Haar ki lui m klifit!
„DE EEM LAN DER".
Woensdag 24 November 1915.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
N* 126
abonnementsprijs:
prijs der ad ver ten tl en.
14d* Js»at"^ng.
Hoofdredacteur! Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOPP Co.
Per week (met gratie verzekering tegen ongelukken)
Afzonderlijke nummers 0.O5.
Wekelijks byvoegael „d* Bollondsche Bititvromcr (onder redaotte
Van Thérèse van Hoven) per 8 mnd. 50 cis.
Advertent iën gelieve mon liefst vóór 11 uur, familie*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Dicnsta ufbjodiugon 25 cents b(J vooruitbetaling,
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel eu bodrijf bustaan zooi voordeeltje bepalingen
tot hot herhaald advertooren id dit Blad, bij abonnomont,
Eone ciroulairo, bov&ttoude de voorwaarden, woidt op
aanvraag toogozondon.
Bureau: UTRECHTSCH EST R AAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
------ jg—
Politiek Overzicht
De kans op hulp voor
Servië.
De Engelsche regeering kaft een diploma
tiek succes op haai' credit boeken; zij heeft
de toetreding van Italië verkregen tot de
overeenkomst, die in September 1914 in
Londen gesloten is tusschen Engeland,
Frankrijk en Rusland, en waarin de contrac-
teerende partijen zich hebben verbonden niet
anders dan gezamenlijk vrede te sluiten. Die
verbintenis heeft nu ook Italië aanvaard, ge
lijk vroeger reeds door Japan is geschied.
Dé vijf bondgenooten hebben zich dus tegen
over elkaar plechtig verbonden, dat zij elkaar
niet in den steek zullen laten, maar gezamen
lijk den strijd zullen volhouden tot het einde
toe.
Het is ver van ons de waarde van deze
verbintenis te verkleinen. Maar iets is er
toch wat van nog meer waarde schijnt. Om
den oorlog te brengen tot het einde, dat men
zich voorstelt te bereiken, namelijk tot de
overwinning, is het niet voldoende, dat de
bondgenooten wederkeerig verzekeren, dat
jij elkaar houw en trouw zullen blijven. Het
allereerst noodige is, dat zij elkaar den feïte-
«ijken bijstand verleenen, die onmisbaar is
)m zich de overwinning te verzekeren. Daar
aan schijnt wel iets te ontbreken.
De stand van den wereldstrijd is op dit
oogenblik zoo, dat de krachten tegen elkaar
schijnen op te wegen op alle oorlogstqonee-
len met uitzondering van één. In het westen
en in het oosten, aan de Dardanellen en aan
den Kaukazus heerscht eene nagenoeg vol
komen rust. Als er ergens op het uitgestrekte
front gestredenwordt, dan wordt steeds
bericht, dat daardoor geene verandering in
den toestand is gekomen. Aan de Oosten-
rijksch-Italiaansche grens duurt, nu reeds
weken achtereen, een uiterst verbitterden
strijd. Maar die strijd levert het bewijs, dat
ook daar de krachten elkaar in evenwicht
houden, want geen van de twee is in al die
weken een stap verder gekomen.
De uitzondering zien wij in de gebeurte
nissen op den Balkan. Daar zijn Duitschlond
en Oostenrijk, in vereeniging met Bulgarije,
bezig Servië te vernietigen. Zij zijn daarme
de reeds een goed eind op weg. De Servi
sche hoofdmacht is verdreven uit het gebied,
Jat Servië óór den Balkanoorlog bezat„ en
voor haren verderen terugtocht is de weg
haar voorgeschreven; de weg naar het zui
den is haar afgesneden en zij kan slechts
de wijk nemen naar Montenegro. Men zou
zeggen: om hulp te brengen aan Servië, is
spoed broodnoodig en is eendrachtige sa
menwerking tusschen de bondgenooten een
dringende eisch. Maar van spoed in het
bijeenbrengen van de legermacht, die de
Serven te hulp moet komen in hun benar
den toestand, is niets te bespeuren. Een
dracht en samenwerking tusschen de En-
tente-mog ndheden bestaat wel wat Grie
kenland betreft, dat er niet op belust is voor
de Entente de kastanjes uit het vuur te ha
len en nu den toorn van de mogendheden
ondervindt, omdat het den verklaarbaren
wensch koestert zich buiten den strijd te
houden. Maar tegenover Servië, dat er alle
aanspraak op heeft, dat men zich inspant
om het uit den brand te helpen, is de een
dracht en de samenwerking ver te zoeken.
