„DE EEMLAN DER". Zaterdag 26 Februari 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. SOLEDAD. N* 205 Tweede Blad. 14-* Jaargang. Uitgevers: VALKHOFF Ca Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1. Verspreide Berichten. BINNENLAND. Hoofdredacteur! Mr. D. j. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: r.r 8 maanden voor Amersfoort B t idem franco pet post 1*5O* Pet week «ratia verzekering tegen ongelukken) O.IO. Afeonderlóke nummera 0.05. Wekelijks bijvoegsel „dó HolLwdtchó Huisvrouw(onder redaotii van Therése van Boven) per 3 mnd. 50 ets. Wekelukacb bgvoegse! „Pui m* mts" per 8 mnd. 40 c(9. Intercomm. Telefoonnummer 66. T»f PRIJS DER ADVERT EN TIEN V*o I—ft regol» Elke regel meer Dienstaanbiedingen 25 centft bg fooruitbetaling. Gronte lettere naar pluatsnmnt* Vooi handel .0 bedrit beeUwn tooi .ourdooligo bopelingitt tot het herhaeld adverteereo ia dit Ried, bi) ubuiinom.nt. Eene otreulair., hevettead» de .oorwtarijna, wordt aanvraag toegezonden. 0.50» 0.10. op Een jaar duikbootoorlog. Men schrijft aan de „N. R. Ct.": Zooals bekend is werd op 4 Februari 1915 door de Duitschers meegedeeld, dat de duik- Sootoorlog, als maatregel van weerwraak te gen de Engelsche blokkade- of uithonge- ringspolitiek op 18 Februari zou beginnen. Hieronder volgt, voor zoover wij de gege vens uit tal van dagbladen hebben kunnen nagaan, het resultaat van een jaar'duikboot oorlog- In totaal zijn getorpedeerd geworden 670 schepen, waarvan 611 handelsschepen en 59 schepen, tot de oorlogsvloten behoo rende. Van deze 670 schepen waren 439 Engel sche, waarvan 244 stoomschepen (hieronder was de „Van Stirum", een in Engeland voor Hollandsche rekening gebouwde boot, die door de Engelschen werd gerequlreerd), 9 zeilschepen, 117 treilers, 26 andere vis- schèrsvaartuigen en 1 motorboot. Tot de oorlogsvloot behoorden 31 schepen, te we ten 5 kruisers, 12 hulpkruisers en transport- of proviandschepen, 5 torpedobooten, 2 ka- nonneerbooten (Egyptische), 4 onderzeeërs, 2 mijnleggers en 1 adviesjacht. Frankrijk heeft 44 schepen verloren. Hier van waren 28 stoom- en 5 zeilschepen en 10 schepen behoorende tot de oorlogsvloot, n.l. 3 onderzeeërs, 3 transportschepen, 2 krui sers, 1 hulpkruiser en 1 torpedoboot. Van de Fransche visschersvloot ging 1 treiler verlo ren. Van Rusland werden 29 schepen in den grond geboord, waarvan 8 stoom- en 12 zeil schepen, benevens 9 .schepen tot de oor logsvloot behoorende, n.l. 2 mijnleggers, 1 torpedoboot, 3 transportschepen en 3 kanon- neerbooten. Italië zag 28 schepen verloren gaan. Hier van behoorden tot de handelsvloot 19 sche pen, n.l". 14 stoom- en 4 zeilschepen, bene vens 1 motorschoener, terwijl 9 schepen tot de oorlogsvloot gerekend worden, waarvan 3 kruisers, 2 torpedo- en 4 duikbooten. Van België werden 6 stoomschepen en 2 treilers in den grond geboord. Wat de verliezen van de neutrale mogend heden betreft, komt Noorwegen bovenaan. Het verloor 54 schepen, namelijk 32 stoom schepen, 20 barkschepen en schoeners en 2 motor-schoeners. In de tweede plaats komt Zweden met 14 schepen.