34ac Jaargang.
„DE EEMLAN DER".
Vrijdag 24 December 1915.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
rr 152 Tweede Blad.
EXEGESE
Hoofdredacteuri Mr. D. J. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOPP ft C O.
A BONN EM ENTSPRIJS:
Pel 8 maanden foor Amersfoort t
Idem franoo per pust
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken)
Afzonderlijke nummers 7°®'
Wekelijks bijvoegsel „da Hollandeche Huisvrouw (onder redaotie
Tan Thérèae van Hoven) pet 8 rand. 50 ets.
Advertentiên gelieve men liefst vóór 11 uur, tamilio*
advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I.
Intercomm. Telefoonnummer 65.
PR IJ 3 DER ADVERTENTIÊN:
Van 1—6 regel* 4. f 0.50.
Elke regel mooi0.10.
Dienstaanbiedingen 85 OOtits bjj Tooniilbetaling.
©roote tottors naar plaatsruimte,
Voor handel en bedryl boataan eoo» voordeoligo bopaltngori
tot hot herhaald odvorteoron (u dit Blad, bij abonnement.
Eono circulairo, bovattonde do voorwaarden, wordt
aanvraag toegozondon.
op
Slaten-Ueneraal.
Staatsbegrooting voor 1916.
Oorlog.
;De Commissie van Rapporteurs heeft nog ecni-
ge vragen tot den minister van Oorlog gericht
met verzoek die schriftelijk te beantwoorden
De Commissie verzoekt den minister de in
structie van den Opperbevelhebber voor de le
den der Kamer, onder geheimhouding ter griffie
te deponeeren. Voorts vraagt de Commissie, of
er voor de grenswachten, die niet tot het veld
leger behooren, een bevredigende aflossingsre
geling beslaat. Verder worden gevraagd de mo
tieven van het eervol ontslag, verleend aan den
commandant der brigade, die betrokken was bij
de ongeregeldheden te Apeldoorn. De Commis
sie wenscht ook onder geheimhouding verschil
lende sterkte-opgaven te ontvangen, voorts de
resultaten van het onderzoek naar onregelmatig
heden in een kamp in de Betuwe; dan waarom
de gep. officieren der marine niet, evenals die
van het leger, het volle traktement naast hun
pensioen genieten; of de minister de bepaling
wil intrekken, dat bij vergaderingen van mobili
satieclubs steeds een officier moet worden toe
gelaten, en ten slotte of de minister de vragen
wil beantwoorden met betrekking tot het voor
gevallene met een kornet van het 3e regiment
huzaren.
Torpedo's en schietkatoen.
De minister van Marine deelt in een nota naar
aanleiding van het Verslag over de suppletoire
begrooting van Marine voor 1914 mede, dat door
het Munitiebureau pogingen zijn gedaan om
door bemiddeling van het departement van Bui-
tenlandsche Zaken torpedo's uit Zweden te be
trekken, echter zonder gunstig resultaat, aan
gezien men daar te lande voor eigen behoefte te
veel te doen had om ook voor Nederland te
kunnen aanmaken.
Een aanvang is gemaakt met de fabricage van
torpedo's in Nederland, waarvoor luchtkamers
in Zweden zijn besteld.
Pogingen om schietkatoen uit Engeland,
Frankrijk, Duitschland of Italië te verkrijgen, heb
ben geen resultaat opgeleverd.
Met een fabriek in Zweden zijn reeds sedert
October 1914 onderhandelingen gaande, doch in
het nog niet gelukt een uitvoervergunning uit
dat land voor schietkatoen te verkrijgen, zoodat
ook nog niet tot het sluiten van een contract
overgegaan is. kunnen worden.
Dooi de Gezamenlijke Buslcniidipakers van
Noord-Holland, Utrecht en Zeeland wordt ge
tracht schietkatoen van de vereischte hoedanig
heid te maken en doét het zich aanzien dat al
dus eerlang de vervaardiging van het benoo-
digde voor de springladingen van torpedo's en
mijnen hier te lande mogelijk zal zijn.
