laar het land van ialofte! I4de Jaargang. „D E EEM LAN DER". Donderdag 2 December 1915. BUITENLAND. FEUILLETON. N° 133 Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Uifgeveis: VAIKHOPP 6 C<x ABONNEMENTSPRIJS: Jto 8 maanden voor Amersfoort f l.OO. Idem franco per post 1.50. Per week (met gratia verzekering tegen ongolukken) O.IO. Afzonderlijke nummera 0.05. Wekelijks'bijvoegsel „da Eollandacha Huiêvrouid' (onder redactio ▼an Th'érèse van Hoven) per 8 mnd. 50 ets. Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Bureaus UTREC HTSCH ESTR AAT I. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER A DVERTENTIËN: Van 1-6 regel*f 0.50. Elke regel mcoi0.10« Dienstaanbiedingen 25 oen<* og vooruitbetaling, Groote lottera naar plaats ruim te. Vooi handel en bodr(jl bestaan ruoa voordeeligt» bepalingoa tot hol borliaald advortooron in iit Blad, bij abonnement. Eono circulaire, bevattend» du voorwaarden, wordt op aan vraag toegezoudeo. Kennisgeving. KAL KEIEREN. Burgemeester van Amersfoort maakt be kend, dat zij, die zich voor dit winterseizoen wwschen te voorzien van kalkeioren, daar toe hunne opgaven gunnen inzenden aan het Èierbureau te Amersfoort. De prijzen van kalkkipeieren zijn vast gesteld op f 1.35 per K.G., waarvoor geleverd zullen worden eieren van 50—55 K.G. per dui zend de prijzen van kalk eendeieren zijn vastgesteld op I 7.per 100 stuks, waarvoor geleverd worden eieren van 62—05 K.G. per axdzend. De te leveren qualiteit moet voldoen aan de eiechen, die voor gezonde kalkeieren gesteld kunnen wordenniet aangezet of zwart. De eieren worden geleverd bij een kleinste hoeveelheid van 600 stuks, franco 'huis, boot, spoor of schuit Amsterdam. De levering kan geschieden per contract tol ultimo Februari of voor direct verbruik. Betaling contant of onder rembours. Amersfoort, 30 November 1915. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDW1JCK. Politiek Overzicht De Duitsche belasting op de oorlogswinsten. In de landen, waar de parlementaire regee- ringsvorm geldt, bestaat van oudsher eene zekere voorliefde om de vertegenwoordigen de lichamen in December te doen vergade ren. De donkere dagen vóór Kerstmis schij nen bij uitstek geschikt te worden geacht voor het verrichten van parlementairen ar beid, en ook de behoeften van den dienst maken het voor de regeeringen gewenscht om vóór het einde van het jaar de mede werking van de landsvertegenwoordiging in te roepen. Dat is in vredestijd de gewoonte, en de oorlogstijd, waarin wij nu leven, heeft daarin geene verandering gebracht. Zoo is thans de Duitsche rijksdag verga derd en ook in de met Duitschland verbon den monarchie Oostenrijk-Hongarije is de Hongaarsche rijksdag bijeengekomen. De vertegenwoordiging van de andere helft der dubbele monarchie, de Oostenrijksche rijks raad, heeft zoolang de oorlog duurt nog geen teeken van leven gegeven. Vóórdat de oor log uitbrak is dit parlement naar huis gezonden, omdat er tengevolge van twisten over binnenlandsche politiek geen huis mee was te houden, en sedert doet men het in Oostenrijk zonder parlement. In anderhalf jaar tijds is de rijks raad niet bijeen geweest. Sedert zestien maanden is Oostenrijk in een strijd gewik keld, waarin *het bestaan van de monarchie op het spel staat; maar nog nooit heeft de regeering behoefte gevoeld aan de mede werking van den rijksraad. De zaken wor den loopende gehouden door middel van keizerlijke verordeningen, uitgevaardigd op grond van art. 14 der grondwet, het beleen de noodartikel. Ministers komen aan het be wind en gaan weer heen, zonder dat de rijksraad er in wordt gemoeid. Het parlement is in Oostenrijk als element van het lands bestuur geheel uitgeschakeld. Anders is het in Hongarije; daar is de rijksdag een inte greerend bestanddeel van de landsregee- ring en wij zullen daar eerstdaags de minis ters zien verschijnen, om rekenschap te ge ven van hun beleid en mededeelingen te doen over den toestand. Zoowel in Berlijn als in Budapest zijn de zittingen geopend met eene