laar iet laai vaa belofte! Zaterdag 13 November 1915. - N° 117 Tweede Ü!ad. 14dc Jaargang. EEMLAN DER". BUITENLAND. FEUILLETON. BINNENLAND. ABONNEMENTSPRIJS: Pêt 8 maanden voor Amersfoort f Idem franco per post Per week (mot gratis verzekering tegon ongelukken) - O.IU. Afzonderlijke nummers Wekolijks bijvoegsel nde Hollandsche Huisvrouuf'onder redaotio fran Tliérèse van Hoven) per 8 mnd, 50 ct-S. Advertontiën gelieve men liefst vóór 11 uur, familie* advertenties on berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER AD VERTENTIËN; Van t— 5 regola., f 0.30, Pike regol meer0.10. Pionatnrmbiodingen 25 cents vooruitbetaling. Groot o loiters naar plaatsruimto. Voor handel ou bedrijf beslaan zoel voordeeligo bepalingen tot hol horhaald advorteeron in dit Blad, bij ibonnomont Done circulaire, bevattende de voorwaarden, wordl op muivrnag toegezonden. Hoofdredacteur: Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURO. Verspreide Berichten. Hoe 't er te Saloniki uitziet In de te Turijn verschijnende „Stampa" beschrijft een oorlogscorrespondent zijn in drukken uit Saloniki, waar hij einde October aankwam. „De Engelsche torpedoboot, die ons bij het binnenloopen in de haven tot geleide diende, gaf door een signaal te kennen, dat we in haar kielwater moesten blijven. We bewonderden de door de geallieerden tegen eventueele aanvallen met duikbooten snel gereed gemaakte versperring. We zagen een bijna eindelooze reeks tonnen, die zich uitstrekte langs de geheele monding van het binnenste gedeelte van de golf en vóór de haven van kaap Mikra tot aan de noorde lijkste uitmonding van de Wardar. Ze la gen op afstanden van 15 meter en waren met kettingen aan elkaar verbonden. Aan die tonnen hangt onder water hoe diep weet ik niet een reusachtig net van ijzerdraad: dit onderzeesc'ne net strekt zich over een af stand van tien kilometer uit, en aan de op aervlakte ziet men slechts de tonnen waar het op drijft, terwijl onder water, behalve het net, ook de mijnen en torpedo's verbor gen zijn. Overdag wordt er in dat net een smalle doorvaart gemaakt, waar de schepen doorheen kunnen varen; een kruiser be waakt dien ingang en een zwerm torpedo booten vaart voortdurend heen en weer om het water of te zoeken. Door dien doorgang in het net leidde ons de torpedojager die ons den weg wees, en tegelijkertijd zagen we aan weerskanten, als mijlpalen langs een straatweg, de roodgeschilderde tonnen, die de grens van het mijnenveld aanduidden. Toen we dit achter ons hadden, kwam de torpedojager na een snelle wending langszij er> '-af ons te verstaan, dat we nu voor an- kor konden gaan. Daarna keerde het vaar- frig snel terug naar zijn wachtpost aan het net. In de haven heerscht dag en nacht groote drukte. Het landen van de troepen en het uitladen van de voorraden munitie en le vensmiddelen houdt maar niet op. Men moet er zich waarlijk over verbazen, Jat, ondanks deze koortsachtige haast en drukte, de geallieerden niet al een veel groo- ter expeditie aan land hebben gebracht dan de cijfers welke we hier hoorden noemen. De Grieken hebben hier naar verhouding meer.ytroepen geconcentreerd. In ae stad gaat alles kris en kras door el kander; een herrie en een opgewondenheid heerschen er, zoo als men hier nog nooit heeft beleefd. De pleinen en straten, de ho tels en de eetgelegenheden, de winkels, de schilderachtigè, maar morsige wijken van de oude stad en de vroolijke, moderne straten zijn vol met een ontzaglijke volksmenigte, die schijnbaar doelloos heen en weer stroomt. Bij de plaatselijke bevolking, die al reeds uit een zeldzaam mengelmoes van al lerlei landaarden en volkstypen bestaat, zijn Menig huwelijk is ongelukkig omdat slechts de man in den man en de vrouw in de vrouw elkaar aantrokken, terwijl geestelij ke harmonie ontbrak. Roman van IS. TEIRL1NCK. 42 Melanie en de meid brachten voor de be rechting alles in gereedheid: Een klein ta feltje met een zuiver wit linnen droeg een