(10 stoom- en 4 zeilschepen), vervolgens Denemarken met 12 schepen (9 stoom- en 3 zeilschepen). Van Griekenland werÓen in den grond ge boord 4 stoomschepen, van Spanje 3, van Portugal 1 schoener. Van Nederland werden 3 schepen getrof|en, waarvan de Kalv/ijk en de Medea zonken en de Artemis behouden bleef. Ook Amerika moest het ontgelden; van dit land ontvingen zes schepen een tor pedo-schot, echter ging alleen de Leelanan verloren. De laatste maanden heeft Japen 3 stoom schepen door duikboot-aanvallen verloren. Dan blijven nog over eenige gevallen, waarbij de nationaliteit der in den grond ge boorde schepen niet bekend werd gemaakt, doch waarvan men kan aannnemen, dat een aantal zeilschepen, in de haven van Durazzo in den grond geboord, tot de Italiaansche handelsvloot behoorden. In een jaar tijds dus 670 schepen. Voor zoover wij konden nagaan, hebben hierbij 14,000 menschen het leven verlo ren, waarvan 10,000 behoorende tot troe pentransporten en de marine. De meest-be- treurde rampen, waarbij vele levens van non-combattanten verloren gingen, zijn die van de Falaba, Lusitania, Arabic, Ancono en de Ville de Ia Cïotat. Een onderaardsche ontmoeting. Max Osborn vertelt van het westelijk front in de „Vossische Zeitung" de volgende ge schiedenis Men vertelde mij hier van een vree- selijk tooneel, dat zich in een van de vorige nachten had afgespeeld. Het is een van de toevalligheden, die de onderaardsche mijn- oorlog in zijn wreede grilligheid mee kan brengen. De Duitschers, die aan het graven en boren waren, kwamen plotseling uit in den mond van een vijandelijke mijngang, die precies in dezelfde richting en in dezelfde diepte liep. Zooals zij zelf stonden daar aan den anderen kant vijandige pioniers met spa den gebogen in het nauwe aardgat. Nu be gon daar beneden onder de aarde, in het donker bij het bleeke schijnsel van een zwak ke mijnlamp een hevig handgemeen. Ten slotte kropen de Pranschen terug, hun webk achter zich aan vernielend. Lord Kitchener over den militairen toestand. Lord Kitchener heeft, blijkens een Reuter- telegram aan een aantal bladen, in het Hoo- gerhuis zijn gewoon periodiek overzicht van de krijgsbedrijven gegeven. Hij behandelde de afgelopen gebeurtenissen op vele oor- logstooneelen en vermeldde, dat gedurende de wintermaanden acht nieuwe divisies naar het Westelijk front zijn gezonden en dat men daar den vijand geen oogenblik rust heeft gegund. Hij bracht warme hulde aan 'het Italiaan sche leger en zeide, dat het door zijn dap perheid ten slotte stellig zou slagen in zijn offensieve beweging. Niettegenstaande de zware slagen en als gevolg daarvan de groote verliezenwelke het Russische leger in 1915 te verduren heeft gehad, is het volkomen gereorganiseerd en opnieuw uitgerust, en de geest, wélke de troepen bezielt, is even goed als bij het be- gin van den oorlog. j "Sprekende over den terugtocht van Galli- poli, zèide Lord Kitchener, dat, ofschoon hij, toen hij ter plaatse was, d'ë meening had ge- l vormd, dat een terugtocht kon worden uitge- voerd met minder verliezen dan men oor spronkelijk voorspeld had, de wijze, waarop de terugtocht was uitgevoerd, zijn stoutste i verwachtingen overtroffen had. Hij deelde mede, dat het opperbevel te Sa- loniki was opgedragen aan generaal Sarrail, ten einde nadruk te leggen op het principe van eenheid tusschen de geallieerden. Kitchener besloot met de verklaring, dat Engeland in volkomen vertrouwen een geluk- -kig einde van den oorlog tegemoet kon zien. Duitsche gebeden. De „Burger und Vereine der Vadevstadt" hebben een Duitsch oorlogsgebedenboek uit gegeven, dat zeventig door Max Bewer ge schreven, en door hem zelf Kraft- und Trost-* lieder genoemde gedichten bevat. Het boekje is te velde druk gelezen en menig citaat