dl NN EN LAND.
orme hoeveelheden machinegeweren wor-
n aangemaakt. De aanmaak overtreft alle
Verwachtingen.
Kopenhagen, 1 Maart. (W. B.) De
Eweedsche marinestaf heeft, volgens de Na-
lional Tidende, bericht ontvangen, dat tal-
jke drijvende mijnen aan de zuidkust van
chonen zijn waargenomen
Berlijn, 1 Maart. (W. B.) Bij de be
handeling door het huis van afgevaardigden
van een voorstel der Poolsche fractie om
bij het vergeven van rentegoederen geene
bezwaren te laten gelden, voortkomende uit
godsdienst, afstamming, moedertaal of poli
tieke richting, bracht de minister van land
bouw von Schorlemer in herinnering de her
baalde verklaringen van den minister van
binnenlandsche zaken, dat de regeering na
iden oorlog objectief en welwillend de be
langen van de'Polen zou laten wegen, zooals
werd geboden door de houding van de
Pruisische Polen in den Duitschen levens-
Btrijd. Maar hij verzocht thans de kwestiën
yan de algemeene Poolsche politiek uit te
schakelen, omdat die eerst bij eene nieuwe
ioriënteering van de binnenlandsche politiek
kunnen worden behandeld.
Stockholm, 2 Maart. (W. B.) De be
grotingscommissie van den rijksdag heeft
bet regeeringsvoorstel, waarbij 25 miilioen
icronen werden gevraagd tot dekking van de
kosten voor de handhaving van de onzijdig
heid, tot 18 millioen verminderd. De rijksdag
Stond dit bedrag toe.
Londen, 29 Febr. (R.) Een belang
rijke conferentie van afgevaardigden van
bijna alle Kamers van koophandel in het
Vereenigd Koninkrijk, kwam heden te Lon
den bijeen, onder voorzitterschap van Sir
Algernon Forth, voorzitter van de Vereeni-
ging van Kamers van koophandel in het
Vereenigd Koninkrijk.
Op deze conferentie zijn voorstellen be
sproken nopens de regeling van den Brit-
echen handel na den oorlog.
Na lof te hebben gebracht aan de dappere
Fransche verdediging van Verdun, stelde de
voorzitter eene motie voor, waarin er op
wordt aangedrongen, dat de natie de be
kwaamheid om met eigen middelen* te pro-
duceeren, moet ontwikkelen, liever dan bij
invoer te berusten. Het allereerste voorbeeld
was de Duitsche aniline-vcrfstoffen-nijver-
heid als een les voor de Engelsche achte
loosheid in het verleden. De voorzitter zei-
üe, dat het hoog tijd was om zijn uiterste
bea' te doen; de politiek van het „laisser
faire" kon niet langer worden toegepast.
Het rapport van Beckett, den welbeken
den bankier, die de motie steunde, zeide,
dat als de vrede dit jaar kwam, de voorra
den voor de weef-industrie nog overvloedig
in Duitsche handen zouden zijn. Andere af
gevaardigden spraken in denzelfden geest.
De kanselier der schatkist Mc Kenna hield
eene zeer toegejuichte rede, waarin hij wees
op de afhankelijkheid van Duitschland, die
vóór den oorlog in vele takken van den
Britschen handel heeft bestaan. Als natie
lean Engeland niet dulden, op nieuw in dien
toestand te worden geplaatst. De regeering
Is bereid steun te verleenen aan de ontwik
keling van den handel met het buitenland,
om te bereiken, dat de vroegere mededin
gers, die nu onze bittere-vijanden zijn, niet
meer het gezag over den buitenlandschen
handel krijgen, dat zij in het verleden heb
ben gehad. Spr. vreest niet, dat de geest en
;de vindingrijkheid van onze fabrikanten,
kooplieden en bankiers ons in den steek zal
laten. Het kan zijn, dat wij zullen moeten
leeren, dat eene politiek van regeerings-
6teun noodig is om de uitbreiding te verze
keren van onzen handelsinvloed door de
neutrale landen. De moed van onze natie
aal niet-in gebreke blijven. Wij zijn bereid
lot het einde te volharden. Een van de voor
naamste factoren van ons volhardingsvermo
gen steunt op de groote commercieele
macht van ons land. (Luide toejuichingen).
De conferentie nam besluiten aan, waarin
aan de regeering gevraagd wordt maatrege
len te nemen voor wederkeerige handels-
voordeelen tusschen het rijk en zijne bond-
genooten, gunstige behandeling van onzij-
digen en beperking door tarieven van den
handel met de vijandelijke landen na den
oorlog, ten einde te voorkomen, dat de eigen
nijverheid wordt gedrukt, en die nijverheid
lot krachtsinspanning aan te sporen.
Londen, 29 Febr. (R.) De groote na
tionale economische campagne werd he
den in de Guildhail ingezet met een groote
meeting, waarbij alle klassen van het Ver-
^enigde Koninkrijk vertegenwoordigd waren
De ministers Kitchener, Mac Kenna, Bo-
nar Law en Balfour, de hoofden van de En
gelsche en roomsche kerken, oud-gouver
neurs van graafschappen, leden van de bei
de Huizen van het parlement van iedere
r- dj waren aanwezig.
