Kaar liet land van belofte! 14-' Jaargang „DE E EM LAN DER". Dinsdag 7 December 1915. BUITENLAND. FEUILLETON. N° 137 Hoofdredacteur: Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOPP ft Co- ABONNEMENTSPRIJS: t I*OOs 1.50. O.IO. Afzonderlijke nummera Wekelijks bijvoegsel dHollandtche Huiivrauur (onder redactie jan Thórèse van Hoven) per 8 mad. 50 ets. Advertentiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie* advertenties en beriohten vóór 2 uur in te zenden. Jfa 8 maanden voor Amersfoort Idem franco per Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT Intercomm. Telefoonnummer 66. 1. f 0.50. O.IO. PRIJS DER ADVERTENT1ËN: Van I5 regels.» Elke rogel meer Dienstaanbiedingen 25 cents bQ vooruitbotaling. Groote lettors naar plaataruimto. Voor handel en bedrijf bestaan ceot roordeelige bepaliugoa tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij abonnomonL Eone oiroulaire, bevattende de voorwaarden, wordi op aanvraag toegezonden. Duurte-toeslag. De eens gemeente na de andere gaat In 4ese «ware tijden over tot het geven van n ^uurtetoeslag op de loonen van de gemeen* gexwerklieden. (WIJ gunnen hun dit van harte en zijn over- krigd. dat zij het goed besteden kunnen zon- isr zelfs maar aan luxe-uitgaven te denken. Maar het systeem zelf vinden wij fataal on billijk tegenover de veel talrijkeren, die niet Ifi gemeentedienst zijn, die reeds zooveel an dere voorrechten van de gem. arbeiders mis- een en ook nu weer hen zien voortrekken. £ij worden door den duurtetoeslag zelfs in slechtere positie gebracht. Ze zakken immers nog dieper beneden het gemiddelde peil van het arbeidersbestaan en de kans dat de ge meente ook hun te hulp zal komen, vermin dert. Want de gemeente, die reeds duurte toeslag gegeven heeft, zal meenen al heel wat gedaan te hebben en er moeielijker toe over gaan weer nieuwe maatregelen te ne men, waardoor nu werkelijk ook eens de meest-benarden geholpen zouden worden. Wij zouden daarom ook liever 25.000 yoor dergelijke maatregelen willen toestaan dan 10.000 voor duurte-toeslag. Gelukkig dat ook in het socialistische kamp wel eens stemmen gehoord worden, welke deze meening deelen. Zoo leest men in het jaarverslag van de Coöp. Verbruiksvereeniging De Volharding te 's-Gravenhage, dat het bestuur niet is kunnen ingaan op aanvragen om toeslag op het loon, niet omdat het niet overtuigd zou wezen, dat bij de voortdurende stijging der Ïtrijzen van alle levensbenoodigdheden het even voor de gezinnen steeds zwaarder wordt, „doch omdat het bestuur het tegen over de groote massa der leden niet billijk achtte om ten hunnen koste voor een betrek kelijk kleine groep het leven lichter te ma ken". De N. Ct. merkt naar aanleiding hiervan op: „Een zeer juist standpunt, dat het bestuur van De Volharding hier heeft ingenomen, zal men zeggen. Maar wat opmerking verdient, is dat hier een socialistische kring dit stand punt inneemt, zoolanghet eigenbelang er mee gemoeid is. Zoodra echter van Staat, ge west of gemeente duurtetoeslag of verhoo ging van loon gevraagd wordt, verloochenen zij het standpunt waarop zij zich in eigen huis plaatsen en vinden het gemakkelijk, van eens anders mans leer riemen te snijden". Wij weten niet of die opmerking van de N. Courant wel juist en billijk is. Eerder ge- looven wij, dat ook socialisten wel eens oogenblikken hebben, dat zij de zaken prak tisch en met gezond verstand beschouwen. Politiek Overzicht De wensch naar vrede. I. „Gedurende de afgeloopen week is de at mosfeer overladen met vredesgepraat, vre- desgeruchten en een algemeen gevoel, dat de vrede een goed eind dichter bij komt dan tot dusver als mogelijk is ondersteld." Met deze woorden constateert de Spectator het feit, dat de wensch naar vrede, die in alle harten leeft, zich krachtiger begint te uiten. Dat is een feit, dat de aandacht ver dient. Ook wie, zooals de Spectator, dit min achtend aanduidt als „vredesgepraat", kan niet met stilzwijgen voorbijgaan, dat de be hoefte aan vrede zich op deze wijze doet kennen. Die behoefte komt op verschillende wijzen