Buitengewoon crediet.
Sommige leden spraken bij het afdeelingson-
derzoek hun teleurstelling uit, dat voor het loo-
pcndekwartaal veeleer stijging dan vermindering
van de buitengewone uitgaven te wachten is. An
deren wezen er op, dat deze vermoedelijke stij
ging in de toelichting behoorlijk schijnt ver
klaard: de doorgaande uitbreding der leger*
sterkte is hier zeker de belangrijkste factor.
Inlichtingen werden gevraagd omtrent de re
denen, waarom eerst in November van de admi
nistrateurs bij de korpsen voorloopige opgaven
konden worden verkregen van de ten laste van
den dienst van 1914 bij de staven korpsen en
verdere onderdeelen van het leger gedane beta
lingen.
Voor bouw en inrichting van barakken is vol
gens de Memorie van Toelichting 2.500.000
uitgegeven. Zijn thans nergens meer troepen in
tenten gelegerd? Gevraagd werd, welk getal ba
rakken is gebouwd en wat de gemiddelde kost
prijs is geweest. Ook zouden enkele leden gaar
ne vernemen, of dc bouw ingevolge openbare
dan wel onderhandsche aanbesteding heeft plaats
gevonden.
Sommige leden drongen er met klem op aan,
dat de personen, die als deserteurs uit het leger
van een der belligcrenten over de grens zijn ge
komen, niet als geinterneerden worden behan
deld. Men meende, dal ten aanzien van de posi
tie dezer personen en hun toekomstig lot geen
onzekerheid mocht bestaan.
Art. 10 0 der M i 1 i t i e w c t.
De voorgestelde aanvulling van art. '100 der
Militiewet vond bij het afdeclingsonderzock al
gemeen instemming.
Sommige leden drongen ook aan op wijziging
van art. 84 der Militiewet in tweeërlei opzicht.
In de eerste plaats oordeelden zij verhooging
van het daar genoemde maximum bedrog tot
f 2 zeer wenschelijk en vervolgens pleitten zij
voor een aanvulling van dc bepaling in dezen
zin, dat, in geval van demobilisatie, de vergoe
ding nog gedurende zes weken na het naar huis
zenden van den milicien ka worden uitgekeerd.
M. U. L. OP
Bij het afdeclingsonderzock van het wetsont
werp tot verlenging van den termijn in de On
derwijswet van 1910 verklaarden verscheidene
leden dat bij hen tegen dit wetsontwerp groot
bezwaar bestond. Het voorstel had bij hen groo-
tc teleurstelling gewekt.
Na hetgeen ten vorigen jare ten aanzien van
dc termijnverlenging was voorgevallen, hadden
deze leden dit ontwerp niet verwacht. Zij
wenschten te weten of de inspecteurs van het
lager onderwijs ^daaromtrent zijn gehoord. Zoo
niet, dan drong men er op aan daartoe alsnog
over te gaan.
Bij dit voorstel, zoo betoogde men, wordt de
historie van de „bevriezingsbepnling" geheel uit
het oog verloren. Deze bepaling werd in 1910
opgenomen wegens een beweerd conflict tus-
schen het toen aanhangig wetsontwerp betref
fende hot M. U. L. O. en de voorstellen der In
eenschakel ings-commissie. Dit motief is intus-
schen vervallen.
Sommige leden waren van oordeel, dat, mocht
de Regeering in haar voornemen volharden, de
teimijn in geen geval tot na I Juli 1916 mocht
worden verlengd, terwijl bovendien die scholen
behoorden te worden geholpen, welke aanne
melijk kunnen maken, - dat zij hebben gerekend
op het vervallen van de bevriezingsbepaling op
1 Januari a.s.
Deze leden vertrouwden dat de Regeering be
reid zou worden bevonden het wetsontwerp te
rug te nemen.
