BINNENLAND.
Pourmine elf niet geladen Turhsche zeilsche
pen ,.en en deurbij 'O man \an de
ocrr.^nning gevangen genomen, van wie een
Gedeelte tot het leger behoort.
De koning van Engeland heeft elf ordetee-
fcenen en 13 medailles beschikbaar gesteld
/om le worden uitgedeeld aan de manschap
pen van de Zwarte zee-vloot, die zich het
fneesl hebben onderscheiden. Dit is het
Iweede geval van de zeer minzame belang
stelling, die koning George in de>.'n oorlog
èoo.i aan de genoemde vlqot.
l'onden,6 Jan. (R.) De Peninsular and
Oriental maakt de volgende cijfers bekend,
betrekking hebbende op de ramp van de
•Persia: gered 166, verdronken 335.
Londen, 6 Jan. (R.) De bijzondere
conferentie van de arbeidsportij, die was -op
geroepen tot behandeling van de dienst-
plichlvoorstellen der regeering, was heden
hier bijeen. Alle vakvereenigingen hadden
.vertegenwoordigers gezonden, behalve de
mij.ii-1 ers.
H. de leider van de arbeidspartij,
die. a ontwerp-besluit in, dat het verzet
Van de arbeiders uitdrukt tegen den ver
plichten krijgsdienst en blijdschap over het
prachtige succes van het vrijwillige stelsel,
fnaai aan de leden van de arbeidspartij in
het lagerhuis individueel het recht toestaat
te stemmen zooals zij raadzaam oordeelen.
Hodge zeide, dat als dit wetsontwerp niet
liverd aangenomen, vollediger dienstplicht
*ou komen en dat zou de slechtste dag zijn
Voor de arbeiders.
Hij werd, terwijl hij het woord voerde, her
baalde malen in de rede gevallen.
Londen, 6 Jan. (R.) De debatten in de
namiddag-vergadering van het congres der
erbeiders-vakvereenigingen namen een zeer
levendig verloop. De redevoeringen van de
leiders waren meerendeels 2eer gematigd
van toon; maar de onverzoenlijken vielen
•hen bij h- haling in de rede. De tooneelen
van strijd bereikten hun toppunt, toen de
minister Henderson verklaarde, dat hij wei
gerde zich te verzetten tegen het wetsont
werp.
Sexton zeide, dat hij wenschte, dat de
oorlog gewonnen werd op zoodanige wijze,
«dat hij nooit kan worden herhaald; daarom
■was hij bereid iedere regeering te steunen,
die hem finaal ten einde wilde brengen.
Het congres nam met 1.715.000 tegen
034.000 stemmen een amendement aan van
de vertegenwoordigers der spoorwegvakver-
deniging, waarin werd aangedrongen op ver
vet tegen het regeeringsontwerp.
Deze beslissing is genomen ondanks de
verklaring van Henderson, Roberts en
Brace, dat zij zouden aftreden, als hun niet
vrijheid van handelen als leden der regee-
fïng werd gelaten.
De leden van de arbeidspartij in het lager
huis overwegen thans den toestand.
Na afloop van het vakvereenigingencon-
gres werd in eene gezamenlijke vergadering
.van het nationale uitvoerend bestuur van de
arbeidsparty en van de parlementaire ar
beidspartij in het lagerhuis besloten, dat de
arbeidspartij uit de regeeringscovalitie zal
lieden.
Londen, 6 Jan. (R.) In het lagerhuis
werd de behandeling van het dienstplicht-
ontwerp hervat en voortgezet onder voort
durende belangstelling.
De postmeester-generaal Samuel verdedig
de het ontwerp in eene rede, die de rede
van den afgetreden minister Simon in een
belachelijk daglicht stelde. Met groote
warmte werd het wetsontwerp gesteund door
kolonel John Ward. Hij drong er op
aan, dat zij, die zich aan den dienst
bij het leger wilden onttrekkenge
dwongen moesten worden hun plicht te
doen. Nagenoeg de helft van de leden der
vakvereenigingen zijn thans in het leger.