toepasselijke rede van den voorzitter. Deze be;de redevoe ringen ademen denzelfden geest; zij gewa gen van de gebeurtenissen op het oorlogs- tooneel in de „gehobene Stirftmung", die gewekt is door de lauweren, welke de ver bonden legers te zamen op het slagveld heb ben behaald en waaraan de welgeslaagde veldtocht in Servië zoo juist nog nieuwe heeft toegevoegd. Anders klinkt de toon, dien de voorzitter van den Duitschen rijksdag aan sloeg, toen hij den economischen toestand aanroerde. Daarin klonk een ondertoon van bezorgdheid, die boven kwam teen gespro ken werd over de in sommige voedingsmid- deelen heerschende schaarschte, al werd er een loftuiting aan toegevoegd voor de orga1- nisatie van de levensmiddelenmarkt, die tot stand is gebracht om dé hardheden weg te nemen, die uit deze schaarschte voor een groot deel der onbemiddelden ontstonden. Over een ander punt van bezorgdheid, dat met *Ien financieelen toestand verband houdt, werd door den voorzitter niet uit drukkelijk gesproken. Men vindt dat echter terug in de rede van den staatssecretaris van financiën bij cle indiening van een wetsont werp, dat moet dienen om voorbereidende maatregelen te nemen tot belasting van de oorlogswinsten. Daaruit blijkt, dat de Duit sche rijksregeering terug gekomen is van haar vroeger standpunt om de fir.ancieele regeling, die uit den oorlog zal voortvloeien, uit te stellen tot na het einde van den oor log. Dat standpunt was. ingegeven door de verwachting, dat aan den tegenstander eene schadevergoeding zou kunnen worden opge legd' van een nader te bepalen getal milliar- den, die in mindering zou komen van de lasten, die de financieele nasleep van den oorlog op het Duitsche volk zal leggen. Maar men heeft ingezien, dat daarop niet kan wor den gewacht. De reusachtige oorlogsuitga ven eischen onmiddellijke versterking van de inkomsten en als belastingobject, dat daar voor allereerst in aanmerking kwam, is de oorlogswinst aangegrepen, d. w. z. de bui tengewone winst, die tengevolge van den oorlog door bijzondere personen or rechts personen (naamlooze vennootschappen) wordt genoten. In de toelichting van het door de regeering ingediende wetsontwerp wordt gezegd, dat de gedachte van eene flinke belasting van de oorlogswinsten in Duitsohland gemeen goed is in alle volkskringen. Deze belasting is in het rijk, dat als voornaamste drager van den financieelen oorlogslast de eerste aan spraak op deze bron van inkomsten heeft, het best en doelmatigst uit te voeren in aan-Jliniën twee Duitsche toestellen sluiting aan de bestaande bezitbelasting (be lasting op de vermogenssiijging naar de wét van 3 Juli 1913). Op deze wijze worden biet alleen de winsten uit directe en indirecte oorlogsleverantiën, maar ook de met de ver dere door den oorlog in 't leven geroepen gunstige conjunctuur samenhangende win sten getroffen, en wordt verder de eisch verwezenlijkt, dat ieder, die in deze de ver mogensomstandigheden van verreweg het grootste gedeelte van het Duitsche volk be- nadeelenden oorlogstijd in staat is zijn ver mogen te vermeerderen, verplicht is een aan zienlijk deel van deze vermeerdering aan het vaderland ten offer te brengen. De voor genomen belasting zal geheven worden van de in den tijd van'f Januari 1914 tot 31 De cember 1916 ontstane vermogensvermeerde ring, voor zoover deze niet voortvloeit uit erfenissen en dergelijken of uit eene bloote verandering van niet belastbaar vermogen in belastbaar vermogen. Het thans ingediende wetsontwerp strekt tot voorbereiding van de in het aanstaande voorjaar te verwachten definitieve regeling Daarin wordt alleen gesproken van de zeker stelling der belasting van de rechtspersonen, waaruit echter geenszins volgt, dat de nieu we belasting bijzondere personen niet zal treffen. Die zullen evengoed aangesproken worden, maar daarvoor is geene speciale voorbereiding noodig. In een afzonderlijk wetsontwerp wordt al vast bepaald wat de Duitsche rijksbank in de nieuwe belasting zal hebben op te brengen namelijk 