„DE E EM LAN DER". 14" Jaarrang. Woensdag 2 Februari 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. DE STERKSTE. N° 184 Hoofdredacteur: Mr. D. j. VAN SCHAARDENBURG. Uitgevers: VALKHOf F Co. ABONNEMENTSPRIJS: ta s maanden voor Amersfoort Idem franco pei post et gra t 1*00# 1.50. Per week tinei gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10. Afzonderlijke nummers 0.05. Wekelijks bijvoegsel n<fd HoilewdêcJtc Huiioroutf* (onder redactie van Thérèse van Hoven) per 15 mnd. 50 rts. Wekeltfkscb bijvoegsel «ftfc me mee" per 8 mnd- 40 Ct8. Bureau: UTRECHTSCh ESTRAAT 1. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER ADVERTENTIËN Van 1-5 regels0.50. Elke regel moor0.10. Pionstaanbiodingon 35 co nis bU vooruitbetaling. Groote letters naar plaats mi ai te- Voor handel on bednjt bestaan zeot voordoolige bepalingen tol bot herhaald ndvortocron in dit Blad. bij abonnement» Eenc circulaire, bovattcodo do voorwtardon, wordt <ij> aanvraag toegezonden. Kennisgevingen. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort brengen ter algemeen e kennis, dat de ingevolge ert. 17 van het Koninklijk Besluit van den 16 De cember 7002 (Staatsblad no. 222) opgemaakte alphabetische lijst, bevattende de namen der in deze gemeente metterwoon gevestigde eigenaars of bti.eerders van een of meer ter vordering aan te bit den paarden, gedurende de maand Februari dezes jaars voor een ieder op de Secretarie dezer gemeentf (Afdeeling Militaire Zaken) ter inzage is nedergelegd. Amersfoort, 31 Januari 1916. Bit. gemeester en Wethouders voornoemd. De Secretaris, De Burgemeester, 'A. R VEEN SI RA. VAN RANDWIJCK. MAXIMUM-PRIJS BOTER. De Burgemeester der gemeente Amersfoort maakt bekend dat de maximum-prijs voor boter verkocht aan verbruikers gedurende de maand Februari 1.85 per K.G. zal zijn. Amersfoort, 1 Februari 1016. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJCK. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in de gemeente Linscboten een geval van miltvuur is voorge komen. Amersfoort, 31 Januari 1916. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJCK. Politiek Overzicht Anderhalf jaar wereldslrijd. Den len Augustus 1914 werd de Duitsche oorlogsverklaring aan Rusland in Petersburg overhandigd, den 2en Augustus, om zeven uur 's avonds, geschiedde hetzelfde irt Pa rijs. Wij hebben thans dus achttien oorlogs maanden achter den rug. Anderhalf jaar heeft de wereldstrijd ge duurd. Hoe lang zal hij nog duren? Dat is de vraag, die op aller iippen komt, zoodra men zich indenkt in de ontzettende rampen, die Iedere dag oorlogvoerens teweeg brengt, ei In de lasten, die van dag tot dag zwaarder en moeielijker te dragen wórden. In het Brit- sche lagerhuis is eene» vraag aangekondigd of het departement van financiën eene ra ming heeft ontvangen van de kostenverhoo- ging voor de reeds voltrokken of voorgeno men vermeerdering van het leger en de vloot en of de kanselier der schatkist kan verkla ren, dat de financieele toestand van het land deze kostenverhooging kan uithouden voor •den tijd, die noodig zou zijn voor de geal lieerden om de overwinning te behalen. Inderdaad er is reden om die vraag te stellen in Engeland, dat in de achttien oor logsmaanden, die zijn verloopen, volgens de laatste opgave, verliezen heeft geleden tot een totaal cijfer van 550.000 man en is belast met oorlogskosten, bedragende drie milliard' pond sterling, of in Duitsche munt 60 milliard mark. Er is reden om haar te stellen voor