„DE E EM LAN DER".
14" Jaarrang.
Woensdag 2 Februari 1916.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
DE STERKSTE.
N° 184
Hoofdredacteur: Mr. D. j. VAN SCHAARDENBURG.
Uitgevers: VALKHOf F Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
ta s maanden voor Amersfoort
Idem franco pei post
et gra
t 1*00#
1.50.
Per week tinei gratis verzekering tegen ongelukken) 0.10.
Afzonderlijke nummers 0.05.
Wekelijks bijvoegsel n<fd HoilewdêcJtc Huiioroutf* (onder redactie
van Thérèse van Hoven) per 15 mnd. 50 rts.
Wekeltfkscb bijvoegsel «ftfc me mee" per 8 mnd- 40 Ct8.
Bureau: UTRECHTSCh ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Van 1-5 regels0.50.
Elke regel moor0.10.
Pionstaanbiodingon 35 co nis bU vooruitbetaling.
Groote letters naar plaats mi ai te-
Voor handel on bednjt bestaan zeot voordoolige bepalingen
tol bot herhaald ndvortocron in dit Blad. bij abonnement»
Eenc circulaire, bovattcodo do voorwtardon, wordt <ij>
aanvraag toegezonden.
Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter algemeen e kennis, dat de ingevolge
ert. 17 van het Koninklijk Besluit van den 16 De
cember 7002 (Staatsblad no. 222) opgemaakte
alphabetische lijst, bevattende de namen der in
deze gemeente metterwoon gevestigde eigenaars
of bti.eerders van een of meer ter vordering aan
te bit den paarden, gedurende de maand Februari
dezes jaars voor een ieder op de Secretarie dezer
gemeentf (Afdeeling Militaire Zaken) ter inzage
is nedergelegd.
Amersfoort, 31 Januari 1916.
Bit. gemeester en Wethouders voornoemd.
De Secretaris, De Burgemeester,
'A. R VEEN SI RA. VAN RANDWIJCK.
MAXIMUM-PRIJS BOTER.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort
maakt bekend dat de maximum-prijs voor boter
verkocht aan verbruikers gedurende de maand
Februari 1.85 per K.G. zal zijn.
Amersfoort, 1 Februari 1016.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWIJCK.
De Burgemeester van Amersfoort brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat in de gemeente
Linscboten een geval van miltvuur is voorge
komen.
Amersfoort, 31 Januari 1916.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWIJCK.
Politiek Overzicht
Anderhalf jaar wereldslrijd.
Den len Augustus 1914 werd de Duitsche
oorlogsverklaring aan Rusland in Petersburg
overhandigd, den 2en Augustus, om zeven
uur 's avonds, geschiedde hetzelfde irt Pa
rijs. Wij hebben thans dus achttien oorlogs
maanden achter den rug.
Anderhalf jaar heeft de wereldstrijd ge
duurd. Hoe lang zal hij nog duren? Dat is de
vraag, die op aller iippen komt, zoodra men
zich indenkt in de ontzettende rampen, die
Iedere dag oorlogvoerens teweeg brengt, ei
In de lasten, die van dag tot dag zwaarder en
moeielijker te dragen wórden. In het Brit-
sche lagerhuis is eene» vraag aangekondigd
of het departement van financiën eene ra
ming heeft ontvangen van de kostenverhoo-
ging voor de reeds voltrokken of voorgeno
men vermeerdering van het leger en de vloot
en of de kanselier der schatkist kan verkla
ren, dat de financieele toestand van het land
deze kostenverhooging kan uithouden voor
•den tijd, die noodig zou zijn voor de geal
lieerden om de overwinning te behalen.
Inderdaad er is reden om die vraag te
stellen in Engeland, dat in de achttien oor
logsmaanden, die zijn verloopen, volgens de
laatste opgave, verliezen heeft geleden tot
een totaal cijfer van 550.000 man en is
belast met oorlogskosten, bedragende drie
milliard' pond sterling, of in Duitsche munt
60 milliard mark. Er is reden om haar
te stellen voor alle*oorlogvoerenden. De oor
log kost, volgens de berekening van den
Duitschen staatssecretaris Helfferich, per
dag aan de gezamenlijke oorlogvoerenden
330 millioen mark. Iedere week, die er bij
komt, verzwaart den last met ruim 2% mil
liard mark. Alle oorlogvoerenden komen
aan de grens yan hunne weerbare manschap.
