„DE EEMLANDER".
Maandag 31 )anuari 1916.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE STERKSTE.
N 182
14-* Jaargang.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Uitgever*: VALKHOPF Co.
Kennisgeving.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD.
BooMredacteori Mr. D.J. VAN SCHAARDEN BURQ.
ABONNEMENTSPRIJS:
£se toaauden voor Amersfoort t J*®®*
SjiQ franco pot post
Pot wcvek {met gratis verzekering togen ongelukken) O. I O.
^ftondorlöke nummer* 0.05.
Wekolbks bgvoogsol ^fo Eoilandech* BuiwwuT (ondex redsotie
van Tbérèao von Hovon)
WokeltfkMb bijvoegsel
per 3 mad. 50 eta.
wfbJb mo m»V por S mnd. 40 clli
PRLJ8 DER ADVERTENTIËN:
Van t-ö regelt O.50.
Elke regel meerO.IO,
Dienstaanbiedingen 25 cents bty vooruitbotnlin^
Groote letters naar plaatsruimte»
Voor handel en bedrit bestaan ceer voordeeli^e bepalingen
tot het herhaald advertoereo in dit Blad, bij abonnement.
Eene oiroulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door J. G. Fontein ingediend verzoek, met bij-
legen, om vergunning tot het oprichten van
•ene machinale liistcnfabriek, waarin geplaatst
fel worden een electro-motor van 4 P. K. voor
het drijven van een lintzaag, een fraisbank en
een draaibank, in het perceel alhier gelegen aan
de Langestraat No. 28, bij het Kadaster bekend
onder Sectie E, No. 2565, op de Secretarie der
gemeente ter visie ligt, en dat op Donderdag,
den 10. Februari aanstaande, des voormiddags
ie hall elf uren gelegenheid ten Raadhuize wordt
gegeven om, ten overstaan van het Gemeente
bestuur of van één of meer zijner leden, bezwa
ren tegen het oprichten van de inrichting in te
'brengen.
Tot het beroep, bedoeld fn art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens de beslaande jurispru
dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkom
stig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeente
bestuur of één of meer zijner leden zijn ver
schenen, teneinde hunne bezwaren mondeling
toe te lichten.
Amersfoort, den 27. Januari 1916.
Burgemeester en Wethóuderi- voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA VAN RANDWIJCK.
Politiek Overzicht
De oplossing van het raadsel
van Montenegro.
De ontwapening van Montenegro nadert
het einde. Dit werd ons reeds een paar da
gen geleden uit Weenen bericht. En naar
mate deie ontwapening vordert, komt ook
'de oplossing van het Montenegrijnsche raad
sel naderbij. Eigenlijk bestaat nu reeds dat
raadsel niet meer.' Het gedeelte van de re
geering van Montenegro, dat in het land Is
gebleven, heeft zijne taak anders opgevat
dan men van de zijde der Entente heeft la
ten verluiden. Het zou zich er aan gelegen
laten zijn, het leger opnieuw te organisee-
ren voor den laatsten, be9lissenden strijd.
Van zijne werkzaamheid in die richting is
echter niets gebleken. Wel is er vernomen
van onderhandelingen, die het heeft ge
voerd met het Oostenrijksche legerbestuur.
Die onderhandelingen hebben geleid tot het
tot stand komen van eene overeenkomst, die
bepaalt hoe de Inlevering van de wapenen
moet geschieden.
Het Oostenrijksche Iegerbevel heeft deze
Overeenkomst, die den 25en Januari om 6
uur des avonds door de wederzijdsche ge
volmachtigden is onderteekend, in extenso
medegedeeld. Men ziet daaruit, dat alle in
het land aanwezige oorlogswapenen en toe-
behooren moeten worden ingeleverd; de
Montenegrijnsche regeering draagt de ver
antwoordelijkheid, dat niemand zich daaraan
Onttrekt. Officieren mogen hunne zijgeweren
behouden. Met schietwapenen kunnen uit
gerust worden de noodige politie- en gen
darmerie-organen van alle districten en de
grenswacht tegen Albanië; verder wordt toe
gestaan, dat in het grensgebied, palende aan
Albanië en gedeeltelijk aan het Sandjak,
vertrouwensmannen van de overheid revol
vers dragen. Het slotartikel luidt; „De Mon
tenegrijnsche gemachtigden verzoeken de
vredesonderhandelingen zoo spoedig moge
lijk te beginnen, omdat hierdoor op de be
volking kalmeerend zal worden ingewerkt."