Het besluit van het vakvereenigings-congres
kan dus niet worden beschouwd als weer
gevende de meening van ook maar de
meerderheid van de leden der Trades Uni
ons.
Het debat werd besloten door redevoerin
gen van Barnes, een lid van de arbeiders
partij, die pas uit Frankrijk was terugge
keerd, en van minister Balfour. Barnes ver
klaarde, dat de manschappen noodig waren.
Zii. die nu een veilig en gemakkelijk-leven
leiden, moeten hun aandeel op zich nemen
Dm het werk te verlichten van de mannen
e het front, die groote ontberingen dragen
met de grootste opgewektheid.
Balfour verklaarde, dat de stemming over
het wetsontwerp kwaad zou kunnen doen in
het binnenland en in het buitenland. Maar
een onpartijdige criticus, die geluisterd had
naar dit tweedaagsche debat, zou zeggen, dat
geen land een meer eensgezind front kon
vertoonen op de groote kwestie van politiek
beleid waarom nu wordt gestreden en waar
mee zal worden voortgegaan totdat eene
Urolkomen bevredigende uitkomst zal zijn
verkregen. Dit wetsontwerp is de grootste
buide voor het vrijwillige stelsel. Wij hebben
meer gedaan dan onze vrienden, onze vijan-
Hen en wij zelf mogelijk achtten. Uit deze
«debatten is gebleken, dat er geene verschil
len zijn in de gevoelens van het huis ten
«opzichte van den oorlog.
Het wetsontwerp is in eerste lezing aan-
enomen met 403 tegen 105 stemmen. De
ekendmaking van den uitslag werd met
groot gejuich begroet, want de minderheid,
Wie voor een groot deel bestond uit lersche
Rationalisten, was kleiner dan men had ver-
Vacht.
Londen,6Jan. (R.) De miinitie-minis-
per heeft eene circulaire laten uitgaan, waar-
In aan alle handelaars in platina wordt voor
geschreven opgave te doen van de in hun
bezit zijnde voorraden en alle handel in pla
tina verboden wordt zonder speciale vergun
ning.
Londen, 6 Jon. (R.) Het hoogerhuis
beeft het wetsontwerp tol verlenging van
den levensduur van het tegenwoordige par
lement in tweede lezing aangenomen.
Be r 1 ij n, 6 Jan. (K. N.) De Lokal An-
zeiger ontleent aan de Az Est het bericht,
uit Sofia, dat de Sobranje, nadat zij de oor-
logscredieten had toegestaan, tot 11 Januari
verdaagd werd. Alleen de radicale socialisten
hebben tegen gestemd, terwijl een groot deel
der sociaal-democraten zich van stemming
onthouden heeft.
Berlijn, 6 Jan. (W. B.) Tbgenover de,
in de vijandelijke pers geuite beweringen,
dot de centrale mogendheden de Servische
bevolking vooral in Belgrado van honger la
ten sterven, kan uitdrukkelijk geconstateerd
worden, dot er van hongersnood volstrekt
geen sprake is. Inzonderheid heeft de aan
voer van levensmiddelen naar Belgrado zon
der eenige moeielijkheid plaats. De noodlij
dende bevolking wordt door de militaire
commando's van het Oostenriiksch-Hongaar-
sche leger verpleegd. De Servische ambte
naren ontvangen, ook al worden hunne dien
sten niet gebruikt, de helft van hunne vroe
gere traktementen en de Oostenrijksche re
geering ondersteunt den arbeid van de in
ternationale ondersteuningscomité's, die
hunne diensten hebben aangeboden.
In de onder Duitsch bestuur staande stre
ken is de toestand ook volkomen bevredi
gend. Wat de riad Kragujewacs en omstre
ken betreft, hebben de burgemeester en dg
minister Petrowics eene verklaring ondertee
kend, die betrekking heeft op de door het
Duitsche bestuur genomen economische
maatregelen. P~rin wordt uitdrukkelijk vast
gesteld, dat de noodige levensbehoeften in
voldoende hoeveelheid en tegen behoorlijke
prijzen te koop zijn. Het Duitsche bestuur
heeft In den tijd van 13 December tot 1 Jan.
