~BINN EN LAND. ST EÜLiON WIINBAHOELA.STIWk tectatalrial 34. Itót'MS. Verspreide Berichten. Parijs, 15 Nov. (R.) Avondcommup.i- 4ué- - Den 13en was er bij tusschenpoozen ertil- leriestrijd in het district Rabrovo in de lich ting van Krivolak. Een hevige actie ontwik kelde zich aan den linkeroever van de Cer- na, waar de Bulgaren zonder succes den panval voortzetten. De Franschen kregen nauwe voeling met de in de streek van Pri- lep opereerende Serven. Saloniki, 13 Nov. (R.) De Italiaan- iche kruiser Plemonte is van Dedeagatsch jeruggekeerd na den spoorweg beschoten te hebben. Het bombardement richtte eenige schade aan. Berlijn, 15 Nov. (K. N.) Uit Braila wordt aan de Voss. Ztg. geseind dat het ge regelde verkeer op de Donau en ook het personenverkeer tusschen Galatz en Crova Dinsdag (16 November) zal worden hervat. Konstantinopel, 15 Nov. (W. B.) Communiqué van het hoofdkwartier. Op het Dardanellenfront had van tijd tot tijd aan het buiteneinde de gewone artillerie- en bommenstrijd plaat9. P a r ij s, 1 5 N o v. (R.) Avondcommuniqué. In de Dardanellen is niets van belang ge beurd tusschen 11 en 15 November. Aan beide zijden is men bezig met de versterking van de verdedigingswerken en het aanleggen van mijnen. Britsche monitors gingen voort met het bombardeeren van de militaire wer ken van Gallipoli. Petersburg, 4 Nov. (Tel.-agent- schap). Vertraagd. Communiqué van den grooten generalen staf. Op het Kaukazische front wierpen onze troepen aan den westelijken oever van het Oermiameer benden Koerden terug. 15 Nov. Van de Zwarte zee tot aan de Arak waren schermutselingen. Aan het Van- meer bombardeerde een oorlogsschip de Turksche stellingen bij het dorp Akhlamera. In sommige sectoren van ons front is de sneeuwlaag drie voet dik. Konstantinopel, 15 Nov. (W. B.) Communiqué van den grooten generalen staf. Op het front in den Kaukazus verraste een van onze patrouilles in de streek van Milo een vijandelijke afdeeling, die op de vlucht gedreven werd en omstreeks 50 man aan dooden en gewonden verloor. Par ij s, 14 Nov. (Havas). De maande- lijksche rapporten van de directeuren van den landbouwdienst in de departementen wijzen uit, dat de algemeene toestond van den landbouw zeer bevredigend is. De oogst /an 1916 is verzekerd, ondanks den oorlogs toestand en het gemis van werkkrachten. De wijnbouw heeft een tamelijk zwakken oogst opgeleverd; daarentegen zal de hoedanig heid van de wijnen bijzonder goed zijn. Zurich, 13 Nov. (Havas). Een onzij dige reiziger, die uit Berlijn is aangekomen,, verzekert, dat er ernstige onlusten zijn uit gebroken in Berlijn en in de provincie ten gevolge van de enorme stijging van de prij zen der levensmiddelen. Hij verhaalt zelf een opstootje te hebben bijgewoond, dat met de uiterste strengheid door de politie werd on derdrukt en waarhij meer dan 200 dooden en gewonden zijn geweest. Petersburg, 15 Nov. (R.) Een tele gram uit Teheran bericht, dat het Russische gezantschap aan het Perzische volk kenbaar heeft gemaakt, dat de Russische regeering besloten heeft de propaganda tegen te gaan var. de Duitsche intriganten, die trachten de vriendschap tusschen Rusland en Perzië te verstoren. Het Perzische volk wordt er van op ie hoo: ie gebracht, dat de Russische strrijdmacht door geene vijandelijke bedoe lingen bezield is. N e w-Y o r k 15 Nov. (R.) De pers en het publiek in Amerika dringen er eenstem mig en met klem op aan, dat alle regeerings- bureaux in de Vereenigde Staten aan het wérk zullen worden gezet, om een eind te maken aan de lange reeks complotten en misdaden, die een gevolg zijn van den over al werkenden Duitschen invloed. Stukken, die in het bezit van de autori teiten