In plaats dus van een nieuwen strijd te
organiseer.en, hebben de leden van de Mon
tenegrijnsche regeering, op wie de bestuurs
zorg feitelijk rust, hun best gedaan, den toe
stand te doen intreden, die „naar het ver
langen van het Oostenrijksche legerbestuur,
aanwezig moet zijn vóórdat met de vredes
onderhandelingen kan worden begonnen.
Volgens een bericht van de zijde der Enten
te is de andere helft van de regeering, die
met den koning en zijn gezin, in Lyort eene
schuilplaats heeft gezocht, 't er niet mee
eens, dat wordt voldaan aan het door Oos
tenrijk geuite verlangen, dat waarborgen
zullen gegeven worden tegen een guerilla-
oorlog in het oosten van Montenegro. Er
wordt aangekondigd, dat koning Nikolaas
een manifest daartegen zal uitvaardigen. Dat
mani'ist zal zeker naar genoegen zijn van
de Entente-mogendheden, want er wordt
vooraf goedkeuring op gevraagd in Parijs,
Londen, Rome en Petersburg. Maar zal het
iets uitwerken bij de bevolking xan Monte
negro?
Op die vraag kan men gerust ontkennend
antwoorden op grond van wat men weet over
de daar heerschende stemming. Overal in
Montenegro heerscht rust. De bevolking ge
draagt zich niet vijandig tegen de overwin
naars; hare houding tegenover dezen is veel
eer tegemoetkomend. Blijkbaar wordt het
einde van den strijd als eene verlossing be
groet; en al verhindert het feit, dat de ko
ning en de minister-president ln een der
landen van de Entente eene toevlucht heb
ben gevonden, het aanknoopen van for-
meele vredesonderhandelingen, met den
oorlogstoestand Is het toch in Montenegro
gedaan. Voor zooveel Montenegro betreft,
is de strijd uit.
Wat van het Montenegrijnsche gebied nog
niet in handen van de Oostenrijkers Is, kan
niet veel meer beteekenen. In de hierboven
vermelde overeenkomst ls te lezen, dat de
O.-H. troepen „reeds bijna het geheele
Montenegrijnsche gebied bezet hebben." Op
de bezetting van de hoofdstad Cettinje is
snel gevolgd de inbezitneming van het be
langrijkste gedeelte van het land met de
meest bevolkte en voor de gemeenschap
tusschen de verschillende deelen gewichtig
ste plaatsen: Niksic, Danilovgrad en Pod-
goritza. Ook de beide Montenegrijnsche ha
venplaatsen Antivari en Dulcigno zijn bezet.
Op zich zelf zijn dit plaatsen van geringe
beteekenis; maar het zijn de eenige havens
van Montenegro aan de Adriatische zee,
dat inzonderheid over Antivari en den klei
nen kustspoorweg alles placht te betrekken
wat het over zee behoefde.
Uit een militair oogpunt heeft Oostenrijk
alles bereikt wat het wenschte in Montene
gro: het einde van den strijd en de vrijheid
van de wegen. Het heeft daarvan aanstonds
partij getrokken om Noord-AIbanië in zijne
macht te brengen. Gusinje is bezet met het
omringende gebied. Te voren was reeds
Skutari, de aanzienlijkste stad in Albanië, in
Oostenrijksch bezit overgegaan met de Ta-
rabosch, die ten westen daarvan als een
reusachtig suikerbrood oprijst. De Tara-
bosch is op zich zelf eene vesting en be-
teekent voor Skutari wat de Lovcen is
voor Cattaro. „Eenige duizenden" Servi
sche soldaten, die in Skutari in bezetting
lagen, hebben zich, zonder een schot te doen,
teruggetrokken, toen de Oostenrijksche troe
pen naderden, hetgeen op het tegendeel
van strijdlust wijst
Met de inbezitneming van Skutari heeft
Oostenrijk het geheele stroomgebied van de
Drinibarz in bezit gekregen, waarmee ge
heel Noord-Albanië onder zijne invloeds
feer is gebracht. Skutari is echter geen ha
venstad, want de Bojana, die het Skutari-
meer met de zee verbindt, kan slechts door
kleine stoomschepen met moeite bevaren
worden en is bovendien door de aan haren
mond gelegen baar slechts toegankelijk als
de zee gunstig staat. De havenstad van Sku
tari is daarom San Giovanni di Me-
dua, dat ook reeds in Oostenrijksch
bezit is. Verder naar het zuiden heeft Italië
zich gevestigd in de haven van Vaiona en
op den uitersten zuidelijken punt van Alba
nië heeft Frankrijk Santi Quaranta, het uit
gangspunt van den weg naar Monastir, be
zet.