alle*oorlogvoerenden. De oor log kost, volgens de berekening van den Duitschen staatssecretaris Helfferich, per dag aan de gezamenlijke oorlogvoerenden 330 millioen mark. Iedere week, die er bij komt, verzwaart den last met ruim 2% mil liard mark. Alle oorlogvoerenden komen aan de grens yan hunne weerbare manschap. In Oostenrijk is de grens, waartoe de manne lijke bevolking tot den krijgsdienst kan wor den geroepen, verlengd tot het 55e levens jaar. In Turkije is een wetsontwerp ingediend, om het legerbestuur te machtigen tot oproe ping van de 18-jarigen. Men voelt, dat het zoo niet lang meer kan gaan, en vraagt met klimmende angst: Hoe lang nog? De Russische minister Sazonow meent de angstige gemoederen een hart on der den riem te kunnen steken. Hij heeft tot eenige Petersburgsche dag bladschrijvers gezegd, dat hij niet dacht, dat de oorlog nog lang zou duren. Het motief, dat Wj daarvoor aangaf klonk zeer merkwaardig in den mond van dezen bewindsman. Duitschland zal, zoo verzeker de hij, het eerst zoo ver zijn, dat het den strijd niet langer kan volhouden. Daarmee wordt stilzwijgend erkend, dat Rusland tot de nederlaag van de centrale mogendheden niets zal bijbrengen. Over de militaire ver nietiging van den tegenstander wordt gezwe gen. De stoomwals uit het oosten, die in on weerstaanbare vaart Berlijn en Weenen zou verpletteren, is voor goed op stol gezet. Duitschland en Oostenrijk zullen worden be dwongen door middelen, die met militairen roem niets heb.ben uit te staan: door geld gebrek en door honger. Ook Lloyd George, de Britsche munitie minister, grondt daarop zijne verwach tingen. Hij zegt: „Het worgingsproces gaat voort. De matqpeele hulpbronnen van den vijand zullen meer en meer uitgeperst raken." Maar daarnaast grondt hij zijn vertrouwen ook nog op iets anders. Hij verklaart openhartig, dat de geallieer den in het v.erlèden domme fouten hebben begaan. Dat hebben zij allen gedaan en zij hebben allen er onder geleden. Maar nu ^n zij wijs geworden. Zij ftebben ingezien, at de bron van het kwaad was, dat zij on afhankelijk van elkaar handelden. Nu zullen zij, door schade en schande geleerd, met elkaar raadplegen en dat zal hen in staat stellen hun overwicht in manschappen en in materieel met den vereischten nadruk te doen gelden. Wat ons in deze woorden het meest treft, is de bekentenis, dat de geallieerden in hunne oorlogvoering tot dusver bij de cen trale mogendheden hebben achtergestaan. De door hen begane misslagen hebben den tegenstander zijn succes verzekerd. Dat zal voortaan anders worden, wordt ons verze kerd. Ons vertrouwen daarop zou grooter zijn, als kon worden aangenomen, dat de rollen op het oorlogstooneel zullen worden verwisseld. Maar wanneer de geallieerden voortaan misslagen in de oorlogvoering vermijden, dan volgt daaruit nog geenszins, dat Duitschland en Oostenrijk in misslagen zul len vervallen. Hoogstens kan uit eene be tere oorlogvoering aan de zijde der geal lieerden volgen, dat de beide partijen voort aan als gelijkwaardige» den strijd zullen voeren. Dat zou echter aan de geallieerden de overwinning niet kunnen verschaffen. Wel zou het er toe kunnen bijdragen, om hen in het gelijk te stellen, die van meening zijn, dat het einde van dezen strijd ten slot te zal zijn, dot geen der partijen de overwin ning behaalt. Koning Konstantijn van Grie kenland heeft onlangs aan die meening uiting gegeven; hij heeft in een interview tot een vertegenwoordiger van de Associa ted Press gezegd, in