„DE E EM LAN DER". ^Donderdag 23 December 1915. FEUILLETON. W 151 Haiietrachting over den Gemeenteraad. I4Jo Jaargang. Hoofdredacteur) Mr. O. j. VAN SCHAARDENBURG. Uitgeveis: VALKHOfP (V Co. ABONNEM ENTSPR1JS: Pat B maanden voor Amersfoort f 1*0 PRIJS DER ADVERTENTIËN; Per week (met gratie verzekering tegen ongelukken) O.I». Afzonderlijke nummer» Wekelijks bijvoegsel „d# HollaruUcho Huilt* ouu> (onder redaoüe ▼en Thórèae ven lloven) per 8 mnd. 50 ets. Ad verten tiön gelieve men liefst vóór 11 uur, familie- advertenties en berichten vóór 2 uur In te zenden. Dienstaanbiedingen 25 0011(9 b;j) vecrulibotaliug. Groote letters naar plaataruirato. Vooi handol en bedrijf bestaan rooi voordeolige bepalingen tot bet herhaald advertooren in dit Bind, Lij abonnomeut» Eone cJrculairo, bovsttond» do voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 6d. Kennisgeving. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort maken bekend dat het Bureau van den Burgerlij- kon Stand gedurende de beide Kerstdagen voor bet publiek geopend zal zijn des voormiddags von 8M tot 9 uur, uitsluitend tot het doen van aangiften van geboorten en overlijden. De hiervoor noodige aanvrage moet geschie den aan het gemeentehuis mondeling of schrif telijk uiterlijk tusschen 8 en 8V» uur des voor- middags van den dag, waarop men aangifte wil doen. Amersfoort, den 21 December 19Ï5. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, A. R. VEENSTRA. VAN RANDWIJCK. De raadsvergadering van Dinsdagavond begon met 'n huldiging van Wethouder van Esveld, die den 18en December den dag her denken mocht, waarop hij, 25 jaar geleden, geinstalleerd werd als lid van den Gemeente raad. Ingevolge zijn wensch is die dag onop gemerkt voorbijgegaan en heeft ook 'het Dag blad er geen melding van gemaakt. Er is eenige overeenkomst tusschen oude raadsleden en oude meubels en oude kunst- /oorwerpen; men ziet ze met 'n ander oog, met meer eerbied aan, want men gevoelt dat er 'n zekere mystiek van hen uitgaat. Zij hebben veel zien gebeuren, veel zien veran deren, velen zien komen, velen zien gaan, maar zij zijn overgebleven als overbrengers van tal van herinneringen aan vervlogen tijdperken, als band tusschen het oude en het nieuwe. Wij ontzien ze meer dan de rest, behandelen ze zorgvuldiger; de oude kunst voorwerpen onttrekken wij zelfs aan het ge bruik, bergen ze in de porseleinkast, waar zij die nog zoo menigen dienst konden bewij zen, eigenlijk onnut zijn. En met oude meu bels zijn wij eveneens voorzichtiger; hoewel hun pooten, zitting en leuning nog stevig zijn zetten wij ze toch liefst in 'n hoek of in 'n kamer, waar wij niet behoeven te vreezen dat ruwe lieden zwaar op ze zullen neervallen of kinderen tegen het oude hout zuilen schoppen. Ook voor oude raadsleden hebben wij meer ontzag dan voor de anderen, wij zien hen liever niet blootgesteld aan de slagen welke neerkomen op de hoofden van jonge ren. In dat opzicht zit de heer v. Esveld eigen lijk op 'n 2eer gevaarlijke plaats, want achter de groene tafel plegen cle meeste slagen te vallen. Toch wordt wethouder van Esveld ontzien. Hij. is geen op den voorgrond tre dend of aanmatigend man, iemand van goe den wil die de belangen der gemeente steeds 'n goed 'hart toedraagt. En als hij straks 'n nog veiliger plaats zoekt en genieten gaat van z'n welverdiende rust, dan zal men hem missen in den