dl NN EN LAND. orme hoeveelheden machinegeweren wor- n aangemaakt. De aanmaak overtreft alle Verwachtingen. Kopenhagen, 1 Maart. (W. B.) De Eweedsche marinestaf heeft, volgens de Na- lional Tidende, bericht ontvangen, dat tal- jke drijvende mijnen aan de zuidkust van chonen zijn waargenomen Berlijn, 1 Maart. (W. B.) Bij de be handeling door het huis van afgevaardigden van een voorstel der Poolsche fractie om bij het vergeven van rentegoederen geene bezwaren te laten gelden, voortkomende uit godsdienst, afstamming, moedertaal of poli tieke richting, bracht de minister van land bouw von Schorlemer in herinnering de her baalde verklaringen van den minister van binnenlandsche zaken, dat de regeering na iden oorlog objectief en welwillend de be langen van de'Polen zou laten wegen, zooals werd geboden door de houding van de Pruisische Polen in den Duitschen levens- Btrijd. Maar hij verzocht thans de kwestiën yan de algemeene Poolsche politiek uit te schakelen, omdat die eerst bij eene nieuwe ioriënteering van de binnenlandsche politiek kunnen worden behandeld. Stockholm, 2 Maart. (W. B.) De be grotingscommissie van den rijksdag heeft bet regeeringsvoorstel, waarbij 25 miilioen icronen werden gevraagd tot dekking van de kosten voor de handhaving van de onzijdig heid, tot 18 millioen verminderd. De rijksdag Stond dit bedrag toe. Londen, 29 Febr. (R.) Een belang rijke conferentie van afgevaardigden van bijna alle Kamers van koophandel in het Vereenigd Koninkrijk, kwam heden te Lon den bijeen, onder voorzitterschap van Sir Algernon Forth, voorzitter van de Vereeni- ging van Kamers van koophandel in het Vereenigd Koninkrijk. Op deze conferentie zijn voorstellen be sproken nopens de regeling van den Brit- echen handel na den oorlog. Na lof te hebben gebracht aan de dappere Fransche verdediging van Verdun, stelde de voorzitter eene motie voor, waarin er op wordt aangedrongen, dat de natie de be kwaamheid om met eigen middelen* te pro- duceeren, moet ontwikkelen, liever dan bij invoer te berusten. Het allereerste voorbeeld was de Duitsche aniline-vcrfstoffen-nijver- heid als een les voor de Engelsche achte loosheid in het verleden. De voorzitter zei- üe, dat het hoog tijd was om zijn uiterste bea' te doen; de politiek van het „laisser faire" kon niet langer worden toegepast. Het rapport van Beckett, den welbeken den bankier, die de motie steunde, zeide, dat als de vrede dit jaar kwam, de voorra den voor de weef-industrie nog overvloedig in Duitsche handen zouden zijn. Andere af gevaardigden spraken in denzelfden geest. De kanselier der schatkist Mc Kenna hield eene zeer toegejuichte rede, waarin hij wees op de afhankelijkheid van Duitschland, die vóór den oorlog in vele takken van den Britschen handel heeft bestaan. Als natie lean Engeland niet dulden, op nieuw in dien toestand te worden geplaatst. De regeering Is bereid steun te verleenen aan de ontwik keling van den handel met het buitenland, om te bereiken, dat de vroegere mededin gers, die nu onze bittere-vijanden zijn, niet meer het gezag over den buitenlandschen handel krijgen, dat zij in het verleden heb ben gehad. Spr. vreest niet, dat de geest en ;de vindingrijkheid van onze fabrikanten, kooplieden en bankiers ons in den steek zal laten. Het kan zijn, dat wij zullen moeten leeren, dat eene politiek van regeerings- 6teun noodig is om de uitbreiding te verze keren van onzen handelsinvloed door de neutrale landen. De moed van onze natie aal niet-in gebreke blijven. Wij zijn bereid lot het einde te volharden. Een van de voor naamste factoren van ons volhardingsvermo gen steunt op de groote commercieele macht van ons land. (Luide toejuichingen). De conferentie nam besluiten aan, waarin aan de regeering gevraagd wordt maatrege len te nemen voor wederkeerige handels- voordeelen tusschen het rijk en zijne bond- genooten, gunstige behandeling van onzij- digen en beperking door tarieven van den handel