~BINN EN LAND.
ST EÜLiON
WIINBAHOELA.STIWk
tectatalrial 34. Itót'MS.
Verspreide Berichten.
Parijs, 15 Nov. (R.) Avondcommup.i-
4ué- -
Den 13en was er bij tusschenpoozen ertil-
leriestrijd in het district Rabrovo in de lich
ting van Krivolak. Een hevige actie ontwik
kelde zich aan den linkeroever van de Cer-
na, waar de Bulgaren zonder succes den
panval voortzetten. De Franschen kregen
nauwe voeling met de in de streek van Pri-
lep opereerende Serven.
Saloniki, 13 Nov. (R.) De Italiaan-
iche kruiser Plemonte is van Dedeagatsch
jeruggekeerd na den spoorweg beschoten te
hebben. Het bombardement richtte eenige
schade aan.
Berlijn, 15 Nov. (K. N.) Uit Braila
wordt aan de Voss. Ztg. geseind dat het ge
regelde verkeer op de Donau en ook het
personenverkeer tusschen Galatz en Crova
Dinsdag (16 November) zal worden hervat.
Konstantinopel, 15 Nov. (W. B.)
Communiqué van het hoofdkwartier.
Op het Dardanellenfront had van tijd tot
tijd aan het buiteneinde de gewone artillerie-
en bommenstrijd plaat9.
P a r ij s, 1 5 N o v. (R.) Avondcommuniqué.
In de Dardanellen is niets van belang ge
beurd tusschen 11 en 15 November. Aan
beide zijden is men bezig met de versterking
van de verdedigingswerken en het aanleggen
van mijnen. Britsche monitors gingen voort
met het bombardeeren van de militaire wer
ken van Gallipoli.
Petersburg, 4 Nov. (Tel.-agent-
schap). Vertraagd. Communiqué van den
grooten generalen staf.
Op het Kaukazische front wierpen onze
troepen aan den westelijken oever van het
Oermiameer benden Koerden terug.
15 Nov. Van de Zwarte zee tot aan de
Arak waren schermutselingen. Aan het Van-
meer bombardeerde een oorlogsschip de
Turksche stellingen bij het dorp Akhlamera.
In sommige sectoren van ons front is de
sneeuwlaag drie voet dik.
Konstantinopel, 15 Nov. (W. B.)
Communiqué van den grooten generalen
staf.
Op het front in den Kaukazus verraste
een van onze patrouilles in de streek van
Milo een vijandelijke afdeeling, die op de
vlucht gedreven werd en omstreeks 50 man
aan dooden en gewonden verloor.
Par ij s, 14 Nov. (Havas). De maande-
lijksche rapporten van de directeuren van
den landbouwdienst in de departementen
wijzen uit, dat de algemeene toestond van
den landbouw zeer bevredigend is. De oogst
/an 1916 is verzekerd, ondanks den oorlogs
toestand en het gemis van werkkrachten. De
wijnbouw heeft een tamelijk zwakken oogst
opgeleverd; daarentegen zal de hoedanig
heid van de wijnen bijzonder goed zijn.
Zurich, 13 Nov. (Havas). Een onzij
dige reiziger, die uit Berlijn is aangekomen,,
verzekert, dat er ernstige onlusten zijn uit
gebroken in Berlijn en in de provincie ten
gevolge van de enorme stijging van de prij
zen der levensmiddelen. Hij verhaalt zelf een
opstootje te hebben bijgewoond, dat met de
uiterste strengheid door de politie werd on
derdrukt en waarhij meer dan 200 dooden
en gewonden zijn geweest.
Petersburg, 15 Nov. (R.) Een tele
gram uit Teheran bericht, dat het Russische
gezantschap aan het Perzische volk kenbaar
heeft gemaakt, dat de Russische regeering
besloten heeft de propaganda tegen te gaan
var. de Duitsche intriganten, die trachten de
vriendschap tusschen Rusland en Perzië te
verstoren. Het Perzische volk wordt er van
op ie hoo: ie gebracht, dat de Russische
strrijdmacht door geene vijandelijke bedoe
lingen bezield is.
N e w-Y o r k 15 Nov. (R.) De pers en
het publiek in Amerika dringen er eenstem
mig en met klem op aan, dat alle regeerings-
bureaux in de Vereenigde Staten aan het
wérk zullen worden gezet, om een eind te
maken aan de lange reeks complotten en
misdaden, die een gevolg zijn van den over
al werkenden Duitschen invloed.