41,162 Kg. tarwemeel en 1632 Kg. maismeel
in de stad gebracht.
B e r 1 ij n, 6 J a n. (W. B.) Omtrent de eco
nomische nauwere aansluiting tusschen
Duitschland en Oostenrijk-Hongarije, waar-
naa^ wordt gestreefd, drukte het college van
de „Aeltesten der Berliner Koufmannschaft"
den wensch uit, dat de overleggingen tus
schen de regeeringen spoedig zouden begin
nen en de uitkomst om advies zou worden
voorgelegd aan de vertegenwoordigers van
handel en nijverheid. Verder heeft het col
lege de overtuiging uitgedrukt, dat de eco
nomische toenadering moet wordrn onder
steund door zooveel mogelijk eenheid te
brengen in het handelsrecht, het levensver
zekeringsrecht, het beursrecht en het zee
recht; het heeft den Oostenrijkschen oud-
minister van justitie Klein verzocht deze taak
op zich te nemen, die zich daartoe bereid
heeft -verklaard.
Dusseldorf, 6 Jan. (W. B.) Hier heb
ben besprekingen plaats gehad met verte
genwoordigers van de industrie over de
handhaving van het voorgenomen uitvoer
verbod voor staafijzer.
Uit de Here
Het grootste en het naaste gevaar.
Hebben wij het Duitsche gevaar, dat voor
al in Nederland woont, niet slechts het
meest, maar ook het eerst te duchten
Dat wordt door den heer C. K. Elout In
„de Haagsche Post" betwist.
„Te oordeelen naar het verloop, dat de
oorlog tot nu toe heeft en naar de uitingen
van oorlogvoerenden, ten aanzien van Ne
derland, dreigt ons land", zoo schrijft hij,
„in de naaste toekomst, heel wat minder
gevaar van Duitsche dan van Fransche
zijde. Zelfs de indirecte bedreiging van on
ze onafhankelijkheid, die ongetwijfeld ons
van Duitschen kant zou naderen indien
Duitschland België annexeerde, is zoo niet
verdwenen, dan toch zeer ver weggeweken.
Toen, eenigen tijd geleden, in Duitschland
stemmen begonnen op te gaan ten gunste
van zulk een annexatie en in Nederland
hier en daar werd gewezen op het ernstige
gevaar dat daarin voor ons zou zijn gele
gen, heeft de Duitsche pers van uit de Wil-
helmstrasse een wenk gekregen om over
de zaak verder te zwijgen. En uit de jong
ste Rijksdagrede van den Rijkskanselier
blijkt waarlijk niets van eenig expansief an
nexatieplan ten opzichte van België, eer
van het tegendeel. Wel komt daarin een
toespeling voor die de gedachte wekt aan
een partiëele annexatie, n.l. misschien van
een stuk Belgisch gebied tot en met de
Maaslinie, maar zulk een strategische grens
verschuiving, die de souvereiniteit des lands
onaangetast zou laten ,ware, qualitatief en
quantitatief, van gansch andere orde dan
die, welke ook ons volksbestaan zou be
dreigen. Uit die redevoering is, wat
Duitschland's oorlogswenschen belangt,
niets anders af te leiden dan dat dit land
tevreden zal zijn met een zoodanige wijzi
ging van de kaart van Europa, als noodig
zal wezen om het, in het Westen en in het
Oosten, beier dan tot nu toe te beveiligen
tegen mogelijke onverhoedsche aanvallen.
Eenige wezenlijke landhonger spreekt er
niet uit.
„Van Fransche en Engelsche zijde daar
entegen zijn, en worden nog, herhaaldelijk
uitingen gehoord, die, in maximum, de ge
dachte uitspreken ecner vernietiging van
Duitschland en, in minimum, een voor af-
zienbaren tijd machteloos maken van dat
land Incluis een groote annexatie niet op
strategischer, maar op politieken grond
slag. Nu ken men dat misschien nog als
van weinig tv tstrceksch belang voor Ne
derland beschouwen al ben ik van mee
ning, dat de oppermacht van Frankrijk op
het vasteland voor ons weinig minder ge
vaarlijk zou wezen dan die van Duitsch
land (men schijnt te zijn vergeten, dat Na
poleon een Franschman was.) Maar de
Fransch-En^ 'sch-Russische machtsbe
geerten zijn, gedurende dezen oorlog, ge
compliceerd door het verrijzen van een
quaestie waardoor die begeerten wèl recht-
Strceksch gevaar voor ons doen dreigen.