met de vijandelijke landen na den oorlog, ten einde te voorkomen, dat de eigen nijverheid wordt gedrukt, en die nijverheid lot krachtsinspanning aan te sporen. Londen, 29 Febr. (R.) De groote na tionale economische campagne werd he den in de Guildhail ingezet met een groote meeting, waarbij alle klassen van het Ver- ^enigde Koninkrijk vertegenwoordigd waren De ministers Kitchener, Mac Kenna, Bo- nar Law en Balfour, de hoofden van de En gelsche en roomsche kerken, oud-gouver neurs van graafschappen, leden van de bei de Huizen van het parlement van iedere r- dj waren aanwezig. De Lord-Mayor van Londen, die presi deerde, zeide, dat Engeland met vreugde den prijs zop betelen om een blijvenden vrede over de geheele wereld te erlangen .voor de kleine, zoowel als de groote naties. Minister Mac Kenna zeide, dat het leger en de vloot voortdurend van het noodige voorzien moesten worden en dat de eenige manier om dit te bereiken, hierin bestaat, dat kapitaal en arbeid worden afgeleid van vredesarbeid en aangewend ten behoeve van leger en vloot. Hij gaf in het algemeen den raad, de grootste zuinigheid te betrachten en de regeering geld te leenen, want hij wilde geen grootere belasting dan strikt noodig was, opleggen. Lord Kitchener zeide, dat het geheele land strijd voerde; de een stond met het le ger in het veld; de ander was lid van de burgerlijke bevolking, die in het land ach terbleef. Hij had voor het leger noodig zoo vele mannen als mogelijk was en een onop- boudelijken toevoer van munitie. Het vraag stuk was, hoe millioenen mannen aan de werkplaatsen en boerderijen te onttrekken en toch in de behoeften van het volk te voorzien en voor de massa oorlogsmate- rieel te zorgen. Dit zou onmogelijk zijn, wanneer de productie en het verbruik op den standaard van voor den oorlog bleven. Er moet dus in alle standen de uiterste zui nigheid in acht genomen worden. Bonar Law zeideDe handel is een van onze voornaamste oorlogswapenen. Dui'-'h- land heeft de wereld in ellende gestort, om dat het meende daarvan voordeel te heb ben. In de toekomst zijn wij eensgezind in het voornemen, dat aan Duitschland nooit meer moet worden toegestaan het Britsche rijk uit te buiten. Wij moeten na den oorlog die vraagstukken grondig onderzoeken in vereeniging met onze groot dominions/ die evenzeer als wij zelf, gerechtigd zijn de toe komstige politiek te bepalen. Balfour verklaarde Ieder moet zijne eigen uitgaven regelen en de hand in den zak steken om de nationale belangen naar zijne beste krach ten te dienen. Op hem, wiens inkomsten door den oorlog gestegen zijn, rust de plicht uitgaven uit te stellen tot na den ooilog. Eene motie door Mac Kenna voorgesteld, waarin wordt uitgesproken, dat geen opof fering te groot mocht zijn om de overwin ning te verzekeren, werd met algemeene stemmen aangenomen. Madrid, 1 Maart. (R.) Dagblad-tele grammen uit Badajoz berichten, dat dé Duit sche regeering een ultimatum gezonden heeft aan Portugal, waarin het herstel van de in beslag genomen schépen in hun vori- gen staat binnen 24 uren wordt verlangd. Er wordt bericht, dat vele Duitschers in Vigo uit Portugal zijn aangekomen. Rome, 29 Febr. (Havas). Men bericht, d^t de chef de bureau van het Belgische departement van oorlog Freyling, die on langs ter dood veroordeeld werd wegens spionnage, dank zij de bemoeiingen van den paus, zijne straf veranderd heeft gezien in levenslange gevangenisstraf. Spanje. M a d r Ld, 1 Maart. (R.) Er is eene staking uitgebroken als gevolg ven de duurte van het brood. De geheele handel staat stil. De gendarmerie deed eenige ar restaties. De oproeren hadden een ernstig karakter. De politie was machteloosde burgemeester heeft zijn ontslag genomen. Vereenigde Staten. B e r 1 ij n, 1 Maart. (K. N.) Volgens be richten in Amerikaansche bladen heeft ie New-York in de reusachtige Camegiezaal eert indrukwekkende monstervergadering plaats gehad van de Joodsche bevolking