In Oostenrijk is de grens, waartoe de manne
lijke bevolking tot den krijgsdienst kan wor
den geroepen, verlengd tot het 55e levens
jaar. In Turkije is een wetsontwerp ingediend,
om het legerbestuur te machtigen tot oproe
ping van de 18-jarigen. Men voelt, dat het
zoo niet lang meer kan gaan, en vraagt met
klimmende angst: Hoe lang nog?
De Russische minister Sazonow meent
de angstige gemoederen een hart on
der den riem te kunnen steken. Hij
heeft tot eenige Petersburgsche dag
bladschrijvers gezegd, dat hij niet dacht,
dat de oorlog nog lang zou duren.
Het motief, dat Wj daarvoor aangaf klonk
zeer merkwaardig in den mond van dezen
bewindsman. Duitschland zal, zoo verzeker
de hij, het eerst zoo ver zijn, dat het den
strijd niet langer kan volhouden. Daarmee
wordt stilzwijgend erkend, dat Rusland tot
de nederlaag van de centrale mogendheden
niets zal bijbrengen. Over de militaire ver
nietiging van den tegenstander wordt gezwe
gen. De stoomwals uit het oosten, die in on
weerstaanbare vaart Berlijn en Weenen zou
verpletteren, is voor goed op stol gezet.
Duitschland en Oostenrijk zullen worden be
dwongen door middelen, die met militairen
roem niets heb.ben uit te staan: door geld
gebrek en door honger.
Ook Lloyd George, de Britsche munitie
minister, grondt daarop zijne verwach
tingen. Hij zegt: „Het worgingsproces
gaat voort. De matqpeele hulpbronnen
van den vijand zullen meer en meer
uitgeperst raken." Maar daarnaast grondt hij
zijn vertrouwen ook nog op iets anders.
Hij verklaart openhartig, dat de geallieer
den in het v.erlèden domme fouten hebben
begaan. Dat hebben zij allen gedaan en zij
hebben allen er onder geleden. Maar nu
^n zij wijs geworden. Zij ftebben ingezien,
at de bron van het kwaad was, dat zij on
afhankelijk van elkaar handelden. Nu zullen
zij, door schade en schande geleerd, met
elkaar raadplegen en dat zal hen in staat
stellen hun overwicht in manschappen en in
materieel met den vereischten nadruk te
doen gelden.
Wat ons in deze woorden het meest treft,
is de bekentenis, dat de geallieerden in
hunne oorlogvoering tot dusver bij de cen
trale mogendheden hebben achtergestaan.
De door hen begane misslagen hebben den
tegenstander zijn succes verzekerd. Dat zal
voortaan anders worden, wordt ons verze
kerd. Ons vertrouwen daarop zou grooter
zijn, als kon worden aangenomen, dat de
rollen op het oorlogstooneel zullen worden
verwisseld.
Maar wanneer de geallieerden voortaan
misslagen in de oorlogvoering vermijden,
dan volgt daaruit nog geenszins, dat
Duitschland en Oostenrijk in misslagen zul
len vervallen. Hoogstens kan uit eene be
tere oorlogvoering aan de zijde der geal
lieerden volgen, dat de beide partijen voort
aan als gelijkwaardige» den strijd zullen
voeren. Dat zou echter aan de geallieerden
de overwinning niet kunnen verschaffen.
Wel zou het er toe kunnen bijdragen, om
hen in het gelijk te stellen, die van meening
zijn, dat het einde van dezen strijd ten slot
te zal zijn, dot geen der partijen de overwin
ning behaalt. Koning Konstantijn van Grie
kenland heeft onlangs aan die meening
uiting gegeven; hij heeft in een interview
tot een vertegenwoordiger van de Associa
ted Press gezegd, in entwoord op diens
vraag of hij dacht, dat Duitschland 't zou
winnen:
Dat hangt af van wat men daarmee be
doelt. Wanneer gij. meent, dat het de inne
ming var^ Londen, Parijs of Petersburg be-
teekent, dan luidt het antwoord waarschijn
lijk: Neenl Maar ik geloof, dat Duitschland
zich zèer lang verdedigen kan daar, waar
het nu staat. Wanneer (Je economische uit
putting Duitschland niet dwingt om vrede
te vragen, geloof ik, dat het uiterst moeie*
lijk, zoo niet onmogelijk zal zijn, het door
militaire middelen te bedwingen."