„Ik doel hiermede op de Belgische
quaestie.-"Elders heb ik wel eens geschre
ven, dat, zoo lang wij werkzaam blijven en
sterk genoeg om een onverhoedschen aan
val af tc slaan, door den oorlog de inte
griteit van ons grondgebied misschien niet
ernstig meer wordt bedreigd Maar wel
door den vrede. En waarlijk, ik vrees den
vrede. Juist om die Belgische- quaestïe.
Om de vraag, wat er met België zal gebeu
ren, als de Entente verliest doch voor
al als de Entente wint.
„Hudden wij alleen met een Vlaamsch-
België te docn/^dan zou de quaestie voor
ons alles, of nagenoeg alles, van haar drei
gement verliezen. Maar iedereen weet, dut
niet het Ncderlandsch-Vloamsche element
in België regeert. En nu moet men ziende
blind wezen, om niet te hebben waargeno
men, dat de Belgische regeering in t bij
zonder en de Belgische toonaangevende
kringen in het algemeen tijdens den oorlog
onder een veel sterkeren Franschon invloed
-zijn gekomen dan ooit tevoren. Dit is waar
lijk niet verwonderlijk wanneer men be
denkt, dat de oorlog Belgm letterlijk in de
armen van Frankrijk heeft gejaagd, zóó
zelfs, dat de Belgische regeering thans
zetelt in een Fransche stad. De ontvanke
lijkheid voor Fransche inblazingen, die
reeds vóór den oorlog onder het heerschen-
de Waalsch-Franskiljonsche element zeer
groot was (men denke aan het misbaar
tegen het Vlissingsche fort, van Roland de
Marès c. s., opgezweept door de Fransche
pers) is nu natuurlijk ontzaglijk toegeno
men. En daar de stemming in Frankrijk ons
zeer ongunstig is, dank zij het eeuwige
wantrouwen in alles, dat daar altijd gereed
staat (dank zij ook het stoken hier te lande
tegen onze regeering), behoeven wij ons
van de gezindheid der Fransch-Belgen je
gens ons geen illusie te maken. Ik ben er
van overtuigd, gezien de uitingen van die
zijde te onzen aanzien (die van Belgische
ministers incluis), dat er bij de vredeson
derhandelingen weinig meer over zal zijn
van eenige, meer dan platonische, Belgi
sche dankbaarheid jegens Nederland.. En
dat de Belgische regeering, gesteund door
de Fransch-Belgische regeeringskringen en
in 't kielzog van de Fransche hostiliteit
tegen ons, zoo mogelijk ons een deel van
het Belgische gelag zal doen betalen.
Uitingen als onlangs weer die van den heer
Baie doen ons zien, welk gevaar voor ver
lies van Limburg wij loopen als de Entente
wint en België meehapt naar de brokken,
links en rechts.
„Maar nog véél meer gevaar loopt ons
bezit van Zeeuwsch-Vlaanderen. Misschien
óók als de centralen winnen omdat met
Zeeuwsch-Vlaanderen dan misschien iets
anders verhandeld kan worden aan de En
tente. Doch stellig als de Entente wint.
Want dan krijgen Frankrijk en Engeland
de gelegenheid, de zoozeer begeerde ge
legenheid, om den Scheldemond aan Ne
derland te ontrukken en de barrière, die
wij thans een naar Antwerpen opstoomen-
de vloot voor den boeg moeten leggen,
voor goed tc verbreken. Ziedaar, omdat een
door de Entente gedicteerden vrede te on
zen aanzien zal worden beheerscht door
een ongunstige stemming en door de her
haaldelijk geuite begeerte naar stukken
van ons land, het gevaar, dat ons bedreigt
bij het sluiten van zulk een vrede.