van New-York, die belegd was met het doel een steuncomité op te richten ten voordeele van de Joden, die tengevolge van den oorlog in Europa in nood verkeeren. De vergadering werd door de American Jewish Relief Committee belegd. Sedert het begin van den oorlog had dit comité reeds 1.500.000 dollars bijeengebracht. Nauwe lijks een half uur na de opening van de ver gadering konden vier giften leder van 100.000 dollars gemeld worden; na sluiting van de vergadering waren ter beschikking van het comité gesteld 1.250.000 dollars. Verspreide Berichten. Kardinaal Mercier. Kardinaal Mercier heeft te Luzem, of schoon hij in hetzelfde hotel logeerde, prins Von Biilow niet gesproken. Zij hebben el kaar volgens de Kölnische bij een toevallige ontmoeting slechts gegroet In hetzelfde bericht lezen we, dat de kar dinaal over den uitslag van zijn reis naar Rome niet tevreden is, „omdat hij den in druk heeft moeten krijgen, dat de paus uit hoofde der strikte onzijdigheid van den H. Stoel, ter bevordering van de christelijke naastenliefde liever een streng godsdienstig dan een politieken kardinaal in België ziet". Jonggezell en-b e 1 a s t i n g. De regeering van het Duitsche vorsten dom Lippe, heeft besloten een vroeger door den Landdag aangenomen jonggezellen- belasting, waartegen zij aanvankelijk bezwa ren had, met het oog op de tijdsomstandig heden in te voeren. Ongehuwde, kinder- looze, gescheiden en ais weduwnaar of we duwe achtergebleven belastingplichtigen, moeten boven het bedrag van hun inkom stenbelasting een toeslag betalen van 10 procent, wanener zij van 500 tot 3100 Mark inkomen genieten, 20 procent bij 3100 tot 6900 M., en 30 procent bij hoo- ger inkomen. Wie voor behoeftige familie leden zorgt, is er van vrijgesteld. Montreal, 1 Maart. (R.) Het station van den Grand Trunk spoorweg is door brand vernield. Tweede telegram. De brand heeft gewoed in de opslagplaatsen van het sta tion en breidde zich uit met verschrikkelij- ken spoed. Het hoofdgebouw was in minder dan een uur vernield. Het verlies bedraagt waarschijnlijk 300.000 dollars. De politie denkt, dat de oorzaak van den 1— vijandige moedwil is. Kameroverzicht Eerste Kamei ln de zitting van 1 Maart werd de behan deling der justitiebegrooting voortgezet. De heer Bosch van Ou d-Amelis- w e e r d (r.-k.) wenschte het overbrengen van de Begrafeniswet van Binnenlandsche Zaken naar Justitie en wijziging van die wet in overeenstemming met het arrest van den Hoogen Raad, die z. i. lijkverbranding onge oorloofd acht. Hij dringt voorts aan op wijzi ging van de wet op vereeniging»en vergade ring, ten einde vervallenverklaring van de „Vereeniging Facultatieve Lijkverbranding" mogelijk te maken. De heer Lucassen (a.-r.) critiseert eveneens de houding der regeering ten aan zien van de lijkverbranding, en vraagt ver der meer toepassing van de Straf van beris ping ten aanzien van kinderen. De heer B e r g s m a (u.-l.) keurt vervol ging van de onderteekenaars van het dienst weigeringsmanifest af; de ondertekenaars handelden uit ernstige overtuiging. Hij dringt aan op positie-verbetering van de rijksveld wachters. De heer Van der Feltz (v.-d.) acht het standpunt der regeering in zake lijkver branding juist; het arrest van den Hoogen Raad beteekent geen verbod van lijkverbran- ding. Minister O r t verklaart, dat naar beper king ven de administratieve werkzaamheden der parketten wordt gestreefd. Uitbreiding van het tuchtrecht der kamers van toezicht op het notariaat zal aan het oordeel dier ka mers worden onderworpen. Ook de minister acht verbetering van het verhoor van des kundigen ln burgerlijk geding gewenscht. Spr. is "t ten aanzien van lijkverbranding eens met den heer Van der Feltz: hij acht de „Vereeniging voor Facultatieve Lijkverbran- ding" geen verboden vereeniging. In zake de toepassing van de straf van be risping zal een onderzoek worden ingesteld. Aansporing tot dienstweigering is een hoogst e'keuringswaardige daad, door het Wetboek van Strafrecht als een zeer ernstig misdrijf beschouwd; het was dus plicht der overheid, daartegen op te treden. De Justitiebegrooting is zonder stemming" aangenomen. BINNENLANDSCHE ZAKEN. De heer Bosch van Oud-Amelis- weerd herhaalt zijn verzoek tot wijziging van de Begrafeniswet en wenscht in afwach ting daarvan handhaving van het verbod tot verbranding bij gemeentelijke verordening. De heer G i 1 i s s e n (r.