Stukken, die in het bezit van de autori
teiten zijn, versterken de beschuldiging, door
Goricar geuit, dat de Oostenrijksche consuls,
die werken onder leiding van Nuber, den
Oostenrijkschen consul te New-York, en
graaf Bemstorff, het middelpunt vormen van
de propaganda, die ten doel heeft stakingen
in munitiefabrieken uit te lokken en ook an
dere kwade bedoelingen heeft.
Goricar heeft, in antwoord op de verkla
ring der Oostenrijksch-Hongaarsche gezan
ten, waarin hij aangevallen wordt, verdere
bijzonderheden bekend gemaakt over de
handelingen van Duitsche en Oostenrijksche
ambtenaren in de Vereenigde Staten, waar
toe ook kapitein Boy Ed en kapitein von
Panen behooren.
Nuber stond, volgens Goricar, non het
hoofd von ten minste 3000 spionnen in de
Vereenigde Staten en ontwierp het plan van
olie aanslagen, die sedert het begin van den
oorlog in dit land gepleegd zijn.
Er zijn groote sommen uitgegeven voor
het omkoopen van dagbladen, het subsidies-
ren van professoren, a het vernietigen van
miinitievoorraden, en voor reis- en verblijf
kosten van honderden lieden, die voortdu
rend door het land trekken.
Goricar ontkent ten stelligste, dat hij be
taald wordt voor zijne onthullingen. Vrien
den, die hij heeft in den Oostenrijkschen
consulairen dienst, hebben hem in Maart
meegedeeld, dat hij, wanneer bleek, dat hij
iets tegen de Duitsche belangen wilde on
dernemen, terstond krankzinnig zou worden
verklaard of beschuldigd worden een Rus
sisch spion te zijn.
<^ok..van andere zijde is bevestigd, dat er
m de ereenigde Sinten een door Vreemde
lingen gevormd leger bestaat, dat georgani
seerd is door Oostenrijksche, Hongaarsche
en Duitsche consulaire ambtenaren. De
agenten van den geheimen dienst der Ver
eenigde Staten zijn thans, naar verluidt,
vrouwen op het spoor, die in verbinding
staan met Fay en andere samenzweerders.
Dit complot heeft wijde vertakkingen, zooals
blijkt uit de acte van beschuldiging tegen
Fay en zijn handlangers, die „onder elkan
der en niet niet genoemde" personen samen
gezworen hebben, om de neutraliteit der
Vereenigde Staten te schenden.
Naar verluidt, zal het proces tegen Carl
Buenz, directeur van de HamburgAmeri-
kalijn, en andere ambtenaren, die Duitsche
oorlogsschepen in den Atlantischen Oceaan
van Amerikaansche havens uit van het noo-
dige voorzien zouden hebben, deze week be
gonnen en met kracht voortgezet worden.
Kitchener.
Naar de Temps in Parijsche regeerings-
kringen verneemt, zal Kitchener het opper
bevel over de Engelsch-Fransche strijd
krachten in het Naburige Oosten op zich
nemen. Of hij den titel „minister van oorlog"
zal behouden, is bijzaak. Hoofdzaak is, dat
de op Gallipoli, in Servië en Aziatisch Tur
kije verloren gegane tijd door eenheid van
leiding worde ingehaald. Het zal dan ook
blijken of Kitchener's leiding St. Petersburg
en Rome er toe brengt, in het Naburige
Oosten metterdaad aan den strijd deel te
nemen.
Kameroverzicht.
Tweede Ka met
De Tweede Kamer heeft gisteren de mo~
tie-Albarda (Staatsexploitatie van Djambi)
met 37 tegen 34 stemmen aangenomen en
daarna het wetsontwerp tot uitgifte van
Djambi aan de Koninklijke Petroleum-maat-
schappij met 48 tegen 21 stemmen verwor
pen.
Staatsbegrooting voor 6916.
Memorie van Antwoord.
Handhaving der neutraliteit.
Het verheugt de Regecring dat haar politiek
tot behoud onzer onafhankelijkheid en tot strikte
handhaving der neutraliteit blijkbaar algemeene
instemming vindt.
