14"" aaarpang,
DE EEMLAN DER".
Zaterdag 12 Februari 1916.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
193 Eerste Blad.
HoofdredacteurMr. D. J. VAN SCHAARDENBURG*
Uitgevers: VALKHOFP ft Co.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per maanden tooi Amersfoort t J
Idem franco pei post
Per week imet gratis verzekering tegen ongelukken)
Afzonderlijke nummers
Wekelijks bijvoegsel „de Hollandsche Huisvrouw" (onder redactie
van Thérèse van Hoven) per 8 mnd. 50 ets.
Wekelgkscb by voegsel „Pak m* mee" per 8 mnd. 40 els.
Bureaus U TR E C H TSCH EST RAAT I.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Vnn t—5 regelsf 0.50.
Elke regel moerO. IO.
Dienstaanbiedingen 25 cents b|j vooruitbetaling
Groole lettors naai pluntsruiml*
Voor bundel eu bedrit beslaan teei voordeeligo bopalin, i
lot het horhaald advertoeron in dit Blad, bij abonnemont.
Eono circulaire, bevattende «Je voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Kennisgeving,
noodig erkenden maatregel verwerpen, om
dat er voor de gemeente een financieel na
deeltje oit voortvloeit? Dit zijn toch heusch
geen argumenten, welke in een ernstig be-
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
Gelet op «rtt. 6 en 7 der Hinderwet, j t00g passen.
Brengen ter kennis van het publiek, dat een de heer Lejnwebei heeft ook een
«oor W. Arbon, alhier, ingediend verzoek, met I bezwaar ,n den aanvang zijner
bijlagen, om vergunning tot het tnd.re.den van hjj. >|Neder,aml js een vrij land.
ecne rijwielherstelplaats door plaatsing van een
moffel-oven voor rijwielonderdeelen, in het per
ceel. alhier gelegen aan de Kroontjesmolen No.
11, bij het Kadaster bekend onder Sectie B, No.
2244, op de Secretarie der gemeente ter visie
Hgt, en dat op Woensdag den 23. Februari aan
staande, des voormiddags te half elf uren gele
genheid ten Roadhuize wordt gegeven om, ten
overstaan van het Gemeentebestuur of van cén
of meer zijner leden, bezwaren tegen het uitbrei
den van de inrichting in te brengen.
Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru
dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig
artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe
stuur of één of meer zijner leden zijn verschenen,
teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lich
ten.
Amersfoort, den 9en Februari 1016.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, De Secretaris,
VAN RANDWIJCK. A. R. VEENSTRA.
Dat kunnen de Belgen getuigen, die uit hun
land verdreven zijn en hier welkom waren
Uit het verband zou men hier opmaken, dat
spr. heeft bedoeld een gastvrij land, maar
hij zal hiermee wel uitdrukking hebben wil
len geven aan zijn afkeer voor dwang. M.
d. V. is hem hierin gevolgd, toen hij aan t
slot ven zijn artikel schreef
„Laten die raadsleden, die B. en W. uitge-
noodigd hebben een ontwerp-verordening
in to dienen, eens aan de woorden van
Thorberke denken:
„Een eerste wet is onthouding".
Zoo'n gevleugeld woord staat niel onaar
dig, maar zegt bij slot toch niets. En hier
te minder, waar het werd gezegd in een be
paald verband, waarom we hier de geheele
eonhaling laten volgen.
In „Parlementaire redevoeringen van mr.
J. R. Thorbeckenarede p. VIA staat: „Eene
„eerste wet is onthouding; onthouding ven
„hetgeen zijne roeping als regcsveiceniging
„te buiten gaet. Het zijn in wezen, bestem
ming en middelen andere Ievensmagten
„dan de staatsmagt, welke de kerk, het on
derwijs, wetenschap, kunst maatschappelijk
„te vormen en te besturen hebben, magten,
„in wier sfeer burgeriyke overheidsgebod of
„dwang niet te pas komt".
