N* 138 „DE E EM LAN DER". Vrijdag 26 November 1915. BUITENLAND." FEUILLETON. Naar list laai! m b!aiia! 14ae Jaargang. Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOFP ft Co. ABONNEMENTSPRIJS: r*i 8 maand«u roor Amersloort f Idem frunco pot pi>»t Per week (met gratie verzekering tegen ongelukkon) W»l"« JLfzoP'iorlijke nummers 0«05« Wekelijks bgvoegsel „d* Hollandsche Uuiav» mtS' (onder redactie ▼an fliérése van Hoven» pel 8 mild. 50 €ls. Advertent ión gelieve men liefst vóór 11 uur, familie* advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureau: U TR E C H TSCH EST RAAT I. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIEN: V«n 1—6 rog elf o.50. Elko regel moor- 0.10. Dienstaanbiedingen 25 cents tg vooruitbetaling, CSroote loiters naar plaatsruimte. Voor handel en bodnjt bestaan tooi vourdeelige bepalingen tot het horhaald advertoereu in dit Blad, bij abonnornonL Eune circulaire, bevattonde de voorwaarden, wordt aanvraag toegezonden. op Kennisgeving. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Amers- fooit brengen ler openbare kennis, dat bij hun besluit van 19 November 1915 de aan C. J. de Koning alhier en zijne rechtverkrijgenden den 15en October 191)0 verleende vergunning inge volge de Hinderwet voor het perceel gelegen aan de Muurhuizen, kadastraal bekend gemeente Amersfoort, Sectie E, No. 2027, is aangevuld met een voorwaardelijke vergunning tot het plaatsen van een electromotor van 2a P. K. in genoemd perceel voor het drijven van een kof- Cebrunder. Amersfoort, 20 November 1915. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Dc Secretaris, De Burgemeester, V T VEENSTRA. VAN RANDWDCK. Politiek Overzicht Griekenland en de wereld- strijd. De onderhandelingen tusschen Grieken land en de Entente-mogendheden hebben er toe geleid, dat eene ontspanning is ingetre den. Op de verklaring van Griekenland, dat het steeds bereid is aan de eischen van de Entente in de ruimste mate tegemoet te ko men, voor zoover dit vereenigbaar is met zijne waardigheid en zijne onzijdigheid, heb ben de Entente-mogendheden hun dreigen den toun laten varen en zich geneigd ge toond water in hun wijn te doen. Van weers zijde bestond blijkbaar de gezindheid 't niet tot het uiterste te laten komen en zoo is er door geven en nemen over en weer een re sultaat verkregen. Wat bij de gevoerde overleggingen het meest opmerkelijke is, is dat de hulpverlee ning aan Servië, waarvoor de Entente-mo gendheden toch naar Saloniki zijn gekomen, geheel op den achtergrond is geraakt. De strijdvraag was wat met de op Grieksch ge bied vluchtende Servische troepen zou wor den gedaan, en hieraan knoopfe zich de vraag vast hoe de houi'ing zou zijn van Griekenland tegenover de Entente-troepen j op zijn gebied. Wanneer men zich had willen houden aan de voorschriften van het volkenrecht, dan zou men daarin de oplossing van deze vraag hebben gevonden. De overeenkomst betref fende de rechten en plichten van de neutrale staten en personen in het geval van een landoorlog van 18 October 1907 bepaalt, naar de besluiten van de Haagsche conferen tie: „Het gebied van de onzijdige staten is onschendbaar. Het is aan de oorlogvoeren den verboden, troepen of munitie- en ver- plegingscolonnes door het gebied van een neutralen staat te voeren. Een neutrale staat mag op zijn gebied geen van de hier vermel de handelingen dulden.' Volgens de bepalingen van het volken recht was dus Griekenland niet alleen ge rechtigd maar zelfs verplicht vluchtende Servische t. epen, die op zijn gebied moch ten komen, te ontwapenen en ook aan de Engelsche en Fransche troepen, die in Sa loniki zijn geland, de wapenen te ontnemen en ze te interneeren. Maar in dezen wereld- strijd heeft men zich over de bepalingen van het volkenrecht altijd heengezet, en het be hoeft ons dus niet te bevreemden, dat de Entente-mogendheden, die hunne troepen in Saloniki aan land hebben laten gaan en daarmee steeds voortgaan, trachten aan het leger, dat zij bijeenbrengen, vrijheid van handelen