Wat zal dan volgens de meening van
Uwe Majesteit de uitslag van den oorlog
zijn?
Remise. Gelooft gij dat ook niet?
Koning Konstantijn sprak hier over de
militaire kansen; doch hij maakte de reserve:
„wanneer de economische uitputting
Duitschland tot den vrede dwingt." Die
mogelijkheid laat hij open. Maar hierop slaat
de verklaring, die de Köln. Zrg. in een van
hare laatste nummers bevatte: „Het Duitsche
volk is nog lang niet aan het einde van de
mogelijkheden om zich in zijn verbruik te
beperken. Wij zijn in staat en bereid, in
spaarzaamheid, in voeding en kleeding nog
veel meer te doen." Hoe mert dus over h^t
middel van uitputting moge denken, in ieder
geval eischt het tijd om zijne uitwerking te
doen. Op een spoedig einde opent zich dus
nog geen uitzicht.
De oorlog.
B er 1 ij n, 1 Febr. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
In den nacht van den 31 en beproefden
kleine Engelsche afdeelingen een aanval bij
verrassing tegen onze stellingen ten westen
van Messines (Vlaanderen); zij werden allen
teruggeworpen. Aan een hunner was het tij
delijk gelukt in onze loopgraven te dringen.
Bij Fricourt (ten oosten van Albert) ver
hinderden wij door ons vuur den vijand, een
trechter, dien hij door opblazing had verkre
gen, te bezetten. Ten noorden daarvan dron
gen Duitsche patrouilles tot in de Engelsche
stelling, waaruit zij met eenige gevangenen
zonder eigen verliezen terugkeerden.
Ten zuiden van de Somme verloren de
Franschen in een handgranaatstrijd nog ver
der grond.
P a ij s 1 Febr. Namiddag-communi
qué.
In den afgeloopen nacht drong eene af
deeling in de Duitsche loopgrm i n in de
buurt van den weg KennelWijtschaete,
die sterk bezet waren. Dt- Duitschers verlo
ren omstreeks 40 man. Wij namen drie ge
vangenen mee en vernielden twee machine
geweren.
Gedurende den dag was de artillerie zeer
werkzaam in de omstreken van Estricourt,
ten noorden van Loos en ten noorden van
Walverghem. Verder is er geene enkele an
dere gebeurtenis van belang te vermelden,
behalve dat de Fronsche artillerie eenige
schoten loste op de werken te Saint Lescnde
(tusschen de Oise en de Aisne) en op kon
vooien in de streek van Ponièvre (Lotharin-
gen).
Parijs, 1 Febr. (R.) Avondcommuni
qué.
Er wes een scherp artilierieduel in Artois.
De vijand beproefde een aanval ten noord
oosten van Artois, die onmiddellijk door
handgranaten gestuit werd. De Fransche ar
tillerie beschoot met eflect de Duitsche stel
lingen op den weg naar Rijssel tusschen de
Avre en de Oise en ten noorden van de
Aisne.
Londen, 1 Febr. (R.) Communiqué
vah generaal Haig.
Onze artillerie bombardeerde verschillen
de punten van de Duitsche linie tusschen
de Incre en de Somme. Er was eenig artil
lerievuur aan beide zijden in de buurt van
den weg van Walvergham naar Menin.
De Duitschers zeggen in hun communi
qué, dat onder de krijgsgevangenen, die zij
maakten, ook eenige Engelschen zijn. Dit
slaat op eene patrouille van vijf man, waar
van twee ontsnapten.
B e r 1 ij n, 1 Febr. (W. B.) Officieel be
richt.