Van Skutari naar Vaiona is de weg lang
en bezwaarlijk. Het moerasterrein, waardoor
de weg van Skutari naar Durazo leidt, levert
een ernstig beletsel tegen den Oostenrijk-
schen opmarsch. Korter is de weg, die uit
den zuidwestelijker boek van Macedonië
van Monastir naar Albanië voert. Met het
oog daarop is een bericht van beteekenis,
dat Berat, ten zuiden van Elbassan, door de
Bulgaren bezet moet zijn.
Van het gewicht, dat de Italianen aan Va
iona hechten, getuigt het bericht uit Rome,
dat als uitkomst van een tweedaagschen ka
binetsraad het besluit vermeldt om Vaiona
tot het uiterste te verdedigen, en daaraan
toevoegt, dat de daartoe noodige stappen
zijn genomen. De Temps verlangt echter
meer van Italië. Zij komt nogmaals terug op
den vroeger reeds uitgedrukten wensch, dat
Italië met de anderen zal samenwerken in
den Macedonischen veldtocht en schrijft:
„Italië zal zich Vaiona niet laten ontnemen,
dat staat vast: maar om die reede te verde
digen, behoeft het niet alle strijdkrachten
er heen te zenden, die het voor den Bal
kan zal bestemmen. Dat zou niet meer zijn
handelen in volledige solidariteit en innige
samenwerking met zijne bondgenooten, en
de overeenstemming kan niet verkregen
worden op een programma van inertie: ver
dediging van Vaiona eenerzijds, van Salo-
niki anderszijds. De gemeenschappelijke ac-
tie moet offensief zijn en zij kan slechts Sa-
loniki tot grondslag heben."
De oorlog.
Berlijn, 3 0 Jan. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Bij en ten zuiden van den straatweg Vimy-
Neuville duurden de gevechten om het bezit
van door ons veroverde stellingen voort. De
Fransche aanval werd afgeslagen. De ten
zuiden van de Somme veroverde stelling
strekt zich uit over drie-duizend-vijfhonderd
meter, bij een diepte van 1000 M. Er zijn
daar ter plaatse in het geheel zeventien offi
cieren en twaalf-honderd soldaten in onze
handen gevallen. De Franschen deden
slechts een zwakken tegenaanval, die ge
makkelijk werd afgeslagen.
In Champagne werden met tusschenpoozen
levendige artilleriegevechten geleverd. Aan
het overige front werd de activiteit van het
vuur door den mist belemmerd.
Tegen den avond openden de Franschen,
bij helder weer, een levendig vuur op ons
front ten oosten van Pontë-Mousson. Het op
rukken van vijandelijke infanterie-afdeelin-
gen werd verijdeld.
Parijs, 30 Jan. (Havas). Namiddag
communiqué.
Ten zuiden van de Somme hebben de
Duitschers gisteravond een aanval gedaan
op eene Fransche stelling voor Dompierre.
Meer dan twee malen werd de Duitsche in
fanterie door het Fransche artillerie- en ge
weervuur naar hare loopgraven teruggedre
ven.
Parijs, 3 0 Jan. (Havas). Een Zeppelin
heeft gisteravond bommen op Parijs gewor
pen, waardoor een veertigtal vrouwen, grijs
aards en kinderen getroffen werden. Op dit
militaire succes kunnen de Duitschers trotsch
zijn I
Tweede telegram. De Zeppelin,
die gisterenavond over Parijs vloog, wierp
dertien bommen neer. Negen huizen stortten
In; zeven menschen werden gedood, 22 ge
wond.