Dat enkele organen der pers niet schijnen in
t« zien van hoe groot belang handhaving der
neutraliteit voor ons land is. Reeft ook de Re
geering met leedwezen ontwaard. De geringe
invloed die de betreurenswaardige uitingen welkè
hiervan deden blijken, hebben gehad, is het beste
bewijs dat de Regeering wel deed, de persvrij
heid. waaraan hier te lande terecht hooge waar
de wordt gehecht, zooveel mogelijk te eerbiedi
gen. Onze pers, tot welke partij ook behooren-
de, vervult haar verantwoordelijke en uiterst
moeilijke taak op een wijze, allen lof waardig.
Zij vindt in haar zelve de m'ddelen en de kracht
enkele uitwassen onschadelijk te maken.
Dienstweigering.
Een strafvervolging tegen onderteek enaars
van het onlangs verspreid manifest, waarbij
dienstplichtigen tot dienstweigering worden aan
gespoord, wordt ingesteld. Men mag aannemen
dat verscheidene onderteekenaars van het mani
fest, den ernst van him vergrijp niet hebben in
gezien. Zij zijn in de gelegenheid alsnog daar
van blijk te geven
Geen bemiddeling.
De Regeering is er zich ten volle van bewust
dat, ook al wordt ons land niet in den oorlog
betrokken, voor ons beëindiging van den volke-
renkrijg van onberekenbare waarde zal ziin. Dit
feit ware echter ee.\ al te zwakke grond voor
een poging tot bemiddelend optreden. Ons be
lang zinkt in het niet in vergelijking met de ont
zagwekkende belangen die voor de gansche
menschhcid, en in het bijzonder voor de groote
oorlogvoerende machten bij het tot stand komen
van den vrede betrokken zijn. Zich op ruimer
standpunt plaatsende, bliift de Regeering bereid
naar vermogen en met inachtneming van de
door haar gehuldigde neutraliteit haar mede
werking te verleenen tot een ernstige poging om
het einde van den oorlog te verhaasten.
Maar zij geeft er zich tevens rekenschap van.
dat geen poging kans van slagen heeft, die door
een of meer der belligerente mogendheden om
welke reden dan ook met wantrouwen zou "or
den ontvnngen of zou v orden beschouwd als een
onwelgevallige alleen door het belang voorge
schreven inmenging. De Regeering mag zich
door haar zucht om den vrede te bevorderen,
niet laten verleiden tot proemature stoppen, die
de positie van ons land en het doel dat zij zou
willen bero'ken. «Whts kunnen schaden.
De mobilisatie van het leger.
De Regeering deelt het gevoelen dat de vraag
of in de tegenwoordige omstandigheden nog
steeds noodig is het geheele leger op de been
te houden, een vraag is van algemeen regee-
imgsbeleid. <Tïe niet uisluitend de ministers van
Oorlog en Marine raakt. De Regeerino- wenscht
zich in geen en1"! oozicht aan de op haar rus
tende verantwoordeliikhe:d te onttrekken.
De economische en financieele bezwaren, aan
de indiensthouding verbonden, en waarop thans
opnieuw uitvoerig de aandacht is gevestigd, Yrf
gen zoo voor de hond, dat men wel zal willen
aannemen dat zij aan de aandacht der Regee-
r'ng niet zijn ontsnapt. Het zeer groote gewicht
dier bezwaren is door haar geen oogenblik
onderschat en zij beseft ten volle dat dat ge
wicht toeneemt naarmate de oorlogstoestand
langer duurt.
De moeiliikheid die is op te lossen, wordt ge
deeltelijk beKeerscht door de vraag op welke
v. ijze en binnen hoeveel tijd, indien een gedeelte
der weermacht naar huis wordt gezonden, weder
over het geheel dier macht zou kunnen worden
beschikt. Die vraag vrsn zuiver technischen aard
is niet alleen overwogen, mear de noodige maat
regelen :'"n tot in kleine details voor verschil
lende evcnluol'feiten uitgewerkt.