Road, niet als iemand die veel praal maar als 'n meubelstuk, dat men z'n leven lang in de huiskamer zag, waaraan men zich gehecht heeft en welks afwezigheid nu vreemd aandoet. De raadsagenda begon met 'n reeks be noemingen van allerlei commissies. Niets is taaier om aan te zien. Maar ditmaal was er toch iets pikants bij. Want terwijl men, gelijk gewoonlijk, alle aftredenden herbenoemde, werd de heer Kroes uit alle raadscommissies geworpen. In de commissie van toezicht voor de plantsoenen werd hij vervangen door den heer Leinweber, in die voor fabricage en fi nanciën door den heer v. Kalken. De positie van den heer Kroes wordt er niet aangena mer op in den Raad. Maar heeft hij het niet aan zich zelf te danken? Van de lange agenda vermochten slechts 2 punten discussies uit te lokken. In de eer ste plaats het afwijzend advies van B. en W. op het adres van 3 handwerkonderwijzeres- sen, verzoekende om 6 maanden verlof met behoud van salaris. Deze dames waren allen onderwijzeres in buitengemeenten (Hoogland en Stouteivburg) en gaven handwerkonderwijs aan de scholen in de Beekstr. en de Coninckstr. Toen nu kort geleden de schooltijden hier verzet werden konden deze onderwijzeressen beide betrek kingen niet meer combineeren en zonden het bedoeld adres in. Waarop B. en W. afwijzend wenschten te doen beschikken, daar de da mes bewezen hadden niet mèer in staat te zijn den dienst te vervullen. Formeel is deze opvatting volkomen juist en 'n 30 jaar geleden zou waarschijnlijk nie mand er anders over gedacht hebben. Maar nu is er 'n ander besef over ons gekomen men oordeelt niet alleen meer naar wat recht is, maar vraagt wat recht en b i 11 ij k is. En dan zijn cleze dames zeker niet zoo maar af te schepen. Het gelukte den wethouder voor onderwijs dan ook niet den Raad naar 't standpunt van B. en W. over te halen .Allen schaarden zich aan de zijde van den heer v. Kalken, die met het bemiddelingsvoorstel kwam om de dames 'n gratificatie te schenken gelijkstaande met 3 maanden salaris. Er beerschte bij deze besprekingen eenige verwarring. De wethouder vertelde dat door 'n abuis aan de dames het salaris over No vember nog uitbetaald was. Of nu deze maand salaris in mindering gebracht moet worden op die gratificatie Vergissen wij ons echter niet, dan hadden de dames niet tot 1 doch tot 15 November recht op hun salaris. Want eerst op dezen datum is de nieuwe regeling in werking ge treden. Cokesverstrekking. Toen kwam de cokesverstrekking weer aan de orde, n.l. het voorstel van den heer Hof land tot het verleenen van 'n crediet van 9300 ter uitvoering van het raadsbesluit tot verstrekken van cokes tegen verminder den prijs. De toelichting van den heer Hofland heb ben wij destijds in het Dagblad overgedrukt, zoodat wij de lezers op de hoogte kunnen achten. Zoo niet don mogen wij hen nog wel naar het verslag in ons vorig nummer ver wijzen. Cokesverstrekking tegen verminderden prijs lijkt ons een van de beste maatregelen welke 'n gemeente in deze tijdennemen kan. Daardoor wordt inderdaad heel wat meer doel getroffen dan door 'n onbillijk lap middeltje als duurtetoeslag, waarvan reeds geprivilegieerden profiteeren, doch de meest benarden niet het minste baat hebben. Wij gelooven dus dat bij deze cokesver strekking, welke allen ten goede komt, de gemeente niet toeschietelijk genoeg kan zijn. Neemt zij bij menigeen zorgen