Een van onze watervliegtuigeskaders be-
wierp In den nacht van 31 Januari op 1
Februari de dok-, haven- en fabrieksinrich-
tïngen in en bij Liverpool en Birkenhead,
ijzerwerken en hoogovens in Manchester, fa
brieken en hoogovens in Nottingham en
Sheffield en groote industrieele inrichtingen
aan de Humber en bij Great Yarmouth over
vloedig met springbommen en brandbom
men. Overal werd eene krachtige uitwerking
door zware ontploffingen en hevige branden
waargenomen. Aan de Humber werd boven
dien eene batterij tot zwijgen gebracht.
De luchtschepen werden van alle plaatsen
uit sterk beschoten, maar niet getroffen. Alle
luchtschepen zijn, ondanks de krachtige te
genwerking, behouden teruggekeerd.
L o n d,e n, 2 Febr. (R.) Officieel be
richt.
De luchtiaid van den afgeloopen nacht
was op een uitgebreide schaal aangelegd,
maar het schijnt, dat de invallers door den
dikken mist belemmerd werden. Na de kust
lijn te hebben overschreden, stuurden de
Zeppelins in verschillende richtingen en
wierpen bommen neer in verscheidene ste
den en landelijke districten in Derbyshire,
Leicestershire, Lincolnshire en Staffordshi
re. Er werd eenige schade aan eigendom
men aangericht. De persoonlijke on- vallen
zijn volgens dc tot dusver ontvangen rich
ten 54 dooden en 67 gewonden.
B e r 1 ij n, 1 Feb r. (W. B.) Bericht van
hel opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
In het oosten zijn geenc hijzond e ge
beurtenissen voorgekomen.
W eenen, 1 Febr. (W. B.) Officie be
richt van heden middag.
Op het Russische oorlogstooneel is niets
bijzonders gebeurd.
Petersburg, A Febr. (Tel.-agenl-
schap). Communiqué van den groeten ne-
ralen staf.
Gisteren duurde het artillerie-duel in .a
streek van Riga nog steeds voort. In de str k
van Oghir ontwikkelde de vijand een hevig
mitrailleuse- en geweervuur. Ten zuidwt sten
van het slot Kokkenhusen boven Frauon-
stadt trachte een Duitsche, in 't wit gek! lo
tróep het ijs van de Dwina tc breken; l»ii
werd door ons vuur verstrooid. In de buurt
van het dorp Godutsjesjki, ten oosten van
Sventziany kanonneerden onze vlieg- ik-rs
konvooien en een trein van den vijand. h\ de
streek van het Narotsjemeer schoten de Duit
schers projectielen af van groot kaliber, die
een bijzondere geur verspreidden. Op het
front van generaal Iwanow verrichtte onze
artillerie eene geslaagde actie in Galici nan
de Strypa. Het offensief, dat vijandelijke «roe
pen beproefden in een bosch in de streek
ten noordoosten van Buczacs werd verijdeld,
Weenen, 1 Febr. (W. B.) Officie 1 be
richt van heden middag.
Van het Italiaansche oorlogsioonecl zijn
geene bijzondere gebeurtenissen te melden.
Rome, 1 Febr. (R.) Officieel communi
qué.
In het Boven Cornevole-dal was een le
vendig duel in de Levinallonzo-z6ne, In
Plezzo werden vijandelijke afdeelingc.., die
trachtten dichter bij onze stellingen tea zui
den van den Monte Rombon te komen, terug
geslagen. Ten zuiden van de Isonzo deed da
vijandelijke artillerie bommen neerkomen op
het spoorwegstation te Cormons en in het
Moraro-district. Eenige bewoners werden
gedood.
B e r 1 ij n, 1 Febr. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Een van onze luchtschepen viel de sche
pen en de bergplaatsen van de Entente in do
haven van Saloniki aan. De uitwerking kon
worden waargenomen.
Saloniki, 1 Febr. (R.) Een Zeppelin
wierp in den nacht bommen neer. Er werd
geene schade aangericht; maar een
Grieksch" pakhuis, dat met suiker, koffie en
olie gevuld was, werd vernield.
Weenen, 1 Fe b r. (W. B.) Ofli< ieel
bericht van heden middag.
De toestand van Montenegro en van het
gebied van Skutari is onveranderd rustig.
De houding van de bevolking laat niets te
wenschen over.