zijn, versterken de beschuldiging, door Goricar geuit, dat de Oostenrijksche consuls, die werken onder leiding van Nuber, den Oostenrijkschen consul te New-York, en graaf Bemstorff, het middelpunt vormen van de propaganda, die ten doel heeft stakingen in munitiefabrieken uit te lokken en ook an dere kwade bedoelingen heeft. Goricar heeft, in antwoord op de verkla ring der Oostenrijksch-Hongaarsche gezan ten, waarin hij aangevallen wordt, verdere bijzonderheden bekend gemaakt over de handelingen van Duitsche en Oostenrijksche ambtenaren in de Vereenigde Staten, waar toe ook kapitein Boy Ed en kapitein von Panen behooren. Nuber stond, volgens Goricar, non het hoofd von ten minste 3000 spionnen in de Vereenigde Staten en ontwierp het plan van olie aanslagen, die sedert het begin van den oorlog in dit land gepleegd zijn. Er zijn groote sommen uitgegeven voor het omkoopen van dagbladen, het subsidies- ren van professoren, a het vernietigen van miinitievoorraden, en voor reis- en verblijf kosten van honderden lieden, die voortdu rend door het land trekken. Goricar ontkent ten stelligste, dat hij be taald wordt voor zijne onthullingen. Vrien den, die hij heeft in den Oostenrijkschen consulairen dienst, hebben hem in Maart meegedeeld, dat hij, wanneer bleek, dat hij iets tegen de Duitsche belangen wilde on dernemen, terstond krankzinnig zou worden verklaard of beschuldigd worden een Rus sisch spion te zijn. <^ok..van andere zijde is bevestigd, dat er m de ereenigde Sinten een door Vreemde lingen gevormd leger bestaat, dat georgani seerd is door Oostenrijksche, Hongaarsche en Duitsche consulaire ambtenaren. De agenten van den geheimen dienst der Ver eenigde Staten zijn thans, naar verluidt, vrouwen op het spoor, die in verbinding staan met Fay en andere samenzweerders. Dit complot heeft wijde vertakkingen, zooals blijkt uit de acte van beschuldiging tegen Fay en zijn handlangers, die „onder elkan der en niet niet genoemde" personen samen gezworen hebben, om de neutraliteit der Vereenigde Staten te schenden. Naar verluidt, zal het proces tegen Carl Buenz, directeur van de HamburgAmeri- kalijn, en andere ambtenaren, die Duitsche oorlogsschepen in den Atlantischen Oceaan van Amerikaansche havens uit van het noo- dige voorzien zouden hebben, deze week be gonnen en met kracht voortgezet worden. Kitchener. Naar de Temps in Parijsche regeerings- kringen verneemt, zal Kitchener het opper bevel over de Engelsch-Fransche strijd krachten in het Naburige Oosten op zich nemen. Of hij den titel „minister van oorlog" zal behouden, is bijzaak. Hoofdzaak is, dat de op Gallipoli, in Servië en Aziatisch Tur kije verloren gegane tijd door eenheid van leiding worde ingehaald. Het zal dan ook blijken of Kitchener's leiding St. Petersburg en Rome er toe brengt, in het Naburige Oosten metterdaad aan den strijd deel te nemen. Kameroverzicht. Tweede Ka met De Tweede Kamer heeft gisteren de mo~ tie-Albarda (Staatsexploitatie van Djambi) met 37 tegen 34 stemmen aangenomen en daarna het wetsontwerp tot uitgifte van Djambi aan de Koninklijke Petroleum-maat- schappij met 48 tegen 21 stemmen verwor pen. Staatsbegrooting voor 6916. Memorie van Antwoord. Handhaving der neutraliteit. Het verheugt de Regecring dat haar politiek tot behoud onzer onafhankelijkheid en tot strikte handhaving der neutraliteit blijkbaar algemeene instemming vindt. Dat enkele organen der pers niet schijnen in t« zien van hoe groot belang handhaving der neutraliteit voor ons land is. Reeft ook de Re geering met leedwezen ontwaard. De geringe invloed die de betreurenswaardige uitingen welkè hiervan deden blijken, hebben gehad, is het beste bewijs dat de Regeering