te verzekeren. Griekenland moet er toe worden gebracht, die vrijheid niet te be lemmeren, op dit oogenblik niet en ook later niet, als de zaken voor de Entente scheef mochten gaan. Het liefst zou men gezien hebben, dat Griekenland zich bij de Entente aansloot; maar als dat niet ging, dan moest althans worden zeker gesteld, dat Grieken land aan de Entente bij hare ondernemin gen op Grieksch gebied geen kwaad kon doen. Om dat te bereiken werden eischen aan Griekenland gesteld en voor het geval, dat bezwaar werd gemaakt om daaraan te voldoen, werden verschrikkelijke dingen in uitzicht gesteld. Wanneer men hiermee vergelijkt wat wordt bericht over de uitkomst van de te Athene gevoerde onderhandelingen, dan valt die uitkomst voor Griekenland nog al mee. Er is niet van Griekenland verlangd, dat het zijn leger zou demobiliseeren. Die eisch was trouwens niet voor inwilliging vatbaar; Griekenland kon er onmogelijk in toestemmen, zich weerloos te maken tegen de willekeur van de Entente. Dat heeft de Grieksche minister Rhallis den correspon dent van de Daily Mail met nadruk aan het verstand gebracht, tot wien hij kort en krachtig heeft gezegd: „Wij zullen demobi liseeren 24 uren nadat de geallieerden Sa loniki hebben verlaten." Op dit gewichtige punt hebben de geollieerden dus wijselijk den boog niet te strak gespannen. Er is verder verklaard, dat de door de geallieer den bezette deelen van het Grieksche ko ninklijk ter behoorlijker tijd zouden worden teruggegeven, en schadevergoeding is toe gezegd. Zoo is voor de Grieksche regeering een brug gebouwd, waarlangs zij er toe is kunnen komen, om aan het Entente-leger vrijheid van beweging en veiligheid te ver zekeren. De Entente-mogendheden hebben dus tegenover Griekenland eene minder drei gende houding aangenomen, dan men aan vankelijk liet verluiden. Maar ook in de ver zachte eischen, die zijn gesteld, ligt een ernstige inbreuk op Griekenland's onzijd'g- heid. In normale omstandigheden zou Grie kenland van de andere zijde zeker ter ver antwoording geroepen worden. Nu schijnt daarvoor minder gevaar te bestaan. Uit Berlijn wordt aan de Frankf. Zrg. geschre ven: „Men behoeft aan de diplomatieke onder handelingen, die nu plaats hebben, geene te groote beleekenis te hechten, want hun uit slag zal ook ditmaal in hoofdznaflc door de in gang zijnde militaire gebeurtenissen be ïnvloed worden. Griekenland bevindt Zich in een moeielijken toestand, dien niemand zal miskennen." De oorlog. B e r 1 ij n, 2 5 Nov. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Op het westelijke oorlogstooneel is niets van belang gebeurd. P a r ij s, 2 5 Nov. (Havas.) Namiddag communiqué. In Artois en Lotharingen waren granaat gevechten. In den loop van den nacht ver richtte onze artillerie op eenige deelen van het front een werkzaam vuur op het machine geweer-emplacement in de streek van Frise (Sommedol) en op de stations Beuvraignes en Laucourt (irr dc streek van Rorge.) Op de rest van het front was de gewone kanonnade. P a r ij s, 2 5 Nov. (R.) Avondcommuni- rr~ué. Van het westelijke front is niets te be richten. B e r 1 ij n, 2 5 Nov. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Legergroep Hindenburg. Bersemünde is vast in onze handen. Hot aantal gevange nen steeg tot 9 officieren en 750 man, de buit lot 3 machinegeweren. Bij de legergroepen Leopold van Beieren en Linsingen is de toestand onveranderd. Weenen, 2 5 Nov. (W.B.) Officieel be richt van heden middag. Van het Russische oorlogstooneel zijn geene bijzondere gebeurtenissen te melden. Petersburg, 25 Nov. (Tel.