„En omdat de vrede, hoe ver misschien
ook, toch altijd veel dichter bij is dan onze
annexatie door Duitschland, schijnt mij het
gevaar, dat ons van de zijde der Entente
dreigt, wellicht kleiner, maar nader dan
dat van Duitsche zijde.'
Berichten.
De Staatscourant van Vrijdag 7 Ja-
jv - ^Pvat o.a. de volgende Koninklijke be
sluiten:
in gelijke betrekking overgeplaatst near de
Cocksdorp op Texel, met ingang van 15 Jan.
a. s„ de opzichter bij 's Rijks kustverlichting te
Noord-Schouwen P. C. A. van Hoepen;
tijdelijk werkzaam gesteld
aan de inspectie der directe belastingen der
2de afdeeling te Amsterdam, J. G. Sijpkens,
ontvanger der directe belastingen, invoerrechten
en accijnzen te Dinxperlo, in te gaan 1 Febru
ari 1916
aon de inspectie der directe bei°st'ngen der
lste afdeeling te Amsterdam, V. H. Heymans,
ontvanger der directe belastingen en accijnzen
te Tubbergen, in te gaan 1 Maart 1916;
aon de inspectie der directe belastingen, in
voerrechten en accijnzen te Groningen (lste af
deeling), J. D. Bruining, commies ter directie
dierzelfde middelen te Groningen, in te gaan 1
Februari 1916;
aan de inspectie der directe belastingen der
2de afdeeling te Rotterdam, F. A. H. van lersel,
ontvanger der directe belastingen en accijnzen
te Appingedam, in te gaan 1 Maart 1916;
aan de inspectie der directe belast:ngen der
3de afdeel-'ng te Amsterdam, F. A. la Rose, com
mies ter directie der directe belastingen, invoer
rechten en accijnzen te Arnhem, in te gaan 1
Februari 1916;
aan de inspectie der directe belastingen der
4de afdeeling te Amsterdam, G. R. Wagenaar,
commies ter directié der directe belastingen, in
voerrechten en accijnzen te Breda, in te gaan 1
Februari 1916;
aan de inspectie der directe belastingen, in
voerrechten en accijnzen te Arnhem, A. J. van
lersel, ontvanger derzelfde middelen te Delfzijl,
in te gaan 1 Maart 1916
aan de inspectie der directe belastingen der
4de afdeeling te Rotterdam, H. H. F. Vierdag,
ontvanger der directe belastingen en accijnzen
te Balk, in te gaan 1 Februari 1916;
verlengd met één jaar, de detacheering bij
het leger hier to lande van den lste-luitenant
der infanterie van het Nederlandsch-Indische
leger F. Kroon en van den lste-luitenant der
artillerie van het Nederlandsch-Indische leger
jhr. G. M. E. van Suchtelen.
Koninklijke giften. Men meldt
ons uit *s Gravenhage:
Naar wij vernemen zijn aan het einde van
het jaar verschillende vereenigingen verblijd
met belangrijke giften van H. M. de Ko
ningin. Zoo te 's Gravenhage de afdeeling
van de Vereeniging Pro Juventute en de Ver-
eeniging Armenzorg.
De nieuwe Bulgaarsche gezant te
's-Gravenhage, de heer Hadje Micheff, die
kort na zijn aankomst ongesteld werd en het
geruimen tijd bleef, zoodat hij nog niet zijn
geloofsbrief aan H. M. de Koningin kon
overhandigen, is thans geheel hersteld.
Buitenlandsche zendinge n.
Naar men ons van bevoegde zijde mede
deelt, staat de zending van den kolonel Blok
huis, van de Artillerie, naar Parijs, waarover
in sommige bladen eene mededeeling is ge
daan, nog volstrekt niet vast.
Intusschen wordt opgemerkt, dat reeds bij
herhaling gedurende den mobilisatietijd of
ficieren fot het doen van oankoopen als an
derszins, naar verschillende landen zijn uit
gezonden, zooals o.a.: naar Duitschland, En
geland, Zweden, Oostenrijk, Frankrijk, Ame
rika en Denemarken.