wel deed, de persvrij heid. waaraan hier te lande terecht hooge waar de wordt gehecht, zooveel mogelijk te eerbiedi gen. Onze pers, tot welke partij ook behooren- de, vervult haar verantwoordelijke en uiterst moeilijke taak op een wijze, allen lof waardig. Zij vindt in haar zelve de m'ddelen en de kracht enkele uitwassen onschadelijk te maken. Dienstweigering. Een strafvervolging tegen onderteek enaars van het onlangs verspreid manifest, waarbij dienstplichtigen tot dienstweigering worden aan gespoord, wordt ingesteld. Men mag aannemen dat verscheidene onderteekenaars van het mani fest, den ernst van him vergrijp niet hebben in gezien. Zij zijn in de gelegenheid alsnog daar van blijk te geven Geen bemiddeling. De Regeering is er zich ten volle van bewust dat, ook al wordt ons land niet in den oorlog betrokken, voor ons beëindiging van den volke- renkrijg van onberekenbare waarde zal ziin. Dit feit ware echter ee.\ al te zwakke grond voor een poging tot bemiddelend optreden. Ons be lang zinkt in het niet in vergelijking met de ont zagwekkende belangen die voor de gansche menschhcid, en in het bijzonder voor de groote oorlogvoerende machten bij het tot stand komen van den vrede betrokken zijn. Zich op ruimer standpunt plaatsende, bliift de Regeering bereid naar vermogen en met inachtneming van de door haar gehuldigde neutraliteit haar mede werking te verleenen tot een ernstige poging om het einde van den oorlog te verhaasten. Maar zij geeft er zich tevens rekenschap van. dat geen poging kans van slagen heeft, die door een of meer der belligerente mogendheden om welke reden dan ook met wantrouwen zou "or den ontvnngen of zou v orden beschouwd als een onwelgevallige alleen door het belang voorge schreven inmenging. De Regeering mag zich door haar zucht om den vrede te bevorderen, niet laten verleiden tot proemature stoppen, die de positie van ons land en het doel dat zij zou willen bero'ken. «Whts kunnen schaden. De mobilisatie van het leger. De Regeering deelt het gevoelen dat de vraag of in de tegenwoordige omstandigheden nog steeds noodig is het geheele leger op de been te houden, een vraag is van algemeen regee- imgsbeleid. <Tïe niet uisluitend de ministers van Oorlog en Marine raakt. De Regeerino- wenscht zich in geen en1"! oozicht aan de op haar rus tende verantwoordeliikhe:d te onttrekken. De economische en financieele bezwaren, aan de indiensthouding verbonden, en waarop thans opnieuw uitvoerig de aandacht is gevestigd, Yrf gen zoo voor de hond, dat men wel zal willen aannemen dat zij aan de aandacht der Regee- r'ng niet zijn ontsnapt. Het zeer groote gewicht dier bezwaren is door haar geen oogenblik onderschat en zij beseft ten volle dat dat ge wicht toeneemt naarmate de oorlogstoestand langer duurt. De moeiliikheid die is op te lossen, wordt ge deeltelijk beKeerscht door de vraag op welke v. ijze en binnen hoeveel tijd, indien een gedeelte der weermacht naar huis wordt gezonden, weder over het geheel dier macht zou kunnen worden beschikt. Die vraag vrsn zuiver technischen aard is niet alleen overwogen, mear de noodige maat regelen :'"n tot in kleine details voor verschil lende evcnluol'feiten uitgewerkt. Veel ernstiger is de vraag of de Regeering met hei oog op den slratcgischen toestond van ons leger en de verplichtingen die de handha ving onzer neutraliteit ons oplegt, de verant woordelijkheid voor een m"n of meer aanzien lijke vermindering der dadelijk beschikbare weermacht zou mogen aunvaorden. Een verge lijking met andere landen "kan ons daarbij wei nig dienstig zijn omdat de geografische en mili taire toestanden geheel andeTs zijn en omdat de Reclame. c ÜS per anker f 34.