eruit is reeds tot gevleugeld woord geworden. Bijv. het volgende couplet uit „Ment Herz": Es sucht mein Heri der Manner Streit es sucht auch süsse Liebe, des Abends teilt es Küsse aus und Morgens Frische Hiebe. In een gedicht „Gebet für Deutschland" hebben de volgende bescheiden regelen bij zonder de aandacht getrokken Gott mag selber nicht mehr leben. schwindet Deutschland aus der Welt Als belangrijk worden de volgende regelen uit het vers „Auf dem Sprung" aangemerkt Gott selbst in uns dreifaltig, Treilt dreifach Hiebe aus f De laatste vier regels van „Des Deutschen AlliLied" luiden: Denn Friede wird -der Welt nicht werden, noch Glück und Segen kehren ein, wenn nicht ein Geist regiert auf Erden So soil es denn der Deutsche sein f Heftig protest zal het volgende uitlokken Dank' einst im Sieggelaute Gott laut für diesen Krieg En zoo is er meer. Het zijn deze dingen, die de gemoederen verbitteren en vergiftigen, meer dan de oor log zelf, merkt het „Hbld." terechf op. Slaten-Oeneraat. TWEEDE KAMER. Spoorweg Stadskan a a 1—'F er A p el D uitsche grens Ingediend is een onteigeningswetje voor een spoorweg van Stadskaneal over Ter "Apel naar de Duitsche grens. Bij die tervisieligging zijn bezwaren Inge bracht door A. en H. Weits, D. Bugel en 19 onderen en de firma Landweer en.Somer, ellen te Stadskanaal. Deze bezwaren, welke niet ge richt zijn tegen het algemeen nut der onteige ning, kunnen worden ondergebracht in de ge bruikelijke rubrieken: waardevermindering van gronden, verbreking van gemeenschap te wa ter, schade in het bedrijf of andere aange legenheden, welke in aanmerking komen bij de beoordeeling van de, hoegrootheid van het be drag d&r schadeloosstelling. De spoorweg zal aanvangen op het bestaan de station Stadskanaal van den Noordooster Locaal Spoorweg, terwijl verder aan den spoor weg zijn ontworpen de stations Nieuw-Buincn, Eerste Exloërmond, Musselkanaal—Valther- mond, Vetstukkenmond en Ter Apel, alsmede de stopplaats Ter Apel (Rijksgrens). Berlchteii. De Staatscourant van Zaterdag 26 Fe bruari beval de volgende Kon, besluiten: benoemd tot adjunct-tolk aan het Ne- derlandsch gezantschap te Peking, Th. H. J. de Josselin de Jong; op verzoek eervol ontslagen mr. M. J. Thooft, als griffier van het kantongerecht te Zalt Bontmei; benoemd tot commissaris van politie te Gorinchem, W. v. d. Marei, thans commis saris van politie te Hellevoetsluis, tevens commissaris van rijkspolitie met ontheffing uit laatstgenoemde betrekkingen; benoemd tot adjunct-inspectrice van den arbeid, mej. H. C. Zijlstra, secretaresse der Middelbare Technische School te Dor drecht. Koninklijke sledetocht. De Koningin maakte gisterenmiddag met de Koningin-Moeder en de prinses in de ar van de prinses, een sledetocht door het Haagsche Bosch. De Oostenrijksche gezant. Nader vernemen wij, dat de gezant van Oos- tenrijk-Hongarije te 's Gravenhage, baron De Giskra, Donderdagmiddag naar Weenen is vertrokken ter bijwoning van de begrafe nis van mevrouw Van Weede, de er.htge- noote van den Nederlandschep. gezant al daar. s Nederland en de oorloga Oe melkvoopziening. In een vergadering van de afdeeling ,Melkverzorging" der Nederlandsche Melk-* hygiënische Vereeniging, waar een vijftig tal directeuren van melkinrichtingen aanwe zig waren, werd de vraag der melkvoorzie- ning van dezen zomer besproken en was de meening unaniem, dat met de circulaire van den minister van 28 October