Veel ernstiger is de vraag of de Regeering
met hei oog op den slratcgischen toestond van
ons leger en de verplichtingen die de handha
ving onzer neutraliteit ons oplegt, de verant
woordelijkheid voor een m"n of meer aanzien
lijke vermindering der dadelijk beschikbare
weermacht zou mogen aunvaorden. Een verge
lijking met andere landen "kan ons daarbij wei
nig dienstig zijn omdat de geografische en mili
taire toestanden geheel andeTs zijn en omdat de
Reclame. c
ÜS per anker f 34.—.
rrr per fiesch - O.SS
internationale politieke verhoudingen d;er vol
ken grootcndeels aan onze beoordeeling ont
snappen.
Dat het, ook bij gunstige internationale ver
houdingen, risico medebrengt indien het leger
niet ieder oogenblik ten volle paraat is, is wel
niet twijfelachtig. Tot dusver heeft de Regee
ring gemeend niet meer risico te mogen aan
vaarden dan ook reeds thnns aan de gegeven
verloven, waarvoor het aantal, naar verhouding
van de legerslerkte, geleidelijk is opgevoerd,
verbonden, is. Erkennend dat de bezwaren voor
de natie steeds toenemen, overweegt zij opnieuw
of en in hoever het mogelijk is nog meer ver
lichting van den bestaanden druk aan te bren
gen.
Openlijke bespreking van de mm:even die de
Regeering tot haar besluiten hebben ueleid of
in de naaste toekomst zullen leiden, acht zij met
's lands belang niet overeen te brengen. Het
ware trouwens te duchten dot deze bespreking
ons van het beoogde doel zou verwilderen. Ook
in comité-generaal zo 1 de Regeerino niet on
belangrijke terughouding moeten in ocht nemen.
Het nut van zoodanige bespreking ziet de Re
geering niet in. Mocht echter de Kamer tot
Comité-eenernal besluiten, don houdt de Regee
ring onder gemeld*' voorbehoud z'ch te harer
beschikking
De Landstorm.
De oefening van den landstorm geschiedt zoo
spoedig en in zoo ruime mate als doenlijk. Aon
wijziging van de landstormwet is derhalve voor
alsnog geen behoeft?. Verzoeken om verloven
worden inderdaad met groote nauwkeurigheid
en zonder aanzien des nersoons behandeld.
Aan den opperbevelhebber is de regeling der
zoogenaamde algemeene periodieke verloven
opgedragen. Alle andere verloven worden in
den laatsten tijd door of vanwege den Minister
von Oorlog verleend.
De economische politiek.
De Regeering verdedigt zich uitvoefig, met
een beroep op het buitengewone der huidige
tijdsomstandigheden, tegen de critiek op de door
haar in verband met die omstandigheden geno
men maatregelen. Gaf men zich beter reken
schap van de moeilijkheden, waarvoor de Re
geering zich gesteld ziet, men zou waarschijn
lijk de betrekkelijke welvaart, die ons volk ge
niet, meer waardeeren en beseffen, dat door
verslapping van de regeeringswerkzaomheid
niet slechts een of ander partieel belang zou
schade lijden, maar ernstige gevaren zouden
ontstaan voor ons geheele economische leven.
Dat bij het departement van Landbouw, Nijver
heid en Handel te veel wordt gelet op de wen-
schen en klachten van belanghebbenden en niet
genoeg op de' belangen van het publiek, is een
volstrekt onjuiste en ongemotiveerde grief.
Dat bij de noodzakelijke politiek der uit uit
voerverboden een nieuw veld voor speculanten
geopend is, kan niet worden ontkend. Verwij
zing in dit verband naar den handel in uitvoer»
consenten schijnt echter niet juist. Slechts in
bepaalde wel omschreven gevallen zijn consen
ten verhandelbaar, bijv. bii de suiker, doch dan
kan die handel op den binnenlandschen prijs
geen invloed uitoefenen. Overigens zijn de con
senten niet verhandelbaar, gelijk daarop uitdruk
kelijk is vermeld.
Terecht wordt er in het Voorloopig Verslag
op gewezen, dat de winst die uit deze speculatie
voortvloeit, allicht door concurrenten wordt ge
weten aan corrupsie van ambtenaren. De Regee
ring stelt er prijs op uitdrukkelijk te verklafen,
dat naar haar overtuiging aan de onkreukbaar
heid van den Nederlandschen ambtenaarsstand
niet mag worden getwijfeld.
De verkoop van tin.