Verscheidene andere leden deelden deze be
schouwingen niet. Ook zij waren niet blind voor
dc nadeelen, aan een herhaalde termijnverlen
ging verbonden, doch beschouwden deze als een
noodzakelijkheid.
L o g e r O n d e r w ij s w e t M. L. O.
e n M. U. L. O.
In een nota naar aanleiding van het verslag
der Tweede Kamer omtrent het wetsontwerp tot
wijziging der wet van den 14en Juli 1910 tot
wijziging der wet tot regeling van het lager on
derwijs, betoogt de minister van binnenlandsche
zaken, dat hem in de gegeven omstandigheden
geen andere weg open stond dan andermaal een
verlenging van den fatalen termijn voor te stel
len, hetgeen trouwens in het Voorl. Verslag over
Hoofdstuk V zelf was in overweging gegeven.
Er bestaat en bestond niet dc minste reden
om over dit wetsvoorstel, waaraan elke techni
sche beteekenis vreemd is, dc inspecteurs van
het lager onderwijs te hooren. Ook dc beschou
wingen indertijd door den inspecteur in de eer
ste inspectie gehouden, zijn volkomen irrelevant
voor de beoordeeling. Het jongste school verslag
behelst trouwens niets, dat aan de vroegere rap
porten van dien inspecteur nieuwe of andere
beteeke.tis zou kunnen geven.
Evenmin kan, hetgeen dc heer Tydeman ten
vorigen jare sprak, hier -toepasselijk worden ge
acht, omdat immers thans, nu de vegeering een
definitieve voorziening heeft voorgesteld, aan
zijn waarschuwing is tegemoet gekomen.
Verkorting van den termijn van een jaar is,
zegt de minister, onnoodig en ongewenscht.
Indien het noodig blijkt scholen te helpen, die
aannemelijk kunnen maken, dat zij hebben ge
rekend op het vervallen van de z.g. bevriezings
bepaling, zal daaraan, tegemoet gekomen kun
nen worden bij het wetsontwerp lot definitieve
regeling van deze aangelegenheid.
Het denkbeeld om den termijn te verlengen
tot 1 Juli 1917 laclü den minister niet toe, om
dat er alle uitzicht bestaat dat vóór dien datum
dc definitieve voorziening haar beslag zal krij
gen.
Gebouw Hoofdbestuur
P o s t e r ij e n.
Bij het afdeelingsondcrzoek van het wetsont
werp tot onteigening van terreinen voor den
bouw ten behoeve van dc huisvesting van het
hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie, werd
teleurstelling uitgesproken over dc wijze, waar
op door het departement van Waterstaat de
stichting van Rijksgebouwen wordt voorbereid
en over den toeleg' om die voorbereiding zoo
veel mogelijk aan de kennisgeving der Kamer te
onttrekken.
Men meende gerust te kunnen voorspellen, dat
de geheele zaak meer dan een millioen zou kos
ten.
Bij vele leden rees voorts de vraag of het oor
baar is bij den tegenwoordigen toestand van
's lands financiën, tot een zoo kostbaar werk als
hierbcdoeld over te gaan. Uitstel zou hier zon
der bezwaar kunnen plaatshebben.
Eenige leden herinneren de Regeering aan den
wensch der hier te'lande arbeidende Neder-
landsche sierkunstenaars om aan de inwendige
inrichting, de meubileering, de stoffeering en de
verdere versiering van zulke Rijksgebouwen te
mogen medewerken.
Berichten.