Nu is het den heer L. en M. d. V. moge
lijk wel bekend, dat het inzicht omtrent de
plichten van den Staat tegenover maatschap
pelijke vragen groote wijziging heeft onder
gaan. Die hooggeroemde individueele vrijt
heid mag nog een heerlijk onderwerp zijn
voor een v. ijsgeerïg ideologisch debat, in de
praktijk der wetgeving is ze meer en meer
in den knel gekomen. Er schuilt een zeker
idealisme in die liefde voor de persoonlijke
vrijheid, maar met elk wettelijk ge- of ver
bod aan welks nakoming een poenale sano
tie is verbonden, wordt inbreuk op die vrij
heid gemaakt. In een maatschappij zou zelfs
het leven onmogelijk worden, zonder die in
breuken. In de latere parlementaire geschie
denis zijn de bewijzen daarvoor te over.
Wanneer men zich dan ook hierbij op Thor
becke beroept, geeft dat tevens een erken-
wordt gedwongen. j ning van het feit, dat men zijn materiaal
Maar bestaat die tegenstelling wel Ja. daan oor niet in de latere wetgevende perio-
zegt de schrijver van 't aangehaalde artikel, dè kan vinden. Ook de meest versteende
„De kleine concurrenten moeten hun wins-aanhanger van de onthoudingstheorie zou
ten maken in de uren na de sluiting der i in de tegenwoordige ontwikkelingsphase der
groote winkels, die leven dus van de brok- maatschappij, waar de Staat meer en meer
ken, welke vallen van de tefels der rijken", ingrijpt en moet ingrijpen in het economi-
De winkelsluiting.
IL
Wij meenen in ons artikel van Donderdag
j.l. het vraagstuk der winkelsluiting princi
pieel te hebben gesteld. Wij staan met on
ze beschouwing tegenover hen, die meenen,
dat vervroegde sluiting alleen een kwestie
Is van het personeel en ook tegenover den
geachten schrijver der artikelen in Am. Dag
blad van 26 Juli 1915 en 24 Jan. 1916. Wel
omlijnt die zijn meenirvg in dier voege niet
zoo scherp, maar uit zijn geheele redenee
ring volgt toch, dat hij door dat standpunt
sterk beïnvloed werd. Waar de praemisse
o. i. alzoo onjuist moet worden geacht, valt
ook het betoog. In het artikel van 26 Juli
'15 worden tegenover elkaar gesteld het be
lang van het personeel en het belang der
groote firma's aan de eene zijde en het be
lang der kleine winkeliers aan de andere
Aangenomen nu eens, dat deze tegenstel
ling van belangen juist is en erkennende dan
het goede der vervroegde sluiting, gaat het
dan wel aan, dat de kleine winkeliers hier
dwingend optreden, om een goeden maat
regel tegen te houden? Dat is ook dwang
en een veel hatelijker, daar hier een vrij
groote meerderheid door een minderheid
„Verder missen zij de clientèle van het
rate avondpubliek, dat lanterfantende en eta
lage bekijkend, allicht tot koopen verleid
wordt".
sche leven, riet meer durven volhouden, dat
de eerste wet is onthouding.
Trouwens Thorbecke zelf kon niet geheel
ontkomen aan den evolutionneerenden in-
We zullen nu in 't midden laten de koop- j vloed der tijden en in zijn later parlemen
kracht en kooplust van dat lanterfantende tair leven heeft hij meermalen gezondigd te-
publiek, maar vragen slechts: wear ge
schiedt dat lanterfanten? In de wijken der
kleine winkeliers? Immers neen. De pan-
gen zijn theorie.
De vraag blijft dan ook slechts: is .ingrij-
De ocrïog.
B e r 1 ij n, 11 F e b r. (W. B.) Berichten
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Ten noordwesten van Vimy deden de
Franschen na eene artillerie-voorbereiding,
die uren duurde, tot vier malen toe eene
poging om de loopgraven, die zij daar had
den verloren, terug te winnen. Ook ten zui
den van de Somme konden zij niets van de
verloren stelling terugwinnen
Aan de Aisne en in Champagne waren
plaatselijke levendige artillerie-gevechten.
Een van onze vaste ballons rukte zich on
bemand los en dreef bij Vailly af over de
vijandelijke linie.
P a r ij s 11 F e b r. (Havas). Namiddag
communiqué.
Er is geen enkele gebeurtenis van ge
wicht in den afgeloopen nacht te vermel
den.