voor brandstofvoorziening weg, dan kan het aldus uitgespaarde dienen om den druk van an deren kont te verlichten. Wij scharen ons in beginsel dus geheel aan de zijde van het raadslid, dat met dit voorstel kwam. En wilde hij nog \erder gaan, we zouden liern niet verlaten. Maar! Waar de wethouder der bedrijven van wien de heer Hofland zegt overtuigd te zijn, dat hij het evengoed meent als hij zelf, doch 'n anderen kijk op de dingen heeft de uitvoerbaarheid van den voorgestelden maatregel ontkent en beweert dat de ge meente gegaan is zoover als haar maar mo gelijk is; waar wij dus tegenover elkaar zien den, zij het ook goede studie gemaakt heb benden buitenstaander en den man, die da gelijks met het bedrijf meeleeft en er de ver antwoordelijkheid voor draagt; en waar dan bijkomt dat die buitenstaander socialist is en dus terstond de verdenking op zich laadt, dat hij aan den eenen kant „over'bieden wil en derhalve aan den anderen kant „over"- vrogen moet daar aarzelen wij toch wel of wij geheel met den man die geen verantwoor ding heeft, kunnen meegaan en of wij ons niet zij het noode onderwerpen m o e- t e n aan de inzichten van den wethouder. Winkelsluiting. In de volgende vergadering zal het begin sel der winkelsluiting te berde komen. De heer Hofland drong daar op aan en benutte de gelegenheid om in de_ gauwigheid eenige hypermoderne meeninger te verkondigen. Men kent ons standpunt ten deze. Waar bij het referendum 240 winkeliers zich vóór en 170 zich tegen winkelsluiting uitspraken, zouden wen aarzelen 'n zoo groote minder heid van meest kleine winkeliers, die winkel sluiting niet in hun belang achten ,er toe te dwingen ter wille van de anderen, die er geen nadeel voor hun zaken van vreezen. Het beroep op de vrijheid van den winkel patroon zonder bedienden om te sluiten wan neer het hem lust, noemt de heer Hofland ouderwelsoh. Wij houden het toch maar liever met ouderwetsche vrijheid dan met n i e u- werwetschen dwang, die ten slotte leidt tol antieke toestanden. 7,oo ook wat betreft z'n opmerking dat cle winkelsluiting in het g e e s t e 1 ij k belang der winkeliers is. Maar hoe nu Is het dan tegenwoordig ook al nieuwerwetsch om te rug te keeren tot de opvatting dat de over heid ook de geestelijke belangen der onder danen behartigen moet, zelfs tegen hun wil, tegen hun overtuiging en tegen hun belang? Niet daarom hebben wij ons aan den eenen dwang ontworsteld om van 'n anderen het slachtoffer te worden. Pcütiek Overzicht De wereldsti-ijd aan de Dardenellen. De Duitschc rijksdag heeft aan de regee ring weer een nieuw crediet van tien mil liard verleend, om den oorlog met de noo dige energie te kunnen voortzetten. Het Fronsche parlement heeft eene credietwet voor de eerste drie maanden van 1916 aan genomen, waarin de gelden zijn opgenomen voor de voortzetting van den oorlog, bere kend naar den maatstaf, dien de tot dusver opgedane ondervinding als juist heeft doen kennen. De Engelsche regeering heeft van het parlement de gelangde machtiging ver kregen om behalve de drie millioen man schappen, waarvoor zij reeds de toeslem ming bezat, nog een vierde millioen op de been te brengen. Ziedaar de wijze, waarop men zich voor bereidt om in dit jaar den dag te gedenken, die naar het oude en eerwaardige gebruik bestemd is voor de viering van het feest van den vrede. Toch gaan wij ditmaal dezen dag