In den kroonraad van Rusland is, nadat
de czaar van het front was teruggekeerd,
een voorstel behandeld van de ministers Sa-
zonow en Charitonow om een leger van
400,000 man tegen Bulgarije te zenden.
.De kroonraad heeft beslist, dat een derge
lijke tocht niet kan worden ondernomén,
zoolang de landweg niet verzekerd is,
d. w. z. zoolang Rumenië weigerachtig blijft
den doortocht van Russische troepen door
zijn gebied toe te staan.
Wat over de beraadslagingen in den Ita-
liaanschen ministerraad wordt medegedeeld,
doet ook van die zijde geen hulp verwach
ten. Daaraan zijn voorafgegaan langdurige
beraadslagingen over de technische zijde
van de zaak onder voorzitterschap van den
minister van oorlog, waarvan de slotsom
was, dat het zenden van Italiaansche troepen
naar den Balkan, rooral naar Albanië, on
mogelijk werd geacht zonder langdurige
voorbereiding, en vooral zonder dat vooraf
de wegen in goeden staat werden gebracht;
bovendien was men van meening, dat de
troepen te laat zouden komen om nog hun
doel te bereiken. Tot welk besluit de mi
nisterraad is gekomen, is nog niet bericht;
maar men kan zich gemakkelijk voorstellen,
hoe dat besluit zal zijn, eh de Petit Parisien
zal wel niet ver van de waarheid zijn, wan
neer zij de meening uitspreekt, dat niet op
het ingrijpen van de Russen en van de Itali
anen aan den Balkan is te rekenen.
Merkwaardig is intusSthen de verklaring,
die dit blad hieraan toevoegt. Men ver
neemt daaruit, dat ook van de Franschen
niet het onmogelijke mag worden verlangd.
De verhouding tusschen de strijdkrachten
van de geallieerden eenerzijds en die van
de Duitschers, Oostenrijkers, Bulgaren en
Turken anderzijds laat geene hoop op suc
ces toe, wanneer men niet op andere hulp
kan rekenen. Men moet echter thans inzien,
dat een ingrijpen van Rusland of van Italië
noch geschied is, noch is te verwachten.
Dit zegt de Petit Parisien, die dikwijls als
orgaan voor officieuze mededeelingen ge
bruikt wordt. De conclusie daaruit laat het
blad onuitgesproken. Maar ieder kan die
voor zich maken en die is troosteloos voor
de kans op hulp voor Servië.
De oorlog.
B e r 1 ij n, 2 3 Nov. (W. B.) Bericht
van het opperste legerbestuur uit het groo-
te hoofdkwartier v^ heden voormiddag.
Op verschillende plaatsen van het front
duurde de door helder weder begunstigde,
levendige vuuroctie voort. In het Bois le
Prêtre bleven twee vijandelijke opblazingen
zonder uitwerking.
Een Fransche tweedekker viel na een
luchtstrijd neer bij Aure, in Champagne.
P a r ij s, 2 3 Nov. (Havas). Namiddag
communiqué.
In de loop van den 22en begonnen Fran
sche vliegtuigen op verschillende punten van
het front gevechten die in hun voordeel ein
digden. In België werden twee Duitsche toe
stellen door hunne tegenstanders gedwon
gen neer le komen. In de streek van Reims
werd op twee vliegtuigen jacht gemaakt,-die
eene zwenking verrichtten .In Champagne
en aan den zoom van de Argonne werden vijf
luchtgevechten geleverd* die tot gevolg had
den, dat drie Duitsche vliegtuigen overhaast
binnen hunne liniën op den grond moesten
gaan, een vierde ontredderd neerkwam en
het vijfde in vlammen gehuld op den grond
kwam.