Avond-communiqué.
In België bracht ons veldgeschut ernstige
schade toe aan een vijandelijken post en
blies munitiebergplaatsen bij het Passchen-
daele-kanaal op.
In Artois was bij tusschenpoozen kanon
vuur bij den weg naar Rijssel. Ten zuiden
van de Somme hernamen wij den öen en
den Qen een groot deel van de loopgraven
ten zuiden van Frise. Wij sloegen een he-
vigen tegenaanval terug ten noorden van de
Aisne. Op de Maashoogten ontredderde on
ze artillerie vijandelijke werken.
B er 1 ij n, 11 Febr. (W. B.) Officieel be
richt. In den nacht van 10 op 11 deezer zijn
bij een torpedobootaanvol, onze booten bij
Doggersbank, ongeveer 120 zeemijlen ten
oosten van dc Engelsche kust. op verschei
dene Engelsche I-ruimeers gestuit, die spoe
dig de vlucht namen. Onze booten begon
nen de vervolging,#boorden den nieuwen
kruiser Arabis in den grond en troffen een
anderen kruiser met een torpedo. Onze boo
ten redden den commandant der Arabis,
benevens 2 officieren en 21 man.
Onze strijdkrachten leden nöch schade,
nöch verlies.
Londen, 11 Febr. (R.) De admiraliteit
verklaart met betrekking tot het bericht van
de Duitsche admiraliteit over een zeegevecht
op de Doggersbank: „De kruisers, waarvan
het Berlijnsche telegram melding maakt, wa
ren vier mijnvegers, waarvan drie behouden
zijn teruggekeerd."
B e r 1 ij n, 1 1 Febr. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Ten noorden van het Driswjatymeer werd
een aanval van eene sterkere Russische af-
deeling afgewezen.
Weenen, 11 Febr. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
De werkzaamheid van de vijandelijke ver
kenningstroepen degen het front van het
legei van aartshertog Jozef Ferdinand houdt
aan. Onze beveiiigingsafdeelingen wezen
de Russen overal af. De voorposten van het
Konstantinopel, 11 Febr. (W. B.) het verzoening-ademende amendement
Op alle fronten is geene verandering van
eenige beteekenis.
Konstantinopel, 11 Pebr. (W. B.)
Communiqué van het hoofdkwartier.
Aan het Irakfront is van tijd tot tijd vuur
van de artillerie en de infanterie. De vijand,
die van den rechteroever uit wilde vooruit
dringen, werd na l*ee hevige gevechten ge-
gedwongen naar zijne oude stellingen terug
te gaan. Bij Koet-el-Amara is geene veran
dering.
Londen, 11 Febr. (R.) Bericht van
Lloyds
Het stoomschip Els wick Manor is aan den
grond gebracht. De bemanning is gered en
te Yarmouth (Norfolk) aan land gebracht.
Washington, -11 Febr. (R.) Als uit
komst van de Duitsche nota over de bewa
pende handelsschepen verwacht men. dat de
regeering eene waarschuwing zal geven aan
de Amerikaansche burgers om niet met zul
ke schepen te reizen en daarmee hare vroe
gere houding zal prijs geven.
Londen,11 Febr. (R.). Het Belgische
gezantschap verklaart, dat er geen grond be
staat voor de geruchten, dat Duitschland
onlangs vredesvoorstellen heeft gedaan aan
Belg:ë.
Londen, 10 Febr. (R.) Lor<j Wlmbor-
ne, lord-Iuitenant van Ierland, en John Red
mond hebben heden namiddag gesproken op
een groote wervings-meeting in het stadhuis
te Dublin.
Redmond wees er op, dat Ierland reeds
145,000 man aan het leger had verschaft.
P a r ij s, 1 O F e b f. (Havas). De douane
ontvangsten in Januari 1916 overtreffen die
van Januari 1915 met 54 pet., de ontvang
sten van de belastingen, die van het corr.es-
pondeeren tijdpetk van 1915 met 13 pet.
Petersburg, 11 Febr. (R.). De dag
bladen berichten, dat de regeering heeft be
sloten binnenkort eene nieuwe binnenland-
sche leening van twee milliard roebel uit te
geven, renntende 5 pet. en aflosbaar in tien
jaren, op dezelfde voorwaarden als de vorige
leening van een milliard.