Parijs, 30 Jan. (R.) Toen de Zeppelin
boven Parijs verscheen, rende, ondanks de
officieele voorschriften, een groote menigte
naar de boulevards om het schouwspel gade
te slaan. De massa werd tegen elf uur nog
grooter, toen de schouwburgen enz. uitgin
gen jnergens werd de voorstelling onder
broken, ondanks het hevig alarm. De Parij-
zenaars waren niet in het minst opgewonden
noch bevreesd; maar legden alleen nieuws
gierigheid aan den dag.
Op één punt waren 15 slachtoffers, op een
ander werden een man, drie vrouwen en twee
kinderen gedood; verscheidene anderen wer
den gedood of gewond door het ineenstor
ten van een huis, waarop een bom viel. Ge
durende den tocht van de Zeppelin hing er
hoog boven de stad een dichte mist, waar
door de zoeklichten niet voldoende konden
heendringen en de afweerkanonnen in hun
werk belemmerd werden. Verscheidene vlieg
tuigen zetten de Zeppelin na en vuurden
er op.
Volgens de dagbladen wei den er 16 men-
achen gedood en 32 gewond.
Parijs, 31 Jan. Eene gisteren in den
laten avond uitgegeven nota van Havas
houdt in, dat een bestuurbaar luchtschip, dal
zich op weg begeven had naar Parijs, daar
aankwam kort na tien uur. Het luchtschip
werd door de daarvoor aangewezen specials
batterijen gekanonneerd en door vliegtuigen
aangevallen; het wierp een aantal bommen
neer, die volgens de tot dusver ontvangen
berichten geen schade aanrichtten.
Tweede telegram. Om 9.50 des
avonds werd in Parijs alarm tegen de Zep
pelins geblazen. Alle voorzorgsmnatvegel.m
werden genomen.
Het waarschuwingssein gaf aan, dal de
Zeppelin uit het noorden kwam,, nten wist
niet precies in welke richting het luchtschip,
zich bewoog. De voorgeschreven maatrege
len werden onmiddellijk uitgevoerd.
Om kwart over elven werd bet alarmsein
ingetrokken en de verlichting hersteld.
Berlijn, 30 Jan. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
In het oosten hadden geene gebeurtenis
sen van bijzondere beteekenis plaats.
Ween en, 29 Jan. (WB.) Officieel
bericht van heden middag:
Bij het brughoofd ten noord-oosten van
Uscieszko, aan de Dnjestr, werden wij in do
vroegte hevig anngevallen, maar de dappere
bezetting sloeg den aanval af; het voortel-
rein is met Russische lijken bezaaid.
Boven het Strypa-front verscheen een vij
andelijk eskader van elf Russische vlieglul-
gen. Twee er van werden door onze artille
rie vernietigd; drie anderen werden tot lan
den gedwongen achter de vijandelijke iiniën.
Bij Berestiany, aan de Styr, sloegen onze
veldposten aanvallen van sterke afdeelingen
Russische verkenners af.
Rome 29 Jan. (R.) Officieel commu
niqué.
In het Guidicariadal verstrooide ons nauw-
keurig artillerievuur vijandelijke cóIonne%
die van het fort Por naar beneden gt'ngeiw
In kleine infanteriegevechten werd de vijan*
overal teruggeslagen, in Cornia werd aan 4#
«telling van Palgrande een vijandelijk offen
sief met machinegeweren gestuit door onza
artillerie. Op de hoogten ten westen va*
Görx was het betrekkelijk rustig. Onze artlU
Urie bombardeerde het station San Petr^
waar treinbewegingen werden gerappon
teerd.
Weena n, 2 9 J a n. (W. B.) Officieel ba»
richt van heden middag.
Aan het zuid-oostelijke front hebben ons#
troepen Alessio en San Giovanni-dI-Medu%
beide havens aan de Adriatische zee, bezet,
Een groote voorraad goederen werd dool
ons buit gemaakt.