tegemoet niet zonder hoop, dat binnen af- zienbaren tijd het einde van dezen ver- schrikkelijken strijd in het gezicht zal ko men. De beslissing van dezen strijd zal val len op het slagveld. Nu is op een van de oorlogstooneelen eene beslissing verkregen van onmiskenbaar gewicht. Het Britsche le gerbestuur heeft besloten zijne (roepen te rug te nemen uit Suvla en Anzac, de beide plaatsen aan den noordelijken oever van het schiereiland Gallipoli, die door de troepen der geallieerden bezet werden gehouden, en op dat besluit is terstond de daad gevolgd; alle troepen zijn weggevoerd en wat van het oorlogsmaterieel niet kon worden meegenomen, is achtergelaten. Er bestaat verschil over de vraag of dat veel of weinig is, en ook loopen de berichten uiteen over de offers, die bij de ontruiming van dit strijdtooneel gevallen zijn. In het Engelsche lagerhuis werd medegedeeld, dat bij het vertrek slechts drie manschappen gewond zijn. De Turksche berichten gewa gen van een strijd, die twee dagen heeft ge duurd. Maar dat zijn ragen van onderge schikt belang. Wat doet het er toe of bij den aftocht velen of weinigen zijn gevallen. Dat cijfer valt geheel in 't niet bij het ont zettende cijfer van de verliezen, die geleden zijn in het Dardanellen-avontuur, dut loopt over een tijdperk van tien maanden. Het totale cijfer der verliezen aan dooden, ge wonden en vermisten tot 9 November, dus zonder dat de laatste maand er is bijgere- kend, wordt opgegeven als 106.610. Daar bij komen nog de zieken; van Mei tot Oc tober was het aantal ziektegevallen 90,000. Men kan het cijfer der verliezen bij het ver trek gerust verwnarloozen. De hoofdzaak is, dat de geallieerden weg zijn. Het bericht van deze ontruiming heeft ons geene verrasing gebracht. Het was be kend, dat het bezit van deze stellingen voor de geallieerden uiterst precair was. Wij heb ben nog onlan de meening vermeld van een Eranschcn deskundige, generaal de La« croix, die uls zijne overtuiging uitsprak, dal binnen een paar maanden de troepen, die deze stellingen bezet hielden, onfeilbaar in zee zouden wo'den gejaagd, en 'daarom den raad gaf ze hoe eerder hoe liever te onlru men. Dat zien wij bevestigd in de Zie t tier Post, waar een deskundige het betoog heelt geleverd, dut deze stellingen slechts hier om houdbaar waren, omdat de Turken dnui slechts kanonnen van licht en middelbaar kulibe. tot hunne beschikking hadden. Zoo dra zij stukken van zwaar kaliber konden opstellen, die 10 tot 20 K.M. ver schieten, zouden zij de gemeenschap van de stellin gen met de zee geheel kunnen beletten en de bezetting in bare bestaansmogelijkheid treffen. Nu wordt gezegd, dat het onlruimingsbe- sluit alleen Anzac en Suvlu betreft en niet Sedd-ul-Bahr, dat ligt aan den ingang van de Dardanellen. Maar de toestand is duur vrijwel dezelfde. Dp geallieerden hebben bij Sedd ul Bahr een stuk land in bezit, dat hen in slaat stelt zich een front legen de Turken te vormen, dat 5 ft 6 KM. van de landings plaats verwijderd ligt. De toestand is dnat iets gunstiger, omdat zich aan de westpunt van het schiereiland Gullipoli een puur heu vels bevinden, die 80 ft 100 M. hoog zijn. zoodat de landingsplaats In den dooden hoek ligt. De deskundige van de Ziircher Post zegt, dat men hier slechts uitwerking zou kunnen krijgen met stelltruurkunonnen. Die zouden zeer goed ingeschoten moeten zijn. Dat is wel