"binnen land. Tweede telegram. Officieel bericht. Jfet hospitaalschip Anglia is heden in het Konaal op een mijn gestooten en gezonken. Er waren 385 personen aan boord, van wie 600 gered zijn door een patrouille-vaartuig. tEen ander schip, dat te hulp kwam, is ook lop een mijn gestooten en gezonken. L o n d e n, 1 8 N o v. (R.) Toen de Anglia 'door een mijn getroffen was, liet het kolen- schip Lusitania, dat in de buurt was, onmid dellijk hare booten neer. Terwijl de booten naar de Anglia roeiden, zagen zij, dat hun eigen schip opgeblazen werd. Zij waren in staat het overschot van de bemanning van de Lusitania, die in 't geheel 25 man sterk was, te redden. Torpedobooten pikten de overlevenden van de Anglia op. Londen, 17 Nov. (R.) De Engelsche Stoomschepen Treneglos en Lusitania zijn in 'den grond geboord. De bemanning van de Lusitania is aan land gebracht. Londen, 1 7 N o v. (R.) Het Poreign Of fice bericht, dat de eerste minister, de staats secretaris van buitenlandsche zaken, de eerste lord van de admiraliteit en de munitie- minister, vergezeld van raadslieden van de vloot en de diplomatie, in Parijs zijn aange komen om te raadplegen met de Pransche re geering. P a r ij s, 17 Nov. (R.) Asquith, Grey, Lloyd George en Balfour confereerden heden morgen met Briand. Joffre was hier bij tegenwoordig. Zij zullen in den namid dag Poincaré bezoeken en op het Elysée dinceren. Tweede telegram. De conferentie van de Engelsche ministers met de Pran sche ministers en met generaal Joffre aan het departement van buitenlandsche zaken eindigde om een uur in den namiddag. Een tweede conferentie werd des namiddags in het Elysée gehouden, die om zeven uur af- geloopen was. De ministers keerden des avonds naar Londen terug. Washington, 18 Nov. (R.) In de aanstaande zitting zal aan het congres wor den voorgesteld de neutraliteitswetten te hereien en aan het departement van justitie grootere macht te geven om op te treden tegen handelingen, die de Vereenigde Staten tchaden, voortvloeiende uit den oorlog. Havre, 1 7 N o v. (Havas). De paus heeft aan den koning der Belgen, bij gelegenheid v«.n zijn feest, een minzaam telegram gezon den, waarin de wensch wordt uitgedrukt, dat weldra betere dagen zullen aanbreken voor zijn edel maar ongelukkig land. Londen, 17 Nov. (R.) De Times be richt uit Toronto van den 16en: De werving is, sedert het begin van den oorlog, nog nooit zoo actief geweest als thans. Er is geen twijfel aan of er zal zonder moeite een leger van 250,000 man op de been gebracht wor den. De groote meerderheid van de nieuwe recruten zijn in het land geboren. Londen, 17 Nov. (R.) Uit de kolonie Victoria is weer 6000 gezonden voor het Belgische en 500 voor het Servische on dersteuningsfonds. P o r ij s, 1 7 N o v. (R.) De legercommissie van den Senaat heeft met algemeene stem men een besluit genomen, waarin wordt aan gedrongen op een onbeperkt gebruik van verstikkende gassen. Londen, 17 Nov. (R.) De Daily Mail bericht uit New-York, dat het postbestuur be richt, dat de postpnkketdienst tusschen de Vereenigde Staten en Duitschland is ge staakt, omdat de scheepvaartmaatschappijen weigeren die pakketten te vervoeren. Daar mee is een stokje gestoken voor de Duitsch- Ameriknansche pogingen om den toestand van Duitschland, wat de voeding betreft, te verbeteren door het zenden van twee ponds pakketten voedsel met de pakketpost R e r 1 ij n, 17 Nov. (W. B.) De Nordd. Allg. Zeitung schrijft: Verleden Donderdag verklaarde Sir Edward Grey in het Engel sche lagerhuis, dat de mededeeling