50 pet. van het door of gedurende den oorlog verhoogde winstcijfer. Dat zal ze ker het maximum-percentage zijn, dat van eenige instelling geheven wordt, maar men ziet er uit, dat het een diepe greep is, die door den belastingheffer wordt gedaan. Maar de behoefte, waaraan moei worden voldaan, zal altijd nog grooter zijn. Men denke slechts aan de 1275 millioen mark, die in het twee de oorlogsjaar moeten worden betaald boven en behalve de directe oorlogsuitgaven als rente van de 26 milliarden schuld, die bij de achtereenvolgende oorlogsleeningen zijn aangegaan. De oorBog. B e r 1 ij n, 1 Dec. (\V.-B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofd kwartier van heden voormiddag. Ten westen van La Bassée richtte een om vangrijke oplh::.'ng van onze-troepen be langrijke schade aan in de Engelsche stel ling. Een Engelsch en een Fransch vliegtuig werden neergeschoten; de bemanning werd gevangen genomen. P a r ij s, 1 Dec. (Havas). Namiddagcom muniqué. In den loop van den nacht wordt een krachtige kanonnade bericht van onze artil lerie in den sector Erize (Somme-dal) als ver gelding voor de ontploffing van een mijn, waardoor geen schade werd aangericht. In den loop van den 30en viel in Artois een van onze vliegtuigen in de vijandelijke aan, waarvan een gedwongen werd op den grond te ko men en het andere vluchtte naar Douai. Den 23cn wierp een Fransch vliegtuig zes granaten van 90 m.M. op barakken in de buurt van Lens, die ernstig beschadigd wer den. B e r I ij n, I Dec. (W.-B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofd kwartier van heden voormiddag. Op het oostelijke oorlogstooneel zijn geene belangrijke gebeurtenissen voorgekomen. W e^l n e n, 1 Dec. (W. B.J Officieel be richt van heden middag. Op het Russische orlogstocneel zijn geene bijzondere gebeurtenissen voorgeko men. Bij de onder het Oostenrijksch-Hongaar- sche opperbevel staande verbonden strijd krachten aan het noordoostelijke front zijn in de maand November 78 officieren en 12.000 manschappen als gevangenen en 32 machinegeweren ingeleverd. Petersburg, 1 Dec. (Tel.-agent- schap.) Communiqué van den grooten gene- ralen staf. Op het westelijke front is geene veran dering. Weenen, 1 Dec. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. De dag van gisteren verliep op het Ison- zofront ovér het algemeen rustiger. Alleen het brughoofd van Tolmein is bij herhaling hevig aangevallen. Deze aanvallen van den vijand vielen in ons vuur ineen. Heden nacht begon een sterk artillerievuur tegen de noordelijke helling van den Monte San Michele. Gelijktijdig vielen de Italianen den top van dezen berg aan; zij werden terugge slagen. Ook de vijandelijke aanvalspogin- gen in het gebied van San Martino werden afgewezen. Sofia, 30 Nov. (W. B.) Officieel be richt van den 28en. In de richting op Prizren vervolgen onzo troepen rusteloos de Serven, die zich in groote wanorde naar Montenegro terugtrek ken .Op den weg PristinaPrizren liggen overal uitrustingstukken en oorlogsmaterieel. Aan beide zijden van den weg ziet men tal rijke doode padrden, ossen, beschadigde wagens en motorvrachtwagens. Wij ontdek ten in den omtrek van het do**p Suharoka eene groote menigte munitie en talrijke kanonnen, waarvan nog slechts de affuiten en assen over waren. Verder zuidelijk von den wij de kapotte overblijfselen van pon- ton- en pioniersmoterieel. Alles bewijst, dat de overblijfselen van het Servische leger nog slechts- ronddwalende massa's zijn. In den loop van één dag maakten wij 2200 ge vangenen en maakten 16 kanonnen en 22 munitiewagens buit. Op het zuidelijke front ontwikkelen de operatiën zich gunstig voor ons. Onze troe pen bezetten den 26en de stad Kicalco. Heden namen zij de stad Kroesjewo in be zit. De Serven opereeren in deze streek nog slechts als kleine afzonderlijk staande afdee- lingen. Onze troepen, die^ langs cle Boven Cerna opereeren, gingen over de rivier en maakten zich meester van de bruggen en wegen, die naar Bitalia (Monasli,) leiden. Op de overige