De Staatscouoranl van Vrijdag 24 De
cember bevat o.a. de volgende Kon. beslui-
ten:
benoemd tot burgemeester van Odoorn
A. Vink, secretaris dier gemeente;
benoemd tot kantonrechter te Boxmeer
mr. H. F. M. Kortmann, griffier van het kan
tongerecht te Venlo;
op aanvrage wegens lichaamsgebreken
eervol ontslagen ui» den militairen dienst
de reserve-kapitein F. C. G. A. A. Schwartz,
van het 18e bataljon landweer-inlanterie;
bij het departemen' van koloniën bevor
derd tot administrateur de referendaris mr.
dr. H. L. Hensing, tot hoofdcommies de
commies G. J. D. C. Stempels, tot commies
de adjunct-commies J. N. Rammelzwaar;
op verzoek eervol ontslagen C. H. Claas-
sen te Boskoop, als rijkstuinbouwleeraar;
ingetrokken de bij K. B. van 27 Augustus
1915, no. 26, gedane benoeming tot tijdelijk
lector aan de Technische Hoogeschool te
Delft van C. van der Worp, dirigeerend offi
cier van gezondheid der derde klasse, te
Haarlem;
aan N. de Boer, op zijn verzoek, met In
gang van 1 Februari 1916 eervol ontslag
verleend als leeraar non de Rijks Hoogcre
Burgerschool tet Steenwijk;
is aan J. Kuiler, op zijn daartoe gedaan
verzoek, met ingang van 1 Januari 1916, eer
vol ontslag verleend als hoofdcommies bij
het departement van Binnenlandsche Zaken,
onder dankbetuiging voor de door hem be
wezen diensten, zijn met ingang van 1 Ja
nuari 1916 benoemd tot opzichters bij
's Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening
J. J. Verlinde en R. Hoff, beiden te 's Gra-
venhage;
benoemd met ingang van 29 December
1915, to. burgemeester der gemeente Nieu-
werkerk aan den IJssel J. van der Meulen,
secretaris dier gemeente; met ingang van 31
December 1915 tot burgemeester der ge
meente Bovenkarspel: C. Boon Jczn.; met in
gang van 28 December 1915 tot burgemees
ter der gemeente 's Heer Arendskerke; jhr.
M. F. Lewe van Nijenstein.
met ingang van 1 Januari 1916: :o. als
ambtsgebied van den Inspecteur van de
Volksgezondheid R. M. M. bijkei, nader aan
gewezen dc provinciën Noord-Brabant, Gel
derland en Limburg, met bepaling dat hij
binnen dit ambtsgebied in het bijzonder be
last jral zijn met het toezicht op de handha
ving van de wettelijke bepalingen betreffen
de besmettelijke ziekten en met de zaken
rakende de hygiëne van bodem, water en
lucht, en 2o. benoemd tot Inspecteur van de
Volksgezondheid dr. B. H. Stephan, genees
heer-directeur van het Burgerziekenhuis te
Amsterdam, met aanwijzing als zijn ambts
gebied de provinciën Friesland, Overijssel,
Groningen en Drenthe, met bepaling, dat hij
binnen dat ambtsgebied in het bijzonder be
last zal zijn met het toezicht op de hand.
having van de wettelijke bepalingen betref
fende besmettelijke ziekten en met de zaken
rakende de hygiëne van bodem, water en
lucht.;
herbenoemd tot kantonrechter-plaatsver-
vanger: in het kanton Amsterdam; mrs. D.
E. Lioni, B. E. Asscher, G. Hijmans, H. A.
E. Modderman, D. K. G. de Jong, J. A. van
Hamel, A. E. M. Povel en A. W. Gerritzen;
in het kanton Rotterdam: mrs. C. F. A.
Hoogeweegen, J. van Raalte, A. C. van
Blommestein, H. M. A. Schadee, H. J. F.
Heijman, J. Coert, H. C. van Blommestein
en Ch. A. van Rentergheni;
in het kanton 's Hertogenbosch: mr. J. H.