van den Russischen gezant aan de Perzische regee ring, dat de Engelsch-Russische overeen komst over de handhaving van de Russi sche onschendbaarheid en onafhankelijkheid buiten werking zou treden, wonneer Perzië eene bijzondere overeenkomst met Duitsch land en Turkije sloot, in overleg met d- En gelsche rerreering is geschied en dat het dui delijk is. dat de Perzische regeering geene overeenkomsten kan sluiten met vijanden van Fngeland, die moordaanslagen op En gelsche consuls en hunne onderhoorigen in Perzië beraamden, zonder daarmee den toestand van Perzië in gevaar te brengen. Wij vermoeden, dat het ineenvallen van de E^gelsch-Russische overeenkomst over Per zië in het jaar 1907 aan de Perzische re geering nu juist geen bijzonderen schrik zal inboezemen. De poging om de overeen komst, die Perzië weerloos overleverde aan de Russisch-Engelsche vero veringszitcht, voor te stellen sis een waarborg voor de Onschendbaarheid en onafhankelijkheid van Perzië, zal door de gansche wereld met de daarvoor passende vrooliikheid begroet wor den. Wanneer een Engelsche ambtenaar in Perzië aan de volkswoede ten offer is geval len. dan behoeft men zich daarover niet te verwonderen bij het optTeden von Engeland en Rusland in dit land. Washington, 17 Nov. (R.) Het Engelsche gezantschap heeft de aandacht van het ministerie van buitenlandsche zaken gevestigd op een particulier station voor drandlooze telegrafie bij Portland (Maine), dat mededeelingen doet aan schepen op zee. Men vermoedt hier te doen te hebben met een poging, om een Trans-Atlantische ver binding tot stand te brengen. Zuid-Afrika. Kaapstad, 17Nov. (ROllicieel be- Ticht; Eer> telegram uit Kimberley meldt, dat de i >eersmijnen den len Januari den ar- beid on beperkte schaal lullen hervatten. De Premier Jagerfonteinmijnen zijn tot hetzelfde besluit gekomen. Verspreide Berichten. De buit in Servië. De ge zamenlijke buit in Servië behaald, wordt, op bevel van generaal von Mackensen, aan de Bulgaren overgelaten. Zulks heeft te Sofia, volgens de Neue Frcie Presse, een uitne- menden indruk gewekt. Zwaar geschut aan de Dardanelles De „Daily Express" verneemt uit Rome, dat de eerste bezending Duitsch zwaar geschut, voor de Dardanellen bestemd, te Konstantinopel is aangekomen. Venizelos. Een deputatie van Atheensche kooplieden is Maandag bij Ve nizelos verschenen en heeft hem dringend verzocht, zich niet te onthouden bij de ver kiezingscampagne. Venizelos sprak zijn dank uit voor de goede bedoeling, maar zeide, dat hij in dezen nog geen beslissing had geno men. De neutraliteit van Roemenië. De correspondent van de „Corriere della Sera" te Boecharest deelt, naar Rr ter uit Rome aan enkele bladen seint, mede: „De Staatscourant bevatte een besluit, waarbij de minister van Oorlog wordt gemachtigd alle voorwerpen en materialen, die noodig zijn voor de nationale verdediging, te requiree- ren als: kleeding, geneesmiddelen, machines voor militaire fabrieken, booten voor rivier verkeer, spoorwegmaterieel en brandstoffen. De kooplieden zijn verplicht op te geven hoeveel van de genoemde zaken en van an dere, die beslist noodig zijn, zij hebben. Men beschouwt dit besluit als een aandui ding, dat Roemenië inziet, dat het de neu traliteit onmogelijk langer kan handhaven." N e w-Y o r k 17 Nov. (R.) Fr /*Jn drie verschillende branden uitgebroken in viacht- wogens op het spoorwegterrein te We^haw- hen, op honderd voet afstand van eene be waarplaats van 50O paarden, bestem^ voor de geallieerden. Men gelooft, dat dit het werk is van Duitsche spionnen. Kameroverzicht Tweede Kamer De Voorzitter ving de zitting van Woens dag aan met enkele woorden te wijden aan de voortdurende afwezigheid van Kamerle den, waardoor het vereischte quotum vaak niet bereikt en behoorlijke en regelmatige afdoening van zaken onmogelijk wordt. Daarna werd voortgezet de behandeling van de Indische Begrooting. De heer F o c k (U.