—. rrr per fiesch - O.SS internationale politieke verhoudingen d;er vol ken grootcndeels aan onze beoordeeling ont snappen. Dat het, ook bij gunstige internationale ver houdingen, risico medebrengt indien het leger niet ieder oogenblik ten volle paraat is, is wel niet twijfelachtig. Tot dusver heeft de Regee ring gemeend niet meer risico te mogen aan vaarden dan ook reeds thnns aan de gegeven verloven, waarvoor het aantal, naar verhouding van de legerslerkte, geleidelijk is opgevoerd, verbonden, is. Erkennend dat de bezwaren voor de natie steeds toenemen, overweegt zij opnieuw of en in hoever het mogelijk is nog meer ver lichting van den bestaanden druk aan te bren gen. Openlijke bespreking van de mm:even die de Regeering tot haar besluiten hebben ueleid of in de naaste toekomst zullen leiden, acht zij met 's lands belang niet overeen te brengen. Het ware trouwens te duchten dot deze bespreking ons van het beoogde doel zou verwilderen. Ook in comité-generaal zo 1 de Regeerino niet on belangrijke terughouding moeten in ocht nemen. Het nut van zoodanige bespreking ziet de Re geering niet in. Mocht echter de Kamer tot Comité-eenernal besluiten, don houdt de Regee ring onder gemeld*' voorbehoud z'ch te harer beschikking De Landstorm. De oefening van den landstorm geschiedt zoo spoedig en in zoo ruime mate als doenlijk. Aon wijziging van de landstormwet is derhalve voor alsnog geen behoeft?. Verzoeken om verloven worden inderdaad met groote nauwkeurigheid en zonder aanzien des nersoons behandeld. Aan den opperbevelhebber is de regeling der zoogenaamde algemeene periodieke verloven opgedragen. Alle andere verloven worden in den laatsten tijd door of vanwege den Minister von Oorlog verleend. De economische politiek. De Regeering verdedigt zich uitvoefig, met een beroep op het buitengewone der huidige tijdsomstandigheden, tegen de critiek op de door haar in verband met die omstandigheden geno men maatregelen. Gaf men zich beter reken schap van de moeilijkheden, waarvoor de Re geering zich gesteld ziet, men zou waarschijn lijk de betrekkelijke welvaart, die ons volk ge niet, meer waardeeren en beseffen, dat door verslapping van de regeeringswerkzaomheid niet slechts een of ander partieel belang zou schade lijden, maar ernstige gevaren zouden ontstaan voor ons geheele economische leven. Dat bij het departement van Landbouw, Nijver heid en Handel te veel wordt gelet op de wen- schen en klachten van belanghebbenden en niet genoeg op de' belangen van het publiek, is een volstrekt onjuiste en ongemotiveerde grief. Dat bij de noodzakelijke politiek der uit uit voerverboden een nieuw veld voor speculanten geopend is, kan niet worden ontkend. Verwij zing in dit verband naar den handel in uitvoer» consenten schijnt echter niet juist. Slechts in bepaalde wel omschreven gevallen zijn consen ten verhandelbaar, bijv. bii de suiker, doch dan kan die handel op den binnenlandschen prijs geen invloed uitoefenen. Overigens zijn de con senten niet verhandelbaar, gelijk daarop uitdruk kelijk is vermeld. Terecht wordt er in het Voorloopig Verslag op gewezen, dat de winst die uit deze speculatie voortvloeit, allicht door concurrenten wordt ge weten aan corrupsie van ambtenaren. De Regee ring stelt er prijs op uitdrukkelijk te verklafen, dat naar haar overtuiging aan de onkreukbaar heid van den Nederlandschen ambtenaarsstand niet mag worden getwijfeld. De verkoop van tin. Bij het uitvaardigen van uitvoerverboden en dispensaties wordt steeds waar het pas geeft tusschen de betrokken departementen overleg gepleegd. Bij den verkoop van tin heeft overleg tusschen de departementen van Koloniën en Bui tenlandse!» p ZnVen plaats gehad. De