14d" Jaarcarig, „DE EEMLAN DER". Woensdag 5 Januari 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. Na 160 Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Intercomtn. Telefoonnummer 66. Kennisgevingen. Aan onze vrouwen. DE STERKSTE. Hoofdredacteur: Mr, D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: Wti 8 maanden voor Amersfoort f 1»00, Idem franco per postI-Wj» Per week (mei gratia verzekering togen ongelukken) O.IO, Afzonderlijke nummers 0.05. "Wekelijks byvoegsel „do UolUindocho Huisvrouw" (onder redaoti® ▼aa Thérèse van Hoven) per 8 mud. 50 ets. Advert entten gelieve men liefst vóót 11 uur, familio* advertenties en berichten vóór 2 uur in te zenden. Uitgevers: VALKHOPP Co, PRIJS DER ADVEUTENTIËN: Vao I—6 regels.* f 0.50 Elke regel meer 0.10/ Dienst*mbiedingen 25 cents bfl sooruilbotaling. Groote letters naar pluataruimte. Voor handel en bedrgf bestaan sse< voordooh^e bepilfngoti tot het herhaald adverteeren in dit Blad, bij obonnoment Eene oircuUiro, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op art. 264 der Gemeentewet, Doen te weten, dat het 2e suppletoir kohier der Straatbelüsting over het dienstjaar 1915, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Utrecht, in afschrift gedurende vijf maanden op de Secretarie der Gemeente voor een ieder ter lezing ligt. Amerstoort, den 4. Januari 1916. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, A. R. VEENSTRA. VAN RANDWUCK. OVERGANG NAAR DE LANDWEER. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de dienstplich tigen, die laatstelijk als ingelijfde bij de militie •van de lichting 1907 of van eene oudere lichting behoorden tol de infanterie, de wielrijderscom pagnieën, de vestingartillerie, de pontonniers, de genietroepen, de hospitaalsoldaten of de administrauetroepen, en in gewone omstandig heden hun normak n diensttijd vóór of op 31 December 1915 ten volle zouden hebben vol bracht, ingevolge de wet op 1 Januari 1916 naar de landweer zijn overgegaan. De landweerplichtige, die op 1 Januari 1916 naar de landweer is overgegaan en zich thans met groot verlof bevindt, is ingevolge art. 24 der Landweerwet verplicht zich met zijn verlof pas vóór 1 Fcbruori a. s. in persoon aan te mel den bij den Burgemeester zijner woonplaats. Houdt hij echter verblijf buiten zijn woonplaatb, dan behoeft hij zich niet in persoon aan te mel den, doch is het voldoende, dat hij zijn verlofpas voor 1 Februari a. s. bij aongetcekenden brief eon den Burgemeester zijner woonplaats op zendt. Ten aanzien van den verlofganger, die niet gevestigd is in eene Nederlandsche gemeente en zich ook in den loop van Januari niet in zoo danige gemeente vestigt, is met betrekking tot bedoelde aanmelding onder woonplaats te ver staan de Nederlandsche gemeente, welke hij els zijn woonplaats wenscht beschouwd te zien, mits hij vóór 1 Februari a. s. zijn wensch doortoe te 'kennen geeft aan den Burgemeester van die gemeente. Doet de hierbedoelde verlofganger deze kennisgeving niet of doet hij haar niet vóór 1 Februari a. s, dan geldt met betrekking^tot bedoelde aanmelding als woonplaats de ge meente, waar hij laatstelijk stond ingeschreven In het verlofgangersregister van de militie, don wel zoo hij te voren nog niet in dat register stond ingeschreven de gemeente, voor welko hij bij de militie werd ingelijfd. Bij de aanmelding moet de verlofganger zijn fakboekje bij den Burgemeester inleveren. De verlofganger von de landweer, die art. 24 der Landweerwet niet naleeft, kon deswege, in gevolge