-k.) bepleit ver vroegde uitbetaling van subsidies aan bij zondere scholen en de heer Van S'w a a y (r.-k.) salaris-verhooging voor hoogleeraren en lagere beambten aan de Technische Hoo- geschool. De heer v. d. Hoeven (r.-k.) waarschuwt tegen de hooge kosten van de voorgenomen pensionneering van onderwijzersweduwen van vóór 1906. De heer v. d. Feltz (v.-d.) acht wijziging van de Begrafeniswet niet gewenscht; 't zou alleen aanleiding geven tot het scherpen van discussies. De heer Van Kol verklaart zich voor stander van lijkverbranding. Te 4 uur worden de beraadslagingen ver daagd tot Donderdagochtend 11 uur. TWEEDE KAMER. Cc mobilisatie-uitgaven. De minister van Oorlog heeft naar aanleiding van zijn toezegging in de Tweede Kamer een Voorloopig Overzicht ingediend van de uitga ven van zijn departement in verband met de mobilisatie. Daaraan wordt het volgende ontleend: De blijkens het overzicht gedane en vermoe delijk nog te doene uitgaven ais gevolg van den mobilisatietocstand zijn voor 1914 te stellen op ƒ77,356,023. Vermits in dit bedrag „begrepen is een som van ƒ3,605,000 wegens internee- ringskosten, die bij den vrede door de betrok ken mogendheden behooren te worden vergoed, en de in voorraad opgeslagen levensmiddelen, brand- en lichtstoffen op 1 Januari 1915 een waarde vertegenwoordigenden van circa 9,000,000, wordt hét montant van de mo bilisatie-uitgaven, die als zoodanig ten behoe ve van het leger en van de verschillende onder het departement van Oorlog ressorteerende dienstvakken in 1914 zijn gedaan, feitelijk te ruggebracht tot ƒ64,751,000. Hierbij wordt nog aangeteekend, dat het ver moedelijk overschot op de gewone begrooting voor 1914 zal bedragen ƒ1.577,798. Wat 19T5 betreft, moet de minister zich bepa len tot de vermelding van het bedrag, waarover omstreeks 15 Januari 1916 reeds ten laste van de oorlogsbegrooting voor 1915 was beschikt. Voor wat de korpsen en onderdeelen van het leger betreft, kan zelfs laatstbedoeld bedrag voor het oogenblik nog slechts bij benadering worden bepaald, omdat eerst uit de geleidelijk inkomende verantwoordingsstukken kan blijken, in hoever dc op mandaat verstrekte gelden wer kelijk tot het doen van uitgaven ten laste van dienst 19T5 zijn moeten worden aangewend. In 1915 is ten laste van den dienst van dat jaar bij df korpsen enz. van het leger uitgege ven 90,500,000; het bedrag, rechtstreeks van wege het departement van Oorlog betaalbaar gesteld (met inbegrip van de aanschaffingen waarvoor chëques werden afgegeven op de Ne- derlandsche Bank), beliep omstreeks 15 Januari 1916 87,561,000; door de zorg van het de partement van Financiën werd voor pensioenen ten laste wan 't VUIe hoofdstuk voor 1915 betaalbaar gesteld ƒ3,530,000, zoodat totaal beschikt is over 181,591,000; tot half Januari 1916 werd dus boven het bij de wet van 13 Februari 1915 toegestane bedrag van de oor logsbegrooting voor 1915 ad 33,459,976 uit gegeven een bedrag van 148,13T.024,zóodat van de bij dc wetten van 11 Juni 1915, 31 Juli 1915 en 31 December T9T5 achtereenvolgens toegestane buitengewone kredieten, tot een ge zamenlijk bedrag van ƒ190.000,000, op voor meld tijdstip nog circa 41,870,000 beschik baar bleef. Onder het tot dusver op dienst 1915 uitge geven bedrag is pl. m. 10,000,000 voor in- terneeringskosten begrepen. Aan de in 1910 ingestelde commissie tot bij stand van den hoofdintendant, voor het aankoo- pen en bijeenbrengen van verplegingsvoorraden ter voorziening in de