stijging der melkprijzen. Uit de circulaire betreffende de maximum prijzen aan de burgemeesters,' blijkt duidelijk welke middelen tot handhaving der max'mum- prijzen de Regecring wenscht toe te passen. Zij vertrouwt, dat bij voldoende medewerking van het publiek dc burgemeesters niet in gebreke zullen blijven om ook het himne ter zake te doen. Mochten er zich intusschen gevallen van onwil of gemis van activiteit bij do burgemeesters voordoen, dan zal de Regeering niet nalaten de noodige maatreden te n^men. De smokkelarij. Tegen de smokkelarij wordt zoo scherp moge lijk opgetreden. Op overtreding van de door de N. O. T. ge stelde voorwoorden straf te bedreigen, kan de Regeering niet in overweging nemen. Evenmin kan daarom van een toezicht, in dien zin dat do Regeering voor bepaalde handelingen toestem ming zou hebben te geven of een veto zou kun nen uitspreken sprake zim. Aanmaak van munitie. Het gevaar, verbonden aan de onttrekking van geschoolde arbeiders en ander voor den aan maak van mimitie geschikt personeel heeft ook do aandacht van de Regeering getrokken. Zij heeft, toen de uittocht dre'gde een grooten om vang te nemen, het dan ook nood:g geacht, daar tegen maatregelen te treffen van zoodonigen aard, dat zij het in de hand heeft, om, voor zoo ver de aanmaak van munitie hier te lande zulks verelscht, het verlaten van^ het land aan bijzon dere categorieën van personen te kunnen belet ten. De Rcgeering is van oordeel, dat zij haar wettelijke bevoe^dhe'd niet h«»eft overschreden. Het niet-geven van inlichtingen. De klacht dat de regecring de Kamer niet de inlichtingen verschaft, welke zij behoeft om hare taak te vervullen, is begrijpelijk. Veel meer dan in normale tijden wordt de politiek der regeering beheerscht door vertrouwelijke inlichtingen en besprekingen, waaromtrent de regeering geen vrijheid heeft rnededeeling te doen. Het zou het land ten zeerste schaden, indien de regeering van elk vertrouwelijk overleg afstond deed, ten einde zich tegenover de Kom er op voet van ge lijkheid te stellen. Het zou ten gevolge hebben, dut de Kamer niet beter dun thans den toestand zou kunnen beoordeelen, terwijl de rcgeering, slechter ingelicht dan thans het geval is, tevens haar vermogen om 's lands belang naar behoo ren te behartigen, zou inboeten. Wot de Kamer onvoorwaardelijk mag verlangen, is, dot de grondbeginselen der regeeringspolitiek buiten twijfel worden gesteld dat te dien opzichte ze kerheid besta, dat buiten voorkennis van de Ka mer deze beginselen gecnerlei wijziging onder gaan. Over die grondbeginselen: de handhaving der meest strikte neutraliteit, bestaat echter tus schen parlement en regeering volledige over eenstemming. De toepassing dezer beginselen moet echter grootcndcels aan het beleid der re geering worden overgeleten. Wetgevende arbeid. Er is geen reden waarom regeering en parle ment den beschikbaren tijd thans- niet zouden wijden aan gewonen wetgevenden arbeid. Het scheen te meer gewenscht, dat daarmede niet langer dan strikt noodig is werd gedraald, omdat na den vrede ons land een eervolle, maar zware taak wacht. Hoe eerder wij voorbereid zijn om allen onze krachten aan de vervulling van die taak te wijden, des te grooter zal de kans zijn, dat wij haar zullen vervullen. Het scheen daarom gewenscht, dat de vraagstukken, die de partijen verdeeld houden, hoe eer hoe beter worden op gelost, opdat "deze verschillen niet worden over gedragen in de nieuwe periode, die zich gaat openen. Van het verbreken von het bestand behoeft daarbij geen sprake te zijn. Wat onder bestand te verstaan is, is trouwens alles behalve duidelijk De regeering heeft begrepen, dot bij het drei gend