M. van der Grinten;
in het kanton Waalwijk J. A. J. van Heijst;
in het kanton Haarremmermeer: mr. A. Slob;
in het kanton Vianen: H. Baggerman, en
benoemd lot kantonrechter-plaatsvervan-
ger in het kanton Amsterdam met ingang
van 1 Januari 1916, mr. G. Seret, advocaat
procureur te Amsterdam.
De Koningin te Leiden,
Woensdagmiddag heelt, gelijk wij reeds in 't
kort meldden, 11. M. de Koningin een nief-
oflicieel bezoek gebracht aan de gemeente
Leiden. De stad was in feesttooi.
Te hall' twee uur kwamen dc koninklijke
auto's het Noordeinde binnen. O an i.iellijk
werd doorgereden naar de fabriek van sajet-
ten en wollen dekens van de firma Gchrs.
Van Wijk en Co., aan da Hoogewoerd. De
Koningin werd daar in het "versierde kantoor
ontvangen door den burgemeester, jhr. mr.
dr. De Gijselaar en de firmanten.
Allereerst werd een expositie van anti
stoffen en gemaakte goederen in een Ier lo
kalen bezichtigd en vervolgens dc voor twee
jaar nieuw gebouwde fabriek, in volle wer
king bezichtigd. Na hier ongeveer een uur te
hebben vertoefd werd de fabriek verlaten en
een rijtoer door de stad gemaakt, voorname-
lij'- door de fabriekswijken, waar mén t!. M.
zeer toejuichte.
Ten slotte werd halt gehouden op het
Raadhuis waar H. M. op uitdrukkelijk ver
langen een twaulftal personen in dé kamer
van B. en W. ontving en zich over verschil
lende toestanden liet inlichten. Doo: den
burgemeester werden achtereenvolgens aan
H. M. voorgesteld de heeren prol', d. W.
Brede Kristenscn, reclor-magn. der Leidsche
Hoogeschool; prof. mr. C. van Vollenhoven,
secretaris van den Senaat; W. Pero, voorzit
ter der Kamer van Koophandel; prof. mr. J.
F. lleeres, voorzitter van het Steuncomité;
prof. mr. J. H. C. Carpentier Alting, voorzlt-
tter van het Belgisch vluchtelingen-comité,
en verder dr. H. Zweers, mr. Di iet, dr. J. J.
van Eek, P. Heemskerk, mr. Libaarel en S.
Thors.
Te half vijf verliet de stoet weder dc ge
meente.
De Koningin was bij haar bezoek vergezeld
door de groolmeesteresse baronesse Melvil
van Lynden, hofdame jonkvr. Six, adjudant
generóal-majoor baron van Tuyll van Se-
rooskerken en door den Kamerheer baron
Van Geen, particulier secretaris van Hare
Majesteit.
Ook de Commissaris der Koningin in de
provincie Zuid-Holland; baron Sweerts de
Londas Wyborgh, vergezelde H. M. op dezen
tocht.
Minister Pleyte. De minister van
Koloniën mr. Pleyte vertoeft, naar men ons
meldt, te St. Moritz in Zwitserland. Volgens
de jongste berichten gevoeld de minister zich'
wel.
Kon. Mil. Academie Op 5 Jan,
a.s. komt het 2e studiejaar, dat thans bij den
troep gedetacheerd is, op de Kon. Mil. Aca
demie terug. De drie studiejaren zijn alsdan
voor het onderwijs op dc K. M. A. ver-
eenigd.
Het aantal cadetten bedraagt dan 288
waarvan 96 tot het le, 100 tot het 2e en 92
lot het 3e studiejaar behooren.
Het eerste jaar is verdeeld als volgt; In
fanterie hier te lande 22, Infanterie N.-I. 22,
Cacalerie h. t. 1. 7, Cavalerie N.-I. 3, Artille-
door
ANNE SMIT KLEINE—FASTRé.
8 blot.
Leen, hoor 's, as ik je nou kwam wijs
maken, dat ik, na dien avond, geen borrel
meer heb gepakt, dan zou ik smerig liegen,
mèar, ik zwèèr je, dat ik niet meer dronken
ben geweest.