Spanje.
Madrid, 11 Febr. (Havas). Men be
richt, dat binnen kort in Barcelona een vrij
haven zal worden ingericht.
Scsse vnn Ysselt.
De heer Visser von U zendoorn
(U.-L.) betoogt, dat de beteekenis der eeds
formule voor de meesten is verloren gegaan,
maar dat alleen het besef bleef, dat na het
uitspreken daarvan do waarheid moest ge
zegd worden. Ook spr. is tegen het instituut
van eedshelpers en betreurt het tijdelijk kn-
rakter van het wetsontwerp.
De heer Van Idsinga (C.-H.) ziet in
den eed een onmisbaren waurborg voor dc
rechtspraak, omdat de eed voor menigeen
steun en staf is om de waarheid te spreken.
De vrijstellingen van art. 3 openen de
deur voor misbruiken. Hij komt op tegen ge
lijkstelling van eed en belofte, maar in den
eed is iets gelegen van hooger orde. Eed en
belofte zijn twee heterogene zaken en de
eene kan men niet rekenen inplaats van de
andere.
Spr. heeft gemoedsbezwaren tegen het
ontwerp om de ontheffing van den eeds
plicht. Dat men trouwens niet altijd voor ge
moedsbezwaren moet uit den wég gaan ziet
men bij den dienstplicht.
Spr. bepleit voorts een stelsel, waarbij da
getuige zijn verklaring buiten cede aflegt,
maar onder verplichting haar te beëedigen
als men t-em daartoe oproept.
Hij verklaart het webontwerp onaanneme
lijk om art. 3, maar vooral om art 2, en
dringt aan op betere definieering van de ge
moedsbezwaren.
De vergadering is daarna verdaagd tot
Dinsdagochtend half twaalf.
pen noodig? Gebleken is uit de ingestelde ,uvcuf" 7'"V- no
toflelparade beperkt zich vrijwel tot' de'enquête, d"ot de meerderheid voor sluitinr Ho^aarschemf^terieregiment no. 82 joe-
Langestraat, waar het aantal kleine winke- is. Door te veel naar de minderheid te kij-
liers nu juist niet zoo talrijk is. En dat deze J ken, gaat men de meerderheid dwingen
hun winsten moeten maken na de sluiting zich naar de minderheid te schikken. In de
der groote winkels is op zijn zachtst geno
men een vergissing. Iedere winkel, groot of
klein heeft zijn eigen kring van klanten en
de „losse verkoop" zal wel in hoofdzaak
voor de groote winkels zijn.
We komen nu tot den heer Leinweber,
die zich in de Raadszitting van 25 Jan. tot
tolk der tegenstanders maakte. Naast for-
meele bezwaren over de gehouden enquête,
had deze ook andere.
„Dan, zoo sprak hij, lijkt mij die 9 uurs
sluiting een enorme schade voor de Ge
meente, want de menschen zullen veel min
der gas gebruiken zoodat wij kans hebben
op een verhooging van den gasprijs dan wel
van de inkomstenbelasting, want de kosten
tullen op de eene of andere manier gedekt
moeten worden.
Br zal dan zeer weinig licht in de stad
branden en de straten zullen een donker,
•omber aanzien krijgen, terwijl de café's alle
lichten zullen opsteken. De menschen, die
In de straten wandelen, zullen zich verve
len en naar de café's trekken".
Een soortgelijk argument geeft ook M.
4 V. (Am. Dgbld. van 5 Febr.), waar hij
•chri jft
Komt er sluitings-dwang dan zullen onze
winkelstraten op den duur 's avonds heel wat
Stiller en doodscher worden dan zij nu zijn".