De meeste menschen overdenken niet wat
men hun zegt, maar bedenken alvast wat ze
antwoorden zullen.
ROMAN VAN ANNA WAHLENBERG.
Geautoriseerde vertaling door
B. NORTAKKER.
28
Zij zag zijn slil lijden, dat ze gedeeltelijk
vermoed hadeen gevoelige ziel, die zicb
verheffen wilde en haar eigen weg gaan
maar die juist uit vriendelijkheid voor an
deren verlnnderd werd haar vleugels uit te
•laan. en daarom in haar drukkende gevan
gens hap bleef. En het was haar. alsof ze de
•erste was. die helder cn diep in zijn ziel z<^c.
..Een mensch. die aan anderen denkt, wordt
nooit vrij" zei ze. ..Alles bindt hem. dank
baarheid in de eerste plaats, medelijden, tee-
derheid vrees om niet volgens den zin van
•iin omgeving te handelen, alles. En ik
dat iij zoo'n mensch bent. Birger."
..Ik weet het niet"
Hij leunde tegen het vensterkozijn, cn blik
te naar den blauwen hemel,
«Ik weet hiet wat ik ben." herhaalde hij.
..Misschien hen ik een stakker. Want wat is
•ia maa anders, ln<Kien hij zich laat
door iets, waaraan hij het recht niet toekent
zijn weg te versperren."
Zün blik vloog opnieuw naar haar. en hij
vroeg
„Zeg mij eens. Karin, geloof ic werkelijk
dal het vader verdriet zou doen. als ik de
school eraan gaf
„Ja" antwoordde zij ernstig „een grool
verdriet".
Hij schudde zijn hoofd.
„Ik geloof het niet. Ik geloof dat het slechts
een idee fixe is dat ik en de school samen-
hooren. Kjell Borlin zou die veel beter dan
ik besturencn dat weet vader. Voor hem
heeft hij respect. Zijn raad volgt hii. En wat
de vaderlijke gevoelens betreft. Ja. mis
schien zijn die ook een factie, een vermoeden
dat die moeten bestaan, omdat ik zijn zoon
ben. ZoonWat beteekent dat begrip, indien
het niet samengaat met sympathie en een
gevoel van innerlijken band. Niet meer dan
het ouderschap bij dieren, nadat de opvoe
ding voltooid is. En zich te onderwerpen aan
zulk een idee fixe O. God. als ie wist hoe
ik ine zelf veracht." Met de handen stijf tegen
de oogen gedrukt stond hii stil en onbewe
gelijk.
„En indien iij de handeling deed. die ie
tot een vrij en onafhankelijk mensch zou ma
ken. geloof ie, dat je dan vrede zou hebben?"
vroeg Karin.
„Nee", zei hij. „dan zou ik gewetenswroe
ging hebben.'.'
„Zeker, dan zou je denken dat hij toch van
je had gehouden, en dat ie hem met ondank
had beloond. Neen. Birger, wat ie ook doet
of ie thuis blijft of je losrukt of ie handelt,
ie wordt nooit een vrij mensch. Om dat te
worde», moet me» menschen kwaad kiufcicn
doen. zonder er zich om tc bekommeren. En
dat kan ie niet."
Dc zonneschijn scheen door dc rose en
blauwe vlinderbloemen en gaf die wonderlij
ke schakceringen.
Hij nam opnieuw ecu rank liefkoozend in
zijn hand en toen de stille weer verbroken
werd liep het gesprek over deze kinderen
van den zomer, tot leven gewekt midden in
den winter.
XVIII.
„Maar. mama, waarom schreit u
Toen Blenda de kamer binnentrad, zag
haar moeder haar aan met een paar vochtige,
wijd opengesperde oogen. en barstte plotse
ling in schreien uit.
Haar dochter begreep dat dit verdriet om
haar was. en ze werd door een onbestemde
vrees bevangen, die groeide naarmate de ver
klaring op zich liet wachten.
„Maar wat .is er. mama. lieve 'mama
„Ik heb vandaag bezoek gehad," zei haar
moeder eindelijk, terwijl ze den zakdoek tegen
dc oogen drukte. „Je lecrares."