Niet stamelt Leentje met schuw lach
je en ver-al blik.
Nèè, Moedertje, kan-je me vergeven,
dat 'k je zooveel beroerdigheid an-doe
Leentje schokt-op tot klaar bewustzijn.
„Moedertje" I
Moedertje, juist, jawèl, dat is 't, dat is
't en dat óndere, nèè, dat bestaat
niet dat ontreddert alléén haar den
ken, dat trilt alléén in haar eenzaam in lief
de-zwijmend hart.
Flauwtjes zegt ze
Ga zitten, Jaap, neem je gemak. Kof-
IM
Wiit graag f
iwtjgend vult Leentje de kopjes. Jaap
mill z n handen, sjurkt zich in z'n jas.
Vinnig weertje I die vervloekte Oos-
•n«dnd snijdt je ooren't was van morgen
Ijntjes koud op 't koor't wordt tijd, dat
ie de kachel zetten in de kerk.
Was 't lastig voor je, om te spelen?
Ging nog al.
Jaap slurpt de heete koffie,
Dat valt erin, als God's woord in een
ouderling't Is bij jou altijd even gezel
lig Wat ben je stil. Je kijkt zoo
chegrijnig. Scheelt er wat an? Ben-je niet
fiks
—Nog een kommetje, Jaap? Blijf je eten?
Mag-ik Maar nou as de weerlicht zeg
gen, wat er an schort. Toe nou!
Jaap strekt ziin rechterhand naar haar
uit..
Schichtig trekt ze haar op tafel liggenden
arm terug.
Hoe heb 'k 't nou met je? Leenzeg
me in Godsnaam, wat er an scheelt.
Tranen glibberen langs Leentje's beven
de mondhoeken.
Toe nou! zèg 't nou. Je wèèt hoeveel
ik van je hou
Leentje's droeve oogen staren in Jaap's
verbluft gezicht.
Kom nou 1 zeg 't me nou maar, wij
hebben alléén mekander in de wereld
Dc kan geen tranen van jou zien. Wat is er?
Och, niks, niks
Onzinda's vrouwenklets, d'r scheelt
niks an, en onderlusschen huilen, huilen,
tranen met tuiten.
Jaap trommelt op tafel.
Ik laat me niet voor den gek hóuden-
kinderen en wijven kon ik niet zien grie
nen dat maakt me beroerd
Liefkozend legt Jaap zijn handen op
Leentje s rillende schouders.
Je mot maar niet meer komme, snikt
ze.
-
—Ben-je dan nóg nijdig op me?
Nèè 1 heelemaal niet maar d'r
wordt gebabbeld ik verlies m'n klan
ten
01 ik snap 't. d'r is weer een ouwe
vrijster an 't preeken geweest.
Jaap 1
Mag-jij niet in je eigen huis binnen
laten, wie je wil 'n Mooie grap 1 't Is goed 1
'k zal geen poot meer over je vloer zetten,
as je dat liever hebt.
'k Héb 't niet liever 'k vind 't
vreeselijk, als je niet komt.
Een gulle lach klatert door 't vertrekje.
Jaap proest 't uit.
Die is goed I je wijst me de deur, en
je vindt 't lam as ik niet kom 1 Dat snap ik
niet.
Leentje slaat d'r handen voor d'r gezicht.
Jammerlijke snikbui.
Jaap, als had-ie te doen met een wan
hopend bedroefd kind, streelt Leentje's
haar.
Goeie Leen, lieve meid, ben-je zoo be
droefd Hebben de menschen je misselijk
behandeld? jou, braai Moedertje 1 hoe is 't
Gods-ter-wereld mogelijk Huil maar 's uit!
Dat lucht op, daarna vertel je 't me wel.