P a r ij s2 Nov. (R.) Avond-communi
qué.
De mist belemmerde de artillerie-werk-
zaamhecteft, maar desniettemin brachten wij
vijandelijke batterijen tot zwijgen in Roclin-
court, aan de Aisne en in de Argonne.
B e r 1 ij n, 2 3 Nov. (W. B.) Bericht
vm het opperste legerbestuur uit het groo-
te hoofdkwartier van heden voormiddag.
Op het oostelijk c^-logstooneel zijn gee
ne gebeurtenissen van belang voorgeko
men.
Weenen, 2 3 Nov. (R.) Officieel be
richt van heden middag.
Op het Russische oorlogstooneel zijn
geene bijzondere gebeurtenissen voorgeko
men.
Petersburg, 23 Nov. (Tel.-agent-
schap). Communiqué van den grooten gene-
ralen staf.
Op het ten westen van de Dwinastreek,
noordelijk van het Svenlenmeer, gelegen
front riamon u-ij opnp Mu/vruJoljiU0 "orcfr>rlfmcr
van den vijand in de eerste linie. Ten zuid
westen van Dwinsk ondernam de tegenstan
der een offensief langs de Lavkes-rivier;
maar hij ontmoette ons vuur en leed groote
verliezen, waardoor hij gedwongen werd naar
zijne oude stelling terug te gaan.
Op de rest van het front, van de golf van
Riga tot de Pripjet is geene verandering.
Op den linkeroever van de Midden-Styr
vielen onze troepen den vijand aan ten wes
ten van het dorp Korlinitsji. De vijand nam
voor een gedeelte de vlucht; gedeeltelijk
werd hij met de bajonet algemaakt. Wij na
men twee officieren en 117 soldaten gevan
gen en maakten een machinegeweer, 190
geweren, vele patronen en andere munitie
buit. In Galicië werd aan den oostelijken
oever van de Strypa een vijandelijk offensief
tegen het dorp Khmelevka, ten westen van
Trembovlia, door ons vuur onderdrukt.
Weenen, 23 Nov. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
De groote strijd om het brughoofd van
Görz en den rand van de hoogvlakte van
Doberdo duurt voort. Verscheidene aanval
len van sterke vijandelijke strijdkrachten op
Podgora werden op bloedige wijze afgesla
gen. Ook bij Pevma en Oslavy hebben onze
troepen zich tegen qlle stormen gehand
haafd. Dikwijls werden de gevechten ook
's nachts voortgezet.
De beschieting van de stad Görz van 18
tot 21 November veroorzaakte weer r.cnmer-
kelijke verliezen aan menschenlevens en
malerieele schade. 20 burgers werden ge
dood, 30 gewond, 40 gebouwen- volkomen
vernield, 250 zwaar en 600 licht bescha
digd. Gisterenmorgen wierpen de Italianen
opnieuw 100 bommen van zwaar kn'iber in
de stad.
Op de hoogvlakte van Doberdo gelukte
het den vijand ons front ten Zuid-Westen
van den berg San Michele tot aan den wes
telijken rand van den San Martino tijdelijk
in te drukken. Een nachtelijke aanval van
de Hongaarsche en Karintische troepen
bracht de oorspronkelijke stellingen weer
geheel in onS bezit. Verscheidene stormaan
vallen der Italianen ten oosten van Selz
stuitten op het 47ste infenterie-regiment, dat
zijne stellingen tweemaal door zijn vuur en
de derde maal in een gevecht van man
tegen man wist te behouden.
Ten noorden van het brughoofd van Görz
herhaalden zich de gebruikelijke aanvallen
van den vijand met het gewone échec.
Twee van onze vliegers hebben bommen
op Arsiezo geworpen.
