Woensdag 1 Maart 1916.
BUITENLAND.
N* 208
„DE EEMLAN DER'
BINNENLAND.
14de Jaargang.
flooMredacteun Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO.
a f 1*00*
1.5(>.
ABONNEMENTSPRIJS:
9bv 9 maanden voor Amersfoort
Idem franco pei post
Par «eek (mei gratis verzekering tegen ongelukken) O. I O.
Afsonderlgke nummers 0.05.
Wekelijks bijvoegsel „dt Hollandteht Huiswouut' (onder redactie
no Thérèse vod Hoven) per 3 mnd. 50 ets.
Jfekeljjkseb bijvoegeei „P*k m» nut" per 8 mnd. 80 ets.
j'
Bureaus UTRECHTSCHESTRAAT
Intercomm. Telefoonnummer 66.
1.
PRIJS DER A D V ERTENTI ËN.
Vin 1-5 „«„i,3W
F.lke regel moer*0 IO
I>tonstaanhu>iJingen 25 cents bfy vooruitbetaling*
Groote letters naar plaatsruimte.
tor ÏUt' i*n .b*alAan tee' bepalingen
Int het herhaald adverteorno in dit Blad. hi, ehonnomont.
fceno circulaire, hevattoude de voorwaarden, wordt 01
aanvraag toegezonden.
De
Politiek Overzicht
nieuwe regelen voor den
duikbootoorlog.
Heden treedt de nieuwe regel in werking,
8ie door de centrale mogendheden gesteld
U als richtsnoer voor hunne houding tegen
over de bewapende handelsschepen. Zij heb
ben aan dien regel algemeene bekendheid
gegeven in eene nota, die den iOen Februari
j.1. aan de onzijdige staten is medegedeeld.
Daarin is hunne opvatting aldus geformu-
>eerd:
1. Bewapende handelsschepen zijn niet te
\eschouwen als vreedzame schepen naar
het volkenrecht, ook dan niet wanneer zij
jlechts met het oogmerk der verdediging be
gapend worden.
2. Naar het optreden van de bewapende
vijandelijke handelsschepen en volgens de
op Engelsche koopvaardijschepen gevonden
geheime instructiën zijn de^handelsschepen
der Entente niet slechts voor verdediging,
maar ook voor den aanval bewapend.
3. De centrale mogendheden beschouwen
daarom ieder van kanonnen voorzien koop
vaardijschip als oorlogvoerend schip.
4. Na den 29en Februari zullen de oor
logsschepen van de centrale mogendheden
teder bewapend vijandelijk koopvaardijschip
als oorlogvoerend schip behandelen.
5. De centrale mogendheden deelen deze
opvatting aan de neutrale stoten mede, op
dat deze hunne staatsburgers kunnen waar
schuwen, dat zij geen gebruik moeten maken
van bewapende koopvaardijschepen.
'Men heeft laten verluiden, dat het nog niet
vaststond, dat deze regel voortaan zou gel
den. Het werd voorgesteld alsof de centrale
mogendheden, om Amerika in 't gevlei te
komen, wel geneigd waren zich tot een uit
stel te laten vinden. Of voor die verwachting
een andere grónd heeft bestaan dan de
wensch, dat het zoo zou zijn, is eene vraag,
die ons niet meer behoeft bezig te houden,
want gisteren is bekend geworden, dat
Duitschland en Oostennjk-Hongarije door
hunne vertegenwoordigers te Washington
aan de regeering der Vereenigde Staten heb
ben laten mededeelen, dat zij geen enkele
reden hebben om in de instructiën, die ge-
gegeven zijn over het zonder voorafgaande
waarschuwing in den grond boren van ge
wapende koopvaardijschepen, verandering te
biengen of hun in werking treden uit te stel
len. De nieuwe stelregel voor het voeren van
den duikbootoorlog is heden dus in werking
gëfreden.
Het standpunt, dat de Amerikaansche re
geering hiertegenover inneemt, is bekend
uit de verklaringen, die door president Wil
son en staatssecretaris Lansing zijn afge
legd. Daarfh wordt de opvatting van de re
geering der Vereenigde Staten aldus uit
eengezet:
1. Amerika beschouwt het els een gelden
den regel van het volkenrecht, dat handels
schepen met het doel om zich te verdedigen
bewapend kannen zijn, maar uitsluitend
voor verdediging, niet voor aanvalsoogmer-
ken.
