijk
verbeterde zij:
„Niet dat.ik zooveel te klagen heb, Mela
nie, neen!Uw vader zaliger was goed
voor mijen braaf; met hem heb ik
schoone dagen beleefd veel schoone da
gen, kind!Emiel en gij hebt mij ook
veel geluk gebracht!.Schijnt de tegen
spoed ons nu te vervolgen en geeft hij ons
slag op slagrukte men mijnen jongen
van mij weg in Gods name!Het zal
beteren!"
Zij gebood, na eenige oogenblikken zwij-
gens:
„Neem nog eens zijnen brief, Melanie."
Van de tatel nam het meisje een papier,
vouwde het open en las. De moeder deed
hare oogen toe; zoo luisterde zij beter. Droef,
met soms een snik er tusschen, klonk de
stem van de dochter.
In zijnen brief sprak Emiel van zijne ge
negenheid voor Melanie, van zijne liefde
vcor Manda, van zijne liefde voor zijne aller
liefste moeder; ook van zijne zaak, die klaar
der werd. Zijn advokaat had hem veel hoop
gegeven en beweerd, dat er geene bewijzen
tegen hem bestonden, dat hij niet twijfelde
of men zou hem binnen kort in vrijheid stel
len; zijn verdediger was overtuigd van Emiels
onschuld; volgens hem volgde het gerecht
een dwaalspoor en zou het weldra gewaar
worden.
De brief eindigde met de volgende woor
den
„Moeder, h: er in het gevang denk ik alle
dagen, alle uren aan u en aan mijn dorpje
en nu dat ik u niet meer zien kan, u niet
meer hoor spreken, u bij mij niet meer voel,
weet ik eerst wat geluk het is, eene goede
moeder als gij te bezitten. Eene moeder is
het dierbaarste, het heiligste, het beste, wat
op aarde bestaat. Moeder, uwe arme zoon
dankt u, omdat gij hem altijd zoo zeer be
mind hebtuw arme zoon zegent u."
En stil, immer met geloken oogen her
haalde de oude vrouw:
„Uw arme zoon egent u!"
En luider voer zij voort:
„Ja, zoon, zegen mijik zegen u ook.
ik zegen u van verre, van verre Vooraleer
ik de laatste, i. ge reis onderneem, zegen
ik u!"
Melanie weende immer en verborg haar
aangezicht in de dexens van het bed. Plech
tig, met klare stem vervolgde vrouw Moe
reels, juist alsof zij tot Emiel sprake:
„Ik zegen uGij zijt altijd een goede
zoon geweestnltijd!Wat opschie
tend, wat opbruisend zooals vader zaliger,
maar toch eerlijk en braaf van gemoed!.... En,
heeft men u onrechtveerdig van mij ge
scheiden, geef toch den moed niet op, jon
gen Leg het hoofd niet blijf sterk, blijf
sterk!Ik zal u niet meer zien mijne
beenen zijn lamEn ik zou u toch met de
hand niet kunnen zegenen, u geen laatste
kruisken op het voorhoofd kunnen maken
mijne armen zijn ook lam!Daarom doe
ik het in mijnen geest: jongen, mijn lieve
jongen, ik zegen u!'
Het venster stond half open. Het zag op.
den bloemenhof uil en een geurenwalm van
een perkje herfstrozen zweefde naar binnen.
De gloed der ondergaande zonne drong naar
het bed en verlichtte helder het schrandere
hoofd der zieke vrouw. Deze opende hare
oogen en haar flauwe blik viel op de immer
weenende dochter.
„Melanie!sprak de moeder, „sta lecht en
kom dichterGij ook zijt goed en braaf
van herte goed en'zacht van gemoed
eene beste dochter!Zwakker, weemoe
diger dan Emiel, maar toch wel zoo braaf als
hij!Ik zegen u ook, kind wees geluk
kig met Remif"
„Och, moeder, moeder!" snikte Melanie.
En daar ze het venster toedeed en de gor
dijn wilde toeschuiven, ten einde het zonne
licht te beletten op het gelaet der lamme te
schijnen, bad de moeder:
„Neen, neenlaat de zonne mij nog
eens beschijnen!Zij gaat onder, stil, en
langzaam zoo, ik, ik ook!Stil en
langzaam!"
Haar hoofd, dat zij met uiterste krachts
inspanning een weinig gericht had, om be
ter den avondgloed te kunnen zien, viel
zwaar op het kussen neder. De vrouw slui»^
rnerde zachtjes in.
Daar gleed de meid binnen.
Buiten hoorde men, op Walmaarde S
kerkje, driemaal drie haastige klepelbonzerv
Wordt vervolgd