In dén laotsten tijd trachten de commu
niqués van den Italiaanschen generalen
staf opmerkelijk veel over behaalde voor-
deelen te zeggen. Daartegenover zij heden,
een half jaar nadat onze vroegere bondge
noot den oorlog heeft verklaard, uitdrukke
lijk geconstateerd, dat wij het in het begin
van den oorlog gekozen verdedigingsfront
overal en aan de Isonzo nu reeds in den
vierden slag zegevierend hebben gehand
haafd.
Sedert het besin van den striid in het
zuidwesten was de vijand niet eens in staat
dichtef bij het doel te komen, dat hij in den
eersten aanloop hoopte te bereiken. Maar
wel heeft de oorlog hem aan dooden en ge
wonden reeds een half millioen mannen ge
kost.
Rome, 23 Nov. (R.) Officieel bericht.
Na den strijd ten noordoosten van Ostavia
op den 20en en 21en November is de
hardnekkige tegenstand van de Oostenrij
kers thans overwonnen. De Italianen zijn
stevig gevestigd in hunne nieuwe stellin-
gen.
De operatiën in de omstreken van Görz
duren voort. De Italianen bereikten de Cal-
variokam. De strijd op het Karstplateau is
met" kracht hervat; sterke loopgraven zijn
daar genomen.
B e r 1 ij n, 2 3 Nov. (W. B.) Bericht
van het opperste legerbestuur uit het groo
te hoofdkwartier van heden voormiddag.
Ten noorden van Mitrovitza en ten noor
den en noordoosten van Prislina is de vij
and in achterhoedegevechten teruggesla
gen; er zijn meer dan 1500 gevangenen
en zes kanonnen ingeleverd.
Ook de ten zuidoosten van Pristina strij
dende Bulgaarsche krachten drongen mei
succes vooruit. Van daar wordt de gevan
genneming bericht van 8000- Serven en
ec buit van 22 machinegeweren en 44
stukken geschut.
Weenen, 23Nov. (W. B.) Officieel be
richt van heden middag.
De Oostenrijksche troepen, die aan den
bovenloop van de Drina strijden, vollen de
Montenegrijnsche stellingen op den Kozora-
kom en ten Noord-Oosten daarvan aan. Een
Oostenrijksch-Hongoarsche colonne is Prije-
polje binnengetrokken.
De strijd in het Mezelveld neemt een
voor ons gunstigen loop. De legerofdeelift-
gon, die in het Ibor-dol oprukken, bevinden
zich zes kilometer ten Noorden van Mltro-
witza.
De Duitsche troepen staan een halven
dagmarsch ten Noorden van Pristina gele
gerd.
De Bulgaren dringen vooruit over Zego-
woczPlanina.
Sofia, 2 3 Nov. (W. B.) Officieel be
richt van den 21en.
De gevechten om Pristina duren voort. In
de streek van Giliani hebben wij tot dusver
7000 man gevangen genomen en twee ma
chinegeweren en vier kanonnen buit ge
maakt. Overigens is er op het front geene
verandering.
Parijs, 2 3 Nov. (R.) Avond-communi
qué.
Na de operatiën van den 19en en den
20en is alles rustig in Macedonië.
B e r 1 ij n, 2 3 Nov. (W. B.) De Bulgaar
sche generaal Bojadjew verklaarde den
19cn aan den correspr van de Lokal-
anzeiger te NishI' t Servische leger is in
volslagen ontbinding. Het heeft nog slechts
een enkelen uitwonnaar Montenegro,
een slechten bergpas tusschen Mitrowitza en
liun iiaoIiUi inaui - nuatovnijnnjK
een uit officieren b aond Servisch legei
Montenegro kunnen bereiken. Na de ver
nietiging van het Servische leger zullen wij
met vereenigde krachten naar Macedonië
gaan. De Franschen brengen wel onophou
delijk troepen aan lord. Maar wij zijn
300,000 Serven baas geworden en wij zul
len 't ook wel spoedig met de Franschen
klaar spelen.
Athene, 23 Nov. (R.) Volgens diplo
matieke berichten heeft de Servische regee
ring van Mitrovitza zich naar PrizrendNbe-
geven. Servische afgevaardigden, die in Sa
lonika zijn aangekomen, verklaren, dat de
regeering binnen kort via Dibra Monastir
zal bereiken.