in handen de melkvoorziening dezen zomer niet, zooals dezen winter alleen in Amsterdam, maar vrijwel over geheel Nederland spaak zou loopen. De olgemeene meening was, dat wanneer zij niet in staat werden gesteld meer te betalen dan volgens deze circulaire mogelijk was, er onvoldoende melk voor consumptie beschikbaar zou zijn, tenvijl het instituut van „Regeeringsmelk" spaak moet loopen: lo. omdat de Re^eering niet kan zorgen voor voldoende melk; 2o. omdat de melk door de Regeering aan te voeren in de zomermaanden voor consumptiemelk on voldoende van kwaliteit is. Een commissie, bestaande uit voorzitter, secretaris en één bestuurslid, zijn afgevaar digd voor een conferentie met den minister. Aan den burgemeester van Utrecht werd een telegram gezonden, mededeelende,'dat naar de pieening der vergadering het ver lagen der melkprijzen in deze tijden ver keerd is. Opgeheven uitvoerverbod. Met ingang van 24 Februari is tijdelijk opgeheven het uitvoerverbod van rond spi- naziezaad, peenzaad, uienzaad en preizaad. Oost-Indische katoen. De Vereeniging van Brei- en Tricotfabri* knnten in Nederland spreekt in een brief aan den minister van l&ndboüw, nijverheid en handel van een dreigend gebrek in Neder land aan katoenen garens, gesponnen van Oost-Indische katoen. Vóór den oorlog wer den deze garens nagenoeg uitsluitend van Duitsche spinnerijen betrokken. Thans is Nederland aangewezen op enkele Neder* londsche spinnerijen. Bij gebrek aan aanvoel van Oost-Indische katoen hebben deze Ne» derlandsche spinnerijen echter geen gele genheid in de behoeften aan deze garens te voorzien. De Oost-Indische katoen is, zoo wordt in het adres gezegd, in Engeland in groote hoeveelheid aanwezig. Blijft de Oost-Indische katoen uit, dan zul len vele brei- en tricotfabrikanten hun fabrie ken moeten sluiten, waardoor lol van man nelijke en vrouwelijke werknemers broode loos zullen worden. Ook zal dan in Neder land groote schaorschte ontstaan in gebrei de en tricotgoederen, en zullen zeer hooge prijzen onvermijdelijk wordeif. De vereeni ging verzoekt nu den minister, dusdanige maatregelen te nemen, dat een voldoende toevoer van Oost-Indische kafoèn van En geland naar Nederland worde bevorderd. Steunbehoevende Neder landers in België. In den loop dezer maand zijn door lus» sohenkomst van het Kon. Nat. Steuncomité 1914 verscheidene wagonladingen aardappe len, spek en zuurkool voor de steunbehoe vende Nederlanders in Luik, Brussel, Ant werpen en Gent verzonden. Steun aan 8e noodlijdende bevolking in België en N o o rd-F r a n k r ij k. Op verzoek van den heer Camiile Huys- mans, lid van de sociaal-democratische par tij in de Belgische kamer van afgevaardigden en met de toestemming van het Duitsche generaal gouvernement te Brussel, heeft de minister van landbouw 1000 wagonladingen eetaardappelen ter beschikking gesteld van de noodlijdende bevolking in België en Noord-Frankrijk. De prijs, waartoe de oord* appelen aan de verbruikers worden afge staan, is 4.50 per 100 K.G. franco wagon op het station van afzending. Poging tot verboden-uit voer. Overeenkomstig den eisch van het O. M. heeft de rechtbank te Tiel den gros sier M. J. van der Heijden aldaar tot 2 maan den gevangenisstraf veroordeeld ter zake van poging tot verboden uitvoer van een partij cocosschaafsel, op 3 November 1915 te Qruten gepleegd. Behoud vannntuu r-m o n u m e n- t e n. Het bestuur der Vereeniging tot Be