art. 28 dier wet, in werkelijken dienst worden geroepen voor den tijd van ten hoogste een maand. Amersfoort, 3 Januari 1916. De Burgemeester, VAN RANDWIJCK. De voorstellen tot grondwetsherziening zijn 'n ieder wel haast bekend, en ook zal ieder begrijpen, van welk groot belang de voorgestelde veranderingen in de kies rechtartikelen zijn. Nu is dan ook de tijd aangebroken, dat de vrouwen, alle vrou- w e n, toonen, hoezeer 't hun aller wensch is, dat nu voorgoed de sexe-slagboom in de Grondwet opgeheven wordt. Zij moeten nu allen eendrachtig samenwerken, opdat der Regeering blijke, dat de grondwettelijke ge lijkstelling tusschen man en vrouw 'n e i s c h geworden is, waaraan zij gehoor moet geven. Het Hoofdbestuur der Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht belegt tot dat doel open bare vergaderingen in de grootste plaatsen van ons land, waar sprekers en spreeksters de grondwetsherziening ten opzichte van het Vrouwenkiesrecht tot onderwerp van hun voordracht zullen nemen. Ook in Amersfoort zal den lOen Jan. in de groote zaal van Amigitia zulk 'n openbare vergade ring gehouden worden, waar twee spreek sters en twee sprekers (Kamerleden) zich zullen laten hooren. "Vrouwen van Amersfoortf Toont allen door 'n enorme opkomst, dat ge uitdrukke lijk verlangt, bij de Grondwet op dezelfde basis 't Kiesrecht te verkrijgen, als het den man toegekend wordt; dat ge 't medezeg gingschap eischt over wetten betreffende den vrouwenarbeid, over Kinderwetten, over huwelijkswetten, over alle wetten, die van belang zijn voor het vrouwenleven;* opdat na de grondwetsherziening het niet langer waar zal kunnen zijn, dat men besluiten neemt 'bij U, over U, doch zonder U. Pe ocp'og. Be r 1 ijn, 4 Jan. (V. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofd kwartier van heden voormiddag. Er is niets van belang voorgevallen. Parij s, 4 Jan. (Havas). Namiddag-com muniqué. Gisteravond verwoestte onze artillerie aan den zoom van Endechy, in de streek van Royc een huis, waar machinegeweren wa ren geborgen. Parij s, 4 Jan. (R.) Avondcommuniqué. Er waren artillerie-bombardementen langs het geheele front. Merkbare verliezen wer den den vijand toegebracht in Artois. Een munitiebergplaats werd opgeblazen in Alt- kirch. Londen, 4 Jan. (R.) Officieel Britsch communiqué. Den 4en Januari brachten wij, tijdens een nu en dan onderbroken bedrijvigheid van de artillerie, twee Duitsche houwitser-batte rijen in de streek van Armentières tot zwij gen. Meer Noordelijk, in de buurt van Ype- ren, dreven wij Duitsche afdeelingen uiteen. Ten Noorden van Albert opende de vijand na een artillerie-voorbereiding van verschei dene uren, een hevig geweervuur uit zijn loopgraven. Ons vuur voorkwam de ontwik keling van een aanval. B e r 1 ij n, 4 Jan. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofd kwartier van heden voormiddag. Dr zijn geene dingen von beteekenis ge beurd. Weenen, 4 Jan. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. De slag in Oost-Galicië duurt voort. De vijand zette gisteren zijne pogingen om door te breken bij Toboroutz aan de Bessarabische grens voort met eene groote strijdmacht. Zijn échec was gelijk aan dat van de vorige dagen. De Russische aanvallen werden over al afgeslagen, ten deele in een lang aan houdend, bloedig handgemeen. Zeer verbit terd waren vooral de gevechten van man te gen man in een stukgeschoten loopgraaf ten oosten van Razanoze, waar inzonderheid het infanterieregiment no. 16 uit Warasdin zich met roem onderscheidde. Evenzeer