In Montenegro is 'de toestand onveren»
derd rustig. Uit verscheidene plaatsen va*
het land wordt gemeld, dat de bevolking
aan onze troepen bij aankomst eene feeste
lijke ontvangst bereidde.
Het aantal wapens, dat bij onze hoofdve*
zamelplaatsen werd ingeleverd, bedraag)
Wet gij alleen kunt doen, roep daar geen
ander bü
ROMAN VAN ANNA WAHLBNBERG.
Geautoriseerde vertaling door
B. NORTAKKER.
26
Afaar plotseling nam hel ;efin zachte uit
drukking aan als ze soms om iels verzocht
an ze door een stemming meegevoerd werd,
sooals gisteren, t^en ze bij hem gekomenjwas.
Deze zachtheid had toen geen sterken inaruk
gemaakt, maar die had zich toch in zijn her
innering vflcirtpzet^ en nu achteraf zag hij deze
Bi al haar lieflijkheid-
Ziin verlangen en zelfverwijt groeiden ter-
JWijl de gronden voor venbreking van hun
igoed© verstandhouding Ineen krompen. Giste
ren had ze de eerste stappen tot verzoening
iWillen doen. vandaag was het zijn beurt die
le doen. En hii liep de eetkamer in met het
yoornemen haar op te zoeken.
Dan? binnen was ze echter niet. Maar uit
bibliotheek klonken stemmenen daar
iDntdckle hii haar ook. in gezelschap van haar
Bloeder, den rector en Kiell Borlln.
Hij kwam midden, in een kleine, Arooliike
fcb'eenkomst.
Borhn vertelde een geschiedenis pp ziiu
drastische wijze en de anderen lachten. Blcn-
da amuseerde zich zoo goed. dat ze Birger
slechts met een haastig knikje kon begroe
ten, en een door lachen half onderdrukt
..goeden avond1'. En toen hii naast haar ging
zitten, keerde zii zich niet naar hem om. Al
haar aandacht was bij den yeTtellcr.
Maar zoo langzamerhand kwam men op
schoolkwesties, en het gesprek werd een dia
loog tusschen den rector en Borlin, want
Bingers inmenging werd spoedig overstemd.
Sedert Kiell Borlln aan de school verbonden
was, behandelde zijn vader de zaken bij
voorkeur met hem. Naar hem luisterde hij
met rcsnekl en niet zelden volgde hii zijn
raad. Het scheen bijna alsof hij besloten was
Borlin in plaats van zijn eigen zoon tot op
volger te bestemmen. Birger ha<l eens het ter
rein verkend, en half in scherts, half in ernst
gevraagd of zijn vader niet vond. dat Kiell
een aangeboren talent tot leiden bezat, dat
hem meer geschikt maakte tot opvolger dan
wie ook, indien zijn vader eens zoo iemand
noodig mocht hebben. Maar het antwoord dat
ziin vader hem gegeven had. was kort en af
wijzend geweest, en aan dit antwoord dacht"
hii. toen hii nu achterover geleund in ziin
stoel zat zonder de discussie langer te vol
gen.
„Degeen. dien ik tot nu toe als het meest
geschikt voor mijn opvolger heb beschouwd,
beschouw ik nog als het meest geschikt, had
hii geantwoord.
En de scherpe oogen hadden hem door
boord. alsof ze alle resties van het onafhan
kelijkheids «cvoei dat onlangs in hem getrild
had. wilden opzoeken en vernietigen. De
Zuid-Amerikaansche expeditie had hem
klaarblijkelijk voor de oogen gezweefd.
Maar waarom hield hij zoo streng vast aan
den overgang van het bewind der school in
de rvnastic in recht neerdalende lijn Hoe
was het moggliik, dat hij dat boven het be
lang van de school kon stellen?
Een m^cheliike zwakheid ziin werk te
zien vervolgen door zijn eigen bloed, en
daardoor als zelf voort te leven.
Maar zwaar was liet voor dengeen, die de
verantwoordelijkheid moest overnemen, zon
der de volle zekerheid die te kunnen dragen.
„Indien ik zijn zoon niet was", dacht Birger.
..dan zou hii mij niet geschikt vinden. Een
groote waardeering voor mijn bekwaamheid
heeft hij niet, alles berust op den band van
het bloed."