houd van Natuur-Monumenten in Nederland deelt mede, dat die vereeniging het land goed „Groot-Speyck", nabij Oosterwijk, heeft aangekocht en binnenkort aan de nieuwe eigenaresse zal worden overgedra gen. Door den aankoop van het nieuwe terrein, Het grootste verdriet dat een mensêh heb ben kan is het verdriet over eigen gebreken. Roman uit het Spaansch van A. PALACIO VALDèS. Vafasquez en Frasquito hielden het ra zende meisje vest. Ziende dat dit haar ver hinderde Antonio in het gezicht te vliejen, ging ze zitten, en braakte zoo'n stroom van vèrwenschingen en leelijke woorden uit, dat een ander meisje uit het gezelschap tus- schenbeide kwam. v Deze was. slank en bevallig, met wat groo- ten neus, kleinen mond, sprekende oogen en prachtig bruin haar dat in krullen over haar voorhoofd viel. Die krullen liet zij nooit met rust, wond ze om den vinger, en trok er zonder ophouden zenuwachtig aan, zoowel als ze sprak als wanneer ze toe hoorde. Zij luisterde toe met het hoofd wat naar achteren geworpen, en haar oogen zoo strak op den spreker gevesligd, als wilde zij zijn woorden en bewegingen voor altijd in haar geheugen prenten. Als ze sprak, kwamen de woorden zoo snel, maar tegelij kertijd zoo zacht over haar lippen, d~t er «en buitengewone bekoring van uitging. De grappige slordigheid van haar andaluzisch accent, en daarbij haar ^melodieuze stem, dwongen onwillekeurig ieder te luisteren naar de wijze lessen en raadgevingen, die zij altijd gewend was met kwistige hand rond te deelen. Zoo was het ook nu toen zij de aar altijd door vloekende en tierende Maria Manuela in de rede viel. „Hou je toch stil, Maria. Je gebruikt daar woorden, die in den mond van een vrouw niet thuis hooren". Maria Manuela wist eerst niet wat ze hoorde, maar spoedig schreeuwde ze woe dend voor zich uit: „Arme stakkerd 1 Neem me niet kwalijk als ik jou soms geraakt heb. Wil je wat wa ter voor de schrik?" Paca haalde minachtend de schouders op. „Je moet me wel begrijpen, Maria. Ik zei je niet, dat je je stil moest houden om je te beleedigen, maar om te maken, dat je niet verkeerd beoordeeld wordt. De vrouw, die 'maar alles zegt wat haar voor den mond komt, toont dat ze geen opvoeding heeft ge had; en dat is met jou niet 't geval. Laat die smerige woorden aan de mannen over, voor wieze werden uitgevonden, en hou wat beter je fatsoen". „Hoor eens Paca, weet je wat je doen moest?" en Maria stond dreigend op, haar vriendin strak in de oogen ziend, „kalmpjes je gezicht houden, en me met rust laten, snapje „Ik zeg t alleen maar om. „Maar als ik, dios mio. „Schei npu toch uit met je gekef, Maria! 't Is ons allemaal net zooveel waard als dat". met zijn vingers knippend. „Waar het meer op aan komt is dat Josello vergeten heeft ons worst en olijven te brengen. Denkt jullie met jë^beiden daar liever 's aan", riep Pepe de Chiclana uit. Allen lachten. „Olé, olé voor Pepe I" Verstandiger woorden werden in deze herberg niet ge sproken, sedert ze werd opgericht. Pepe de Chiclana, de man van Paca, was iemand van zes voet hoog, zwaar gebouwd, en met een goedig uiterlijk. Wat log en langzaam in zijn bewegingen zoowel als in zijn woorden, was hij in alles het tegen overgestelde van zijn vrouw, bevallig en vlug sprekend els deze was. Toch leefden Pepe en Paca, zoo verschillend in uiterlijk en karakter, in rust en vrede met elkaar. Pepe aanbad zijn vrouw, en vertelde dat aan ieder, die het hooren