kruisbeeld, een kommetje met wijwater en een bosje palm; er nevens flakkerden en rookten twee gewijde kaarsen In eens schoot vrouw Moereels uit haren sluimer en beval: „Melanie, zend om de Penninck'sMan- da. Manda wil ik nog eens zien." Zij dommelde weder in. Melanie zond de ineid naar het Rattenhof. ïing-tingl tingelinge-tinkf Zoo rinkelde de berechtingsbei op het yoorhof. Een oogenblik daarna traden de pastoor en de koster in de ziekenkamer. De geestelijke bleef eene korte poos met de weduwe alleen. Vervolgens kwaaien Melanie gedurende de laatste maanden nog duizen den Grieksche en Israëlietische vluchtelin gen uit Klein-Azië gekomen en in de laatste dagen hebben zich daarbij nog meer dan drieduizend Servische vluchtelingen ge voegd. Dan nog de gemobiliseerde Griek sche troepen en het landingsleger der geal lieerden. De stad is volgepropt met men- schen, en kan die onmogelijk allen huisves ten en voeden. De prijzen van levensmiddelen zijn dan ook onmatig opgedreven. Voor een armza lig kamertje in een zoogenaamd hotel gesteld dat men er nog een vinden kan betaalt men zeker niet minder dan acht tien tot twintig francs per dag, terwijl men er in gewone omstandigheden niet meer dan drie voor betalen zou. In de koffiehui zen vecht men om een plaatsje en men mag blij zijn voor grof geld een naar bordje soep of een stuk brood te krijgen. En intus- schen stroomen er uit de schepen, die de haven invaren, steeds maar meer soldaten.... De buit der Duitschers in Kragoejewats. De oorlogscorrespondent van de Deutsche Tageszeitung meldt uit Kragoejewats: De Serviërs hebben de stad Kragoejewats opgegeven, toen zij de daarvoor gelegen aardwerken niet meer konden houden, om de plaats voor een bombardement te sparen. Kragoejewats is dan ook volkomen ongerept door den oorlog in onze handen gevallen. Het was levendig in de stad, ofschoon alle winkels gesloten waren. Kragoejewats, zoo schrijft de correspon dent, heeft niets bijzonders. Het is een klein, zuil landstadje, dat er intusschen niet zoo slecht uitziet als de andere plaatsen, die ik hier heb bezocht. De kern van de geheele stad is de wapenfabriek, die iets ter zijde aangelegd, uit een klein begin zich ontwik keld'heeft tot een voor Servië verbazing- welckenden omvang. Door de Serviërs ont ruimd, zoover het mogelijk was, bij het snelle opdringen van de Duitschers, ligt het arse naal en de pyrotechnische afdeeling van de wapenfabriek toch nog vol kostbaar mate riaal. Voorloopige schattingen doen vermoeden, dat we alleen aan metaal, olie en rubber voor millioenen hebben buit gemaakt. De groote fabriekszalen staan vol machines van Fran- schen, Amerikaanscben en voornamelijk van Duitsche oorsprong. Aan alle machines ont breekt op het oogenblik het een of andere stuk, zoodat ze wel onbruikbaar gemaakt, maar nog niet geheel waardeloos ziin. In alle werkplaatsen en magazijnen liggen stapels mgessing, lood, hout en ook wat antimo nium. Hulzen voor geweerpatronen, granaat cartouches, oude en nieuwe, liggen in ber gen of staan in goed geordende stapels tot aan de zolders van de magazijnen. Op de binnenplaatsen heerscht groote verwarring. Messing, koper en loodvoorraden, afval van de draaibank, oud metaal, dat gereed lag om gesmolten te worden, liggen door elkaar. Daartusschen lange rijen van oude bronzen kanon-loopen en kleine en groote scheeps- en de koster weder binnen en het H. Oliesel werd de stervende toegediend. De zieke was voor de laatste reis gansch gereed! In het uitgaan schudde de pastoor beden kelijk het hoofd en Melanie, die hem tot de deur vergezelde, vroeg met tranen in de stem: „Niet waar,, mijnheer de pastoor, het laat ste „Misschien ja ze is verre, verre, kind!" Hij stuurde heur eenige troostwoorden toe en vertrok met den koster, juist als boer Penninck, Remi en Manda in de hofpoort verschenen. De ziekelijke vrouw Penninck was te week van gemoed en kon geen mensch zien sterven: Zij was thuis gebleven! De