-L.) acht het gelukkig, dat op den Buitenzorgschen troon iemand zal komen, op de hoogte van het internatio naal recht en de internationale verhoudin gen, maar hoopt, dat de nieuwe gouverneur- generaal zich vooral, zoo niet uitsluitend, bezig zal houden met de bevordering van bloei en welvaart der Indische bevolking. De financieele toestand behoeft z.i. tot geen on gunstige conclusies te leiden, de opbrengst van de belasting zal echter niet toereikend zijn in alle behoeften der inlandsche bevol king te voorzien. Hij dringt aan op krachtiger opium-bestrij- ding en op verlaging van het tarief van den pandhuisdienst. Spr. vraagt op welke wijze de Minister denkt de middelen tot dekking van het aandeel van Indië in de kosten van het vlootplan te vinden. Het 14.000 tons- dok te Soerabaja heeft men gewoon laten wegroesten. Zijn de ambtenaren, schuldig aan deze ergerlijke verwaarloozing, behoor lijk gestraft? vroeg spr., die nog aandringt op ruimer uitvoering van de decentralisatie- wet. De heer de Stuers (R.-K.) dringt er op aan de bestuursposten in Atjeh door militai ren ingenomen, te doen bezetten door civie le ambtenaren. Hij wil meer geduld bij de toepassing van maatregelen in de buitenbe zittingen, waar onrust heerscht. Besloten wordt Maandagmiddag aan te vangen met de interpellatie-Sannes in zake de melkprijzen. De heer M e n d e 1 s (S.-D.) betoogt uit voerig het onvoldoende van de economische en hygiënische maatregelen en wijst op de groote zuigelingensterfte, op de slechte wo ningtoestanden in de kampongs en op de rechteloosheid der inlanders. Uitvoerig betoorrt spr., dat de justitie an ders optreedt naarmate tot rassenhaat op hitsende artikelen door inlanders dan wel door Europeanen zijn geschreven. De heer de Meester (U.-L.) bespreekt verlaging van het pandhuistarief, de stijging van den pensioenlast, lotsverbetering van ambtenaren, facultatiefstelling van het gods dienstonderwijs aan gesubsidieerde scholen en de algemeene mijnpolitiek. De heer Rutgers (A.-R.) vroeg non den minister eenige inlichtingen omtrent de ge zindheid van den nieuwen gouv.-gen. van Ned.-Tndië en besprak vervolgens de sub sidiering van het onderwijs in Indië. Siaoïsb»-»rooming I31S. Hoofdstuk V (Binnen 1. Zaken). Voorloopig verslag. In dit verslag worden tol van aangelegenheden ter sprake gebrecht, waurvan wij hieronder de voornaamste noemen. Gevraagd werd o.a. of de regeering met spoed de financieele verhouding tusschen rijk en gemeenten voorbereidt; betreurd werd dot sommige gemeentebest "^en ge noemd werden die van Amsterdam en van s Gravenhagc bezwaren moken, wanneer het personeel in gemeentedienst aan 's lands defensie wenscht deel te nemen, waartegenover andere leden van oordeel wuren, dat deze houding geenszins vtrU af te keuren. Voorts werd gewezen op de gevolgen van de mededeeling door dc ministers van Oorlog en van Binnenlandsche Zaken aan de gemeentebe sturen, dat naar hun opvatting de h-eped' "gen von de wet op den staat van oorlog cn beleg dc bevoegdheid om politieverordeningen vAst te stellen of te wijzigen in de in staat van oorlog of beleg verklaarde gemeenten overgaat op de bevoegde militaire