als aan het Bessarabische front, mislukten de aanvallen, die de vijand ten noordoosten van Okna en tegen de brug- schans bij Uzeieczkc deed, en ook alle met groote hardnekkigheid hernieuwde pogingen van de Russen in de streek ten noordoosten van Buczacz om in onze loopgraven te drin gen. De verliezen van den vijand zijn steeds buitengewoon groot. Ir- een 10 meter breed gedeelte telden wij 2300 Russische lijken voor ons front. Eenige Russische bataillons, die met 1000 man in den strijd gingen, zijn volgens hunne rapporten met 130 man te ruggekeerd. Het aantal ten noorden van Buc zacz in de laatste dagen ingeleverde gevan genen is meer dan 800. Aan de Boven Ikv/a werd een Russisch vliegtuig neergeschoten. De bemanning, uit twee officieren bestennde, werd gevangen gemaakt. Petersburg, 4 Jan. (Tel.-agentschap). Communiqué van den grooten generalen staf. De Duitschers trachtten de Dwina over te gaan in de streek van Elisenhof, maar wer den door ons vuur iei dg geslagen. Eveneens werden op de vlucht geslagen in witte man tels gehulde Duitschers bij eene poging om onze loopgraven te naderen in de streek van het station Tsargrad. In de streek van Czartorysk werd de vijand verdreven uit een boschje tusschen Kostinkhnovka en het station Podtsjerevitsji. Aan den middenloop van de Strypa be zetten onze troepen, na de draadversperrin gen te hebben opgeruimd, een gedeelte van de vijandelijke loopgraven ten oosten van Bielavintze en namen in storm een sterk al leenstaand werk. Ten noordoosten van Czernowitz bezetten wij eene vijandelijke loopgraaflinie. Hier wer den de door den vijand verrichte tegenaan vallen teruggeslagen door het geconcen treerde vuur van onze artillerie, dat groote verliezen toebracht aan den vijand. Petersburg, 4 Jan. (R»)« De Oostenrijkers hebben Czernowitz ont ruimd nadat de ICossen alle om ringende, de stad beheerscliende hoogten hadden genomen. Weenen, 4 Jan. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. In Zuid-Tirol en aan het Dolomieten-front hadden weer artilleriegevechten plaats. On ze vliegers wierpen bommen op een maga zijn van den vijand. Malborghet werd weder om uit zware kanonnen beschoten. Ook in het Flitsch-bekken en in het Krn-gebied werkte de Italiaansche artillerie. Ten noor den van Dolje namen onze troepen gister morgen een vijandelijke loopgraaf, waarom •sedert hardnekkig gestreden wordt. Drie Ita liaansche tegenaanvallen werden afgewe zen. Op het Doberdo-plateau komen dage lijks op sommige deelen van het front hond- granaat- en mijnwerpersgevechlen voor. Weenen, 4 Jan. (W. B.) Officieel be richt van heden middag. Van het zuidoostelijke oorlogstooneel is niets nieuws te berichten. P a r ij s, 4 Jan. (R.) Avond-communiqué. De Bulgaren plunderden verscheidene dor pen aan de Grieksche grens. W e e n e n, 4 J a n. (W. B.) In de nota der Grieksche regeering aan de vertegenwoordi gers van Engeland en Frankrijk wegens het inhechtenisnemen van de consuls te Salo niki komt volgens de „Neue Freie Presse", nog het volgende voor: De koninklijke regeering is op grond van haar souvereiniteit gerechtigd, ondanks de sterkere macht, waar zij tegenover staat, te eischen, dat onmiddellijk de noodige bevelen gegeven worden voor de veiligheid der ge noemde personen, tot zij aan de koninklijke Grieksche autoriteiten zullen worden weer gegeven. Buitendien is de koninklijke regee ring gerechtigd te eischen, dat bevelen zul len gegeven worden, dat de door de gealli eerden in hechtenis genomen personen aan de Grieksche