entwoord op diens vraag of hij dacht, dat Duitschland 't zou winnen: Dat hangt af van wat men daarmee be doelt. Wanneer gij. meent, dat het de inne ming var^ Londen, Parijs of Petersburg be- teekent, dan luidt het antwoord waarschijn lijk: Neenl Maar ik geloof, dat Duitschland zich zèer lang verdedigen kan daar, waar het nu staat. Wanneer (Je economische uit putting Duitschland niet dwingt om vrede te vragen, geloof ik, dat het uiterst moeie* lijk, zoo niet onmogelijk zal zijn, het door militaire middelen te bedwingen." Wat zal dan volgens de meening van Uwe Majesteit de uitslag van den oorlog zijn? Remise. Gelooft gij dat ook niet? Koning Konstantijn sprak hier over de militaire kansen; doch hij maakte de reserve: „wanneer de economische uitputting Duitschland tot den vrede dwingt." Die mogelijkheid laat hij open. Maar hierop slaat de verklaring, die de Köln. Zrg. in een van hare laatste nummers bevatte: „Het Duitsche volk is nog lang niet aan het einde van de mogelijkheden om zich in zijn verbruik te beperken. Wij zijn in staat en bereid, in spaarzaamheid, in voeding en kleeding nog veel meer te doen." Hoe mert dus over h^t middel van uitputting moge denken, in ieder geval eischt het tijd om zijne uitwerking te doen. Op een spoedig einde opent zich dus nog geen uitzicht. De oorlog. B er 1 ij n, 1 Febr. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. In den nacht van den 31 en beproefden kleine Engelsche afdeelingen een aanval bij verrassing tegen onze stellingen ten westen van Messines (Vlaanderen); zij werden allen teruggeworpen. Aan een hunner was het tij delijk gelukt in onze loopgraven te dringen. Bij Fricourt (ten oosten van Albert) ver hinderden wij door ons vuur den vijand, een trechter, dien hij door opblazing had verkre gen, te bezetten. Ten noorden daarvan dron gen Duitsche patrouilles tot in de Engelsche stelling, waaruit zij met eenige gevangenen zonder eigen verliezen terugkeerden. Ten zuiden van de Somme verloren de Franschen in een handgranaatstrijd nog ver der grond. P a ij s 1 Febr. Namiddag-communi qué. In den afgeloopen nacht drong eene af deeling in de Duitsche loopgrm i n in de buurt van den weg KennelWijtschaete, die sterk bezet waren. Dt- Duitschers verlo ren omstreeks 40 man. Wij namen drie ge vangenen mee en vernielden twee machine geweren. Gedurende den dag was de artillerie zeer werkzaam in de omstreken van Estricourt, ten noorden van Loos en ten noorden van Walverghem. Verder is er geene enkele an dere gebeurtenis van belang te vermelden, behalve dat de Fronsche artillerie eenige schoten loste op de werken te Saint Lescnde (tusschen de Oise en de Aisne) en op kon vooien in de streek van Ponièvre (Lotharin- gen). Parijs, 1 Febr. (R.) Avondcommuni qué. Er wes een scherp artilierieduel in Artois. De vijand beproefde een aanval ten noord oosten van Artois, die onmiddellijk door handgranaten gestuit werd. De Fransche ar tillerie beschoot met eflect de Duitsche stel lingen op den weg naar Rijssel tusschen de Avre en de Oise en ten noorden van de Aisne. Londen, 1 Febr. (R.) Communiqué vah generaal Haig. Onze artillerie bombardeerde verschillen de punten van de Duitsche linie tusschen de Incre en de Somme. Er was eenig artil lerievuur aan beide zijden in de buurt van den weg van Walvergham naar Menin. De Duitschers zeggen in hun communi qué, dat onder de krijgsgevangenen, die zij maakten, ook eenige Engelschen zijn. Dit slaat op eene patrouille van vijf man, waar van twee