Vandaag mag ik toch blijven Zou-je 't be
roerd vinden, as ik niet meer kwam? Toe
noul zeg 't is an m'n oor. Dc alleen hoor
't maar.. Geef-je om me?
Leentje wil spreken, kèn niet.
Met teer gebaar neemt hij haar handen
van haar gezicht, dat ze krampachtig be
dekt. Hij staart in haar betraande oogen,
drukt een kus oi> haar bibberenden mond.
Leen, geef-je om me hou-je van
me is 't wèèr? vergis-ik me niet? Zeg,
Leen heb-je me lief?
Leentje verweert zich niet, ontkent niet.
Afgetobd, ontbreekt haar de kracht, te
veinzen; zij geeft zich gewonnen.
Voor Veenders, die nooit aan de moge
lijkheid heeft gedacht, dat Leentje hem lief
had, is die trouwe, schuchtere liefde, plots
een blije openbaring.
Wil-je waarachtig m'n vrouw worden
Nèèn, nooit is 't in me kop opgekomen, dat
mijn brave, schuwe, beste Leen mij kèn lief
hebben Ik ben 't niet waard jij
bent zóóveel meer en beter dan ik
Had ik er maar om gedacht, dan zou ik al
lang gesproken hebben al lang, hoor
wijfje 1
Veenders heeft zijn stoel vlak naast die
van Leentje geschoven. Haar hoold leunt
aan zijn schouder. Zijn linker-arm is stevig
om haar riilend lijf geslagen; zijn rechter
hand wischt haar neerdruppende tranen
weg. Telkens, wanneer hij zijn lippen op
haar mond prest, doorhuivert haar een ge-
luks-siddering..
En nou laten we d'r geen gras over
groeien, hoor 1 we zijn ons eigen baas. Van
daag 17 November, we trouwen in de Kerst-
vacantieWe zullen de blommetjes buiten
zetten, Leen 1 we gaan 's fijntjes bruiloft
vierenHei I Ciepekop, kom 's hier, ouwe
jongen Zet 'n deftig snoet op, hoor I we zijn
verloofd 1 en we gaan trouwen, Ciep I
Jaap streelt de .kat, keert zich dan weer
naar Leentje, zoent haar met ontstuimi-
ge, jongensachtige hartelijkheid.
Jaap, 'n borrel in 't ordentelijke zal ik
je niet onthouden, maar, iederen dag zal ik'
den goeien God bidden, dat je niet tot
Jaap houdt z'n hand voor d'r mond, kust
haar voorhoofd.
Doe jij dot maar, doe dut, hoor wijf I
Alles, wat jij doet, is goedGod, Leen, ik
ben zóó dankbaar I ik bod nooit in betera
handen kunnen vallen.
Wil-je me een hèèl groot plezier doen,
Jaap
En M!
Je leest zoo.priichtig f 't is rijk, om naar
jou te luisteren, as je leest en os je orgel
speelt Toe, lees me wat voorl
Graag 1 wilt zal 't zijn?
Leentje haalt den Bijbel.
Jemenie! Bijbel-lezen, Leen? Vandaag
twee kerkbeurte'n, en nou nog 's bijbel
lezen Alijn, as jij 't wil, wijf, dan gebeurt
't. Wat moet ik lezen?
Leentje overhandigt hem het geopende
boek.
Toe, Jaap, lees jij 's 1 Corinthe XIH.
Jaap voldoet aan haar verlangen.
Met gevouwen handen en gesloten
oogen, luistert Leentje naar Veenders
klankrijke stem; haar jubelende ziel deinf
op zijn voordracht.
De slotwoorden prevelt ze mee„En nu
blijftGeloof, Hoop en Liefde, deze drie,
doch de meeste van deze is de Liefde
„De Liefde" triomfeert ze. Zonder zweeitt
van schichtigheid valt ze Jaap om den hals,
kust hem, en fluistert: Freule Lonnie heeff
't mis I de Liefdel 't staat er! i
staat 'rl