behoefte in oorlogstijd, werd bij het begin van de mobilisatie een kre diet geopend van ƒ18,950,000, welk krediet in den loop von 1915'met 8 millioen werd ver hoogd. De waarde van den opgelegden voor raad levensmiddelen, brand- en lichtstoffen, die op 1 Januari 1915 op 9 millioen werd geraamd, bedroeg op 1 Januari 1916 ca. 7% millioen. De tot 15 Januari 1916 ten laste van de be- giooting gebrachte vergoedingen wegens kost winnerschap bereikten reeds een bedrag van 18,348,000. Voor kosten, vallende op de uit betaling dier vergoedingen, werd tot dat tijd stip pl. m. ƒ33,500 aan de gemeentebesturen terugbetaald. Voorts is onder het tot half Januari 1916 rechtstreeks door het departement van Oorlog betaalde bedrag, in ronde sommen, o. m. begre pen voor: aanschaffing van kleeding 17,800,000 (la ken 7,318,000; ondergoederen 1,957,000; werkkleedlng 764,000; hoofddeksels 548,000; beenwindsels 383,000; schoeisel 4,562,000); nachtlegergoederen 2,700,000; kampementsgoederen 757,000; arbeidsloonen voor den aanmaak van - klee ding 1,525,000; traktementen en Tbonen bij de Centrale ma gazijnen van militaire kleeding en uitrusting 272,000; ledergoed 942,000; verpleging in de militaire hospitalen 430,000; als voren buiten die inrichtingen 360.000; aanschaffing van geneesmiddelen 440,000; personeel van de Koloniale Reserve 38,000; tijdelijke leden van krijgsraden 21,500; aanschaffing enz. van automobielbanden 360,000; werkzaamheden en leveringen voor het in staat van verdediging brengen van stellingen en liniën 156.000; barakkenbouw en winterlogies 1,473,000; stations voor draadlooze telegrafie 64,500; aanschaffing van springmiddelen voor ver nielingen 33,000; schadevergoedingen aan aannemers in ver band met staking van in uitvoering zijnde wer ken 70,900. Voor verreweg de meeste van de hierboven genoemde onderwerpen van uitgaaf en voor een groot aantal onderwerpen, die niet in deze op- opsomming begrepen zijn, worden nog vorde ringen ingewacht. Na de voorafgaande beschouwingen wijdt de minister nog een enkel woord aan een opmer king welke zoowel in de stukken als bij de openbare beraadslaging herhaaldelijk naar voren is gebracht, en wel deze, dat nog geen vol doend overzicht van de gedaneu uitgaven werd verstrekt. De aandrang tot het verkrijgen van nadere inlichtingen acht de minister begrijpelijk, waar hij reeds geruimen tijd uit buitengewone credieten kan putten, maar de billijkheid behoeft daarom nog niet uit het oog te worden ver loren. Het moge meer don gewone inspanning vorderen alles naar behooren af tewerk en, voor een bedenkelijken^toestand uit een administratief oogpunt behoeft inderdaad nog geen vrees te bestaan. Men moet toch niet voorbijzien, dat in dien er niet gemobiliseerd ware, de Staten- Generaal eerst in September 19T5 uit den uit- gewerkten en toelichtenden staat van de toen ingediende onwerp-oorlogsbegrooting voor het eerst kennis zouden hebben genomen van het vermoedelijk beloop der uitgaven, gedaan of nog te doen voor 1914. Thans, nu in Juli 1914 de geheele weermacht buitengewoon on der de wapenen is geroepen, door het departe ment van Oorlog voor een tijdsverloop van 5 maanden kredieten moesten worden aange vraagd tot een bedrag, bijna driemaal zoo groo als het gewone oorlogsbudget voor een ge heel jaar, en de oorlogstoestand in de omrin gende landen allerlei buitengewone en ook uit een comptabel oogpunt belongrijke maatregelen noodzakelijk heeft gemaakt (men denke bijvoor beeld aan de legervoorziening, de opruimingen, de vergoedingen wegens kostwinnerschap, de interneering enz.), echt men drie maanden later de tijd reeds gekomen om van een bedenkelijken toestand te gewagen, omdat „nog steeds" geen overzicht van de mobilisatiekostcn aan de Sta- ten-Generaol is overgelegd! Is die klacht op zich zelf reeds onbillijk, het onredelijke daarvan springt nog te meer in het oog, waar de minis ter niet in gebreke is gebleven, naar gelang hem