oorlogsgevaar, ter wille van de hoogere belangen van het vaderland, de politieke par tijen hebben afgezien van iedere poging om de regeering ten val tc brengen en daarentegen bereid zijn haar te steunen tot handhaving van 's lands zelfstandigheid en neutraliteit. Verder heeft de regeering verwacht, dat het thans zoo sterk sprekende gevoel van saamhoorigheid alle politieke fractiën zal nopen tot die onderlinge waardeering en tot die gematigdheid in den po- litieken strijd, die ook in gewone tijden het meest bevorderlijk zijn tot behartiging van 's lands belang, waaraan nu echter bijzondere waarde mag worden toegekend. Omgekeerd mogen de politieke partijen bij de regeering dienzelfden geest van toenadering veronderstel len. Het mag wel als vanzelfsprekend worden aan gemerkt, dat de regeering, waor politieke vraag stukken aan de orde zijn, niet zal vergen, dat le den der Kamer, enkel uit vrees voor politieke verwikkelingen, hun stem zouden geven aan maatregelen, die met hun politieke beginselen in strijd zijn. De regecring zal echter, indien haar voorstellen niet de instemming der Kamer mochten verwerven, in ieder bijzonder geval hebben te overwegen, op welke wijze de dub bele taak, die zij heeft te vervullen, de door haar te volgen gedragslijn zal moeten bepalen. De ingediende wetsontwerpen. Voor het indienen van voorstellen tot wette lijke regeling der werkloosheidsvoorziening schijnt het tijdstip nog niet gekomen. Ook de regeering hoopt, dat de voorstellen der herziening der Grondwet met zoodanigen spoed zullen behandeld worden, dat zij vóór 't einde der loopende vierjarige periode in eersten aanleg zijn afgedaan. De regeering maakt de be handeling van het kiesrechtvroagstuk niet afhan kelijk van een mogelijke wijziging van art. 192 der Grondwet. Indien echter in de Bevredigings- commfssie een compromis in zake 't onderwijs vraagstuk tot stand komt, zou zij er thans geen bezwaar in vinden wijziging van art. 192 in hare voorstellen tot grondwetsherziening op te ne men. De regeering meent, dat de voorstellen tot grondwetsherziening zoozeer den toestand be- heerschen, dat de totstandkoming van het hoofd punt van het regeeringprogram niet mag wor den in gevaar gebracht. Zulk een gevaar ligt niet in openbare behandeling varr het ontwerp- Ouderdomswet, zoodra daaromtrent eindverslag zal zijn uitgebracht. Op het oogenblik, dat die behandeling, naar mag worden aangenomen, zal kunnen plaats hebben, zullen de voorstellen tot grondwetsherziening nog niet in staat van wijzen kunnen zijn. Hier is dus voor die voor stellen geen gevaar te duchten. Behalve op behandeling der Ouderdomswet zal echter ook op voorziening in de financieele behoeften moeten worden aangestuurd. Dekking van het reeds aanwezige tekort mag niet worden uitgesteld. Bovendien zullen, indien het ontwerp» Ouderdomswet kracht van wet verkrijgt, de rijks uitgaven uiterlijk van Dec. 1916 af met om streeks 8 millioen per jaar worden verhoogd. Zulk een verzwaring van uitgaven zoude niet verantwoord zijn, indien niet. tevens de midde len tot dekking werden aangewezen. Mocht de Kamer hesluiten de ingediende be- lastingontwcrpen in openbare behandeling te doen volgen op die der voorstellen tot grond wetsherziening, dan is daartegen, ook met het oog op onzen financieelen toestand, geen be zwaar. Anders zou het evenwel zijn, indien de behan deling dier ontwerpen tot na de totstandkoming der grondwetsherziening mocht worden uitge steld. De financieele toestand is van dien aard, dat versterking van 's rijks middelen afgezien van de lasten van den oorlogstoestand met omstreeks 30 millioen per jaar onverwijld nood zakelijk is. Onder die omstandigheden kan