aan den dag. In Amerika heeft de milliar- dair Henry Ford het stoomschip Oscar II van de Skandinavische Amerikalijn gehuurd om hem en zijne aanhangers naar Europa te brengen. Deze vredesexpeditie, die eer gisteren uit New-York is vertrokken, zal de hoofdsteden van de Skandinavische landen, Christiania, Stockholm en Kopenhagen aan doen en daarna Amsterdam. Het zal een in ternationale vredespelgrimstocht zijn; er zijn 140 deelnemers uit Amerika, waaronder 54 verslaggevers en drie kinematografisten. Er zullen in de neutrale landen van Europa permanente vredesbureaux gevestigd wor den en in Amsterdam zal eene internatio nale vredesconferentie worden gehouden, waarvan men verwacht, dat zij een rugge steun zal zijn voor de officieele conferentie, welker bijeenroeping de heer Ford van de regeeringen hoopt. De deelnemers aan dezen pelgrimstocht zijn dat moet men aannemen welge moed in zee gestoken. Of hunne verwachtin gen zich zullen verwezenlijken? Kardinaal Gibbons, aartsbisschop van Baltimore, de hoogste in rang van de geestelijken der roomsch-katholieke kerk in de Vereenigde Staten, denkt daarover niet zeer optimistisch; hij heeft na een onderhoud, dat hij met den heer Ford over zijne vredescampagne heeft gehad, gezegd: „Ik kan niet nalaten de roos kleurige inrichten van den heer Ford te be wonderen; maar ik heb hem gezegd, dat ik vreesde, dat er vele klippen op zijn weg lagen, die zijn tocht zouden belemmeren en het succes verhinderen." Er zijn intusschen nog andere stemmen opgegaan ten gunste van den vrede, waar aan meer beteekenis is toe te kennen, om dat zij vernomen werden in de landen zelf, die in den oorlog betrokken zijn. In de beide huizen van het Britsche parlement zijn zulke stemmen vernomen. In het lagerhuis is Tre- velyan, die in Augustus van het vorige jaar als lid van de Britsche regeering is afgetre den, omdat hij de verantwoordelijkheid voor de oorlogsverklaring niet mee wilde dragen, opgekomen voor een vrede met eere. In het hoogerhuis, waar gezaghebbende mannen als lord Courtney en lord Loreburn reeds hun wensch naar een vrede, die de vernietiging der cultuur in Europa verhindert, hadden kenbaar ge maakt, is andermaal eene stem in denzelf den zin vernomen. Lord Ribblesdale heeft zich aangesloten bij het voord van lord Courtney, dat moet worden getracht een uit weg te vinden. Hij verkfaa'rde volstrekt le gedachte te verwerpen, dat aan Engeland een vrede kon worden opgelegd of dat de Engelschen zich tot een vrede zouden loten bepraten. Maar hij hield het voor mogelijk een middenweg te vinden, die niet door iemand direct werd opgec.ongen. In eere vrede te kunnen sluiten, zou goed voor ons zijn; maar zoo liet hij er niet zonder bit- tterheid op volgen het schijnt, dat het ons nu zóó goed gaat, dat 'liet onraadzaam zou zijn van vredesvoorwaarden te spreken. De wijze waarop deze woorden zijn ont vangen, kan als eene aanwijzing gelden, dat in de opvattingen althans in zóóver wijzi ging is gekomen, dat men kan verdragen, dat er over het herstel van den vrede ge sproken wordt. Enkele maanden geleden zouden zij, die het waagden van vrede te spreken, met woest getier oan den schand paal genageld zijn. Dien lijd zijn wij nu voorbij. Dat kan worden geconstateerd, zon der dat die stemmen als teekenen van zwak heid zijn op te vatten. Een Duitsche publi cist, dr. Hans Vorst, waarschuwt in het Ber liner Tageblatt zijne lanjgenooten uitdruk kelijk tegen die opvatting. Hij zegt, dat hij na een kort verblijf in Londen den indruk heelt verkregen van bewustheid van kracht. „Op grond van mijne ondervinding schrijft hij ben ik geneigd de vredesspee- ches in het hoogerhuis to beschouwen als een teeken van dat krachtsbewustzijn. In Engeland voelt men zich altijd sterk genoeg en men heelt dus geene vrees, dat iets wat in het openbaar is gezegd, kan worden be schouwd als een teeken van zwakheid. Het is slechts een teeken van datgene, wat alle volken inderdaad wenschen, namelijk vrede." Er is dus vooruitgang wat de vredesge- dachte betreft. Maar dat mag ons niet tot optimisme stemmen en vooral niet ons de oogen doen sluiten voor de nuchtere waar heid, dat over den vrede niet onderhandeld wordt en niet getracht wordt te onderhande len en dat het tijdstip, waarop zulke onder handelingen mogelijk zouden zijn, nog vol strekt niet is aan te geven. De oorlog. B e r 1 ij n, 6 Dec. (\V. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Op verscheidene plaatsen van het front hadden artillerie-, mijn- en handgranaatge vechten plaats. In de streek van Bapaume zijn twee Engelsche vliegtuigen in den luchtstrijd neergeschoten. De leden der be manning zijn dood. P a r ij s, 6 Dec. (Havas). Namiddagcom muniqué. Er is geene enkele gebeurtenis te vermel den op het westelijke front. P a r ij s, 6 Dec. (R.) Avond-communi qué. Er was artillerieactie in Artois, rondom Loos en Souchez en tusschen de Somme en de Oise. Onze batterijen beschoten kon vooien van troepen, die zich bewogen ach ter het Duitsche front. Er waren ernstige kanonnades in Cham pagne en de Argonne. Ber 1 ij n, 6 Dec. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. In de morgenschemering viel gisteren een Russische aanval ten zuidwesten van de Babitmeren, westelijk van Riga, met veel verlies voor onze liniën ineen. Een door het Russische artillerievuur uit zee getroffen Duitsch vliegtuig is bij Markgrafen aan de Koerlandsche kust met de bemanning ge borgen. Petersburg, 5 Dec. (Tel.-agent- schap). Communiqué van den grooten ge- neralen staf. Op het Russische oorlogstooneel is niets gebeurd. W e e n e n, 6 D e c. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. Aan het Isonzo-front hield het vijandelij ke geschutvuur aan. Het was op sommige plaatsen, inzonderheid legen het brughoofd van Gorz, van tijd tot tijd tamelijk levendig. Ook de stad Görz met inbegrip van het dorp St.-Peter, werd uit geschut van elk kaliber beschoten. In den sector der hoogvlakte van Doberdo begon de Italiaansche infanterie overdag bij Re di Puglia en Polazzo en des avonds bij San Martino den aanval; zij werd overal afgewezen. Aan het Tirolsche front breidde zich de tegen het versterkte gebied van Lardaro ge richte arbeid van de vijandelijke artillerie nu ook uit tot de daaraan belendende stel lingen ten noorden van het Ledrodal. Rome, 6 Dec. (R.) Officieel commu niqué. Pogingen om in onze liniën te breken onder bedekking van den mist, werden overal terug geslagen. Korte stooten van onze infanterie deden ons nieuwe vooruit gang winnen op het Karstplateau. B e r 1 ij n, 6 Dec. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Ten zuiden van Sjenica en ten noordoos ten van Ipek zijn afdeelingen MontenegriJ- nen en Serven terug geworpen. Weenen,6Dec. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. Onze troepen dringen nu ook ten westen en ten zuidwesten van Novibazar en langs den van Mitrowitza naar Ipek leidenden weg op het Montenegrijnsche gebied vooruit. In het bergland van de Pestora zijn de Monte negrijnsche voorhoeden op hunne hoofdstel lingen terug geworpen. Ten oosten van Ipek sloegen wij de Servische achterhoede. Onze spitsen naderen de stad. Het aantal gevan genen, die in de gevechten van gisteren zijn ingeleverd, was meer dan 2100. Parij s, 6 Dec. (R.) Montenegrijnsch communiqué van den vierden. Wij sloegen krachtige aanvallen terug op onze stellingen aan den linkeroever van de Tuchina en na men een aantal gevangenen. Aanvallen in de richting van Baderevo, Sjenitza en Bielukolje werden ook terugge slagen met groot verlies voor de Oosteiv rijkers. i Athene, 6 Dcc. (R.) Er wordt bericht dat de laatste voorstellen, die door de Enten te-diplomaten zijn gedaun aan de regeering betreffende de Macedonische en militaire kwestiën de grondslagen bevatten voor over eenstemming. De regeering stelt voor mili taire commissiën van de Entente en van Griekenland te zenden naar Suloniki, ten einde de respectieve wenschen te formulee» ren en die op de plaats zelve te bespreken Konstantinopel, 6 Dec. (W. B.) Communiqué van het hoofdkwartier van den 5en. Aan het Dardanellcnfront nam onze artil