dit mogelijk was, telkens meerdere gegevens omtrent het besteden der gelden te verstrekken. Wat de korpsen betreft is de onmogelijkheid om voorshands volkomen betrouwbare cijfers te geven reeds herhaaldelijk uiteengezet, zoo dot de minister zich van nadere beschouwingen daaromtrent wel ontslagen mag rekenen. Berichten. De Staatscourant van Donderdag 2 Maart bevatt o. a. de volgende Koninklijke besluiten op verzoek, eervol ontslagen B. Sjerp en C. van Manen, als verificateur der invoer rechten en accijnsen te Rotterdam en be noemd als zoodanig te Rotterdam A. van Silfhout, commies-verificateur enz. te Am sterdam op verzoek, eervol ontslagen, B. H. Ste phen, chef eener onderafdeeling ^an het informatiebureau vanh et Roode Kruis, en als zoodanig benoemd J. van Toorenenber- gen, gepensionneerd luitenant-generaal der infanterie op verzoek, eervolo ntslagen, K. Poelstra, als notaris te Slochteren benoemd tot kantonrechter-plaatsvervan- ger in het kanton Amsterdam, Mr. Jb. van Kempen, advocaat te Amsterdam; benoemd tot electro-technisch adviseur bij het hoofdbestuur der posterijen en telegra fie, I. van Dam, thans technisch-ambtenaar voor de keuring van rijks-telegraaf- en tele foonmateriaal op verzoek, eervol ontslagen, J. C Dit- marsch, hoofdcommies der telegrafie. op zijn verzoek, met ingang van 10 Maart 1916, eervol ontslag verleend uit zijne betrek king van kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Groenlo, aan mr. G. P. ter Braak, onder dankbetuiging voor de als zoodanig bewezen diensten; tijdelijk benoemd bij het reservepersoneel der landmacht, bij het personeel van den genees kundigen dienst, tot reserve-paardenarts der 2de klasse, de eervol ontslagen militair-paardenarts der 2de klasse van het leger in Nederlandsch- Indië F. H. Sardemann en de landstormplichti- gen E. Rutgers en W. H. L. Neven; op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als lid der Staatscommissie, aan welke is opgedra gen te onderzoeken welk tracé uit een technisch en economisch oogpunt het meest in aanmer king komt voor een kanaal tot verbinding van Twente met de scheepvaartwegen in Nederland, aan den heer J. W. Meuter, ingenieur van den Rijkswaterstaat te 's-Hertogenboschonder dankbetuiging voor de in die hoedanigheid be wezen diensten; benoemd tot opzichter van den Rijkswater staat der 4de klasse, J. J. de Rapper, te Alk maar, met ingang van 16 April a. s., onder toe kenning van eervol ontslag als tijdelijk haven meester bij het Noordhollandsch Kanaal; op zijn verzoek is, met ingang van T Mei 1916, het aan den ingenieur van den Rijkswaterstaat der 3de klasse J. L. Inckel verleende vedof, met twee jaar verlengd; Tweede Kamer. Verwacht wordt, 4it de Tweede Kamer ook de geheele volgende week nog voor haar afdeelingsom derzoek (belastingwetten) zal noodig heb/ ben. Mr. J. Kappeyne van de C o p p e 11 o heeft aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland bericht gezonden, dat hij zijne benoeming tot lid van de Eer ste Kamer aanvaardt. De r e nt o n t e e r i n g. In eene op Vrijdag den lOen Maart a.s. in het Zuid-Hol- landsch Koffiehuis te Breda te houden ver gadering van de Vereeniging ter beoefe ning van de Krijgswetenschap, zal de dis cussie plaats hebben over het door den gep. generaal-majoor der artillerie J. H. Knel, in de lie Aflevering van het Orgaan der Ver eeniging behandelde onderwerp: „Hoe zal Nederland zich voortaan kunnen remontee ren?" Bij de behandeling van dit hoogst belang rijke vraagpunt geeft de schrijver in ge noemd orgaan een overzicht, der geschie denis van ons Remontewezen gedurende de laatste 40 jaren, waaruit blijkt hoe de resul taten der aanbesteding en -.an den later in gevoerd en eigen aankoop zijn geweest en komt hij tot een 12-tal conclusies, waarbij voorop zijn gesteld: lo. Er dient een vast systeem van rc- monteering te worden aangenomen, ge schoeid op de leest van de Duitsche, waar door elk onderdeel op een vast tijdstip aan vulling van paarden ontvangt; het aantal ge lijk aan Vio der organieke sterkte; een ge lijk aantal wordt afgevoerd. 