Orders voor de landmacht.
Do Opperbevelhebber liceft dc jlgende
orders voor de Landmacht uitgegeven
I.
1. Aan gehuwde militairen, die verblijven
in de vredesslandplaals van hun korps of
onderdeel en wier gezin aldaar gevestigd is.
kan wanneer zii zicli door ijver en goed ge
drag onderscheiden door den korpscom
mandant worden toegestaan, voor zooveel
de belangen van den dienst, de orde en de
veiligheid daardoor niet worden geschaad,
dienstvrije nachten bii hun gezin door fe
brengeji. wat echter niet tot vrijstelling van
oonigen dionst aanleiding mag geven en
voorts met inachtneming van de terzake door
korus- of hoogere commandanten desver-
eischt te maken nadere beDalingen.
Vergunningen als hier bedoeld kunnen ook
bii toerbeurt, telkens voor een bepaald aan
tal dagen, worden gegeven, indien dc om
standigheden het wenscheliik maken om mef
allen, die voor die gunst in aanmeTkhvg ko
men. tegelijk buiten de kazerne te doen over
nachten.
2. Voor gehuwde militairen, behoorende tot
korpsen, afdeelingen of diensten, welke eerst
na de mobilisatie zijm onder de wapens ge
komen of opgericht (de depóts daaronder be
grepen). geldt bovenstaande bepaling, voor
zoover de gezinnen dier militairen in hunne
standplaatsen hunne vaste woonplaats heb
ben.
Indien de plaatselijke gesteldheid daartop
aanleiding geeft, ziin de kor1 s- en hoogere
commandanten, bevoegd onder ..vredesstand-
plaats" (punt 1) of „standplaatseri" (punt 2)
te verstaan„de ruimte binnen den afstand
van een half uur gaan6 van de appèlplaats van
het betrokken onderdeel."
3. Aan gehuwde militairen, die wegens
eene ziekelijke afwijking bij een depót zijn
geplaatst, wordt vorenbedoelde vergunning
alleen verleend na ingewonnen militair-ge
neeskundig advies, ter voorkoming dat zon
der dringende reden militairen overplaatsing
naar een depót trachten te verkrijgen.
4. Vergunningen als in deze order bedoeld,
vervallen onmiddellijk bij schorsing der ge
wone (periodieke) verdoven.
6. De vrijstelling van deelneming aan de
menage, voor gehuwde, soldij genietende mi
litairen is gea-egeld in punt 6 der beschik
king van den minister van oorlog van 15 De
cember 1914, VI Afd. No. 344 (B. M. 948).
6. Het gebruik maken van de vergunning,
als in deze order bedoeld, sluit alle recht op
vergoeding voor inkwartiering, uit dien hoof
de. uit.
H.
Het blijkt telkens weer. dat militairen zlcb
niet ontzien, onj zelfs in brieven naar het
buitenland mededeelingen te doen niet al
leen omtrent de standplaats van hun korps
of onderdeel, maar zelfs omtrent troepenver
plaatsingen. wachtdienst aan de grenzen, be
wakingsdiensten. enz.
Dergelijke mededeelingen zün in strijd met
het uitdrukkelijk verbod, "esteld in de nii-
nisterieele aanschrijving van 30 Juli 1911, lie
Afd. no. 738 R. M. 1914 blz. 573, en met het
voor geschrevene in D Bijzondere aanwij
zingen. Hoofdstuk I van het Ontwerp-Voor
schrift Velddienst 1915.
Zii bewijzen tevens het verregaande gebrek
aan ernst en plichtbesef der betrokken mili
tairen, die niet schijnen te bedenken, welk
groot nadeel zii door zulke mededeelingen
aan Nederlandsche belangen kunnen toebren
gen.
Ik d-raag de commandanten der compag
nieën en overeenkomstige eenheden, bene
vens dc detachements-commandanten op. om
het kader ^?n de manschappen hunner afdee
lingen met nadruk, en herhaaldelijk, te wÜ20n
op hunnen plicht tot geheimhouding van alle
militaire aangelegenheden, hun de bedoeling
en de noodzakelijkheid van dit gebod duide
lijk te maken en zoo van overtreding van dit
laatste mocht blijken, de schuldigen te straf
fen.