ontsnapten. B e r 1 ij n, 1 Febr. (W. B.) Officieel be richt. Een van onze watervliegtuigeskaders be- wierp In den nacht van 31 Januari op 1 Februari de dok-, haven- en fabrieksinrich- tïngen in en bij Liverpool en Birkenhead, ijzerwerken en hoogovens in Manchester, fa brieken en hoogovens in Nottingham en Sheffield en groote industrieele inrichtingen aan de Humber en bij Great Yarmouth over vloedig met springbommen en brandbom men. Overal werd eene krachtige uitwerking door zware ontploffingen en hevige branden waargenomen. Aan de Humber werd boven dien eene batterij tot zwijgen gebracht. De luchtschepen werden van alle plaatsen uit sterk beschoten, maar niet getroffen. Alle luchtschepen zijn, ondanks de krachtige te genwerking, behouden teruggekeerd. L o n d,e n, 2 Febr. (R.) Officieel be richt. De luchtiaid van den afgeloopen nacht was op een uitgebreide schaal aangelegd, maar het schijnt, dat de invallers door den dikken mist belemmerd werden. Na de kust lijn te hebben overschreden, stuurden de Zeppelins in verschillende richtingen en wierpen bommen neer in verscheidene ste den en landelijke districten in Derbyshire, Leicestershire, Lincolnshire en Staffordshi re. Er werd eenige schade aan eigendom men aangericht. De persoonlijke on- vallen zijn volgens dc tot dusver ontvangen rich ten 54 dooden en 67 gewonden. B e r 1 ij n, 1 Feb r. (W. B.) Bericht van hel opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. In het oosten zijn geenc hijzond e ge beurtenissen voorgekomen. W eenen, 1 Febr. (W. B.) Officie be richt van heden middag. Op het Russische oorlogstooneel is niets bijzonders gebeurd. Petersburg, A Febr. (Tel.-agenl- schap). Communiqué van den groeten ne- ralen staf. Gisteren duurde het artillerie-duel in .a streek van Riga nog steeds voort. In de str k van Oghir ontwikkelde de vijand een hevig mitrailleuse- en geweervuur. Ten zuidwt sten van het slot Kokkenhusen boven Frauon- stadt trachte een Duitsche, in 't wit gek! lo tróep het ijs van de Dwina tc breken; l»ii werd door ons vuur verstrooid. In de buurt van het dorp Godutsjesjki, ten oosten van Sventziany kanonneerden onze vlieg- ik-rs konvooien en een trein van den vijand. h\ de streek van het Narotsjemeer schoten de Duit schers projectielen af van groot kaliber, die een bijzondere geur verspreidden. Op het front van generaal Iwanow verrichtte onze artillerie eene geslaagde actie in Galici nan de Strypa. Het offensief, dat vijandelijke «roe pen beproefden in een bosch in de streek ten noordoosten van Buczacs werd verijdeld, Weenen, 1 Febr. (W. B.) Officie 1 be richt van heden middag. Van het Italiaansche oorlogsioonecl zijn geene bijzondere gebeurtenissen te melden. Rome, 1 Febr. (R.) Officieel communi qué. In het Boven Cornevole-dal was een le vendig duel in de Levinallonzo-z6ne, In Plezzo werden vijandelijke afdeelingc.., die trachtten dichter bij onze stellingen tea zui den van den Monte Rombon te komen, terug geslagen. Ten zuiden van de Isonzo deed da vijandelijke artillerie bommen neerkomen op het spoorwegstation te Cormons en in het Moraro-district. Eenige bewoners werden gedood. B e r 1 ij n, 1 Febr. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Een van onze luchtschepen viel de sche pen en de bergplaatsen van de Entente in do haven van Saloniki aan. De uitwerking kon worden waargenomen. Saloniki, 1 Febr. (R.) Een Zeppelin wierp in den nacht bommen neer. Er werd geene schade aangericht; maar een Grieksch" pakhuis, dat met suiker, koffie en olie gevuld was, werd vernield. Weenen, 1 Fe b r. (W. B.) Ofli< ieel bericht van heden middag. De toestand van Montenegro en van het gebied van Skutari is onveranderd rustig. De houding van de bevolking laat niets te wenschen over. De meeste menschen overdenken niet wat men hun zegt, maar bedenken alvast wat ze antwoorden zullen. ROMAN VAN ANNA WAHLENBERG. Geautoriseerde vertaling door B. NORTAKKER. 28 Zij zag zijn slil lijden, dat ze gedeeltelijk vermoed hadeen gevoelige ziel, die zicb verheffen wilde en haar eigen weg gaan maar die juist uit vriendelijkheid voor an deren verlnnderd werd haar vleugels uit te •laan. en daarom in haar drukkende gevan gens hap bleef. En het was haar. alsof ze de •erste was. die helder cn diep in zijn ziel z<^c. ..Een mensch. die aan anderen denkt, wordt nooit vrij" zei ze. ..Alles bindt hem. dank baarheid in de eerste plaats, medelijden, tee- derheid vrees om niet volgens den zin van •iin omgeving te handelen, alles. En ik dat iij zoo'n mensch bent. Birger." ..Ik weet het niet" Hij leunde tegen het vensterkozijn, cn blik te naar den blauwen hemel, «Ik weet hiet wat ik ben." herhaalde hij. ..Misschien hen ik een stakker. Want wat is •ia maa anders, ln<Kien hij zich laat door iets, waaraan hij het recht niet toekent zijn weg te versperren." Zün blik vloog opnieuw naar haar. en hij vroeg „Zeg mij eens. Karin, geloof ic werkelijk dal het vader verdriet zou doen. als ik de school eraan gaf „Ja" antwoordde zij ernstig „een grool verdriet". Hij schudde zijn hoofd. „Ik geloof het niet. Ik geloof dat het slechts een idee fixe is dat ik en de school samen- hooren. Kjell Borlin zou die veel beter dan ik besturencn dat weet vader. Voor hem heeft hij respect. Zijn raad volgt hii. En wat de vaderlijke gevoelens betreft. Ja. mis schien zijn die ook een factie, een vermoeden dat die moeten bestaan, omdat ik zijn zoon ben. ZoonWat beteekent dat begrip, indien het niet samengaat met sympathie en een gevoel van innerlijken band. Niet meer dan het ouderschap bij dieren, nadat de opvoe ding voltooid is. En zich te onderwerpen aan zulk een idee fixe O. God. als ie wist hoe ik ine zelf veracht." Met de handen stijf tegen de oogen gedrukt stond hii stil en onbewe gelijk. „En indien iij de handeling deed. die ie tot een vrij en onafhankelijk mensch zou ma ken. geloof ie, dat je dan vrede zou hebben?" vroeg Karin. „Nee", zei hij. „dan zou ik gewetenswroe ging hebben.'.' „Zeker, dan zou je denken dat hij toch van je had gehouden, en dat ie hem met ondank had beloond. Neen. Birger, wat ie ook doet of ie thuis blijft of je losrukt of ie handelt, ie wordt nooit een vrij mensch. Om dat te worde», moet me» menschen kwaad kiufcicn doen. zonder er zich om tc bekommeren. En dat kan ie niet." Dc zonneschijn scheen door dc rose en blauwe vlinderbloemen en gaf die wonderlij ke schakceringen. Hij nam opnieuw ecu rank liefkoozend in zijn hand en toen de stille weer verbroken werd liep het gesprek over deze kinderen van den zomer, tot leven gewekt midden in den winter. XVIII. „Maar. mama, waarom schreit u Toen Blenda de kamer binnentrad, zag haar moeder haar aan met een paar vochtige, wijd opengesperde oogen. en barstte plotse ling in schreien uit. Haar dochter begreep dat dit verdriet om haar was. en ze werd door een onbestemde vrees bevangen, die groeide naarmate de ver klaring op zich liet wachten. „Maar wat .is er. mama. lieve 'mama „Ik heb vandaag bezoek gehad," zei haar moeder