Bij het uitvaardigen van uitvoerverboden en
dispensaties wordt steeds waar het pas geeft
tusschen de betrokken departementen overleg
gepleegd. Bij den verkoop van tin heeft overleg
tusschen de departementen van Koloniën en Bui
tenlandse!» p ZnVen plaats gehad.
De stijging der melkprijzen.
Uit de circulaire betreffende de maximum
prijzen aan de burgemeesters,' blijkt duidelijk
welke middelen tot handhaving der max'mum-
prijzen de Regecring wenscht toe te passen. Zij
vertrouwt, dat bij voldoende medewerking van
het publiek dc burgemeesters niet in gebreke
zullen blijven om ook het himne ter zake te doen.
Mochten er zich intusschen gevallen van onwil
of gemis van activiteit bij do burgemeesters
voordoen, dan zal de Regeering niet nalaten de
noodige maatreden te n^men.
De smokkelarij.
Tegen de smokkelarij wordt zoo scherp moge
lijk opgetreden.
Op overtreding van de door de N. O. T. ge
stelde voorwoorden straf te bedreigen, kan de
Regeering niet in overweging nemen. Evenmin
kan daarom van een toezicht, in dien zin dat do
Regeering voor bepaalde handelingen toestem
ming zou hebben te geven of een veto zou kun
nen uitspreken sprake zim.
Aanmaak van munitie.
Het gevaar, verbonden aan de onttrekking van
geschoolde arbeiders en ander voor den aan
maak van mimitie geschikt personeel heeft ook
do aandacht van de Regeering getrokken. Zij
heeft, toen de uittocht dre'gde een grooten om
vang te nemen, het dan ook nood:g geacht, daar
tegen maatregelen te treffen van zoodonigen
aard, dat zij het in de hand heeft, om, voor zoo
ver de aanmaak van munitie hier te lande zulks
verelscht, het verlaten van^ het land aan bijzon
dere categorieën van personen te kunnen belet
ten. De Rcgeering is van oordeel, dat zij haar
wettelijke bevoe^dhe'd niet h«»eft overschreden.
Het niet-geven van inlichtingen.
De klacht dat de regecring de Kamer niet de
inlichtingen verschaft, welke zij behoeft om hare
taak te vervullen, is begrijpelijk. Veel meer dan
in normale tijden wordt de politiek der regeering
beheerscht door vertrouwelijke inlichtingen en
besprekingen, waaromtrent de regeering geen
vrijheid heeft rnededeeling te doen. Het zou het
land ten zeerste schaden, indien de regeering
van elk vertrouwelijk overleg afstond deed, ten
einde zich tegenover de Kom er op voet van ge
lijkheid te stellen. Het zou ten gevolge hebben,
dut de Kamer niet beter dun thans den toestand
zou kunnen beoordeelen, terwijl de rcgeering,
slechter ingelicht dan thans het geval is, tevens
haar vermogen om 's lands belang naar behoo
ren te behartigen, zou inboeten. Wot de Kamer
onvoorwaardelijk mag verlangen, is, dot de
grondbeginselen der regeeringspolitiek buiten
twijfel worden gesteld dat te dien opzichte ze
kerheid besta, dat buiten voorkennis van de Ka
mer deze beginselen gecnerlei wijziging onder
gaan. Over die grondbeginselen: de handhaving
der meest strikte neutraliteit, bestaat echter tus
schen parlement en regeering volledige over
eenstemming. De toepassing dezer beginselen
moet echter grootcndcels aan het beleid der re
geering worden overgeleten.
Wetgevende arbeid.
Er is geen reden waarom regeering en parle
ment den beschikbaren tijd thans- niet zouden
wijden aan gewonen wetgevenden arbeid. Het
scheen te meer gewenscht, dat daarmede niet
langer dan strikt noodig is werd gedraald, omdat
na den vrede ons land een eervolle, maar zware
taak wacht. Hoe eerder wij voorbereid zijn om
allen onze krachten aan de vervulling van die
taak te wijden, des te grooter zal de kans zijn,
dat wij haar zullen vervullen. Het scheen daarom
gewenscht, dat de vraagstukken, die de partijen
verdeeld houden, hoe eer hoe beter worden op
gelost, opdat "deze verschillen niet worden over
gedragen in de nieuwe periode, die zich gaat
openen.