van den minister van Financiën niet worden ver wacht, dat hij zich verantwoord zou achten het beheer van 's rijks schatkist te blijven voeren, indien hem die onverwijld noodzakelijke verster king der middelen onthouden werd. Een uitstel, waardoor hij er niet op zou kunnen rekenen, dat uiterlijk met Mel 19T7 van de voorgestelde be lastingen er zooveel zullen zijn aangevuld, zou hij niet in overeenstemming achten met het geen de financieele toestand van het Rijk thans gebiedend eischt. Het behoeft daarbij wel niet te worden gezegd, dat prijs gesteld wordt op behandeling van het ontwerp' van wet, houdende de grondslagen van het belastingstelsel vóór de openbare behande ling van bepaalde onderdeelen daarvan. Kan de Kamer daarna nog een deel der belastingont- werpen zóó tijdig behandelen, dat op invoering dier wetten niet later dan Mei 1917 is te reke nen, dan zou de minister van Financiën er zich bij kunnen neerleggen, dat de behandeling der overige belastingontwerpen tot na de totstand koming der Grondwetsherziening werd verdaagd Voorstellen, om met tijdelijke of definitieve terzijdestelling van het ingediende samenstel van belastingontwerpen, door een tijdelijken nood maatregel voor enkele jaren in het tekort op de Staatsbegrooting te voorzien, zijn van hem niet te wachten. Waar de Kamer reeds zulke omvangrijk® ontwerpen zal hebben ter hand te nemen, zal de behandeling der voorstellen tot herziening der invaliditeits- en der ziektewet en tot invoering eener organisatiewet, ter vervan ging van do rader.wet, naar ook dezerzijds wor.'t ingezien, wel moeien wachten Jr»t na de totstand koming der Grondwetsherziening. Staatsmonopolies. Het voorbereiden vnn de invoering op p note schaal van Staatsmonopolies, wordt noch noo dig, noch wenschelijk geacht, indien daarmede meer wordt bedoeld dan het brengen in handen van den Staat van feitelijke monopolies, zcaals dat der spoorweg-exploitanten. Ten aanzien van de college-belden bij dc uni versiteiten en de schoolgelden der RijLs hoogere burgerscholen sluit de regeering zich aan bij het betoog der leden, die van oordeel zijn, dat een verhooging dier heffingen tot zoodanig bediag; dat daaruit de kosten dier instellingen geheel of voor een groot deel zouden worden gedekt, niet in 's lands belang is te achten Vlottende schuld. Het is te verwachten, dat de vlottende schuld, als gevolg der crisisuitgavcn, met omstreeks J 20 22 millioen per maand stijgen zal. De toestand van 's lands kas laat niet toe, met het uittrekken van gelden voor lotsverbetering van lagere ambtenaren thnns verder te gaan dan werd voorgesteld. Beschouwingen over hetgeen na den oorlog zal hebben te geschieden, schijnen van regee- ringswege minder geraden. Ook de regeering is van oordeel, dat het voor ons land zaak zal zijn, de vrijhandelspolitiek niet te verlaten. Het gaat niet aan, zonder aanvoering van eenigen bewijsgrond, als vaststaande uit te spre ken, dat verschillende door het militair gezag binnen het in staat van beleg verklaard gebied genomen maatregelen vaak den ingezetenen meer last bezorgen dan strikt noodig is. Droogmaking Zuiderzee. Voorstellen tot droogmaking van dc Zuider zee hebben de betrokken departementen bereids verlaten Mededeelingen in de pers. De afkeuring over de wijze, waarop de regce- ring in de pers enkele malen mededeelingen laat doen omtrent hare handelingen, schijnt niet ge rechtvaardigd. Het bezwaar gold niet de open baarmaking zelve, doch enkel de wijze, waarop thans niet zelden de openbaarmaking geschiedt. Waar het wordt toegejuicht, dot de regecring openbaar maakt, wat voor openbaarmaking ge schikt is,moet de wijze, waarop dit geschiedt, aan het oordeel der