moeieliik maar niet onmogelijk; bij de beschieting van de door de Duitschers veroverde vestingen is de moeielijkhcid overwonnen. Nu is de verbinding tusschen Turkije en Duitschland en Oostenrijk ver kregen en er kan dus gerekend worden mef de spoedige aankomst van de zware kanon nen en de daarvoor vereischte munitie aan hel Dardanellenfront. Heizelfde gevaar dus, dat de geallieerden heeft doen besluiten lot ontruiming van de stellingen in Anzac en Suvla, hangt hen ook hoven het hoofd in Sedd-ul-Bahr. Men kaïï daaruit.met logische consequentie afleiden/ dat, zoodra cle zware kanonen op de Turk sche zijde aan de Dardanellen donderen, de stelling van de geallieerden daar onhoud baar zal worden. Zij zullen dan er toe moe ten komen, de geheele Dardanellenonder< neming prijs te geven. Dat dit gewichtige gevolgen moet hebben, ligt voor de hand. De erkenning ven de materieele en moreele ne derlaag, die ligt opgesloten in het ontrui men van het strijdveld aan de Dardanellen door de geallieerden, zal een diepen indruk maken. En welke uitwerking zal het hebben, wanneer de verovering van KonstantinopeL een van cle groote doeleinden waarvoor men dezen wereldstrijd heelt doen ontbranden, voorgoed naar cle droombeelden rnoet wor den verwezen? Het is voldoende dot aan te stippen om te rechtvaardigen, dat de hoop niet zonder grond is, dat eerlang het einde van dezen strijd in het gezicht zal komen. door ANNE SMIT KLElNE-FASTRé. Een uur later zitten ze tegenover elkaar. Beiden zwijgen. Een snik wurgt uit Veenders' keel. Hij schreit. Leen ik ben een ellendeling, 'k ben riet waard, wat je voor me doet. Leentje schuift 'm een kom koffie toe. Nooit huilt Veenders nooit kan Ik je vergelden, wat je voor me over hebt, Moedertje. Leen star-oogt. Lijkkleurig wordt haar vermoeid gezicht. Zeg-je niks, Leen? drenst Veenders, leg-je heelemaal niks, ben-je zoo nijdig op me Poets je schoenen. Hier hè' je schoen, smeer en de borstel; ik zal je jas onderhan den nemen. ZIJ handelt en spreekt als een automaat. Haar mond zegt gansch andere dingen, da» «at haar denken martelt. '•«lortfaaid, aan flarden, haar liefde-ge- 9 't zich bewust, haar Uefde-smachting 4«n genadeslag. 'wee poetst Jaap z'n schoenen. Jou schoenen ook, Leen Leen wijst op dT schoenen, onder de keu kentafel. Zeg-je niks. Leen Dit is de èllerlaatste keer geweest, Jaap, ik laat je d'r niet meer in Moedertje, dat meen-je nietl Trek toch je handen niet van me af... 't Möèt 'k Had nooit gedacht, dat jij me an m'n lot zou overlaten. Dat doe ik tóch, 't khn niet anders, 't moet 't moet daarmee uit! Is freule Lonnie on 't kletsen geweest? Jaap! 'k Waarschuw je! Hou-je mond over hèèrf Zie-je welwaar bemoeit dat mensch zich mee? Laat ze bij dT tractaatjes en d'r Zondagschool blijven. De freule houdt van me. Zöö I en i k dan Hou-ik soms niet van je? Geen steek. Wètblief? Hèèlemaal niet. Leen I twee uur in den omtrek is er geen mensch, van wie ik zoo allemachtig veel hou, als van jou 't Is niet waarals je een grein om me gaf, dan was je 'n ander mensch, dan ge droeg je je hèèl anders. Ga nou maar naar boven, je wasschen, je jas is temee klaar, dan kan je de deur uit, vóórdat de buren wakker worden. Jaap neemt de dekens en 't kussen op, draagt ze naar boven. Netjes in orde, met frisch gezicht, schoo- ne handen, en glanzende kruilebol, komt-ie beneden, trekt z'n jas aan, zoekt n pel. Zoek maar niet, je ben met je bloote hoofd hier gebracht. Jesses! Ga nou gauw naar je kosthuis. Dank-je, Leendank voor alleshij neemt haar in z'n armen, drukt haar aan z'n borst, kust haar wangen, nog eens en nhv eens. 