Van het verbreken von het bestand behoeft
daarbij geen sprake te zijn. Wat onder bestand
te verstaan is, is trouwens alles behalve duidelijk
De regeering heeft begrepen, dot bij het drei
gend oorlogsgevaar, ter wille van de hoogere
belangen van het vaderland, de politieke par
tijen hebben afgezien van iedere poging om de
regeering ten val tc brengen en daarentegen
bereid zijn haar te steunen tot handhaving van
's lands zelfstandigheid en neutraliteit. Verder
heeft de regeering verwacht, dat het thans zoo
sterk sprekende gevoel van saamhoorigheid alle
politieke fractiën zal nopen tot die onderlinge
waardeering en tot die gematigdheid in den po-
litieken strijd, die ook in gewone tijden het
meest bevorderlijk zijn tot behartiging van
's lands belang, waaraan nu echter bijzondere
waarde mag worden toegekend. Omgekeerd
mogen de politieke partijen bij de regeering
dienzelfden geest van toenadering veronderstel
len.
Het mag wel als vanzelfsprekend worden aan
gemerkt, dat de regeering, waor politieke vraag
stukken aan de orde zijn, niet zal vergen, dat le
den der Kamer, enkel uit vrees voor politieke
verwikkelingen, hun stem zouden geven aan
maatregelen, die met hun politieke beginselen
in strijd zijn. De regecring zal echter, indien
haar voorstellen niet de instemming der Kamer
mochten verwerven, in ieder bijzonder geval
hebben te overwegen, op welke wijze de dub
bele taak, die zij heeft te vervullen, de door
haar te volgen gedragslijn zal moeten bepalen.
De ingediende wetsontwerpen.
Voor het indienen van voorstellen tot wette
lijke regeling der werkloosheidsvoorziening
schijnt het tijdstip nog niet gekomen.
Ook de regeering hoopt, dat de voorstellen
der herziening der Grondwet met zoodanigen
spoed zullen behandeld worden, dat zij vóór 't
einde der loopende vierjarige periode in eersten
aanleg zijn afgedaan. De regeering maakt de be
handeling van het kiesrechtvroagstuk niet afhan
kelijk van een mogelijke wijziging van art. 192
der Grondwet. Indien echter in de Bevredigings-
commfssie een compromis in zake 't onderwijs
vraagstuk tot stand komt, zou zij er thans geen
bezwaar in vinden wijziging van art. 192 in hare
voorstellen tot grondwetsherziening op te ne
men.
De regeering meent, dat de voorstellen tot
grondwetsherziening zoozeer den toestand be-
heerschen, dat de totstandkoming van het hoofd
punt van het regeeringprogram niet mag wor
den in gevaar gebracht. Zulk een gevaar ligt niet
in openbare behandeling varr het ontwerp-
Ouderdomswet, zoodra daaromtrent eindverslag
zal zijn uitgebracht. Op het oogenblik, dat die
behandeling, naar mag worden aangenomen,
zal kunnen plaats hebben, zullen de voorstellen
tot grondwetsherziening nog niet in staat van
wijzen kunnen zijn. Hier is dus voor die voor
stellen geen gevaar te duchten.
Behalve op behandeling der Ouderdomswet
zal echter ook op voorziening in de financieele
behoeften moeten worden aangestuurd. Dekking
van het reeds aanwezige tekort mag niet worden
uitgesteld. Bovendien zullen, indien het ontwerp»
Ouderdomswet kracht van wet verkrijgt, de rijks
uitgaven uiterlijk van Dec. 1916 af met om
streeks 8 millioen per jaar worden verhoogd.
Zulk een verzwaring van uitgaven zoude niet
verantwoord zijn, indien niet. tevens de midde
len tot dekking werden aangewezen.
Mocht de Kamer hesluiten de ingediende be-
lastingontwcrpen in openbare behandeling te
doen volgen op die der voorstellen tot grond
wetsherziening, dan is daartegen, ook met het
oog op onzen financieelen toestand, geen be
zwaar.
Anders zou het evenwel zijn, indien de behan
deling dier ontwerpen tot na de totstandkoming
der grondwetsherziening mocht worden uitge
steld.