Penninck's groetten stil den herder, die herhaalde, terwijl hij henen ging: „Ze is verre, verre, Penninck." Deze trad op Melanie toe en vroeg: „Is ze inderdaad zoo verre?" „Het laatste!" snikte de dochter. „En ze vroeg naar mii?" „Jaze vroeg u allenKomt, eer het te laat is." Zwijgend gingen zij in het vertrek van de zieke. De vale kaarsenschijn streed mót den laatsten westergloed. Het was hier akelig en de was- en rookgeur beneep de borst. Hoorde de zieke, dat iemand binnen kwam? Zij deed flauwtjes hare oogen open en zei: „Haf Penninck!.Goed!Nader, ge- buur, en luister. Ik kan nu nog denken en spreken!Ik heb nog mijn verstand maar ik voel, dat het weg wilKomt ook bij, Remien gij, Manda en Melanie! kanonnen van voor-historische constructies. Daaronder zijn loopen, die op de Oosten rijkers en Turken zijn buit gemaakt, heele kanonnen, een bergbatterij, kortom mate riaal, dat een ontzaggelijke waarde vertegen woordigt. In de granaatfabriek liggen groote hoeveel heden granaatkartetskogels, half klaar geko men projectielen en ook granaatkartetsen, waaraan alleen nog de ontsteker ontbreekt. Voor de stad, in de nabijheid van de pyro technische fabriek, staan veertien gebouwen, die tot aan de zolders met ammunitie gevuld zijn. De Serviërs hebben geaarzeld deze kost bare voorraden te vernietigen, in de hoop nog^erug te komen. Zooels de Russen in Brest-Litowsk gedaan hadden, strooiden zij kruit voor en om de huizen, zoodat er ont ploffingen zouden plaats vinden, als de Duit sche soldaten bij de magazijnen kwamen. We hadden echter bij de Russen de noodige ervaring opgedaan en zetten het terrein voor de gebouwen en de vloeren onder water. De beteekenis van de inneming van Kragoeje wats beseft men het best, als men bedenkt, dat de stad het eenige arsenaal van dezen aard in geheel Servië was. Daarmede hebben de Serviërs de mogelijkheid verloren hun leger met ammunitie te voorzien. In het Servische gebergte. Dr. Steiner seint aan de Lokalanzeiger. uit Servië: De aanval in het hooge gebergte ten zuiden van Kragoejewats gaat zonder hape ren voorwaarts. Het gekloofde terrein maakt een langzaam, voorzichtig opdringen van den aanval noodzakelijk, daar men slechts door de dalen kan voortrukken. De aanvols- colonnes dringen dus als kleine wiggen in het terrein. De opmarsch vindt straalvormig plaats en de verschillende colonnes moeten zich op gelijke hoogten houden. De strijd, die hier gestreden wordt, is de typische bergoorlog, speelt zich itf kleine gevechten af en heeft zeer veel overeenkomst met den occupatie-veldtocht in Bosnië. Het doel van den opmarsch is de groote weg Kraljewo Kroesjewats in het Golyska-Morawa-dal, waar de nu gescheiden legers van Kövess en Gallwitz elkaar weer zullen ontmoeten. Ofschoon de Serviërs in dit gebied wei nig troepen tegenover ons stellen het grootste gedeelte is ongetwijfeld aan het Bulgaarsche front komt de aanval slechts stap voor stap voorwaarts door de moeilijk heden van het terrein en met de verbin dingslijn. Tusschen de evenwijdig opmar- cheerende colonnes liggen de bergruggen van het hooge gebergte van Groezilewats. In deze bergen zijn overal kleine Servische afdeelingen, die slechts door talrijke zwer vende patroeljes bestreden en door een moefizaam 'afzoeken van het terrein uit den weg geruimd kunnen worden. Daaidoor is de toch reeds moeilijke treindienst voort durend aan gevaar van overrompeling blootgesteld. Wat zich daar in die onher bergzame hoogten afspeelt is de ware gue rilla en eischt alle energie van de troepen, die in een onbekend terrein tegen den vij and vechten, die in een open veldslag min- Allen schaarden zich rond het bed. „Melanie, hef mijn hoofd wat op." De dochter schoof er,een kussen onder. God-toch! wat keek de vrouw zonderling! Ja ja, de dood hield zijne hand over haar! „Hoor, Penninck, onze kinderen zien el kander geerne Remi zal trouwen met Me lanie Met meer vuur zei ze dat: „Manda, kom hier dichter, dichter