autoriteiten zullen worden uit geleverd, die helr onder haar bescherming zullen nemen, en verder, dat de noodige maatregelen zullen genomen worden om de wapenborden aan de consulaten te eerbiedi gen. Sofia, 4 Jan. (W. B.) De Grieksche ge zant te Sofia Naum heeft aan minister-pre sident Radoslawow de tekst voorgelegd van de nota, waarin de Grieksche regeering krachtig protesteert tegen de arrestatie van de consuls in Saloniki. De gezant verklaar de, dat de Grieksche regeering er naar streeft met alle beschikbare middelen, dat aan de nota gevolg zc worden gegeven. De Grieksche regeering is doordrongen van den oprechten wensch orr elk misverstand met de centrale mogendheden onvoorwaardelijk uit den weg te gaan en de goede betrekkin gen duurzaam in stand te houden. Deze openhartige verklaring van den ge zant maakte den besten indruk in de regee- ringskringen. Konstantinopel, 4 Jan. (W. B.) Het Milli-agentschap bericl t: In de Kamerzitting van heden hebben eenige afgevaardigden gevraagd, welke représaille-maatregelen er tegen de inhechtenisneming van de consuls te Saloniki zijn genomen. De minister van binnenlandsche zaken, Talaat Bey, antwoord-' de: Onze gezant te Athene heeft medege deeld, dat onze consul-generaal te Saloniki en de Oostenrijksch-Hongaarsch^, Duitsche en Bulgaarsche consuls op bevel van ene- raai Sarrail gearresteerd zijn, onder 1 schul* diging, dat zij aan de vliegers, die boven Saloniki vlogen, seinen hadden gegeven De keizerlijke regeering heelt door tus- schenkomst van den gezant van de Vereenig - de Staten te Konstantinopel geproae^i ord tegen deze daad, die een flagrante schending, van het volkenercht is; indien deze onrecht matige daad niet terstond goedgemaakt wordt, is de regeeiing besloten represaille maatregelen te nemen, zonder, hoe het haar ook ter harte gaat, rekening te houden met het volkenrecht. Wij hopen, dat de daad goedgemaakt wordt. De represaillemaatre gelen, die wij, zoo noodig, zullen nemen, zullen in geen geval geringer zijn dan die van onze bondgenooten. Gij kunt er overtuigd van zijn, dat dé re geering haar plicht vastberaden vervullen zal. De Turksche pers verlangt eenstemmig, dat de regeering strenge maatregelen zal ne men. De Tasvir i Efkiar wil, dat de onderda nen van vijandelijke landen, die, ondanks den oorlog in Turkije volkomen vrijheid en alle rechten genieten, hetgeen geen van de vijan den wederkeerig doet, in een plaats in Klein* Azië geïnterneerd worden. P ar ij s, 4 Jan. (R.) De Fransche regee- ring heeft, naar aanleiding van den willckeu- rigen en met de internationale wet strijdig en! maatregel der Bulgaarsche regeering om den Franschgn vice-consul te Sofia in hech tenis te nemen, heden morgen bevolen, on der gelijke omstandigheden den Bulgaar- schen kanselier, die belast is met de zorg voor de archieven van het Bulgaarsche ge zantschap te Parijs, gevangen te zetten. Daar hij ziek is, zal hem worden toegestaan ondei toezicht in 2iine kamer te blijven. Aan de in Saloniki gearresteerde vijan delijke consuls zal vrijgeleide rfaar Zwitser land toegestaan worden, als zij in Marseille aankomen. Sofia, 4 Jon. (Bulgaarsch agentschap). De regeering heeft aan de Sobranje het nieuwe Turksch-Bulgaarsche verdrag toege zonden over de verbetering van de grens tusschen Turkije en Bulgarije. Konstantinopel, 4 Jan. (W. B.) Communiqué van het hoofdkwartier. Aan het Dardanellen-front wierp een tor pedoboot in den nacht van 2 op 3 Januari eenige projectielen in de richting van Arf Burun. Daarna trok zij