overheid, zoodat de gemeente raden zich verder hiervan hebben te onthouden. Daardoor wordt in tal van gemeenten dc vast stelling van nieuwe en de wijziging van be- stuunde politieverordeningen nagelaten, door den raad, omdat deze zich onbevoegd acht, door de militaire autoriteiten, omdat deze niet op dc hoogte zijn van wat ten deze noodig of gewenscht is. Men hoopte, dat de Regeering bij de ten deze noodigc wetswijziging spoed zou betrachten. Sommige leden sproken hun verwondering uit over een besluit, in den loop van het jaar door de Gedeputeerde Staten van Overijsel genomen, houdende dat onderwijzers, tot lid der Provin ciale Staten verkozen, als zoodanig niet zitting kunnen nemen. Gaarne zou men vernemen, waarin dit besluit steun vindt en of het naar 's ministers oordeel is te rijmen met art. 38 van di wet tot regeling van het lager onderwijs. Eenige leden drongen op bespoediging aan van de behandeling van dit wetsontwerp, waar omtrent het Voorloopig verslag op 26 Januari 1914 is verschenen. Sommige leden wezen op de kindersterfte, welke in ons land vrij groot is, terwijl tot be strijding daarvan zeer veel kon worden gedaan. Zoo zouden zuigelirgenklinieken, die op plaat sen, waa»- zij zijn geopend, zulke goede resul taten opleveren, nog veel beter kunnen werken, indien zij niet met geldgebrek hadden te kam pen. Opnieuw werd /an verschillende zijden aan gedrongen op een wettelijke regeling betreffen de keuring van levensmiddelen. De toenemende vervalschingcn op dit gebied, zich uitbreidend in tijden van duurte, als wij thans beleven, ma ken de regeling zooveel urgenter. Sommige leden achtten het den plicht van den minister van Binnenlandsche Zaken, die met de uitvoering van dc begrafeniswet is belast, om deze overtreding daarvan, gelegen in de lijk verbranding, te beletten en zij waren van ge voelen, dat de minister door de omstandigheid, dat niemand voor die overtreding strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld, van die ver plichting niet is ontheven. Met volle waardeering van de plaats, die onze universiteiten op het gebied der weten schap innemen, wensenten sommige leden we derom de aandacht te vestigen op de steeds toe nemende eischen welke dc voortdurende uitbrei ding der wetenschappelijke instellingen aan 's Rijks schatkist stelt. Dc gang van het weten schappelijk onderzoek zal in de toekomst hierin wel geen verandering brengen. Daarom zal te zekerder de tijd komen, dat het vraagstuk van dc inrichting von het universitair onderwijs op nieuw onder de oogen moet worden gezien. Is de regeering niet van mecning, zoo werd ge vraagd, dot de hooge geldelijke lasten, welke in de eerstvolgende jaren op de burgers zullen worden gelegd, haar thans reeds er op bedacht moeten doen zijn om zonder schade voor de wetenschap een zuiniger weg in te slaan. Hierbij rees andermaal de vraag of het noo dig is, dat, gelijk thans geschiedt, elke der Rijks universiteiten er naar streeft zich zoo goed en volledig mogelijk uit te rusten. De leden, die een cn ander ter sprake brach ten, herinnerden aan de meermalen gevoerde ge- dachtenwisseling omtrent centralisatie van be paalde vakken aan de verschillende universitei ten. Eenige leden knoopten hieraan de vroag vast of, nu in de tegenwoordige tijdsomstandigheden zooveel van 's Rijks financiën wordt gevorderd, er geen nonleiding is, het algemeen geldend be drag der bijdragen voor het volgen der lessen aan de hoogescholen te herzien en voor meer veimogenden een bedrag te heffen, dat den kos- tenden prijs van het