gij, kloeke Man da, liefste van mijn herte." Het struische kind, ook door droefheid overmeesterd, doch bedaarder dan Melanie, naderde, terwijl zij een der lamme handen vastgreep. „Ja, neem mijne hand vastik voel het nietmaar toch het doet mij deugd Boer Penninck, Manda zal trouwen met mij nen armen jongen." Penninck antwoordde statig: „Vrouw Moereels, weet ge Zij liet hem niet uitspieken. „Ik weet alles alles," viel zij hem in de rede. Toch bekende hij, zijne rechtschapenheid beval het hem: „Dus weet gij, dat ik arm benals boer alle jaren achteruitga geld heb geleend?" „Ik weet alles alles!" herhaalde zij ferm doch flauwer. „Wat doet het?Heeft men Emiel niet aangehouden als moorde naar als moordenaar, boer Penninck? Is dat niet erger dan arm te zijn?" „Ja, maar Emiel is onschuldig," verzachtte boer Kazakke. „Toch.... toch! voor sommigen niet!" zei ze bitter. „Onze kinderen zullen trouwen. dcrwanrdig zou zijn, maar hier in het geberg te thuis en met deze soort van oorlog van oudsher vertrouwd is. Stockholm, 12 Nov. (W. B.). De Zweedsche academie van wetenschappen heeft besloten de Nobelprijzen voor 1914 al dus toe te kennen. natuurkunde prof. M. von Laue, van de universiteit te Frankfort a/M. wegens de ont dekking van de diffractie van Röntgenstralen in kristallen; scheikunde prof. Theodore William Ri chards van de Harvard universiteit te Cam bridge (Massachusetts; wegens de bepaling van de aloomgewichten dor chemische grondstoffen. De prijzen voor 1915 zullen morgen be paald worden. De Staatscourant van Zaterdag 13 No vember bcva o.a. du volgende Koninklijke be sluiten: on verzoek eervol ontslagen \V. F. L. Oudenhoven als directeur van liet postkan toor te Utrecht.* ingetrokken de benoeming van G. F. II. van Ilelleïiberg Hubar. directeur van het post- en telegraafkantoor tc Oostcrhoul, tot directeur van het posi- en telegraafkantoor tc Uden. De Franse he gezant. De Fran- sche gezant bij ons Hof, de heer H. Allizé, vertrok gisteren via Engeland naar Parijs, ter begeleiding van mevrouw Allizé, die, na eenigen tijd te 's Gravenhage vertoefd te hebben, naar Frankrijk terugkeert. De Britsche handels-attaché. Sir Francis Oppenheimer, handels-attaché aan de Britsche legatie te Den Haag, is al daar teruggekeerd en heeft zijn functie hervat. De heer A. P. II. Hotz, consul-generaal van Nederland te Beyruth (Turkije) die hier te lande vertoeft, zal binnenkort naar zijn post terugkeeren. Het Regeer ingsant woo rd op het verslag der afdeelingen van de Tweede Kamer nopens de Algemeene Be schouwingen der Staatsbegrooting wordt spoedig verwacht. De Onderwijscommissie. Giste ren kwam de Staatscommissie voor het On derwijs (Bevredigingscommissie in het de partement van Buitenlandsche Zaken voltal lig bijeen ter verdere behandeling (en ver moedelijke beëindiging) van bet voorstel ha ler subcommissie in zake de redactie van het Grondwetsartikel nopens het onderwijs. De installatie van de Staatscommissie tot unificatie en vereenvoudiging van de re geling van het pensioensrecht der burger lijke ambtenaren en hun weduwen en wee zen is bepaald op Zaterdag 20 November, Penninck, ik wil hetEn gij ook, niet waar „Willen zij?" vroeg de boer, en hij bezag de drie kinderen. „Och ja, vader," antwoordde Remi, die, terneergeslagen door de bovenmatige droef heid van Melanie, sedert zijn intrede hare hand troostend vasthield. Manda en Melanie knikten goedkeurend. „Als het zóó is," besloot Penninck, „en gij altemaal tevreden zijt, wil ik ook wel Ze zullen trouwen vrouw MoereelsZij nu maar gerusten vermoei u nietZe zullen trouwen!" „Ik niet meer zien!" Zachtjes zei de lamme dat en sluimerde daarop weder in. Was zij te zeer vermoeid? Of naderde rap de eindkrisis? Het duurde echter niet lang: daar schoot zij uit de sluimering. „Waar is Manda?" vroeg ze. „Hierhier bij u, vrouw Moereels," leg de het meisje uit. „Zeg zóó niet vrouw MoereelsZeg moeder, moeder!Gij, Manda, zijt mijn lief kindgij hebt de ziel van mijnen jon gen gestolenGij bemint hem wel diep, niet waar?Hij verdient het, ja, hij ver dient hetZeg, zeg moeder!" Dicht boog Manda haar hoofd bij dit dei- stervende, die haar zonderling aanstaarde. „Moeder, lieve moeder!' 