-agent- schap). Communiqué van den grooten gene- ralen staf. Tegen den avond trachtten de Duitschers vooruit te gaan in de richting van Kemmern, maar zij werden terug-geslagen. Bij de hof stede Bersemünde duurt het gevecht voort. Bij de bezetting van eene hoogte in die streek maakten onze troepen 100 Duit schers gevangen; zij namen zes mitrailleuses. In de streek van het zuidwestelijk einde van het Sventenmeer kwamen onze troepen weer vooruit. De vijand viel voor de tweede maal zonder succes de loopgraven in die streek aan, die hij onlangs verloor. In de streek van Smorgon ontwikkelde de artillerie van den tegenstander op eenige plaatsen een hevig vuur. Ten zuidwesten van Pinsk, aan den rech teroever van de Strumen, viel de vijand het dorp Komora aan; hij werd teruggeslagen. Hel dorp Novopodlsjerevitsji, aan den linker Styr-oever, bleef na een reeks gevechten in onze handen. In de streek van het dorp Se- mikovtze aan de Strypa vielen onze troepen den vijand aan een joegen hem op tot aan de rivier. Door de rivier gestuit, werd de vij and vooi een deel door ons vuur vernietigd; een ander deel kwam in de rivier om. Meer dan honderd dooden en ernstig gewonden bleven op het strijdveld. Op de re& van het front in. Galicië was een levendige artilleriestrijd ap sommige plaatsen. Er werd opgemerkt, dat de vijand veelvuldig zich bedient van tranenverwek- kende stoffen. L o n d e n, 2 6 N o v. (R.) De Morning Post bericht uit Petersburg: De Duitschers zijn begonnen met het moeielijke werk van het maken van toebereidselen om af te zien van de hopelooze taak om Riga en in het alge meen de Dwinalinie te heroveren. Mitau, hun voorste basis, is reeds ontruimd van alles wat grooten omvang of waarde heeft. W e e n e n, 2 5 N o v. (W.B.) Officieel be richt van heden middag. De verbitterde gevechten in de streek tusschen den mond van de Wippach en San Marlino duurden dag en nacht voort. Ten noordem van den Monte San Michele viel den vijand, onophoudelijk aan met sterke krachten. Meermalen gelukte het hem in onze loopgraven te dringen; maar steeds, het laatst in een nachtelijken strijd van vele uren, wierpen de dappere Alpenlandsche regimenten 7 en 27 hem er weer uit. De aanval van de Italianen op den Monte San Michele mislukte even als alle vorigen. Ook bij San Martino ging den strijd den geheelen dag heen cn weer, totdat ten slotte laat in den avond onze beproefde honoed- troepen er in slaagden ook hier onze stelling geheel terug te winnen en zich er te hand haven. Het brughoofd van Görz, het zuidelijke ge deelte van de stad en verder de dorpen Savogna en Rupa, stonden onder een hevig artillerievuur. Verscheidene bataillons vielen bij Ostavija aan; zij werden teruggeslagen en twee compagniën vernietigd. Twee van onze vliegers wierpen bommen neer op Tolmezzo. Rome, 25 Nov. (R.) Officieel commu niqué. De artillerie- en infanterieactiën duren voort in Carnië en tusschen de Adige en de Brenta. Een Oostenrijksch vliegtuig wierp bom men op Tolmezzo. Schade werd niet aange richt. De hevige strijd werd voortgezet ten noordwesten van Görz. De Italianen breidden de bezetting van den Calvariokam uit en na men nieuwe loopgraven. De tegenaanvallen van den vijand werden teruggeslagen. Op de Karst kwamen wij wat vooruit. B e r 1 ij n, 2 5 Nov. (W. B.) Bericht van het legerbestuur uit het groote hoofdkwar tier van heden voormiddag. Bij Mitrovitza zijn door de troepen van het leger van generaal von Koevess omstreeks 10.000 Servische soldaten gevangen geno men en 19 kanonnen buit gemaakt. In de ge vechten om Pristina en aan de Sitnica vie len 7400 gevangenen en 8 kanonnen in onze (\anden. De buit aan oorlogsmaterieel en voorraden is aanzienlijk. W e e n e n, 2 5 Nov. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. De Montenegrijnen zijn ook ten oosten van Foca teruggeworpen. Ten zuidwesten van Sjenica gingen wij over de Montene- grijnsche grens. Bij de gisteren medegedeelde inneming van Mitrovitza namen de Oostcnrijksch- Hongaarsche troepen 10.000 Serven ge vangen; zij maakten 6 mortieren, 12 veldka nonnen, talrijke voerwerken, munitie van al lerlei aard, 7 lokomotieven, 130 spoorweg wagons, en veel ander oorlogsmaterieel buit. Eene Oostenrijksche colonne bereikte, over Mitrovitza vooruit gaande, de streek van Cucytm. Ten zuiden daarvan zijn Duit» sche en Bulgaarsche strijdkrachten bezig d» Sitnica over te gaan. In de gevechten van Pristina zenn G80C gevangenen