onderwijs naderbij komt. Anderzijds vond dit denkbeeld bestrijding. Sommige leden oefenden op de van verschil lende zijden reeds vroeger aangevoerde gronden critiek op de bepaling van art. 133 der wet tot regeling van het Hooger Onderwijs, welke tot het afleggen der examens aan de universiteiten slechts toelaat hen, die het eindexamen van het gymnasium of het daarmede overeenkomende staatsexamen met gunstig gevolg hebben afge legd. In het bijzonder wees men er op, dat met de ontwikkeling, welke door het onderwijs aan de hoogere burgerschool mot vijfjarigen cursus wordt verkregen, in het geheel geen rekening wordt gehouden. Men drong onn op een zoodanige herziening van art. T33, dat ook het eindexamen der hoo gere burgerschool met vijfjarigen cursus toe gang zou geven tot de examens in alle fncultei- tïj, zij het met de bepaling, dat hij die voor zijn verdere studie kennis van Latijn of Grieksch noodig heeft, bij zijn eerste academisch examen blijk moet geven, dat hij ven die vrkken de voor de verdere studie benoodigde kennis bezit. Sommige leden waren van gevoelen, dat de wijze waarop het Romeinsche recht aan onze universiteiten wordt geleerd, voor de daaropvol gende rechtsstudie niet de vruchten afwerpt, welke daarvan zouden kunnen worden verwacht. Naar hun oordeel behoort het Romeinsche recht in een meer algemeen verband, als onderdeel van een uitgebreider historisch onderwijs te worden gedoceerd, waarbij dan aan het Ger- maartschc en het canonieke recht de vereischte aandacht wordt besteed en de wederzijdsche in vloeden van deze rechtssystemen op elkander worden nagegaan. Verscheidene leden waren van oordeel, dat aan de universiteiten niet die aandacht wordt geschonken aan het onderwijs in de kinderge neeskunde, welke in het belang der volksgezond heid noodig is. Opnieuw drongen verscheidene leden aan op wetswijziging, opdat ann den onhoudbnren toe stand, waarin vele gemeenten ten aanzien van het hoogerc-burgerschoolonderwijs geraken, een eind kome. Tal von gemeenten gaan gebukt on der de zwnre lasten, veroorzaakt door het groote getal leerlingen uit den omtrek dat haar scholen bezoekt, waardoor uitbreiding van de inrichting, toevoeging van parallelklassen en aonstelling van meer leerkrachten onvermijdelijk worden. Het lager onderwijs wordt, naar verscheidene leden opmerkten, op vele plaatsen nog steeds ge schaad door de gevolgen der mobdjsatie, die vele onderwijzers onder de wapenen riep en schoollokalen voor inkwartiering deed bestem men. Pogingen om door tijdelijke werkkrachten in de open plaatsen te voorzien werden niet overal even ernstig aangewend en leverdon niet steeds het gewenschte resultaat op. Vrijstelling van dienst ten behoeve van hoofden van scholen is in sommige gemeenten dringend noodzakelijK. Ook in ander opzicht wordt, naar de meenmg van eenige leden, aan de ontwikkeling van het onderwijs niet die zorg besteed, welke van dc Overheid mocht worden verwacht. Met het uit gebreid, meer uitgebreid en herhalin, sonderwijs is het in vele g^meent^n nn^ treurig Verscheidene leden dror - ^n onder her innering aan de vóór twee jaren in detc Kamer gehouden gedachtenwisseling op aan, dat dc regeering onverwijld maatregelen zeu nemen om verbetering te brengen in de door de vele gemeenten te karig berekende onderwijzersjaar- wedden. Sommige leden wezen op de groote noodzake lijkheid om met groot» re voortvarendheid van staatswege de lichamelijke opvoeding te hulp te komen. Naar aanleiding van de bezuinigingen ten vorigen jare aangebracht op de