2. Amerika is van .oordeel, dat de regel,
dieals geldend aanneemt, dat aan han
delsschepen is toegestaan zich voor verde
diging te bewapenen, wijziging behoeft.
3. In deze wijziging moet'echter door alle
Oorlogvoerende staten toegestemd worden.
4. Wanneer het tengevolge van de wei
gering der Entente om tot die wijziging me
de te werken, mocht blijven bij het gebrui
ken van bewapende handelsschepen, dan is
de Amerikaansche regeering voornemens
de volgende praktische regelen in acht te
nemen:
a. Zij behoudt zich voor, nieuwe bewijsre-
gelen te bepalen tot vaststelling van de
vraag, of een in hare havens binnenloo
pend schip werkelijk enkel bewapend is om
zich eventueel te kunnen verdedigen.
b. Zij zal geene waarschuwing laten uit
gaan aan de Amerikaansche burger§ om
van bewapende handelsschepen gebruik te
maken.
c. Wanneer zich gevallen mochten voor-
'doen van benadeeling van Amerikaansche
burgers door het torpedeeren van bewonen
de handelsschepen, dan zal de regeering
In ieder voorkomend geval raar de bijzon-
idere omstandigheden handelen.
5. Tegen de verklaring van de centrale
*nogendhedenxovc- da bewapende handels
schepen laat Amerika geen protest uitgaan:
fnaar het behoudt zich voor de vraag te
Ste-!en, boe de. centrale 7r.orendh°d"P zl'h
VC'O'ctfi'pr» de or»dersrh*id'n<? te r»aT-'.o. n.*s-
bewapende erLOnbcwviend-» ha**.dei«-
ti
f.cfi aa.r.cnge.ab kc.iü
Epjj-inpo:;: van
de regeering der Vereenigde Staten dus
hierop neer, dat zij aan de centrale mo
gendheden volle vrijheid laat om den duik
bootoorlog tegen de vijandelijke handels
schepen te voeren op de wijze, die zij heb
ben aangekondigd. Maar aan den anderen
kant laat zij hun ook de volle verantwoorde
lijkheid voor de gevolgen, die daaruit kun
nen voortvloeien. Wanneer tengevolge van
het in den grond boren van een handels
schip, waarop omdat het bewapend is de
voor een oorlogsschip geldende regelen
worden toegepast, Amerikaansche belangen
worden geschaad, dan behoudt zij zich voor
met allen nadruk daarvoor in de bres te tre
den, en zij weigert alle medewerking om
zulke moeielijkheden te voorkomen, door
hare burgers te waarschuwen, dat zij zich
van dergelijke schepen niet moeten bedie
nen. Men staat dus, van heden af gerekend,
iederen dag bloot aan het gevaar, dat er
nieuwe conflicten zullen ontstaan van den
zelfden aard als die, welke verleden jaar zijn
voortgevloeid uit het in den grond boren van
de Lusitania en van de Arabic en waarvan
niet dan met groote moeite de gevolgen zijn
afgewend.
De oorlog.
B e r lij n, 2 9 Febr. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
De versterkte artilleriewerkzaamheid hield
"ïan op vele plaatsen.
Ten oosten van de Maas bestormden wij
een klein pantserwerk ten noordwesten van
het dorp Douaumont. Hernieuwde vijande
lijke aanvallen in deze streek werden reeds
in de ontwikkeling verstikt.
In de Woëvre overschreden onze troepen
Dieppe, Abaucourt en Blanzée; zij zuiverden
het uitgestrekte gebied ten noordoosten van
Watronville en Haudiomont en namen in
een dapperen stormloop Manheulles en
Champion.
Tot gisterenavond werden aan ongewonde
gevangenen geteld 228 officieren en 16.575
manschappen. Verder werden als buitge
maakt opgegeven 78 kanonnen, waaronder
vele zware van de nieuwste constructie.
Bij de houtvesterij Thiaville (noordoostelijk
van Badonviller) werd een vooruitspringend
gedeelte van eene Fransche stelling aan
gevallen en genomen. Een vrij groot aantal
gevangenen bleef in onze handen.