Maar eilieve, zijn de winkeliers dan ver
gemeenschap komt nu eenmaal niets tot
stand, waarbij niet een minderheid wordt
gedwongen zich aan het gevoelen der meer
derheid te onderwerpen. Tenzij men nu kan
aantoonen, dat dat gevoelen werkelijk na-
deelig is voor de gemeenschap, zal men zich
ook in de kwestie der vervroegde sluiting
moeten onderwerpen. En het eigenaardige
is juist, dat de tegenstanders het goede er
kennen. Laat men dan ook de moeilijkheden
niet opblazen. Als in Amsterdam een win
kelier zich verzet en 100 vinden zich er wel
bij, hoort men wel van dien één en niet
van die 100. En bovendien is de toestand
in Amsterdam met zijn nachtleven toch wel
een beetje anders dan in Amersfoort. Het
komt hier slechts neer op de vraag, of de
menschen die nu nog na 9 uur koopen, kun
nen gedwongen worden, dit vóór 9 uur te
doen. Wij meenen van wel en zien in een
sluitingsdwang volstrekt geen nadeel voor
den winkelier. De middenstandsvereenigin-
gen „Handel en Nijverheid" en „De Hanze"
hebben zich voor sluitingsdwang verklaard,
de Kamer van Koophandel is voor sluiting,
maar wenscht vrijwillige sluiting. De man
nen der praktijk zijn er dus in meerderheid
voor. Zouden die nu zoo dom zijn, dat zij
de nadeelen niet 2ien en zich vergapen aan
den schijn? Wij gelooven dat niet en hopen
dan ook, dat de Raad een desbetreffende
[*ch^voor de straatverlichting te zorgen? j verordening zal vaststellen.
mag een gemeente een als goed en
O. K.
gen eenige Russische compagnieën uiteen.
Petersburg, 11 Febr. (Havas). Het
Russische offensief schijnt alle vijandelijke
stellingen in de streek van Czernowitz te
bedreigen. De ontdooiing van het Orghinsk-
kanaal noodzaakte de Duitschers de tweede
linie te ontruimen, waarbij zij groote hoe
veelheden munitie verloren.
Weenen, 11 Febr. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Op het Italiaansche oorlogstooneel is niets
bijzonders voorgekomen.
Rome, 11 Febr. (R.) Officieel commu
niqué.
Kleine gevechten verliepen in ons voor
deel aan de Boven Chiazzo en in den sector
Santa Maria.
In de streek van Görz bombardeerden wij
met effect vijandelijke kampententen.
B e r 1 ij n, 11 Febr. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
In den Balkan is niets nieuws gebeurd.
Weenen, 11 Febr. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
De in Albanië vooruitrukkende O.-H.
strijdkrachten bezetten den 9en Tirana en
de hoogten tusschen Preza en Bazarsjak.
P a r ij s 11 Febr. (Havas). Men be
richt, dat er op Korfu 86.000 Servische sol
daten zijn, verder zijn er 10.000 man in Bi-
zerta en 5000 in Saloniki. Men denkt nog
Servische troepen uit Albanië te halen. De
kroonprins is bij hen. Het moreel van deze
troepen is uitmuntend.
Kameroverzicht
Iweede Kamer.
Bij de voortzetting op Vrijdag van de dis-
cirssie over het eedswetje betoogt de heer
Rutgers (a.-r.) dat door facultatiefstelling
de eed aan beteekenis verliest. Waar de eed
is een waarborg voor waarheid, is de facul
tatieve eed een facultatieve waarborg. De
praktijk der rechtspraak inzake de ongeval
lenverzekering bewijst, dat -slechts bij uit
zondering bezwaar wordt gemaakt tegen
eedsaflegging; voor die uitzondering dient
een regeling gemaakt te worden, als voor de
gemoedsbezwaren in de Leerplichtwet is
neergelegd. Bij authentieke akte dient de
verklaring omtrent die gemoedsbezwaren te
worden vastgelegd. Alvorens een amende
ment in te dienen, zal Spr. eerst de hou
ding der linkerzijde afwachten.
De heer Van Hamel (U.-L.) betoogt
uitvoerig, dat de formule zoowel in het vorig
als in dit ontwerp is overgenomen van de
rechterzijde en dat minister Regout geen be
zwaar tegen een overeenkomstige formule
had.
De heer Schim v ander Loeff (U.-L.)
brengt rapport uit over het adres-van Aalst
c.s. en stelt namens de commissie van ver
zoekschriftenin het midden latend of het
adres te beschouwen is als een verzoek
schrift omdat er in het adres niets wordt ge
vraagd en er op wijzend dat geen rekening
wordt gehouden met art. 77 der Grondwet
dat de Koningin ministers naar welgevallen
benoemt en ontslaat over te gaan tot de
orde van den dag. Aldus is besloten.