lerie, die de door den vijand te land en le water uitgevoerde beschieting krachtig be antwoordde, de stellingen van de vijandelijke infanterie en artillerie met succes onder vuur. Bij Ariburun richtte een vijandelijke torpedoboot den 4en haar vuur naar ver schillende punten. Denzelfden dag was ei tijdelijk artillerie- en bommenstrijd. Twee vijandelijke transportschepen werden tei hoogte van Ariburun door ons vuur gedwon gen zich te verwijderen. Bij Sedd ul Bohr vernielden twee mijnen, die wij voor onzen rechtervleugel tol ont ploffing brachten, een vijandelijke tegen- mijn. De vijand opende daarop een hevig infantericvuur tegen dezen vleugel; hij wierp eene menigte bommen en beschoot daarna twee uren achtereen onafgebroken onze stel lingen. Aan de beschieting namen ook een monitor en een pantserkruiser deel. Op den linkervleugel was een zwak infanterievuur. De vijand wierp daarheen een groot aantal torpedo's. Onze vliegtuigen zetten hunne verken ningsvluchten en aanvallen met succes voort. De bestuurder van een der vliegtuigen luitenant van Lansen en de waarnemer von Schiltmigen wierpen bommen op een vijan delijken monitor en dwongen hem zijn vuur te staken en zich terug te trekken. Overigens is er niets te berichten. P a r ij s, 6 D e c. (R.) Avond-communiqué. Er was den 4en groote artillerie-werk. zaamheid aan beide zijden van de Darda- nellen. Vliegtuigen wierpen bommen op de Turksche kampen. Konstantinopel, 6 Dec. (W. B.). Communiqué van het hoofdkwartier van den 5en. Aan het frakfront verzamelen de geslagen vijanden zich bij Kut el Amora in vooral versterkte stellingen. Onze troepen nader den den 3en Kut el Amara tot een afstam? van twee uren gaans. Door den vijand ui het noorden en het westen te bestoken dwingen wij de vijandelijke troepen, die zicli bevinden op den tegenover Kut el Amara liggenden oever, op hunne schepen te vludw ten. Tusschen Kut el Amara en Bagh Kale maakten wij een onbeschadigd vijandelijk schip buit, dat met munitie beladen was, en maakten eenige gevangenen. Wij vinden ia de rivier vele lijken van den vijand. Oude don Juan's snuffelen nog wel eens naar den geur der vrouwen als jachthonden het spoor van het ontsnapte wild. Roman van IS. TEIRL1NCK. 61 „En nu, ga naar den dubbelen beuk, die ginder vóór ons staat." „Niet noodig!" besloot de knecht. „Een schot van ginder treft vlak in de borst." „Ja," voleinde de boer, „en kwetst veeleer de linker- dan de rechterlongfTwijfelt ge nu nog, dat de laveier de moordenaar was!" Osmaart schudde bedenkelijk het hoofd; doch antwoordde heftig „En toch heb ik het gezien, boerze ker, zeker!De jonge schurk heeft ge schoten! Anders kan ik niet spreken! Ik gweer het bij mijn ziel, het is de waarheid!" „Van Wallegem zal het doel gemist heb ben Rochus niet!" zei Penninck, voor wien nu alles klaar scheen. Zij waren nog op de plek, waar de bankier gestorven was, en juist viel de blik van den boer op een ge splinterd boompje nevens de dreef. „Os- maart, kijk!" riep hii uit; „dat beul iken is gesplinterd! Zou Henri's lood dat niet ge daan hebben?" Ja, dat de jonge bankierszoon zijn doel ge mist had dèt wilde Osmaart wel aanne men; maar geschoten had de schelm, dht bleef onbetwijfelbaar! De balde mannen verlieten het moord- tooneel. Onderwege gebood Penninck opnieuw over de gansche zaak te zwijgen. Waartoe kon het dienen Henri van den moord te be schuldigen? Zou men het getuigenis van Osmaart willen of kunnen gelooven? Emiel was vrij en dat was, voor het oogenblik, al leen van gewicht. De bekentenis van Rochus werd aan het gerecht overgemaakt. De mannen der wet kwamen naar de eenzame hut en vonden er kardoezen met Mlletjes nommer 3. Voor die scherpzinnige heeren, en vooral voor den jongen onderzoeksrechter, die zoo deerlijk gedwaald had, was alles klaar en helder Eindelijk f Voor Henri toch niet! Hij wist en was overtuigd, dat hij gemikt en geschoten had dat zijn vader, onmid dellijk na zijn schot, gevallen was dat hij maar éénen knal, dien van zijn geweer ge hoord had! En toch die balletjes nommer 3 neen, die