'fluisterde het meisje. „Goed, goed!" zei de weduwe en zij trachtte te glimlachen. „Mijn arme jongen verdient alle geluk op de wereld en zij beschuldigen hem laf, laf, laf!Maar gij zult hem gelukkig maken. Manda, dat zult des voormiddags te elf uur; in hel gebou"1 van het departement van Financiën. Gistermorgen ten 6 uur werd door llr. Ms. „De Ruytêr" aan hel radiostation te Schcvcningen geseind: Kaap Bow (Tunis) ge passeerd. Voor den dienst in Ned.-Indic zijn be* stemd: Mr. P. B. Dijksterhuis te Tilburg, nu. A. Boeye te Amsterdam, voor rechterlijk amb tenaar; J. Brands tc Katwijk aan Zee, voor tijdelijk bouwkundig opzichter ter beschikking van den directeur der B. O. W.; J. A. Meulkens, te Purmerend, W. A. Stark te 's Gravenhage, voor opzichter bij den Waterstaat en 's Lands B. O. W. Voor den In disc hen dienst. Bij resolutie van den minister van Koloniën zijn IJ. A. de Vries, te Amsterdam, en W. M. Reijerse, te 's Gravenhage, gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van Ned.-lndië, ten einde daar te lande te worden benoemd tot onder-opzichter bij den Sumatra-Stantsspoorweg, en is J. A Roborgh, te 's Hertogenbosch, gesteld tei beschikking van den gouverneur-generaal van Ned.-lndië, om te worden benoemd tot electro-technisch ambtenaar le kl. bij den post-, telegraaf- en telefoondienst daar te- lande. M. C. E. Stokman, f Te Nijmegen is op 75-jarigen leeftijd overleden de heei M. C. E. Stokman, oud-resident van Menado. Nederland en de oorlog, Oe melkvoorziening. Men meldt ons uit den Haag: Uit de beste bron vernemen wij dat inza ke het melk-vraogstuk tusschen den Minis ter van Landbouw, Nijverheid en Handel ën de adviseurs van den Minister geen ver schil van meening bestaat. Zakenverlof. Door de Kamer van Koophandel te Alk maar is aan den minitser van Oorlog een adres gezonden, waarin betoogd wordt, dat vele gemobiliseerden, behoorend tot den industrieelen middenstand, ernstig schade lijden door de mobilisatie. Gewezen wordt dan op het af en toe ver leende zakenverlof. Den minister wordt in overweging gege ven, om, indien dit mogelijk is, maatregelen te treffen, waardoor wordt voorkomen dat velen door hun dienstplicht voor het vader land te vervullen, zelf maatschappelijk ten onder gaan of hun inkomsten zóó belang rijk zien verminderen, dat zij de toekomst, die te voren voor hen vrijwel verzekerd scheen, thans nadat hun dienstplicht zal zijn geëindigd, met de grootste zorgen te gemoet gaan. r Kaas. Door de Nederlandsche Vereeniging van Kaashandelaren is aan de Tweede Kome^ y gij!Och, hoe koudhoe koud ron3 mijn herte!" Melanie snikte koortsig, Manda weende zacht, Remi schreide en drukte immer de hand zijner geliefde; zelfs boer Kazakke veegde eenen traan weg. Daar sprak de stervende weer, maar flau wer, veel flauwer, eindelijk schier onhoor- baar: „Vrienden, weent niet... weent niet lan ger Mijn tijd is uitEn daarbij: ik ben gereed!Penninck vergeet niet... Manda, Melanie, Remi, ik zegen u allen5 allen, met mijnen armen jongen Emiel... Och, wat wordt het koudijskoud rond mijn herte En alles wordt donker, don ker Vaarwelikzegen uzeg aan Emiel.aan mijn jongen, datAch!" Een laatste gil hare oogen vielen toef.... Een laatste zucht zweefde over hare lippert in de kamer. De kloeke vrouw was dood I Vriendelijk lag zij daar in het wegsterven de rood der avondzon. Nevens haar lijk knielden twee kermende vrouwen, twee weenende mannen. In eens scheen het bleeke licht der twee waskaarsen, die nog brandden, heller te wor dt 'i de hemelsche glans verzwond van hef gelaat der doode want ook de zon, die andere goede moeder, was slapen gegaan1 Wordt vervolgd.'

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 5