Londen, 23 Nov. (R.) In het lagerhuis
deelde Sir Edward Grey mede, dat al het
mogelijke is gedaan om het Servische volk
voor hongersnood te behoeden. De Britsch®
regeering doet met de bondgenooten haar
best om spoedig voldoende voorraden voe
dingsmiddelen te verschaffen.
Londen, 23 Nov. (R.) Het Foreign
Office bericht, dat geene Grieksche sche
pen zijn in beslag genomen of vastgehou*
De waarheid wordt zelden kalm gezegd
maar nog zeldzamer kalm aangehoord.
Roman -van
IS. IÉIRL1NLK.
„Jank zoo nietgebiedt hij kort; toch
is hij zeil geschokt en stiller troost hij:
„Wees moccig, vrouw... Meer huur kun
nen wij niet betalenhet gaat nu al slecht
genoegHoe w.it gij op het Rattenhof
blijven? Tenware
Hij aarzelt. Zij ziet weder op.
„Tènware gij uwe dochter
„Wat, Lowi.
„In zijne neen neenf" valt hij uit. „Het
.«voord kan uit mijnen mond nietis het
niet te schrikkelijk?Wat schelm, wat
leeiijke schelm!''
Zij weent immer voort, en hoest en kucht.
Hij gaat traag vóór het venster staan,
terwijl hij voortvaart:
„Naaste jaar moeten wij weglIs het
zoo niet l eter?Ik wil hier niet meer
blijven en Itijd achteruit gaan!Ze zou
den ons met de vingers wijzenmet ons
spotten Wat de Penninck's ge
vallen boeren!Op het stroodoorge-
boerd!.Niets meer alles op!Hoe
zijn ze zoo verre gekomen?Geen zorg,
geen zorg.te hoog, le fier boven
hunnen standiHet was wel te peizeni.
Hoog vier brandt niet lang
Maar zij antwoordt, stil, doch beraden:
„Ik zal hier blijvenhier blijven!Ik
ben hier op het dorp geboren ik wil hier
ook sterven!"
Hij blikt om naar haar:
„Hier geboren hier geborenf.., Ta,
ta!De wereld is groot en voor iedereen
openGeboortegrond wat is dat?
Een woord, een enkel woordl Overal is
het vaderlandl"
Maar hij zegt dit maar om zich zeiven
moed te geven, om haar te overtuigen. Zijnë
.ziel, zijn hart komen tegen zijne eigene
woorden op. Hij tracht hare nieuwsgierig
heid op te wekken, komt bij haar, legt zijne
hand op haren schouder, terwijl hij sprc ;t:
„En zie, in Argentina, in Entre-Rios -bij
voorbeeld
„Entre-Rios?"
„Ja, eene provincie, die zoo heetZe
ligt tusschen twee groote stroomen is
vruchtbaar in den hoogsten graadDe
grond brengt op zonder mestde bewer
king is genoeg!Het goevernement geeft
32 hectaren voor nietdat is omtrent 25
bunder, vrouw!"
„Voor niet?"
„Ja, voor nietfEn eene hectare grond
kost er nog geen honderd frank!..Daar
zullen we kunnen leven van ons werkl
V erken, ja. dat is zeer goed, als men van
dat werk kan leven!En van het werk zijn
de Penninck's niet bang!Ik ben half krom
gewerkten gij, zi^k!En waartoe heeft
het gediend?Achteruit altijd gaan we
meer en meer achteruit!In Argentina
is het beter!"
Sprats, spriets!
De koffiemelk is intusschen verraderlijk
gezwollen, loopt over den boord van de pan
en kist, in bobbels, op de warme buis.
De moeder springt op, grijpt de pan en zet
ze op den vloer.
„Altijd janken .altijd janken!En geene
oogen open niets zien!"