P a r ij s, 2 9 Febr. (Havas.) Namiddag
communiqué.
De tegen Verdun door de Duitschers be
proefden knotslag slaagde niet. Ten noord
oosten van de stad zijn de Duitschers aan de
plaats gebonden; zij kunnen niet meer avan
ceeren.
Heden nacht werden verscheidene aanval
len van de Duitschers in de streek van Dou
aumont tot het handgemeen gevoerd; zij wer
den allen teruggeslagen door de Fransqhe
troepen.
Eene Duitsche afleiding komt aan den dag
verder oostelijk van Verdun in de Woëvre.
Zoo vielen gisteren„na eene intense artille
rievoorbereiding, ae Duitschers het dorp
Manteulles aan, waarin zij konden doordrin
gen. Een oogenblik kwamen zij zelfs verder.
Een onmiddellijken tegenaanval bracht de
Fransche troepen terug tot den westelijken
zoon van Manteulles.
Op het verdere westelijke front drongen
de Duitschers in de streek van Badonovillez
in vier kleine elementen van de voorste
loopgraven, waaruit zij dadelijk weer verdre
ven werden.
P a r ij s, 2 9 Febr. (R.) Avondcomrmini-
qué.
In de streek van Verdun werd het bombar
dement op het noordelijke front minder in
tens voortgezet dan de voorafgaande dagen.
Er werd geene infanterie-actie gemeld in den
loop van den dag.
De Duitschers leggen loopgraven aan op
de noordelijke hellingen van de Cote du
Poivre, waarvan de eerste kam bezet is door
onze voorste troepen.
Wij bombardeerden hevig Samogneux,
waar een vijandelijk bataillon zich had ver
zameld.
Ons artillerievuur op verschillende punten
'van de Woëvre-vlakte verhinderde aanvallen,
die in voorbereiding waren.
Er was Veel artillerie-werk in de Vogeezen.
Een tegenaanval verdreef den vijand uit een
gedeelte van de loopgraven ten oosten van
Seppois, die "hi j in den morgen had bezet.
Onze artillerie tusschen Soissons en
Reims bombardeerde belongrijke punten ach
ter het vijandelijke front en ontredderde
Duüsche. loopgraven bij hoogte 193.
Peters burg, 29 Febr. (Tel.-agent-*
schap.) Communiqué van den grooten gene-
Kifen staf.
in de streek van Dwinsk in de buurt van
Garboenovka en ten noorden van den spoor
weg naar Ponievej kwamen onze de Duit
schers verslaande elementen een weinig
vooruit.
Tusschen de Ilzen- en Medmoessmeren en
ten zuiden van laatstgenoemd meer kwamen
de Duitschers in dichte drommen op onze
versterkingen aan, maar zij weken voor ons
hevig vuur terug.
Weenen, 29 Febr. (W.-B.). Officieel
bericht van heden middag.
Gister namiddag was het Italiaansche ge
schutvuur tegen gedeelten van het brug-
hoofd van Görz en dë Doberdo-hoogvlakte
weer levendiger.
Korfu, 29 Febr. (Havas). Het totaal
der geëvacueerde Servische en Montene-
grijnsche troepen bedraagt tot heden
152,000 man, waarvan 135,000 zich op
Korfu bevinden.
Konstantinope!28 Febr- (W. B.)
Communiqué van het hoofdkwartier.
Aan het Irakfront is in den nacht van den
22en eene vijandelijke poging om bij ver
rassing op te rukken tegen onze stelling bij
Felohie, met gemak afgewezen. Den 23en
trachtte de vijand tegen onzen linkervleugel
ongeveer een bataillon in sloepen aan land
te brengen. Hij werd echter door ons vuur
daarin verhinderd.
Stockholm, 28 Febr. (W. B.) Het
stoomschip Knippla, groot 498 ton, uit Go-
tenburg, met suiker naar Trelleborg en Go-
tenburg onderweg, is ten zuiden van Falser-
bo op een mijn geloopen en gezonken. De
bemanning is gered.
Par ij s, 29 Febr. (Havas). De hulp-
kruiser Provence D, die voor het transport
van troepen naar Saloniki werd gebruikt, is
den 26en in het middengedeelte van de
Middellandsche zee tot zinken gebracht.