ingeleverd en 24 Servische ka nonnen buit gemaakt. Sofia, 25 Nov. (W. B.) Officieel be richt van den 23en. Sedert tien dagen waren verbitterde ge vechten om Pristina in gang. Nadat ons le ger heden definitief de Serven in het noor den, oosten en zuiden omsingelden, onder nam de tegenstander de uiterste pogingen om Pristina te behouden. Hij kon echter on zen druk niet weerstaan en werd uit zijne laatste stellingen gedreven, waarna hij ge dwongen was den terugtocht naar het wes ten te beginnen. Om half drie in den namiddag rukte eerst een regiment ruiterij de stad binnen. Daarop volgden onze troepen van het noordelijke front en afdeelingen van de naburige Duit- sche colonne. Het aantal gevangenen is nog niet opgemaakt. P a r ij s, 2 5 Nov. (R.) Avondcommu- niqu-. De Fransche troepen sloegen de Bulgaren terug ten oosten van Krivoloc. Londen, 25 Nov. (R.) De Daily Tele graph bericht uit Saloniki, dat de czaar per soonlijk aan minister-president Pasics heeft geseind en hem heeft beloofd, dat over eene week Russische troepen in Bulgarije zouden verschijnen. Italië beloofde ook eene expe ditie van 40,000 man uit te zenden. Londen, 25 Nov. (R.) Wij vernemen, dat de gezanten der Entente-mogendheden in Athene niet hebben aangedrongen op de mobilisatie, maar hebben voorgesteld, dat er geene Grieksche troepen aanwezig zouden zijn in de zone, waar de geallieeiden aan het werk zijn. Over 't geheel is de politiek om, terwijl men de positie en de belangen der geallieerden wilde zeker stellen, den toestand niet moeielijker te maken. P a r ij s, 2 5 Nov. (R.) Avondcommu niqué. De Turken leggen eene stijgende activi teit aan den dag aan de Dardanelles Den 21 en vielen zij drie malen het Britsche front aan. De poging om de verloren stellingen terug te winnen, mislukten overal. Zij wer den gedecimeerd door het Engelsch,Fran- sche vuur. De mijnoorlog duurt voort. Fran sche sapeurs bliezen een Turksche onder- aardsche gang op. De Turken onderhielden den 23en een intens geweer-, kanon- en gra- naatvuur. Zij zijn echter zenuwachtig, omdat zij uit de lucht worden bestookt. Vliegtuigen Een bedorven maag en een bedorven ge moed beide worden herkend aan de tong. Roman van IS. 1 bl R L I N C K. 58 En Melanie dampte het linnen voort, en we-iaoediger scheen haar blik. Ja, de toekomst was onzeker! Lager zonk de zon en haar glans verhel derde enkel nog den zwaren, zwarten balk van de keuken, juist op de plaats, waar een symbolisch teeken gebeiteld stond: een teer ling, op den teerling een hart, boven dit hart een kruis. Moeder had haar dikwijls uitge legd, dat'de beteekenis van dit symbool was: geloof, hoop en liefdel Zij geloofde, zij hoop te, zij bem nde! Voorspelde dit teeken, klaar glinsterend in den laatsten zonneschijn, heur geene aankomende vreugde? Dat het zoo ware, och, dat het zoo ware! En toch in haren boezem kromp haar jong harte, zoo fijn- en teergevoelig, immer treu rig ineen Die zonnegloed en dat bescher mend symbool vermochten niet haren kom mer te v?;duiven. Zij pinkle eenen traan weg, op het oogenblik dat Remi in de keuken trad. Hij ging recht naar haar en bemerkte het. „Weeral geweend, Melanie? Toe toe, wat meer courageBeter lijd zal komen..." Hij zei dit 'half lachend. „De laatste pataten zijn vandaag uitgedaan en liggen goed be waard in den kelderNu mag het voor hen vriezen het kan geen kwaad!Morgen moeten de beeteraven uitZe zijn wel ge lukt en zullen wat opbrengen!is het zoo goed, Melanie?" „Al wat ge hier doet, is goed, Remi; dat weet ge well" „Maar gij blijft toch de meesteresen ik ben maar uw onderdanige kastelein," lachte hij. Een glimlach kwam rond haren kleinen mond. „Ware Emiel maar vrij, ge zoudt geen kastelein zijn en ik geen meesteres't Ware allemaal anders." „En wat zou ik zijn, Melanie?" „Mijn heer en meester en ik, uw nederige dienstmeid Zij trachtte te lachen. „Zie, Melanie, dat is wèl!Zoo hoor ik u geerne spreken... en ais ge lacht, doet het mij oprecht goedVerdriet wegi Het geluk wacht ons al zij het ook in