Zijn woord klinkt opnieuw scherp en
bijtend; hij is onrechtvaardig in schijn
want hij ziet haar oprecht gaarne en hij ge
voelt wei en het doet hem groote pijni
dat zij het niet lang meer zal uithouden.
„En de kinderen?" vraagt zij in eens.
„Ja, de kinderen die zullen meel" be
slist hij.
„Lowie, Lowie-toch!En wat hebt gij
aan vrouw Moereels beloofd op haar
sterfbed?"
Het valt hem nu ook in.
„Wat heb ik beloofd?... Dat ze mogen
trouwen!Ik verzet er mij niet tegen: ze
mogen trouwen hoe eer hoe liever!Dat
weet ge well"
„En als ze mee moeten?"
Hij antwoordt hierop niets.
Daar komt Manda binnen, met Turk, die
rond haar huppelt. Zij kijkt rond ziet hare
weenende moeder, die de stoof met eene
vodde afkuischt; haren vader, die norsch
opnieuw door het vensier blikt.
„Wat is hier weer?" vraagt ze kortweg.
De moeder weeklaagt:
„Manda-kind, we moeten van het Ratten
hofen vader zegt, dat het besloten is: hij
wil met ons naar Amerika naaste jaar!"
De boer beziet scherp, ondervragend zijne
dochter en legt uit:
„Ik kom van het kasteel
„Envraagt Manda, die haren blik
niet nederslaat.
„We moeten meer pacht geven of
„Meer pacht kunnen wij niet geven,"
zegt het meisje.
„Ofherhaalt hij, „ge moet naar het
kasteel gaan, gij, Manda... en hem... om
de nieuwe pacht smeeken."
„Nooitl" antwoordt zij vastbesloten.
Hij stapt naar haar toe, grijpt ze vast.
„Braaf, Manda... sterk meisje!..., Dat
wist ik."
„Nooit!" herhaalt zij kloeker.
De moeder zit te snikken.
„Dus," verklaart de boer, „moeten we van
het RattenhofIn Mei is onze pacht uit
Men jaagt ons van Walmaarde wegf... We
zullen gaanmaar niet als weggezonden
bedelaars we zullen gaan met het hoofd
in de lucht... sterk en fieri... fk wil naar
Argentina!"
Zij staat nadenkend, met gebogen hoofd.
In eens ziet zij op en zegt:
„Het moetiWe kunnen hier niet blij
ven Vader, ik zal met u gaanl"
„Zij zij ookf" krijt de vrouw.
„Een ander hof kunnen we niet huren,"
spreekt hoer Kazakke„Men zou met ons
lachen en het zou er niet beter gaan.,j
De boerenstiel is In ons land te niet!"
„Jal... te niet!" bevestigt Manda.
„Er schiet dus niets anders over, dan is
gfian naar Amerika!"
„Er schiet niets dnaers over, vader."
„En Emiel?" smijt weenend de moedel
hier tusschen.
Eene rilling schiet door het lichaam der
deerne. Het duurt maar een oogenblik. I»
zij niet kloek de kloeke Manda, zooals
vrouw Moereels zei. Ze gaat naar hare moe»
der en troost:
„Moeder, we kunnen het hier niet langer
uithouden. Vader heeft gelijk: we moeten
het land verlaten!Gij moet wat sterker,
zijn, moeder. Overal schijnt de zonne, en is
er lucht en levenoveral woont dezelfde
goede Godl"
„En Emiel?" vraagt de vrouw opnieuw.
„Emiel? Indien hij mij oprecht geerne
ziet, moeder zal hij meegaan't Is ook best
voor hem: zit hij niet in het kot? En komt
hij ooit vrij waaraan ik niet twijfel toch'
blijft zijn goede naam bij velen verloren.,»
't is ook best voor hem, dat hij meega!"
De boer valt in hare rede:
„Hij zal vrij komen ik zal spreken!t'i'
ik weet iets, Manda!"
Zij glimlacht:
„Ge weet iets, vader? Kan het heifc
redden, zeg hetO, schuldig is hij rvlet
maar de schijn, de valsche schijnl
Wordt vervolgÜ