eindelijk, terwijl ze den zakdoek tegen dc oogen drukte. „Je lecrares." „Juffrouw Pfeiffer. Wat wilde ze „Ze wilde, dat ik je uit het pension zou nemen." „Waarom Roode vlammen kwamen op Blenda's wan gen en ze richtte zich op in een verdedigende houding. „Ze vindt het niet passend, dat iif hier woont, nadat Kjell Borlin er is komen wo nen." zei haar moeder. ,!Er wordt over jelui gesproken," zei ze. ..Het was vroeger al dwaas genoeg een van de leeraren steeds op straat te zien wande* len met eon der leerlingen en haar in de les sen op alle manieren te zien voortrekken. Maar dat hij daarenboven in hetzelfde pen sion gaal wonen als zij. dat is tc veel." „O. God." Blenda's borsl hijgde vaJi opwinding. „O. God, zulke klctstantcs. zal men dan nooit zich zelf kunnen zijn „Ik weet niet of je dat wel kunt." Het verwijt kwam zoo ernstig cn slil, en de zachte oogen van haar moeder keken de dochter zoo bedroefd aan. dat deze radeloos r*n zwijgend bleef zitten. Tegen haar moeder kon ze geen harde woorden zeggen om aan haar ergernis lucht te geven. En zij herin nerde zich nu ook haar moeders ontevreden heid over Kjell Borlin's keuze van pension. Ze. had verscheiden malen haar ongenoegen geuit, dat Blenda dal niet voorkomen had En nu kreeg haar moedor gelijk. Nu kwamen ook anderen cn vonden het ongepast En men moest er rekening mee houden. „Was het werkelijk niet passend „En daarvoor hadden ze over jou en Birger gesproken," vervolgde mevrouw Ahrling. „Zo—o. wist zij dat ook al." zei Blenda maar zachter. „Ja." En moeder's tranen begonnen te rollen, ter wijl ze begon te vertellen van het bezoek van dezen namiddag. Ze had een bitter uur door leefd. en haar verdriet was diep. diep en pijnlijk. Ze kon het niet begrijpen, dat Blenda. haar eigen lief meisje, haar die schande had aangedaan. Dat zij het was. die aangeklaagd werd ergernis op de school te verwekken. Aangeklaagd door flirt en coquctterie aan hear kameraden een slecht voorbeeld te ge- vem Wel had ze gevonden, dat Blenda s '.e vrij in haar manieren was. maar zij had /i«h daaraan gewend. Zoo was de vrouwelijke icugd van lieden immers, zelfstandig. kame* raadscha-nneliik en vertrouwcliik met man nelijke kennissen, zonder dat daarin iets 'kwaads slak. Was het mogelijk, dat haar dochter erger was dan de anderen Ze keek haar Blenda. waarom zei ze niets meer Waarom verdedigde zij zich niet V Maar Blenda zat onbewegelijk met clc ar men op de tafel cn haar kin in de handen- Na de uitbarsting van ergernis had een ge voel van schaamte zich van haar meester ge* maakt, eji dat zoo overweldigend eu plotse ling. dat ze niet helder cn kalm kon naden* ken. zooals zii zich had voorgenomen Het was immers ongehoord, deze inmen ging in haar privaalaangclcgenhcden. een brandmerken, dat misschien spoedig bekend zou worden aan allen In dc school, en waar schijnlijk ook daarbuiten. Ze voelde zicli in een afgrond van vernedering geslingerd. Haar moeder begreep haar. En in plaats van langer te vorderen, dat zii zich zou verde digen. sloeg ze plotseling om en verdedigd# haar zelfs, eerst in haar hart en daarna luid. „Blenda. mijn Uef meisje, ik weet wel dat ie niet zoo veel tchuld hebt. Je beul alleen wat gedachteloos geweest Het is allemaal de schuld van Kjell, o die Kjell Borlin, dat it geen man. van eer." „Hoe kan u dat zeggen", zei Blenda dol en nog vernietigd van schaamte. „Ik weel piet welk kwaad wij «edaan hebben, hii o! ik." Wordt nrvolitd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1