nfdeeling kun sten en wetenschappen, werd er op aangedron gen niet den arbeid te doen stilstaan, welke dient om lang verwaarloosde monumenten van den on dergang te redden. Het rapport betreffende rone centrale drink watervoorziening in Zuid-Holland, Noord-Hol land en Utrecht, opgemaakt door bet Rijksbu reau voor drinkwatervoorziening, gaf eenigen leden aanleiding hun leedwezen uit te spreken over den grooten opzet van het plan. Deze leden spraken de wenschelijkheid uit om de drinkwatervoorziening in de Alblasserwaerd cn Vijfheerenlanden, de Krimpenerwaard en an dere streken, welke daaraan dringend behoefte hebben, los te maken van dc verwezenlijking van het groote plan, hierboven bedoeld. Eenige andere leden wens.chten naar aanlei ding van dit betoog np te merken, dat uit prac- tisch oogpunt tc kleine complexen voor aanleg van drinkwaterleiding, geen aanbeveling verdie nen. Sommige leden wezen er op, dat de tubercu lose in aanleg zeer dikwijls een kinderziekte is, de besmetting heeft ook dikwijls op zeer jeug digen leeftijd plaats. Hiermede behoort bij de bestrijding van de ziekte aandachtig rekening te werden gehouden. De vereenigingen, welke bestrijding van tuberculose ten doel hebben, zien dit nog te weinig in. De Regeering steune, bij het belangrijke subsidie dat van Rijkswege wordt verleend, de bestrijding in deze richting op krachtiger wijze dan tot dusver geschiedde. UH de Per» Petu!-cn ter terechtzitting. Het Weekblad van het Recht schrijft: „Voor het Gerechtshof te 's Gravenhage werd dezer dogen behandeld eene, noar de advocaat-generaal mr. Mazel terecht op merkte, zoowel psychologisch qIs rechtskun dig belangwekkende strafzaak, waarbij de te- lostelegging ging op poging tot moord. Als getuige verscheen de man van de vrouw, tegen wie het misdrijf zou zijn gepleegd. Volgens het verslag in de bladen hield de president tot dezen getuige een toespraak, waarin hij hem verweet op schandelijke wijze de huwelijkstrouw te hebben gebro ken, en verder verklaarde dat hij, d. w. z. die getuige, de oorzaak was van al bet ge beurde. Vervolgens verzekerde de president dat het wel eens goed was, indien het hier aanwezige publiek eens hoorde, welke ge- meene lieden hier rondloopen. „Jij bent in staat iedereen te gronde te richten", zoo werd den getuige toegevoegd, en iets later werd dit versterkt door de opmerking: „Zie je wel, wat voor een schurk je bent." De advocaat-generaal sprak van dezen aldus gequolificeerden persoon als van „het min derwaardig individu in de getuigenbank" cn de verdediger voegde daar van zijn kant nog het nocdige ann toe. Hot kan noodzakelijk zijn zegt het Weekblad voor O. M. en raadsman, dat zij, ten einde de behandelde zaak feitelijk en psychologisch in het juiste licht te bren gen, over een getuige al datgene mededee- len wat over diens karakter en handelwijze bekend is geworden. „Scherpe quolificaties zijn dan niet altijd te vermijden. Ook hierbij is voorzichtigheid en gematigdheid eerste plicht, voor het O. M. en voor den rpadsman, voor den laat ste niet het minst. Wie tot verdediging ge roepen is, moet niet snel zijn in het beschul digen. Bovendien moet er altijd aan worden gedacht, dat de persoon, die in de getuigen bank gezeten, aanklacht op aanklacht tegen zich hoort voorbrengen, niet in staat is den aanval af te weren. Tegen iemand, die zich niet mag verdedigen, is gematigdheid dub bele plicht. Hoever O. M. en raadsman in deze mogen gaan, blijve steeds een ernstige gewetensvraag. Anders staat echter o. i. de queestie voor den president, den