zich terug. Bij Sedd-ul-Bahr beschoot onze artillerie tot den morgen de vijandelijke stellingen en het kamp usschen Sedd-ul-Bahr en Tekke Burun. In dezen nacht beschoten een krui ser en den 3en Januari twee kruisers onze stellingen een tijd lang, zonder succes. Om ze artillerie trof tweemaal een kruiser. In den namiddag opende de vijandelijke artillerie plotseling het vuur op ons cen trum en den linkervleugel. Onze artillerie antwoordde krachtig en bracht de vijande lijke artillerie tot zwijgen. Zij verwoestte Wie bemind wil worden, beginne met zelf beminnelijk te zijn. ROMAN VAN ANNA WAHLENBERG. Geautoriseerde vertaling door B. NORTAKKER. SSaar hij bleef de veeren van den vogel «dj-zacht en vriendelijk streelen, dat Bier- ia begreep, dat de hand die zoo liefkoozen ion, niet gemakkelijk een levend wezen kon iooden. Het was een zeer groote, gespie.de oand, die heel voorzichtig en zacht over de 5r-wige veertjes van den vogel gleed. dan wensch kwam op in Blenda's hart. Zij 4le groote, teedere hand over heur haar, **er haar wang hebben willen voelen. „Mag ik meegaan naar het bosch?" „Ja, natuurlijk." En hij hief den vogel op een stang, die dwars over de plat .ken heen was gelegd. „Dit is zijn hoogzetel", zei hij. Maar nu moesten Blenda en hij aan den arbeid. Dat deden zij, maar het bleef niet lang rustig. #t Geschuur tegen de wanden begon op nieuw, en werd afgewisseld door een Lons eis van een terugzien' lichaam. De uil on dernam klaarblijkelijk vliegoefeningen. Hij had behoefte aan beweging en was zich op zijn hoogzetel beginnen te vervelen. Birger stoorde zich echter niet meer aan het rumoer, maar schonk zijn geheele aan dacht aan de sommen. En daar Blenda bleef luisteren en verstrooid was, kreeg ze een te rechtwijzing om op te letten. Ze was bang, dat hij spijt had haar zijn kleerkastgeheim te hebben toevertrouwd, en dat hij zijn belofte omtrent de boschexpeditie niet zou houden. Maar toen de sommen afgewerkt waren, en zij reeds goedennacht had gezegd, keer de hij zich naar haar om. „De tocht naar het bosch zal morgenavond plaats hebben", zei hij. „Hij zal zich stellig het meest thuisgevoelen als hij in de sche mering buiten komt. Als je mee wilt gaan, moet je ongeveer half zes bij je deur staan." VI. De Octoberavond was zacht en mooi, met een bijna helderen hemel, doch toen ze door de straten naar het Lill-Jansbosch gingen, was er nog een rozige schemer aan den hori zon in het Westen. Birger droeg een gTOOte reistasch, die een weinig open bleef staan door een daar tusschen gelegd eind touw. Blenda liep naast hem, en stak nu en dan den vinger door den smallen spleet om te zien wat de derde persoon van het gezel schap, de uil, deed. Die zat echter volkomen stil, en gaf gee nerlei misnoegen te kennen met zijn nauwe, wiegelende kooi. Een paar lichtende, doch kalme oogen blikten de binnenkijkenden aanT Toen ze in het bosch aangekomen waren, keek Birger om zich te oriënteeren in het rond. En toen ze een goed eind verwijderd waren van alle menschelijke woningen, bleef hij staan. „Hier heb ik hem gevonden", zei hij. „Ik hoop dat hij de plek herkennen zal." Hij knielde neer, zette de tasch op den grond, maakte de riemen los en nam het eind touw weg. De gevangenis stond wijd open, en de gevangene behoefde slechts naar buiten te wandelen. „Kom nu, vogeltje!" lokte hij. Maar hij kwam niet. Hij bleef voortdu rend samengekropen in een hoekje van de reistasch zitten en keek nieuwsgierig naar de beide menschen, die over hem heen ge bogen stonden. Hij