een ver landi" Hij kon eenen opwellenden zucht niet onderdrukken. „Gij wilt mij troosten", zeide ze, „en ge zijt zelf bedroefd!" Hij nam hare hand vast, terwijl zij vroeg: „Ge vertrekt niet geerne?.,. Ge zoudt lie ver hier blijven?" „Rechtuit gesproken, Melanie, het is on gelukkig zijn dorp te moeten verlaten Zie," sprak hij vol vuur, "„geerne zou ik hier gebleven zijn, met u, als gezellin voor het leven, in vreugde en in lijden, hier op Wal- moarde, op dit kleine dorpken, waar wij sa men naar de school gingen, samen gespeeld hebben en opgegroeid zijn, waar ik gewerkt heb, ja, maar ook genoten!" Zij boog het hoofd. „Zeker ware het zóó beter geweest, in andere gewone omstandigheden Nu kan het niet meer zijn.... Vader heeft het al lang in zijn hoofd gestoken naar Argentina te gaan en hij is koppig. Hij wil weg. En mag ik hem alleen laten gaan?... Neen! Ik moet mede!" Diep aangedaan zei hij dit. Na eene kleine poos vervolgde hij: „Het moetEn wie weet het zal zóó best zijn misschien Ja ja, het zal zoo best zijn voor ons, die van het Rattenhof moe ten en niet meer kunnen bestaan als pach ters voor u en voor Emielna dien moord „Zeker," bekende zij, „het zal zóó best zijn; voor ons allen!... Ten andere, het is beslotenvast besloten, niet waar?" „Vast!!... Niets kan het besluit veran deren." „En uwe moeder?" vroeg zij. Hij loosde eenen dieperen zucht. „Moeder? Arme moeder!Zij wil niet mede En ik geloof, Melanie, dat wij ons ean moeders wil weinig moeten gelegen la ten Vóór de Mei daar is „Remi!" „Zal moeder nevens de uwe rusten op het kerkhof!" Zachtjes weende het meisje. Zou het met moeder Penninck reeds zoo verre zijn? En nu beurde de jongen haar opnieuw op. „Kom, ween niet langerEr is geen andere uitkomst meerIn Gods name! Het zij zoo doch laat ons moedig zijn en vertrouwen hebben!" De zon was gansch onder en de duisternis kroop van uit de hoeken in de groote keu ken rond. Daarentegen scheen de stoof roo- der te gloeien. Daar schudde Remi moedig den kop: Al die nare gedachten weg van hem! Hij groette: ,,'t Is avond, Melanie ik moet gaan. Tot morgen." „Tot morgen!" antwoordde zij stil. Hij drukte hare hand ten afscheid en richt te zich naar de deur. Hier keerde hij zich om. „Wacht! al die droeve dingen deden het mij bijkans vergeten: De witte Blesse, die op het kalven staat, is een weinig ongerust, een beetje lijnzaadmeel in plaats van eten zal haar ^-oed doen, Melanie Daarmede was hij weg. Met liefderijk oog keek zij hem langs het venster na. De kortste weg van de eene hoeve naar de andere leidde door het Roschbosch. Rem! nam hem en snel stapte hij door. Onder de luiken was het schier gansch donker; de avond daalde en een mist rees tusschen het hout. Ginder, op den boschweg kwam iemand. Door de vallende duisternis zag Remi, dat het een man was, die met moeite voort kon en hinkte. as het Osmaart, die hem te gemoet trok1 Zou moeder zieker geworden zijn? Haa_ iger stapte de jongeling verder. Nu herkende hij den man: het was Rochus, de laveier, die zoo over de baan mankte. De wildstrooper herkende ook den jongen Penninck. Poogde Rochus niet te vluchten langs het kreupelhout? Hij deed een paar stappen zijdewaarts. Neen, hij wou niet weg: hij bleef staan. „Ha, Rochus!" groette Remi. De man bezag hem stuursch en vroeg met ruwe, zonderling klinkende stem, terwijl hij des jongelings arm vastgreep: „Emiel?Hoe is het met Emiel?" En daar Remi eenigszins aarzelde te ant woorden, sprak hij vriendelijker: „Spreek, RemiZeg mij, hoe Emiel hel steltSpreek, ge zult mij plezier doenP Hij hijgde. „Goed, Rochus; hij heeft vandaag nog ge- schrevenl" antwoordde Remi. „Wat?" „Hij hoopt binnen kort vrij te zijn!" „Vrij?Hij zou al lang moeten vrij zijnP Met overtuiging, op wilden toon zei Rochuf dat. „Zijn advokaat twijfelt niet of Emiel zal morgen naar huis komenHij is onschul« dig!" „Zeker is hij onschuldigP bevestigde d* laveier, die herhaalde malen met het hoofd knikte. Wordt vervolgd,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1