Volgens de tot dusver ontvangen berichten
zijn 296 schipbreukelingen aangebracht in
Malta en omstreeks 40O in Milo door Fran
sche en Engelsche patrouilleschepen, die op
de radiografische waarschuwingen kwamen
toesnellen. Er waren omstreeks 1800 man
aan boord, de bemanning er onder begre
pen. Het was zeer helder weer en er stond
slechts eene lichte deining. Het schip werd
in het achterdeel getroffen; het zonk in veer
tien minuten.
P a r ij s, 2 9 F e b r. (R.) Een communiqué
van het marinedepartement van 3 uur in den
namiddag bericht, dat in Milo 489 schip
breukelingen van de Provence zijn en dat
binnenkort nog 85 zullen aankomen op een
patrouilleschip. Het aantal overlevenden zou
nu dus zijn 870.
B e r 1 ij n, 1 Maart. (W. B.) Van den 4en
tot den 22en Maart wordt de inschrijving
opengesteld op de vierde oorlogsleening in
den vorm van 4 lA pets. rijksschatkistbiljetten
en 5 pets. rijksleening. De rijksschatkistbil
jetten worden in tien seriën ingedeeld; de
aflossing geschiedt door jaarlijksche uitlo
ting, telkens een serie, van 1923 tot 1932.
De rijksleening is tot 1924 onopzegbaar. De
inschrijvingsprijs is voor de rijksschatkist
biljetten 95, voor de rijksleening 98.50 en
bij inschrijving in het rijksschuldboek 93,30
pet.
Petersburg, 29 Febr. (Havas). De
financieele commissie, waarvan de minister
president voorzitter is, heeft het plan vastge
steld voor eene oorlogsleening van 2 milliard
roebels, rentende 5Yi pet. en aflosbaar in
tien jaren. De houders van deze leening zul
len dezelfde voordeelen genieten als die van
de vorige leening.
Vereenigde Staten.
N e w-Y ork, 29 Febr. (Havas). De
Senaat heeft het door het parlement van
Haïti reeds goedgekeurde verdrag bekrach
tigd, waarbij de Vereenigde Staten het finan
cieele en politieke beheer van Haïti op zich
nemen, de onschendbaarheid van het land
waarborgen en zijne ontwikkeling ter hand
zullen nemen.
Kameroverzicht.
Eerste Kamer
In de zitting van Dinsdag werd behan
deld het hoofdstuk FinanQën der Staats-
begrooting.
De heer Bergsma (u. 1.) verlangt, dat
benaderde smokkelwaren niet verkocht wor
den in het grensgebied; hij verzoekt voorts
overleg met den minister van binnenland-
sche zaken omtrent het wegnemen der be
letselen tot handhaving der Drankwet en
vestigt de aandacht op de drankaccijnsver-
hooging als middel tot vermindering van
het drankgebruik. Hij vraagt de medewer
king van den minister om de gemeenten
aan goedkoop geld te helpen.
Minister Van G ij n acht verkoop van
aangehaalde smokkelwaar buiten het grens
gebied niet steeds mogelijk. Hij zal trachten
de moeilijkheden voor de uitvoering der
Drankwet uit den weg te ruimen. Drank
bestrijding is een der voornaamste midde
len tot verhooging van het moreel peil van
het volk. De Min. vreest evenwel van ver
dere accijnsverhooging toeneming der ont
duiking. Steun van het gemeentelijk krediet
is hier niet noodig wegens het voortdurend
toezicht^ van Gedeputeerde Stoten op de
gemeentelijke financiën.
Hoofdstuk Financiën wordt zonder stem
ming aangenomen, evenals onvoorziene uit
gaven en de verbodsbepalingen betreffende
de bereiding van alcoholische vloeistoffen.
Buitcnlandsche Zaken.
De heer Van Kol klaagt over de onvol
ledigheid van het Oranjeboek en het slecht
voor den dag komen van Nederland op de
tentoonstelling te San Francisco. Hij dringt
daarom aan op instelling van een perma
nente tentoonstellingscommissie.