Oude archieven uit Surina
me en Curasao. Bij kon. besluit zijn
de gouverneurs van Suriname en Curasao
gemachtigd om van bestuurswege beheerd
wordende archieven en de notarieele archie
ven in die koloniën, dagteekenende van vóór
27 Februari 1816 en van vóór 5 Maart 1816,
naar Nederland te doen overbrengen ter ver
dere bewaring in het Algemeen Rijksarchief
te 's-Gravenhage.
Na de opneming van deze bescheiden in
het Algemeen Rijksarchief zijn daarop van
toepassing de regelen omtrent het gebruik
en de toegankelijkheid van 's Rijks archie
ven, dagteekenende van vóór December
1813.
E n t s t o f-i n r I c h 11 n g e n. In de
Staatsct. wordt medegedeeld de lijst der ent
stof-inrichtingen, die voldoen aan de voor
waarden, door den minister van Binnenland-
sche Zaken, ingevolge art. 4, le lid, van het
kon. besluit van 20 Februari 1912 (Staatsbl.
no. 07) gesteld. Het zijn de entstof-inrich
tingen te 's-Hertogenbosch, Arnhem, Nijme
gen, 's-Gravenhage, Rotterdam, Amsterdam,
Haarlem, Middelburg, Leeuwarden, Gronin
gen en Maastricht.
Mond- en klauwzeer. De Bond
van Friesche Veehandelaren, die een adres
aan den minister van Landbouw heeft gezon
den, waarin verzocht werd door te gaan met
het afmaak-systeem, heeft thans in een adres
aan de Tweede Kamer de beslissing van de
Kamer door aanneming van de motie-Teen
stra ten gunste van het isolatie-systeem be
streden. Het adres wijst er op, dal niet gewe
zen is op de hoogere opi•-•fr $;sier rtn .-h"
zuivelproducten, op de duurdaie
welke voor een zeer groot dêe* foegcr'-hrta
ven worden aan de krachtige maatregelen
door den minister bij de bestlijding t ge
past. Betoogd wordt, dat waar in 1916 hel
vee grootendeels ongeschikt zal worden voor
uitvoer, het bedrijf niet zoo loonend zal
kunnen zijn.
Gezien de verkregen resultaten, wordt af.
maken met strenge voorschriften het eenige
middel genoemd om de gevreesde ziekt*»
reeds in de geboorte te vernietigen..
De Raad der gemeente Assen heef!
benoemd tot directeur der gemeente-gasïa*
briek den heer Jan Bolt, directeur der gasfa»
briek te Zierikzee.
Emile Van der Velde fn Ne-
d e r 1 a n d. De Belgische staatsministei
Emile Vandervelde, tevens voorzitter dei
socialistische „Internationale", is Dinsdag
te 's Gravenhage aangekomen. Ook de hee-
ren Camille Huysmans en Anseele, socialis
tische leden der Belgische Kamer, verblij
ven in Den Haag.
Den ganschen dag van Woensdag besteed
den de heeren aan besprekingen met de Ne
derlandsche leden van het Internationaal
Bureau. Heden bezocht de heer Vandervelde
met de heeren Anseele en Huysmans ver
schillende Belgische vluchtelingen- en inter,
neeringskampen.
Directeur Armenhuis t e A m«
sterdam. De Raad van Amsterdam heeft
tot directeur van het Armenhuis benoemd
de heer J. J. Th. Poederbach, tot dusve*
adjunct-directeur.
Een 100-jarige. Heden viert mej.
de wed. A. de WinterVan Offeren te
Giessendam haar lOOsten verjaardag.
Nederland en de oorlog»
De geïnterneerden.