bezat hij niet! Nochtans vond men die in de long van den vermoorde. De slechte zoon kwam tot hetzelfde be slui J- als Penninck: ^Rochus en ik hebben op hetzelfde oogen blik geschoten; hij heeft getroffen en ik gemist Eenige dagen later ging hij ter plaatse in het Roschbosch, stond eerst achter den tweelingbeuk, daarna in de gracht, vanwaar de laveier loerde, onderzocht goed de plek, waar zijn vader viel, ontwaarde insgelijks het gesplinterde beukje juist in de richting van zijn geweer! Zou hij dus toch zijnen vader niet getrof fen hebben? Des te béter! Zijn hart was door en door bedorven en toch verlichtte die gedachte zijn gemoed! Hij was geen vadermoorder! Alles was wel voor hem niet licht klaar, doch meer hoefde hij niet te weten noch r.4* te denken om zich gansch gerust te stellen. Rochus was de moordenaar! Had de kerel het zelf niet bekend? Welke bewijzen dien den er nog gegeven te worden? Nooit zou iemand van het dorp dur ven beweren, na die bekentenis, dat hij, de zoon, van achter gindschen beuk naar zijnen vader gemikt heeft. Niemand En de man, die hem, na den moord, op de hielen zat? Ba ba Niet langer zich daarover bekommerd Dien nacht dronk He rui zich smoorzat in het Fluwijntje met Desmet, die hem eenige honderden afspeelde. Wie zich vooral om Rochus* bekentenis verheugden, waren Emiel en Manda. De ionge Moereels was inderdaad vrij ge komen, doch enkel bij gebrek aan doorslaan de bewijzen. Twijfel en boos vermoeden bleven in den geest van sommigen voort bestaan. Doch nu was het geheim nopens den moord ten volle opgehelderd: Rochus had bekend! Manda voelde zich in den beginne in den hemel. Zeker nooit had zij geaarzeld aan Emiels onschuld te gelooven doch nu was alle smet van zijne faam geveegd, alle val- sche schijn tegen hem verzwonden. Een deel harer liefde bracht zij over op het zoontje van hem, die op zijn doodsbed smet en valschen schijn wegnam op Wardje, die het Rattenhof niet meer verliet. Helaas! Manda's geluk was kort van duur. Een droevige gebeurtenis greep plaats: Nog vóór het jaar uit was, stierf hare moeder! De zwakke, lichaamskranke, weekhartige vrouw stierf. Reeds lang was ze geknakt. Doch toen haar man van het kasteel thuis kwam, op dien middag, en haar bekend maakte, dat de jonge bankierszoon hen van het Rattenhof joeg, van die hoeve, waar zij zooveel jaren geleefd en genoten, geleden en gezwoegd had; toen het in haren geest in eens klaar werd, dat zij op het dorp niet blijven konden, en in de streek ook niet; toen de beslissing genomen werd: wij, de Peninck's gaan naar Amerika! toen ge voelde zij wel, zelfs vooraleer zij als leven loos op den vloer zeeg, dot het met haar gedaan was I En sedert dit voorval sprak zij niet mee« tegen. Gelaten scheen zij in haar lot. Doch1 dag voor dag toog een deel harer gezond-r heid heen, week voor week werd zij zwak-* ker, zieker, tot zij eindelijk, heel afgemat, hel bed niet meer verlaten kon. De dood was in aantocht; sterven was voor haar slechts een tijd van dagen nog. En alsdan, terwijl zij daar gebroken lag* was eens Penninck, de norsche, koppig* maar eerlijke, brave Penninck gekomen, enl hij had heur gezeid, diepzinnig, met boorv devol gemoed, met zijne oogen, waar d0 waarheid uit sprak, naar de hare gericht: „Koba I" De vrouw kreeg eene schudding en keetè naar hem op. Zóó zelden had hij heur mei haren voornaam aangesproken och, zooi zelden sedert hun huwelijk, 't Was altijd kort* weg„Vrouw!" en dikwijls niets. Zij was zulks gewoon, ja, en toch roerde het harst gansche ziel, toen zij haren naam uit zijnen mond hoorde. Teeder, half glimlachend, maf ondervragenden blik zag zij naar hem. „Koba, ge moet genezen!" zei h;i- Lichtjes schudde zij ontkennend het hoofdf maar hij herhaalde „Ge moet genezen!We zullen in hel land blijven alles verkoopen niet meeï boeren in een klein huizeken gaan wo« nen De kinderen trouwen toch: ze zullen! wel door de wereld geraken zonder ons...- Ja, we zullen hier blijvenmaar, ge moe/ genezen I" Wordt vervn/(jd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1