Spr. bepleit voorts algeheele reorganisatie
van den diplomatieken en consulairen dienst
in dien zin, dat onze vertegenwoordigers
meer consul dan gevolmachtigd minister
zullen zijn. Er moet komen democratisee
ring van het buitenlandsch beleid door meer
openbaarheid en meer invloed van het par
lement.
Spr. dringt eindelijk aan op bijeenroeping
eener conferentie van neutrale mogendhe
den ter voorbereiding van stappen tot den
vrede.
De heer Van der Peltz vraagt mede-
deelingen omtrent het al of niet bestaan
van een geheim bedrag met Duitschland,
waarover in verband met de Telegraaf-
quaestie is gesproken.
De heer Van Hardenbroek brengt
hulde aan de consulaire ambtenaren.
Het hoofdstuk Buitenlandsche Zaken werd
zonder stemming aangenomen.
Minister Loudon zegt dat in het Oran
jeboek niet alle mededeelingen kunnen wor
den verstrekt.
Spr. erkent dat Nederland te San Fran
cisco niet schitterend vertegenwoordigd
was.
De diplomatieke en consulaire dienst vol
doet uitstekend. Het oogenblik is thans niet
geschikt om mededeelingen te doen over
een conferentie van neutrale staten. Spr.
gelooft evenwel, dath et thans beoogde doel
daardoor niet zou worden bevqrderd.
De Minister ontkent met beslistheid
het bestaan van een geheim verdrag. Een
verbond, afspraak of overeenkomst met
Duitschland bestaat niet en heeft nooit be
staan, zelfs zijn nooit pogingen aangewend
om daartoe te komen.
Op 3 Augustus 1914 heeft de Duitsche
gezant aan onze regeering medegedeeld dat
indien Nederland zijn onzijdigheid zou
handhaven, Duitschland zijnerzijds onze on
zijdigheid zou eerbiedigen.
Ook aan den Nederlandschen geant te
Berlijn zijn zeer stellige verklaringen ge
daan. De mededeeling van Duitsche zijde
aan Engeland: „Wij hebben plechtig ons
woord aan Nederland Verpand", kan dus
ook niet slaan op een overeenkomst, maar
slechts op deze eenzijdige, plechtige en stel
lige verklaring, die door den Duitschen ge
zant aan ons is afgelegd. De Nederlandsche
regeering heeft in geen enkel opzicht haar
vrijheid van handelen prijsgegeven.
Hoofdstuk Justitie.
De heer Bosch van Ou d-A m e 11 Sr
w e e r d (v. I.) klaagt over overlading van
de parketten met administratieve werk
zaamheden.
Spr. wenscht wijziging der regeling van
het deskundig bewijs in burgerlijke zaken
en uitbreiding van het tuchtrecht voor de
kamers van toezicht op het notariaat.
Te 5 uur wordt de vergadering verdaagd
tot hedenochtend 11 uur.
Berichten*
De Staatscourant" van Woensdag 1
Maart bevat o. a. de volgende Koninklijke
besloiten
benoemd bij de infanterie, tot kapitein, de
le luitenant O. R. Plet, van de 11e brigade;
bij den stafd er infanterie, tot kapitein de
le luitpnant J. W. H. Hamilton of Silverton
Hill; adjudant bij het regiment grenadiers;
eervol gepensionneerd, wegens onge
schiktheid, de kapitein A. J. Valewink, van
het 27e reg. infanterie;
benoemd tot officier van gezondheid 2e
klasse bij de zeemacht, de artsen H, J.
Bronsveld en H. H. van der Meer.
De gouverneur-generaal.
Reuter seint ons uit Kaapstad d.d. 29 Febr.»
Graaf van Limburg Stirum zat .heden uan
een noenmaal aan, hem in het parlements
gebouw door Botha aangeboden. Daarbij
waren verder aanwezig Lord Buxton, gouver
neur-generaal van Zuid-Afrika en diens
echtgenoote, benevens de leden van het ka
binet Merriman en Sir Thomas Smartt.
De Legercom missie. Door de
Legercommissie, ingesteld bij Kon. besluit
van 12 December 1910, zijn, volgens de
Avp. de navolgende vragen gericht non de
commandanten van compagnieën, esco-
drons, batterijen, enz., van leger en land
weer, met verzoek deze vragen kort en za
kelijk te willen beantwoorden vóór 25 Maart
a.s. en onder mededeeling, dat de antwoor
den als van strikt vertrouweliiken
aard zullen worden beschouwd
lo. Welke waren uwe bevindingen om
trent de paraatheid van het onderdeel on
der uw bevel m de eerste dagen van Aug.