De financieele toestand is van dien aard, dat
versterking van 's rijks middelen afgezien
van de lasten van den oorlogstoestand met
omstreeks 30 millioen per jaar onverwijld nood
zakelijk is. Onder die omstandigheden kan van
den minister van Financiën niet worden ver
wacht, dat hij zich verantwoord zou achten het
beheer van 's rijks schatkist te blijven voeren,
indien hem die onverwijld noodzakelijke verster
king der middelen onthouden werd. Een uitstel,
waardoor hij er niet op zou kunnen rekenen, dat
uiterlijk met Mel 19T7 van de voorgestelde be
lastingen er zooveel zullen zijn aangevuld, zou
hij niet in overeenstemming achten met het
geen de financieele toestand van het Rijk thans
gebiedend eischt.
Het behoeft daarbij wel niet te worden gezegd,
dat prijs gesteld wordt op behandeling van het
ontwerp' van wet, houdende de grondslagen van
het belastingstelsel vóór de openbare behande
ling van bepaalde onderdeelen daarvan. Kan de
Kamer daarna nog een deel der belastingont-
werpen zóó tijdig behandelen, dat op invoering
dier wetten niet later dan Mei 1917 is te reke
nen, dan zou de minister van Financiën er zich
bij kunnen neerleggen, dat de behandeling der
overige belastingontwerpen tot na de totstand
koming der Grondwetsherziening werd verdaagd
Voorstellen, om met tijdelijke of definitieve
terzijdestelling van het ingediende samenstel
van belastingontwerpen, door een tijdelijken
nood maatregel voor enkele jaren in het tekort
op de Staatsbegrooting te voorzien, zijn van hem
niet te wachten. Waar de Kamer reeds zulke
omvangrijk® ontwerpen zal hebben ter hand te
nemen, zal de behandeling der voorstellen tot
herziening der invaliditeits- en der ziektewet en
tot invoering eener organisatiewet, ter vervan
ging van do rader.wet, naar ook dezerzijds wor.'t
ingezien, wel moeien wachten Jr»t na de totstand
koming der Grondwetsherziening.
Staatsmonopolies.
Het voorbereiden vnn de invoering op p note
schaal van Staatsmonopolies, wordt noch noo
dig, noch wenschelijk geacht, indien daarmede
meer wordt bedoeld dan het brengen in handen
van den Staat van feitelijke monopolies, zcaals
dat der spoorweg-exploitanten.
Ten aanzien van de college-belden bij dc uni
versiteiten en de schoolgelden der RijLs hoogere
burgerscholen sluit de regeering zich aan bij het
betoog der leden, die van oordeel zijn, dat een
verhooging dier heffingen tot zoodanig bediag;
dat daaruit de kosten dier instellingen geheel of
voor een groot deel zouden worden gedekt, niet
in 's lands belang is te achten
Vlottende schuld.
Het is te verwachten, dat de vlottende schuld,
als gevolg der crisisuitgavcn, met omstreeks
J 20 22 millioen per maand stijgen zal.
De toestand van 's lands kas laat niet toe, met
het uittrekken van gelden voor lotsverbetering
van lagere ambtenaren thnns verder te gaan dan
werd voorgesteld.
Beschouwingen over hetgeen na den oorlog
zal hebben te geschieden, schijnen van regee-
ringswege minder geraden. Ook de regeering
is van oordeel, dat het voor ons land zaak zal
zijn, de vrijhandelspolitiek niet te verlaten.
Het gaat niet aan, zonder aanvoering van
eenigen bewijsgrond, als vaststaande uit te spre
ken, dat verschillende door het militair gezag
binnen het in staat van beleg verklaard gebied
genomen maatregelen vaak den ingezetenen
meer last bezorgen dan strikt noodig is.
Droogmaking Zuiderzee.
Voorstellen tot droogmaking van dc Zuider
zee hebben de betrokken departementen bereids
verlaten
Mededeelingen in de pers.
De afkeuring over de wijze, waarop de regce-
ring in de pers enkele malen mededeelingen laat
doen omtrent hare handelingen, schijnt niet ge
rechtvaardigd. Het bezwaar gold niet de open
baarmaking zelve, doch enkel de wijze, waarop
thans niet zelden de openbaarmaking geschiedt.