leider der zitting. Wij kunnen niet inzien, waaraan hij de bevoegdheid zou ontleenen om een ge tuige toe te spreken als hier is geschied. Wie voor den rechter geroepen wordt als getuige, komt om op hem te stellen vragen te antwoorden, niet om vermaningen aan te hooren, nog veel minder om op de grie- vendste wijze te worden beleedigd. Naar onze oprechte overtuiging heeft de presi dent von de strafkamer van het Haagsche Gerechtshof hij moge in hetgeen hij op merkte in elk opzicht gelijk gehad h-bben een niet gepast gebruik gemaakt van de machtspositie, die de wet hem geeft. Wat zou het antwoord van den president hebben kunnen zijn, wanneer de getuige hem had toegevoegd: Ik sta hier om te getogen, niet om door u te worden beleedigd! Een getuige, die aldus zou spreken, zou het vol ste recht oan zijn zijde hebben." Berichten. De Staatscourant van Donderdag 18 November bevat o.a. de volgende Konink lijke besluiten benoemd tot burgemeester van Merkel beek C. F. J. Pijls; van Wildervank Dj. P. Teenstra met eervol ontslag als burge meester van Aduard; van Steenwijk mr. A. H. Goeman Borgesius aangewezen als lid van den Raad van De fensie de gepensionneerde vice-admiraal G. F. Tydeman op verzoek eervol ontslagen G. A. de Ko ning, hoofdcommies aan het departement van koloniën. De nieuwbenoemde gouver- n e u r-g e n e r a a 1 van Ned.-Indië, mr. J. P. graaf van Limburg Stirum, wordt in de eerste dagen van December te Den Haag verwacht, om hier te lande te blijven tot aan zijn vertrek naar Indië in de tweede helft van Januari. Diplomatie. In verband met de be stemming van jhr. Melvill van Carnbee, ge- zanfschaosraad te Parijs, tot minister-resi dent, tijdelijk zaakgelastigde te Sofia, is jhr. mr. H. de Beaufort, gezantschapssecrcij* ris te Washington, wiens aankomst te Den Hang dezer dagen werd gemeld, tijdelijk ge detacheerd bij het Nederlandsche gezant schap te Parijs. De volgende alphabetische aanbeve lingslijst is opgemaakt voor kantonrechter te Boxmeer: mrs. J. H. Bevers, substituut- griffier bij de rechtbank te Amsterdam; IT. F. M. Kortman, griffier bij het kantonge recht te Venlo, H. P. F. M. Manders, sub stituut-griffier bij de rechtbank te 's-Herto- genbosch. Journalistiek. De heer C. L. F. Sarlet heeft gisteren den dag gevierd, dat hij 25 jaar is werkzaam geweest aan de redactie der Oprechte Haarlemsche Courant. Com missarissen hebben hem op hun bureau ont vanger en hij is daar toegesproken door den president-commissaris, mr. Ch. Enschedé, die hem dank bracht voor al wat hij voor de courant was geweest en hem een geschenk aanbood. Verder ontving hij geschenken van de redactie en van de administratie bij monde van den directeur jhr. van Riemsdijk; een commissie uit de burgerij zou gistermid dag een geschenk aanbieden. Overste Wenniger. f Een, voor al in de officierskringen der residentie be kende persoonlijkheid, r ^^nsionneerde ko lonel L. M. J. Wenniger, is daar ter stede in den ouderdom vair 70 jaren overleden. In 1867 werd de thans ontslapene be noemd tot tweede-luitenant; in 1871 werd hij bevorderd tot eerste luitenant, in 1886 werd hij kapitein; tien jaren later volgde zijne be noeming tot majoor, in 1900, werd hij lui tenant-kolonel en in 1904 werd aan overste Wenniger bij het verlaten van den militairen dienst de titulaire rang van kolonel verleend. Vele jaren maakte hij deel uit van het of ficiers-korps van het toenmalige regiment Grenadiers en Jagers, bij welk regiment hij de laatste jaren van zijne militaire loopbaan bet bevel voerde over het eerste bataljon Grenadiers. Overste A. S. H. Booms, f De te 's Gravenhage plotseling overleden gep. luit.