fronten zijn w i »ig veran deringen. De operatiën van de Fransch Hngelscht troepen bepalen zich geheel tot i i Cerna* dal. Zij konden niet alleen geen stap vooruit dringen, maar zijn nog een Kilometer terug*' gedrongen achter de stellingen, die zij bij hunne aankomst bezeticn. Heden bevindt zich geen enkele Serviër of FTanschman op den linker Cerna-oever. De bruggen tol aan de uitmonding in de Vardar v'.ja door de Servische en Fransche troepen op hun terugtocht vernield. Z r i c h, 3 0 Nov. (Havas). De Oosten rijksche troepen zijn de Lim overgetrokken. Het Servische kabinet is den 28en in Sku- tari aangekomen, waar het zich zal vestigen. De Fransche gezant Boppe wordt er ver wacht. Het slechte weer schijnt den oprnarsch van de Bulgaren naar Ipek en Prizrend ver traagd te hebben. De operatiën op het Frnnsch-Engelsche front zijn er door ver lamd; maar er is ge^n sprake van, clat die stellingen zullen worden prijsgegeven en dat Saloniki ztu worden ontruimd. B er 1 ij n, I Dec. (W.-B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofd- kwn,-':~ - van heden voormiddag. Op eenige plaatsen hadden met succes gevechten plaats met de vijandelijke uchtcr- hoede. Bij Prizren nomen de Bulgaarsche troepen 15.000 Serven gevangen; zij maak ten vele bergkanonnen en ander materieel buil. Uit Genève wordt aan hel Berl. Tageblatt geseind, dat volgens berichten uit Athene en uit Saloniki aan Fransche bladen dev be zetting van Monastir door Bulgaren zeer spoedig verwacht wordt. De Bulgaarsche voorposten zijn reeds heel dicht bij de stad aangekomen. Weenen, 1 Dec. (W.B.) Officieel be- bericht van heden middag. Onze troepen dringen in eene insluitende beweging naar Plevlje vooruit. Eene colonne valt de Gradina-hoogte ten zuidoosten van den Metalkakam aan; eene andere bestorm de in de namiddaguren en na het invallen der duisternis den door de Monlenegrijnen hardnekkig verdedigden hoogvlakterond 10 K. M. ten noorden van Plevlje. Prizren is den 29en 's middags door de Bulgaren ge nomen. Het leger van generaal von Kövess nam in November gevangen 40.800 Servische soldaten en 26.600 weerbare mannen; het maakte 179 kanonnen en 12 machine gewe ren buit. Sofia, 1 Dec. (W.B.) Bericht van den' Bulgaarschen generalen staf van de gevech ten op 29 November. Tegen den middag namen onze troepen na efen strijd van korten duur, rnaar beslissende beteekenis de stad Prizren in bezit. Er wer- Een dwaas wordt veel meer ontzien dan een verstandig mensch, omdat hij veel ge vaarlijker is. Roman van IS. T El R L IN CK. Droevig bezag Rochus zijn zoontje, terwijl hij op den kant van de ellendige ruststede nec'ierzonk en murmelde: „Ik zal spreken!Een onschuldige- zit in het gevang!Ik moet er zijn, ik, Rochus!-' r zijn vader 3g rustte op zijn kind zijn eenigen lust, zijn eenige liefde, en zijn harï verzette zich tegen zijnen geest: „En Wardje?... Wat zal er dan van mijn arm Wardje geworden?" Hij boog zich over den rustigen droomer, en snikte, snikter Een traan, een heete, viel X>p de wang van den kleinen slaper, die wak ker schoot, zijnen vader herkende, beide Armjes rond zijn ruigen hals lei en zeide: „Ha, 't is vadertje! „Ge zult alleen en verlaten zijn, arm kim Y' puchtte de laveier. Toen bemerkte de jongen, dat zijn vader weende en hij vroeg treurig. „Ge weent vadertje?Is het omdat ik zoolang geslapen heb Ik zal morgen vroe ger opstaan.f de zon lacht met mij „Neen, neen, kind," troostte Rochus; „slaap maar lang, jongenIk ween nietl"' En ras wreef hij zijne oogen droog. „Neen, ik ween niet, neen, neen!" En hij trachtte te glimlachen en het kleine Wardje zond den glimlach weder. Maar sedert die verschijning op den Over- kouter, ging Rochus des nachts niet meer laveien. Hij durfde niet meer! - voor hem wa~ de wroeging gekomen, die zijnen geest verbijsterde en zijn hart ver knaagde de wroeging, die toch eens komt voor een geweten, dat niet dood is Vandaag of morgen XIX. IJselijke dood! ,/t Is du9 toch waar?Hij is gebetenl" „En razend geworden?" „Ja, razend!Het