wou. Als Paca sprak hing Pepe aan haar lippen, alsof ze het ora kel van Delfi was. noodzaakte de anderen te zwijgen, als ze haar in de rede wilden vallen, en grijnsde tegen hen, of zei hen fluisterend „Kranig, hè? Wat een zetl" Paca minachtte Pepe daarom niet, inte gendeel eerde hem als een door en door verstandig man, en volgde al de philoso- phische raadgevingen op, die hij haar gaf. Ja, ze lachte zelfs om zijn onschuldige grap pen, en was de eerste om ze aan te moe digen. Wat hun omstandigheden "betrof, zij wa ren in goeden doen. Pepe was paardenkoo- per, ging gekleed in een kort jasje, en droeg een zijden ceintuur en een hoed met breede randen, het kenmerk van zijn beroep. Paca droeg prachtige mantones de Manila groote oorbellen en ringen met diamanten. Dit rijke en in rust en vïede levende echt paar vond er een genot in 's avonds naar de herberg van Velasquez te gaan, waar dan menschen van allerlei slag en som tijds twijfelachtige reputatie bijeen kwa men. Zoo was Antonio Robledo, administra teur van een Omnibus-maatschappij, niet getrouwd met Maria Manuela, ofschoon ze al drie jaar lang samen geleefd hadden, evenmin als Velasquez met Soledad. Maar Paca was de dochter van een herbergier en gewend aan hef lawaai en de uitbundige vroolijkheid van een herberg, waardoor het kwam dat ze, hoewel zelf altijd strikt bin- waarde hebben van duizenden pesetas, nen de perken, over anderen nu zoo heel nauw niet dacht. Zij kon zelfs moeilijk meer leven buiten d^t kroeglawaai. Als zij dan om een of andere reden eens naliet naar het gezelschap te gaan, voelde zij er heim wee naar, en was zij slecht/ gehumeurd. Haar man, die haór door'en door kende, zei dan: „Vind je het goed, dat we van avond eens naar Velasquez gaan?" Zij stribbelde dan tegen, klaagde over vermoeidheid, en beweerde dat zij het te druk had. Als de goede Pepe dat voor goede muntr aannam, was hij goed af T Het humeur van Paca werd dan zoo slecht, dat zij onuitstaanbaar werd. Maar Pepe, hoewel hij niet snugger was, was toch spoedig achter dit geheim geko men en hield 's avonds niet op met zeuren, voordat hij haar mee had getroond. Het Groote zijden doeken, die dikwijls een scheen dan wel, alsof Paca formeel het huis werd uitgesleept, maar eens buiten veran» derde zij dadelijk èn werd op eens zoo vroo* lijk dat er maar geen ophouden kwam aan haar gelach en gepraat. Niet alleen vond ze het zoo heerlijk uit te gaan, maar zij deed ook gedeeltelijk mee om haar welsprekendheid uit te oefenen op Velasquez, en hem over te halen toch met Soledad te trouwen. Van haar pogingen ten opzichte van Antonio en Maria Manuela had zij afgezien. Antonio was van-karakter zoo. veranderlijk en lichtzinnig, dat Paca wel begreep hij geen lust had zich voor al tijd aan Maria te binden. Paca zong bovendien met zachte, fris- sche stem, en zij. bespeelde de gitaar met zulk een talent, dat weinig vrouwen haar in Andaluzië overtroffen. In heel Cadi* stond ze hiervoor bekend, hoewel men haar na haar trouwen haast niet meer hoorde. Al leen onder vrienden, en nadat men haar een tijdlang gesmeekt had, nam zij de gitaar en accompagneerde zichzelf bij een of an der liedje. Velasquez was intusschen onder hel standje opgestaan, en naar den winkel ge» gaan. Na een poosje kwam hij terug, ge volgd door Joselillo, die een groot blad droeg waarop glazen wijn, kaas en garnalen. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 5