'k Blijf je eeuwig dankbaar. Vaarwel, Jaap, vaarwel Mag-ik niet meer terugkomen? Droef schudt Leentje 't hoofd. We moeten scheien voorgoed ik verspeel m'n goeien naam Je goeien naam; wie zou Moedertje èèn haar kunnen krenken? 'k Wor' met den nek aangezien Om mij. Leen? om mij? Om jou. Veenders laat Leentje los, buigt 't hoofd. Je zal geen last meer ^an me hebben I 'k Blijf je eeuwig dankbaarAjuus De huisdeur klept achter 'm dicht. Vol, bvervol, zijn Leentje's werkdagen leeg, eenzaam haar avonden, haar Zon-i dagen. O! die Zondagendie grauwe, eentonige, eindelooze Zondagen f mat hun sluipende stilte, en weeë verlatenheid. Week-aan-week verliep. Jaap hield woord. Hij kwam niet meer. Zij hoorde of zag niets van m. Waar leefde ze voor? Droegen ze me maar naai 't zwarte hek, tobde Leentje. Niemand, met wie zij kon spreken over 't geen haar troostelooze gedachten pijnde. Van iedereen had zij zich vervreemd. Door haar omgang met Jaap, vermeed men hoar. Allèèn moest zij kampen den innerlijken strijd. Tinkelde op werkdagen 't armoedig huis belletje, dan was 't een bedelaar. Een enkele maal een klant, die kwam pressen tot meerderen spoed. Soms, ging ze 's avonds een uurtje naar Meue. De stokdoove tachtigjarige, met haar drens-dreunig bijbel-lezen, verveelde haar; het zenuwachtig geklikklak der haastige brei pennen van haar zuster, maakte haar ture- luursch. Wat had ze aan die twee Na zoo n bezoek, keerde ze verkild naar haar eenzaam huisje. Nu was ze alles kwijt, hèèr allesJaap Veenders. Wie zou haar danken voor dit grbóte offer Wie? Voor wie had zij stille vreugd, voldoe ning, gebannen uit haar armzalig bestaan Voor wie gedoofd het licht uit haar leven? Waren de menschen nü vriendelijker, toe schietelijker? De menschen Wèt konden die haar schelen l In zes volle weken, had ze Jaap niet ge zien, zijn prettige jongensstem niet gehoord. Reeds half November. Een zonlooze Zondag. 's Morgens was Leentje naar de kerk ge weest. Als ze 'm orgel hoorde spelen, was 't weer, of ie met dT sprak. Ze had tranen in dT oogen, een prop in dT keel; ze had 't geprobeerd vonmorger^ maar 't was niet gelukt, ze kun niet zingen. Nèè, geen woord had ze kunnen meezingen van die mooie, mooie wijs „Heil'ge Jezus, mij ten leven, Ter zaligmaking mij gegeven". 'n Bèèldige wijs f en dat prachtige orgel spel tusschen ieder gezangversDie juich tonen, aan 't slot van ieder couplet; „Dat ik als Gij Geheel volmaakt en heilig zij". Gek toch, zoo maar langs je neus-weg te zingen„Dat ik als Gii, gehèèl volmaakt eq heilig zij." Wie was er nu volmaakt? Gehèèl volmaakt en heilig? Tik - tiktik f Leentje krimpt inèèn. Jaap aan de deur 1 Ze zit stok-stijf, met' opengespalkte oogen, Jezus I geef me kracht I Vader in der* Hemel, sta me bij I" bidt-ze, halfluid. Tik! tiktik! Tik! tiktikI! Ze schiet overeind, rukt de deur open. Mag-ik binnen komen Zwijgend knikt ze toestemmend. Droog als leer is haar mond; haar hart rumoert haar ooren suizelen; e enwaas verdoft haai hulpeloos-knippende oogen. Veenders sluig de deur, grijpt haar slap neerhangende han* den. (Slot )lgt.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1915 | | pagina 1