1914 ten opzichte van de geoefendheid
Hierbij te beantwoordenWas bij den
aanvang der mobilisatie de geoefendheid
voldoende bij miliciens en landweer, en,
zoo neen, is dan tijdens de mobilisatie dat
tekort ingehaald?
Welke waren naar uw oordeel de oorza
ken van dat tekort en hoe ware dat te voor
komen geweest?
2o. Hoe was de paraatheid van het on
derdeel ten opzichte van de kleeding en
uitrusting? Hoe was de toestand bij den
aanvang der mobilisatie en hoe is die nu?
3o. Welke waren uwe bevindingen te»,
opzichte van de encadreering
Hierbij ook te vermelden hoe uw oor
is over de geschiktheid en geoefendheid»
van beroeps- en verlofskader, dit laotste
met den rang van officier en daar beneden.
Als dir» £r<?schiktheid onvoldoende moc'it
geweest zijn, waarin bestonden dan de te
kortkomingen Na hoeveel tiid waren di®
tekortkomingen overwonnen Op welke
wijze zouden naar uw oordeel die tekortko
mingen te voorkomen zijn geweest?
4o. Op welken datum meent ge, dat uw
onderdeel geschikt was in zake oefening,
uitrusting en samenhang om als oorlogs
eenheid op te treden
5o. Welke zijn uw bevindingen omtrent
de paraatheid van het onderdeel onder uw
bevel op dit oogenblik ten opzichte van de
geoefendheid, de kleeding en uitrusting en
de encadreering? r
Kon. Mil. Academie. In hei
Staatsblad no. 31 is opgenomen de wet vaif
15 Januari 1916, waarbij bepaald wordt dat
aan de Kon. Mil. Acad, en aan den hoofd
cursus tijdelijk is verbonden een applicatie-
school tot het voltooien der studiën van de
na 1914 tot officier benoemde cadetten der
K. M. A. en onderofficieren-leerlingen van
den Hoofdcursus, voor zooverre zij niet de
volledige opleiding hebben kunnen ontvan
gen.
Na afloop van dien cursus wordt door de
leerlingen examen afgelegd, waarna, in of-
wijking van het bepaalde in art. 7 der be-
Vorderingswet voor de Landmacht 1902,
voro zooveel deze officieren betreft, de
ouderdom in rang voor de bevordering en
de rangschikking op nieuw bepaald wordt.
Zij die aan dit examen niet voldoen, zul
len nog éémaal het onderwijs aan deze ap
plicatie school volgen.
De app!icatiéscl\pol aan de Kon. Mil. Aca
demie voor de nieuw benoemde luitenants,
welke voor het leger in Nederlandsch-IndiP
bestemd zijn, zal begin aMart aanvangen.
Kamerverkiezing Apeldoorn.
Bij de gisteren in het kiesdistrict Apel
doorn gehouden Kamerverkiezing (vacature
van Bylandt) werden uitgebracht op J. Es-
meijer (V.-D.) 4005 stemmen, J. R. Snoeck'
Henkemans (Chr. Hist.) 5737 stemmen; K,
van Trigt (S.-D.) 554 stemmen, zoodnt go*
kozen is de heer J. R. Snoeck Henkemans.
(In 1913 werden bij de periodieke verkie-
zing uitgebracht op graaf Van Bylandt 4172.
op den heer Esmeyer 3155, op den heer
Dijkgraaf (S. D. A. P.) 635 en op prof. Mul
ler (Prot.) 530 stemmen. Bij de herstemming
kregen de heeren van Bylandt 5095 en E?
meyer 5007 stemmen).
Nederland en de oorlog*
Kon. Nat. Steuncomité.
De 27e lijst van ingekomen bijdragen
voor het Kon. Nat. Steuncomité 1914 van
13 tot en me^l9 Februari 1916 wijst eeni
totaal aan van 1750/30, makende met het
totaal der vorige lijsten een totaal-generaal
van 13-596-747,97Jé*
n an