-kolonel der infanterie van het Indische leger A. S. H. Booms, was gedurende een groot deel van zijn Indische militaire loop baan gedetacheerd bij het wapen der Genie. Reeds als le luitenant nam hij deel aan verschillende krijgsverrichtingen gedurende de 2e expeditie tegen Atjeh in de jaren 1873 en 1874 en onderscheidde zich toen der mate dat hij benoemd werd tot ridder in de millitaire Willemsorde 4e kl. Zoo nam hij in April 1873 deel aan de operatiën tegen Atjeh's groote Missigit en was daarbij met een detachement mineurs ingedeeld bij de kolonne van den majoor F. P. Cavaljé. Den 6en Januari 1874 met een detachement mi neurs ingedeeld bij de troepen van den kolonel De Roy van Zuijdewijn, nam de thans overledene deel aan de bestorming van de groote Messieit (Mesdrid Raja) op Atjeh, bij welke gelegenheid het onzen troepen ein delijk gelukte dit Atjehsche heiligdom voor goed te veroveren. Tijdens deze expeditie werd luitenant Booms gewond. Hij kreeg nJ. een schot door den rechtervoet bij een aanval op het bivak in den bovengenoemden Missigit. De heer Booms, die als sergeant in Indië kwam, begon in 1862 de officiersloopbaan als 2e luit., werd le luit. in '68, kapitein In '75, majoor in '33 en overste in 1888. Hij was drager van het eereteeken voor belangrijke krijgsverrichtingen met de gesp Atjeh 1873-'74 en van de Atjeh-medaille. In 1888 werd overste Booms plaatselijk commandant te Podang; twee jaar later werd hij gepensionneerd. Ook als schrijver was de heer Booms geen onbekende; zoo verscheen van zijn hand het werk: „Neerlands Krijgsroem in Insulinde". Nederland en de oorlog* Staat van beleg. Met ingang van 18 November is de staat van beleg verklaard in het gebied als volgt begrensd: Van het punt gelegen op 53°, 32 min. N.B. en 1° 16 min. O.L. van Amster dam langs genoemden parallel tot het snij punt met de Westkust van Rottumeroog; ver volgens langs de Zuidkust van dit eiland naar het snijpunt van de Oostkust van ge noemd eiland met den evenvermelden pa rallel; langs den parallel tot den meridiaan van 1° 44 min. O.L. van Amsterdam; langs den meridiaan tot de kust van Groningen; vervolgens langs deze kust en die van Fries land tot den voormaligen verbindingsdam met Ameland; langs de lijn gevormd door de overblijfselen van den verbindingsdam tus schen den Nieuwen Zeedijk bij Holwerd en de Zuidkust van Ameland, ten Z.O. van Bu ren; de Zuidkust van Ameland tot 1° 2 min. O.L. van Ameland langs dezen meridiaan tot 53° 26 min. N.B. langs den parallel tot 1° 16 min. O.L. van Amsterdam, dezen meridiaan volgend tot de kust van Schiermonnikoog; langs de Zuid-, Oost- en Noordkust van Schiermonnikoog tot de laatstgenoemde me ridiaan weder bereikt Is; langs dezen me ridiaan tot 53° 32 min. N.B. Landweerl:chtingen met verlof. Nader vernemen wij, dat met Ingang van 25 November a.s. ook aan de leden van het kader der landweerlichting 1908 een voor loopig (klein) verlof zal worden verleend, al* thans voor zooveel zij dit zelf wenschen. Tegelijkertijd zal aan het nog in werkelij- ken dienst zijnde dienstplichtig kader der landweer lichting 1907 en aan het eventueel nog in die omstandigheden verkeerendg landstormkader zulk een verlof worden veiw leend. Aan eiken landweerverlofganger wordf toegestaan, nadat hij met verlof i9 vertrok ken, desgewenscht weder onder de wapenen terug te keeren. Hij, die terugkeert, maf

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 2