schuim springt uit zijnen mondl" „En hij kan zeker geen water zien?"; „O neen, mensch en niets, dat blinkt!" ,/t Is wreed l" „Of het wreed is I" „Hoe lang is 't, dat hi| gebeten werd „Het zal morgen eene maand ziin I" „Eene maand?" „Jagebeten door dien leelijken hond, die hier rondgeloopen heeft." „Arme, arme "in!" „En heeft hij de wonde niet gebrand?" „Neen Rochus wist niet, dat de hond razend was Hij heeft niets, niets gedaan!" „Niets? Dat Ons-Lieve-Vrouwke hem bijsta I" „En hij is naar Sint-Hubert ook niet ge weest „Neen f" „Dan is de man verloren l" Zoo spraken eenige dorpelingen, op eenen zondag voornoen, in de herberg de Kroon. „Waar ligt de arme Rochus?" vroeg er een. „In het Roschbosch!Hij ligt daar in 'ne gracht," antwoordde Vien, die aan den Houtkant woonde en dezen morgen den laveier gevonden had." Hij hijgt naar zijnen asem en scheurt zijn kleeren vaneen hij krabt en klauwt in den grond, en zet de na gels in zijn eigen vleeschhij bijt in mos en in kruid, in takken en in wortels, in al les! Als hij zijne groote attakken krijgt, is het nog wreederdan stampt hij en slaat hij met armen en beenen als een fu- rieuse beestzijne oogen zien rood als vlammen en zwellen uit zijnen kop! Het is verschrikkelijk!" „Weet hij het nu al, dat hij razend is?" ,,'k Peis het toch, mensch!O, ge moest hem gezien hebben gelijk ik, als hij spar telde en schuimde en huilde! Hij heeft mij een oogenblik herkendEn hij smeekte mij tóch zoo schoon: „Vien-jongen, laat mijn Wardje toch bij mij niet komen: ik zou hem bijten!" Ik heb naar Wardje gezocht en heb het jonkske niet gevondenben naar den burgemeester geloopen en naar Penninck. heb hun alles gezeid. Nu ben ik hier... Bazin, geef mij nen druppel het zal mij deugd doen „Bijten?... Hij wil zijn eigen kind bijten? Hoe is 't gods-mogelijk!" Helaas! het was de waarheid: de laveier was dol geworden en de ontzettende mare liep bliksemsnel het kleine dorpje rond. Zooals wij weten, was de strooper gebeten geweest door dien zwervenden hond, vóór eenige weken, op den achternoen van den dag, dat de man Remi Penninck in het Roschbosch ontmoette. Hij was gebeten geweest onverwachts, juist op den omdraai eener straat; de hond was naar hem gesprongen en had, vóór Rochus zich verdedigen kon, hem de beide snakkers in de kuit gezet. Was het dier naar eene andere streek weggevloden? Of ergens in eenen hoek aan eenen aanval bezweken? Niemand had het nog op Walmaarde ge zien. De beet was diep; de wonde had hevig gebloed en deed, althans in den beginne, groote zeer. Rochus zag er niet naar uit; niet eens kreeg hij in de gedachte, dat het beest kon razend zijn. De man kwam weinig bij andere menschen en hoorde het nieuws niet, dat een dolle hond op het dorp ge zien werd. Na eenige dagen groeide de beet toe en Rochus dacht niet langer aan het voorvaL Vóór eene week toch ondervond hij eene onuitstaanbare kitteling in het litteeken, dot opzwol, rood blauwachtig werd en eindelijk opensprong. Een waterige, bijtende etter sijpelde er uit. Terzelfdertijd scheen het hem, dat het gebeten been als versteef en hij de spieren enkel met moeite in beweging kon brengen. Aan razernij, neen, daaraan dacht de la veier nog niet. En hoe kon hij daaraan den ken? Hij wist niet, hoe dolheid bij den mensch ontstond. Hij oordeelde de zaak niet gevaarlijk het was, volgens hem, eene eenvoudige verzwering. Hij legde eene lijn zaadpleister op de etterende wonde en be kreunde er zich niet verder om. Maar de wonde ging niet toe. En zijn geest werd krank. Al gaande sprak hij luid tot zich zeiven en boog immer het hoofd naar den grond. Een buitengewone, overgroote droefgeestigheid maakte zich van zijn gemoed meester. Zijne droomen en vi- zioenen, gedurende den nacht, vermenigvul digden zich en ze waren ijselijker dan vroe ger. Voor het minste loosde hij diepe zuch ten en bij het zien van zijn Wardje spron gen trane» in zijne oogen. En toch dacht hij niet aan razernij. Wordt vervolyd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1