merkte wel dat er iets on gewoons te doen was, maar dat men ver wachtte dat hij zelve iets zou doen, viel hem niet in. Hij bleef zitten waar hij zat. Birger moest hem helpen de zaak te be grijpen. Als hij maar buiten kwam, en de boomen, struiken en den grond zag, dan moest zijn herinnering wel ontwaken, zoodat hij begreep, dat hij in. zijn echt thuis was. Hij stak de hand in de tasch en haalde den uil te voorschijn, streelde hem tot afscheid over borst en rug, want nu zou hij immers dadelijk wegvliegen; en zette hem toen op een boomtak. Maar nee, hij vloog niet weg. Wel was er een verandering ingetreden in zijn gemoeds toestand. 't Was gedaan met zijn kalmte. Hij wendde den kop naar alle kanten om, en begon plotseling te fladderen, verschrikt door een geluid, misschien een windstoot/ mis schien een geritsel in de takken. Na het lang opgesloten zijn in de nauwe kleerkast droe gen zijn vleugels hem niet ver genoeg. Hij tuimelde en viel op den grond. En daar bleef hij zitten. Birger probeerde het nog eens, en weer tuimelde de uil en kwam op den grond te recht. Maar dezen keer bleef hij niet stil zit ten, doch huppelde in het rond. Toen zag hij plotseling de open tasch, en vloog erin. Hij had de herinnering aan het bosch ver loren, dat was hem geen thuis meer, de tasch veel meer, die rook zoo aangenaam naar de kast, waarin hij den laatsten tijd van zijn le ven geschuild had, en waar het zoo heerlijk kalm en duister was geweest, boven op de planken en den dikken stang; en de tasch rook naar de hand, die hem eten gaf en streelde. Daarbinnen was het veilig en goed te zijn. Blenda gaf een kreet van verbazing over het wonderlijke dier, dat de vrijheid niet wist te waardeeren. En ze greep de tasch en schudde die, om den vogel eruit te doen ko men. Doch deze hield zich vast met uitge spreide klauwen, en kroop dadelijk weer terug in zijn hoekje, als hij door het heftige schudden een eindje naar voren geschoten was. „Laat dat", zei Birger. ,/t Is zonde". „Maar hij moet er immers uit. Als hij er maar een beetje aan gewoon is, herkent hij de omgeving wel weer, en zal zich wel weer thuis vinden in de oude verhoudingen". „Dat is nog lang niet zeker". Hij had de hand in de tasch gestoken en streelde den vogel over de veeren. Hij blies zich op van tevredenheid, zooals hij oltijf deed, als Birger hem liefkoosde. Toen pro beerde deze hem er uit te halen. Maar- de uil zette dadelijk de klauwen weer in de leeren voering; hij kon niets met den $ogel aanvangen. Hij wilde niet naar buiten. Na nog eenige mislukte pogingen begon Birger de touwen en riemen dicht te maken. „Wat doe je?" vroeg Blenda. „Je denkt er toch niet over, hem weer mee naar huis te nemen?" „Wat moet ik dan doen?" zei hij zonder op te zien. „Hij wil immers niet hier zijn". Blenda was verbaasd. Was hij werkelijk van plan den vogel weer naar huis te dra* gen en zich de rust van zijn dagen en nach ten opnieuw te laten verstoren, omdat dö uil niet dadelijk inzag, dat het bosch een be tere woonplaats voor hem was, dan een oude reistasch? „Nee maar Birger, wil je je laten dwingen door een vogel I" Hij zag er werkelijk wat verlegen uit en antwoordde niet dadelijk. „Ja, zie je", zei hij eindelijk met een on zeker lachje, „hij is nu zoo lang samen ge weest met een mensch, dat hij zelf ook een half mensch is geworden. En zelfs al is hij geen half mensch, dan kan men hem toch niet alleen en verlaten in het donkere bosck achterlaten". Wordt vervolgd*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1