2o. Voor buitengewone verliezen en voor een afzonderiijge officiers-remonte moet een reserve zijn van afgerichte paar den, welge jaarlijvs wordt aangevuld. Schr. wenscht verder dat hel Remonte depot te Milligen meer stallingru.imte ver- krijge, dat er voorziening komt in hel gebrek aan geschikte remonte-berijders, dat de aankoop, opvoeding, dessuur, trai ning en het gebruik der paarden volgens een vast systeem geregeld worden, zoodot persoonlijke inzichten hierin geen veran dering kunnen brengen, daar wijziging in het eene terstond op het geheel inwerkt, - en dat het Remonte-depot, de depots en de Rijschool niet ver van elkaar liggen en in nauw verband tot elkaar staan. Schr- zegt, dat er gebrek aan rijpaarden ontstaat en deze vermoedelijk uit de Ver. Staten van Noord-Amerika of uit Argentinië moeten worden ingevoerd, en dat het een onafwijsbae eisch is te trachten in ons land een zwaar rijpaard te fokken, teneinde onaf hankelijk te worden van het buitenland, zoo wel voor remonteering als met het oog op oorlogsgevaar. Dit paard deux fins", zegt schr., wordt in alle landen gezocht, vertegen woordigt een flinke waarde, is geschikt voor het landbouwbedrijf op niet te zwaren grond, de eerste soort wordt duur betaald, terwijl ook de 2e soort in het algemeen geschikt voor de remonte zal zijn. Deze fokinrichting vertegenwoordigt een landsbelang en dient door den Staat te worden aangemoedigd et ondersteund, waartoe het departement van Oorlog alle beschikbare middelen ln hel werk dient te stellen. Nederland en de oorlog. Engeland en onze brievenmalen. De post, welke zich aan boord bevond van het 29 Pebruari te Rotterdam uit New-York aangekomen stoomschip „Sommelsdiik" is op last van de Engelsche autoriteiten in de Downs ontscheept. Mail voor Eng.eland. De Batavierlijn zal behalve de mail naar Engeland, ook de overzeesche mail voor Ne derland en het overige vasteland bestemd, van Londen naar hier ovetbrengen. Alleen de zuiver Engelsche mail zal pet Engelsch stoomschip worden vervoerd. Naar het Hbld. verneemt, zulleh de Dins dags en Zaterdags van Amsterdam naar Lon- den vertrekkende stoomschepen van de Hol- landsche Stoomboot-Mij. de mail vervoeren. Kon. Nat. Steuncomité. Door tusschenkomst van de Javasche Bank is weder uit Indië een bedrag van 50.000 overgemaakt, bestemd voor het Natihnaal Steuncomité. Verlegging der scheep s- route. Naar het Hbld. verneemt, is bij de Neder- landsche reeders ernstig de vraag in over weging, of men met het oog op het mijnen gevaar bij het Galloper vuurschip en omge ving niet zal overgaan tot een verlegging van de route der uitgaande en thuiskomende schepen, benoorden Schotland om. De zoo veel langere reisduur met daaraan verbonden kosten, weegt niet op tegen het risico dat te genwoordig wordt geloopen. Tot een beslissing is het tot nu toe nlel gekomen, omdat men evenzeer laat gelden de overweging, dat men van den toestand, waarin de andere route verkeert, ook niet* weet. Ook daar zal, meent men, wel gevaar voor mijnen aanwezig zijn. Bovendien is een belangrijke factor, die pleit tegen de even- tueele nieuwe route, dai-terwijl men In het Kanaal, naar de ervaring bewees, dadelijk' hulp bij de hand heeft, dit ln de Noordzee twijfelachtig is, zoodat wanneer men door een ongeval wordt getroffen, men geheel op zichzelf is aangewezen. Het is dus nog niet zeker, dat de oude route verlaten wordt. Lading ln Duitsche schepen. Nederlandsche belanghebbenden, die In lichtingen wenschen te bekomen aangaand# de wijze waarop lij de beschikking kunnen verkrijgen over hun toebehoorende lading ln Duitsche schepen, welke zich ln Portuge#» sche havens bevinden, kunnen zich daarto# met het departement van Budtenlandsch# Zaken ln v«Alnding stellen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 2