Waar het wordt toegejuicht, dot de regecring
openbaar maakt, wat voor openbaarmaking ge
schikt is,moet de wijze, waarop dit geschiedt,
aan het oordeel der betrokken ministers worden
overgelaten. Natuurlijk zal elk hunner beseffen,
dat daarbij met de noodige reserve moet worden
te werk gegaan. Officieele communiqué's wor
den reeds thans in de Staatscourant gepubli
ceerd. Het komt echter nu en dan voor, dat een
minister aanleiding kan vinden op een hem ge
stelde vraag in een persgesprek te antwoorden,
terwijl toch zulk een antwoord, indien het in den
vorm van een officieel communiqué in de Staats
courant werd gegoten, een veel te groote betee-
kenis krijgen zou. Ook voor een bewindsman
kan het voorkomen, dat hij geen bezwaar heeft
als antwoord op een hem gestelde vraag iets te
zeggen, dat hij eigener bejveging niet zou heb
ben medegedeeld.
De vordering van het gebruik van spoorwe
gen en spoorwegmaterioal geschiedt tegen scha
deloosstelling. De vaststelling van de algemeene
grondslagen voor de bepaling dezer schadeloos
stelling is overgelaten aan een overeenkomst
tusschen den minister van Oorlog en de be
stuurders der spoorwegdiensten te sluiten. Tot
deze vaststelling strekken de in het Voorloopig
Verslag bedoelde overeenkomsten. Dat deze
overeenkomsten niet eerder zijn tot stand geko
men, vindt, behalve in de overstelpende drukte,
zijn verklaring in de moeilijkheid een bevredi
gende regeling te treffen.
De door enkele leden uitgesproken meening,
dat bij deze aangelegenheid de zuinigheid niet
in voldoende mate is betracht, kan niet als juist
worden erkend.
Berichten.
Dc Staatscourant van Dinsdag 16 No
vember bevat o.a. dc volgende Koninkliike
besluiten:
benoemd tot secretaris-generaal der Rijks
verzekeringsbank Mr. L. del Raere. tb*"* ad
ministrateur die instelling:
benoemd tot reserve-officier van gezond
heid 2e t-iic-sc -L de Hullu; tot rescrve-2e lui
tenant de landweerplichtlge sergeant G. van
Bckkum. van het 18o bataljon: bii het te re
giment vesting-artillerie de vaandrig O. Yf.
baron van Boctzelaer. van het korps:
benoemd tot burgemeester van Breda Mr.
E. O. J. M. baron van Hovell tot Westerflier.
met eervol ontslag als burgemeester van Cu-
lemborg.
benoemd tot burgemeester van Naard u
P. Hovlema van Konijnenburg, met eervol
ontsla* n's burgemeester v int
Burgemeester van Doorwerth ihr. mr. H. R.
R. Laman Trip;
benoemd en aangesteld tot tiid-liik offieier
van gezondheid 2e klasse bii hel Tndjsrhe Le
ger P T pjehói
Belgische feestdag. Ter ge
legenheid van den naamdag van den Ko
ning van België was gisteren de Belgische
driekleur ontplooid uit het gezantschapsge
bouw aan den Langen Vijverberg te Den
Haag.
Ook de Franscbe legatie vlagde voor dif
feest.
In de kapel van de Stichting Groenesteyn
aan den Loosduinschen weg werd een plech
tig Te De urn gezongen ter gelegenheid van
dezen Belgischen feestdag. De dienst werd
bijgewoond door België's gzant te 's Graven»
hage baron Fallon, alle leden van het Bel
gische gezantschap, den Belgischen minister
Poullet, generaal Dossin, leden der verschil
lende Belgische comité's te Den Haag en
nog tal van andere belangstellenden.
Door eene lichte ongesteldheid was d*
Minister van Buitenlandsche Zaken. Jhr. Dr.
Loudon, Zaterdag en ook gisteren vei*
hinderd zijn werkzaamheden aan het Depart
tement te verrichten.
Onze vertegenwoordig! njf
te Sofia. Naar wij vernemen zal Jhr. P. K.
A. Melvill van Carnbee, thans NederlandscH
gezantschapsraad te Parijs, eerlang met ver
leening van den titel van Minister-Resident,
belast worden met de functie van tijdelijl
zaakgelastigde te Sofia.
De gezant der Fransche Republiek M
Den Haag, de heer Allizé, is Zaterdagavond
van daar vertrokken, om een week of wait
licht iets langer met ziin echtgenoote te P»
rijs door le brengen.