En bitterheid en vernedering golfden ln
hooge golven in hem op. Op dit oogenblik
haatte hii de geheele school. Hu nam een
boek en trachtte te lezen om zich te ver
strooien. Maar de samenhang werd telkens
verbroken door zijn gedachten en hij legde
het boek weer weg. En nu beschouwde hii
Blcnda. merkwaardig hoe zij belartg scheen
te stellen in het gesprek over de school. Men
zou anders denken dat het vervelend moest
zijn met al die droge berekeningen, maar ze
scheen het discours te volgens met de meest
gespannen aandacht.
Birger boog zich naar haar over. Hij hield
cr niet van om haar zoo ijverig te zien luis
teren naar die stemmen.
„Hoe gaat het met jc berberistakjes vroeg
hij.
Ze had hem verteld, dat het bouquet uit de
Diergaarde lang in uatcr had gestaan en dat
op een 2oeden dag blaadjes aan de takjes
wajen ontsproten, en dat niet alleen, tusschen
de bladeren waren lichtgroene bloescmtros-
sen opgeschoten. En de knoppen waren ont
plooid tot mooie, gele bloemen, slechts een
beetje blecker dan aan de moederstruik bi
den zomer.
„0". zei ze nonchalant „dlo zijn verdord,
en al lang weggeworpen.'* En alsof hii haar
gestoord had. ging ze gemakkelijk in haar
stoel zitten, en wüdde opnieuw al haar aan
dacht aan het gesprek over de schoolaangele-
gertheden.
Dat was een duidelijk en treffend antwoord.
Hii had lust om zich zelf uit te lachen, om
dat hij nog zoo even geroerd het korte man
teltje en den hoed met witten veer in dc ves
tibule bekeken liad. Hij had gedacht dat die
daar slechts hingen om op hem te wachten.
Maar zijn inbeelding was wel gestraft Ze had
hem met duidelijke woorden laten voelen, dat
zij daar niet zat terwille van hem, en dat
cr geen band tusschen hen bestond.
Was dat haar wraak over de beleedigiog.
die hij haar gisteren toegevoegd had Of was
het een afdoend antwoord, en een definitief
teeken, dat ze haar gedachten een andere
richting had gegeven
IE' zweeg en sprak haar nlöt meer aan.
Dadelijk na het avondeten nam Blenda af
scheid Birger stond op om haar naar huls
te brengen. Maar Kjell strekte den arm uit en
wenkte afwerend.
„Dat is niet noodig". zei hij, z© heeft ge
zelschap aan mij."
„Maar jouw weg loopt immers niet in de
richting van Blcnda's pension", merkte Bir
ger op.
...Ta zelfs tot de deur.'*
„Zo—o."
„En zelfs verder 1"
Mevrouw Ahrling en de beide Seercn
feldt keken hen verwonderd aan. Blend*
glimlachte.
„En zelfs verder," herhaalde mevrou^
Ahrling. „Maar woont toch niet in hetzelfd*
huis
Borlln keek Blcnda aan. en glimlachte eveftji
als hij. j
„Ja," zei hij „dat La de zaak. Het hotelf
leven werd op den duur wat vervelend. E#
toen ik aanbevelingen kreeg voor «en «o©4
pension, heb ik toegeslagen. Blcnda en ik zltq
dus pensionkameradan."
Een algemeen© stilte volgde ou deze keW
nixgeving. Men wist klaarblijkelijk niet W
men er van denken moest
„Ik ben in een oogenblik klaar", vervolgd*
Borlin terwijl hij opstond, «Ik SyjI alleen i
een sigaar aansteken."
En hii liep terug naar do bibliotheek. t«
wijl Blenda haar mantel aandeed- Birgn
hielp haar daarmee; hij wilde d© gelege
held gebruiken om een verklaring aan ha»
te vragen.
„JU hebt dus het pension aanbevolen l
hii'.
Zi| zag er volkomen onschuldig uit
„Ja. het ia immers een goed pension/1
En j© denkt er te blijven wonen?"
„Natuurlijk." zei ze met een luW JyhJe,
Is werkelijk een goed pension/1