betrokken ministers worden overgelaten. Natuurlijk zal elk hunner beseffen, dat daarbij met de noodige reserve moet worden te werk gegaan. Officieele communiqué's wor den reeds thans in de Staatscourant gepubli ceerd. Het komt echter nu en dan voor, dat een minister aanleiding kan vinden op een hem ge stelde vraag in een persgesprek te antwoorden, terwijl toch zulk een antwoord, indien het in den vorm van een officieel communiqué in de Staats courant werd gegoten, een veel te groote betee- kenis krijgen zou. Ook voor een bewindsman kan het voorkomen, dat hij geen bezwaar heeft als antwoord op een hem gestelde vraag iets te zeggen, dat hij eigener bejveging niet zou heb ben medegedeeld. De vordering van het gebruik van spoorwe gen en spoorwegmaterioal geschiedt tegen scha deloosstelling. De vaststelling van de algemeene grondslagen voor de bepaling dezer schadeloos stelling is overgelaten aan een overeenkomst tusschen den minister van Oorlog en de be stuurders der spoorwegdiensten te sluiten. Tot deze vaststelling strekken de in het Voorloopig Verslag bedoelde overeenkomsten. Dat deze overeenkomsten niet eerder zijn tot stand geko men, vindt, behalve in de overstelpende drukte, zijn verklaring in de moeilijkheid een bevredi gende regeling te treffen. De door enkele leden uitgesproken meening, dat bij deze aangelegenheid de zuinigheid niet in voldoende mate is betracht, kan niet als juist worden erkend. Berichten. Dc Staatscourant van Dinsdag 16 No vember bevat o.a. dc volgende Koninkliike besluiten: benoemd tot secretaris-generaal der Rijks verzekeringsbank Mr. L. del Raere. tb*"* ad ministrateur die instelling: benoemd tot reserve-officier van gezond heid 2e t-iic-sc -L de Hullu; tot rescrve-2e lui tenant de landweerplichtlge sergeant G. van Bckkum. van het 18o bataljon: bii het te re giment vesting-artillerie de vaandrig O. Yf. baron van Boctzelaer. van het korps: benoemd tot burgemeester van Breda Mr. E. O. J. M. baron van Hovell tot Westerflier. met eervol ontslag als burgemeester van Cu- lemborg. benoemd tot burgemeester van Naard u P. Hovlema van Konijnenburg, met eervol ontsla* n's burgemeester v int Burgemeester van Doorwerth ihr. mr. H. R. R. Laman Trip; benoemd en aangesteld tot tiid-liik offieier van gezondheid 2e klasse bii hel Tndjsrhe Le ger P T pjehói Belgische feestdag. Ter ge legenheid van den naamdag van den Ko ning van België was gisteren de Belgische driekleur ontplooid uit het gezantschapsge bouw aan den Langen Vijverberg te Den Haag. Ook de Franscbe legatie vlagde voor dif feest. In de kapel van de Stichting Groenesteyn aan den Loosduinschen weg werd een plech tig Te De urn gezongen ter gelegenheid van dezen Belgischen feestdag. De dienst werd bijgewoond door België's gzant te 's Graven» hage baron Fallon, alle leden van het Bel gische gezantschap, den Belgischen minister Poullet, generaal Dossin, leden der verschil lende Belgische comité's te Den Haag en nog tal van andere belangstellenden. Door eene lichte ongesteldheid was d* Minister van Buitenlandsche Zaken. Jhr. Dr. Loudon, Zaterdag en ook gisteren vei* hinderd zijn werkzaamheden aan het Depart tement te verrichten. Onze vertegenwoordig! njf te Sofia. Naar wij vernemen zal Jhr. P. K. A. Melvill van Carnbee, thans NederlandscH gezantschapsraad te Parijs, eerlang met ver leening van den titel van Minister-Resident, belast worden met de functie van tijdelijl zaakgelastigde te Sofia. De gezant der Fransche Republiek M Den Haag, de heer Allizé, is Zaterdagavond van daar vertrokken, om een week of wait licht iets langer met ziin echtgenoote te P» rijs door le brengen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 2