„Juffrouw Pfeiffer. Wat wilde ze
„Ze wilde, dat ik je uit het pension zou
nemen."
„Waarom
Roode vlammen kwamen op Blenda's wan
gen en ze richtte zich op in een verdedigende
houding.
„Ze vindt het niet passend, dat iif hier
woont, nadat Kjell Borlin er is komen wo
nen." zei haar moeder.
,!Er wordt over jelui gesproken," zei ze.
..Het was vroeger al dwaas genoeg een van
de leeraren steeds op straat te zien wande*
len met eon der leerlingen en haar in de les
sen op alle manieren te zien voortrekken.
Maar dat hij daarenboven in hetzelfde pen
sion gaal wonen als zij. dat is tc veel."
„O. God."
Blenda's borsl hijgde vaJi opwinding.
„O. God, zulke klctstantcs. zal men dan
nooit zich zelf kunnen zijn
„Ik weet niet of je dat wel kunt."
Het verwijt kwam zoo ernstig cn slil, en
de zachte oogen van haar moeder keken de
dochter zoo bedroefd aan. dat deze radeloos
r*n zwijgend bleef zitten. Tegen haar moeder
kon ze geen harde woorden zeggen om aan
haar ergernis lucht te geven. En zij herin
nerde zich nu ook haar moeders ontevreden
heid over Kjell Borlin's keuze van pension.
Ze. had verscheiden malen haar ongenoegen
geuit, dat Blenda dal niet voorkomen had
En nu kreeg haar moedor gelijk. Nu kwamen
ook anderen cn vonden het ongepast En men
moest er rekening mee houden.
„Was het werkelijk niet passend
„En daarvoor hadden ze over jou en Birger
gesproken," vervolgde mevrouw Ahrling.
„Zo—o. wist zij dat ook al." zei Blenda
maar zachter.
„Ja."
En moeder's tranen begonnen te rollen, ter
wijl ze begon te vertellen van het bezoek van
dezen namiddag. Ze had een bitter uur door
leefd. en haar verdriet was diep. diep en
pijnlijk. Ze kon het niet begrijpen, dat Blenda.
haar eigen lief meisje, haar die schande had
aangedaan. Dat zij het was. die aangeklaagd
werd ergernis op de school te verwekken.
Aangeklaagd door flirt en coquctterie aan
hear kameraden een slecht voorbeeld te ge-
vem
Wel had ze gevonden, dat Blenda s '.e
vrij in haar manieren was. maar zij had /i«h
daaraan gewend. Zoo was de vrouwelijke
icugd van lieden immers, zelfstandig. kame*
raadscha-nneliik en vertrouwcliik met man
nelijke kennissen, zonder dat daarin iets
'kwaads slak. Was het mogelijk, dat haar
dochter erger was dan de anderen
Ze keek haar Blenda. waarom zei ze niets
meer Waarom verdedigde zij zich niet V
Maar Blenda zat onbewegelijk met clc ar
men op de tafel cn haar kin in de handen-
Na de uitbarsting van ergernis had een ge
voel van schaamte zich van haar meester ge*
maakt, eji dat zoo overweldigend eu plotse
ling. dat ze niet helder cn kalm kon naden*
ken. zooals zii zich had voorgenomen
Het was immers ongehoord, deze inmen
ging in haar privaalaangclcgenhcden. een
brandmerken, dat misschien spoedig bekend
zou worden aan allen In dc school, en waar
schijnlijk ook daarbuiten. Ze voelde zicli in
een afgrond van vernedering geslingerd.
Haar moeder begreep haar. En in plaats van
langer te vorderen, dat zii zich zou verde
digen. sloeg ze plotseling om en verdedigd#
haar zelfs, eerst in haar hart en daarna luid.
„Blenda. mijn Uef meisje, ik weet wel dat
ie niet zoo veel tchuld hebt. Je beul alleen
wat gedachteloos geweest Het is allemaal de
schuld van Kjell, o die Kjell Borlin, dat it
geen man. van eer."
„Hoe kan u dat zeggen", zei Blenda dol
en nog vernietigd van schaamte. „Ik weel
piet welk kwaad wij «edaan hebben, hii o!
ik."
Wordt nrvolitd.