De Voorzitter deelt mede, dat de cen
trale sectie besloot na afhandeling van het
Eedswetje de Belastingwetten vó.ór de
Grondwetsherziening in de afdeelingen te
onderzoeken en a s. Dinsdagochtend het
wetsontwerp, waarborgende dat Nederland
voldoende beschikking over schepen blijft
behouden.
Daarna vervolgt mr. Van Hamel zijne
rede, waarin hij betoogt, dat niet de eed de
voornaamste waarborg voor de waarheid is,
maar het besef dat het er op aankomt waar
heid te zeggen, en de straf die op meineed
st^nt. Hij bestrijdt het instituut van eedshel
pers.
aker verklaart te kunnen meegaan met
Berichten.
Bezoeken van den Prins
Z. K. II. de Prins der Nederlanden heeft een
bezoek gebracht aan het provinciaal depót
van het Nederl. Roode Kruis te Haarlem.
Donderdag heeft de Prins, vergezeld van
jhr. v. Riemsdijk, per auto Uitgeest bezocht
met het doel, een ledigstoande villa te be
zichtigen, die de plaatselijke ofdeeling van
het Roode Kruis in gereedheid heeft ge
bracht om zoo noodig slachtoffers van over
stroomingen te herbergen.
Gaat jhr. Lohman heen? De
Haagsche redacteur van De T ij d schrijft;
Er is in de magistrale rede van den heef
jhr. mr. De Savornin Lohmon een zinsnede,
die de bijzondere opmerkzaamheid trekt.
De grijze afgevaardigde van Goes doelt er
op, dat hij aan de totstandkoming van een
latere definitieve regeling van het eedsvraag-
stuk niet meer zal meewerken.
Deze zoo absoluut uitgesproken woorden
schijnen een openbare bevestiging te bevat
ten van wat reeds bij geruchte bekend werd,
n.I. dat de nu bijna tachtigjarige afgevaar
digde zich in 1917 niet meer voor een Ka
merzetel zal beschikbaar stellen, vooral niel
als de onderwijspacificatie mocht zijn tol
stand gekomen en daardoor een zijner
levensidealen zou vervuld ziin.
Nederland en de oorlog.
Hei interview vsn yeneraal Steal.
InHetVaderland deelt generaal Staa!
mede, dat hij, na eerst van een Duitscher het
verzoek te hebben ontvangen eenige van
zijn in genoemd blad verschenen artikelen
te willen uitzoeken die hij het meest geschikt
achtte om in het Duitsch te worden vertaald,
korten tijd geleden uit Amsterdam een tele
gram van den heer Schweriner, van de
Vossische Ztg. kreeg met de vraag hem te
willen ontvangen, waaraan de generaal, mee-
nende dat het om bovengenoemd verzoek
ging, voldeed. De redacteur kwam na het op
gegeven uur en de generaal ontving hem
eenigszins gehaast, niet denkende dat het
om een interview te doen was.
Generaal Staal deelt nu uitvoerig mede
wat hij in dien kórten tijd aan den Duitschen
redacteur vertelde.
Onze indruk is, dat dit hetzelfde is wat de
heer Staal aan den journalist heeft mede
gedeeld, doch alleen wat méér gepolijst naar
den vorm, welke door den Duitschen onder
vrager met begrijpelijke voorliefde naar en
kele kanten wat te scherp zal zijn geaccen
tueerd.
In den loop van het gesprek schijnt het
generaal Staal eerst duidelijk te zijn gewor
den, dat de bezoeker niet de man was die
zich vroeger tot hem gewend had in zake zijn
artikelen en aangezien het voor hem meer
dan tijd werd naar eene vergadering te gaan,
geleidde hij den interviewer haastig naar
buiten.
„Aangezien" zoo zegt de heer Staal
„de heer Schweriner van geen interview ge
sproken en ook geen aanteekeningen van het
gesprek gemaakt had, was ik er niet dadelijk
op vèrrfacht, dat ik met een interviewer te
doen had. Ik heb op dat gebied nog weinig