Reuter bericht ons uit Londen, dat eerste
minister Asquith in het lagerhuis vragen be
antwoord heeft, die hem gedaan werden over
de in Nederland geinterneerde Engelsche
zee-officieren. Hij zeide, dat aan die offi
cieren de Instructie was gegeven, dat zij
niet moesten trachten te vluchten. Dit was
gedaan om de moge1 «ikheid te vermijden
van ongelukkfge incidenten met de Neder
landsche regeerïng, die alles h^eft gedaarï
wat in hare macht was om den toestand van
de gein**-*-eerden te ve^^teren.
De „Leto".
Bericht Is ontvangen dat de drie man van
de equipage van het bij het lichtschip Gallo
per op een mijn geloopen Nederlandsche
stoomschip „Leto", die het schip niet wilden
verlaten, thans door de Batavier IV zijn op
gepikt. Het schip verkeerde in zinkenden
toestand.
Engelsche onderzeeboot gezonken
Het departement van marine deelt
mede, dat heden door Hr. Ms. Noord-Bra
bant ter hoogte van het zeegat Texel, bul
ten de territoriale wateren, een Engelsche
onderzeeboot werd aangetroffen, die nood
seinen deed. De geheele bemanning, ten ge
tale van 32 koppen, werd door den Necler-
landschen kruiser gered en in den Helder
aangebracht. De onderzeeboot is In zee ge
zonken.
Uit Nieuwediep wordt nog gemeld, daf
door het pantserdekschip Noord-Brabant de
bemanning van de Engelsche onderzeeboot
E 17 daar is aangebracht.
Toen genoemde boot noodseinen gaf, werd
ze opgemerkt door de Noord-Brabant, die 2
sloepen liet strijken, waarin de opvarenden
werden opgenomen. De onderzeeboot was
den vorigen dag den koers kwijtgeraakt
nabij de Noord-Hinder bij de vervolging van
vijandelijke Patrouillevaartuigen, is toen In
de Haaksgronden terecht gekomen, lek ge«
stooten en gezonken. De opvarenden zijn'
ondergebracht in de marinekazerne te Nieu
wediep.
Uitwisseling van burgers.
Gisterenavond zijn met een extra-trein on
geveer 100 Engelsche burgers, die in
Duitschland geïnterneerd zijn geweest, te
Vlissingen aangekomen. Zij vertrokken he
den morgen met de mailboot Oranje-Nassau
naar Tilbury Docks.
Fords vredesexpeditie.
Gisterenmiddag werd in een daartoe be
legde vergadering in Hotel Witte Brug te
's Gravenhage, een comité samengesteld tol
regeling van het bezoek aan 's Gravenhage
van de leden der Ford-expeditie. Tevens
werd besloten dat op Zaterdag 8 en Zondag
9 Januari des avonds 8 uur een receptie voor
genoodigden zal gehouden worden in hotel
Witte Brug, terwijl op Maandag 10 en Dins
dag 11 Januari in de groote zaal van den
Dierentuin in openbare vergadering aan de
leden der expeditie gelegenheid zal worden
gegeven hun plan uiteen te zetten.
Het regelingscomité bestaat uit de volgen
de dames en heeren: mevr. H. van Biema—
Hijmans, mej. Fr. H. Broeksmit, W. de Bruyn,
mevr. L. EschauzierPabst, mr. M. J. v.
Flier, mevr. W. van Itallie—Van Embder^
J. N. de Jong, F. M. Knobel, mevr. J. M
Mathon—Luttie, mevr. C. RamondtHirsch-
mann, Reepmaker, mr. dr. H. Romeyn, C. A'.
Wegelin en mej. Enny Zeeman, jur. cand.
Mevrouw C. RamondtHirschmann, heeff
een schrijven uit Kopenhagen ontvangen,
waaraan het volgende fs ontleend
Het plan is in 't kort als volgtIn elk van
de neutrale landen die door ons bezochl
zullen worden Noorwegen, Zweden, Dene«
marken en Holland sullen wij ongevee*
tien burgers uitnoodigen om *ich bij onz$
expeditie te voegen. In Den Haag hopen wij
ook tien Zwitsersche en tien Speenache ver*
tegenwoordigers te ontmoeten, aangezien»
Zv. its.:, land en Spanje niet bezocht kumefl
worden.