De Lord-Mayor van Londen, die presi
deerde, zeide, dat Engeland met vreugde
den prijs zop betelen om een blijvenden
vrede over de geheele wereld te erlangen
.voor de kleine, zoowel als de groote naties.
Minister Mac Kenna zeide, dat het leger
en de vloot voortdurend van het noodige
voorzien moesten worden en dat de eenige
manier om dit te bereiken, hierin bestaat,
dat kapitaal en arbeid worden afgeleid
van vredesarbeid en aangewend ten
behoeve van leger en vloot. Hij
gaf in het algemeen den raad, de grootste
zuinigheid te betrachten en de regeering
geld te leenen, want hij wilde geen grootere
belasting dan strikt noodig was, opleggen.
Lord Kitchener zeide, dat het geheele
land strijd voerde; de een stond met het le
ger in het veld; de ander was lid van de
burgerlijke bevolking, die in het land ach
terbleef. Hij had voor het leger noodig zoo
vele mannen als mogelijk was en een onop-
boudelijken toevoer van munitie. Het vraag
stuk was, hoe millioenen mannen aan de
werkplaatsen en boerderijen te onttrekken
en toch in de behoeften van het volk te
voorzien en voor de massa oorlogsmate-
rieel te zorgen. Dit zou onmogelijk zijn,
wanneer de productie en het verbruik op
den standaard van voor den oorlog bleven.
Er moet dus in alle standen de uiterste zui
nigheid in acht genomen worden.
Bonar Law zeideDe handel is een van
onze voornaamste oorlogswapenen. Dui'-'h-
land heeft de wereld in ellende gestort, om
dat het meende daarvan voordeel te heb
ben. In de toekomst zijn wij eensgezind in
het voornemen, dat aan Duitschland nooit
meer moet worden toegestaan het Britsche
rijk uit te buiten. Wij moeten na den oorlog
die vraagstukken grondig onderzoeken in
vereeniging met onze groot dominions/ die
evenzeer als wij zelf, gerechtigd zijn de toe
komstige politiek te bepalen.
Balfour verklaarde
Ieder moet zijne eigen uitgaven regelen
en de hand in den zak steken om de
nationale belangen naar zijne beste krach
ten te dienen. Op hem, wiens inkomsten
door den oorlog gestegen zijn, rust de plicht
uitgaven uit te stellen tot na den ooilog.
Eene motie door Mac Kenna voorgesteld,
waarin wordt uitgesproken, dat geen opof
fering te groot mocht zijn om de overwin
ning te verzekeren, werd met algemeene
stemmen aangenomen.
Madrid, 1 Maart. (R.) Dagblad-tele
grammen uit Badajoz berichten, dat dé Duit
sche regeering een ultimatum gezonden
heeft aan Portugal, waarin het herstel van
de in beslag genomen schépen in hun vori-
gen staat binnen 24 uren wordt verlangd. Er
wordt bericht, dat vele Duitschers in Vigo
uit Portugal zijn aangekomen.
Rome, 29 Febr. (Havas). Men bericht,
d^t de chef de bureau van het Belgische
departement van oorlog Freyling, die on
langs ter dood veroordeeld werd wegens
spionnage, dank zij de bemoeiingen van den
paus, zijne straf veranderd heeft gezien in
levenslange gevangenisstraf.
Spanje.
M a d r Ld, 1 Maart. (R.) Er is eene
staking uitgebroken als gevolg ven de
duurte van het brood. De geheele handel
staat stil. De gendarmerie deed eenige ar
restaties. De oproeren hadden een ernstig
karakter. De politie was machteloosde
burgemeester heeft zijn ontslag genomen.
Vereenigde Staten.
B e r 1 ij n, 1 Maart. (K. N.) Volgens be
richten in Amerikaansche bladen heeft ie
New-York in de reusachtige Camegiezaal
eert indrukwekkende monstervergadering
plaats gehad van de Joodsche bevolking
van New-York, die belegd was met het doel
een steuncomité op te richten ten voordeele
van de Joden, die tengevolge van den oorlog
in Europa in nood verkeeren.
De vergadering werd door de American
Jewish Relief Committee belegd. Sedert het
begin van den oorlog had dit comité reeds
1.500.000 dollars bijeengebracht. Nauwe
lijks een half uur na de opening van de ver
gadering konden vier giften leder van
100.000 dollars gemeld worden; na sluiting
van de vergadering waren ter beschikking
van het comité gesteld 1.250.000 dollars.
Verspreide Berichten.
Kardinaal Mercier.
Kardinaal Mercier heeft te Luzem, of
schoon hij in hetzelfde hotel logeerde, prins
Von Biilow niet gesproken. Zij hebben el
kaar volgens de Kölnische bij een
toevallige ontmoeting slechts gegroet
In hetzelfde bericht lezen we, dat de kar
dinaal over den uitslag van zijn reis naar
Rome niet tevreden is, „omdat hij den in
druk heeft moeten krijgen, dat de paus uit
hoofde der strikte onzijdigheid van den H.
Stoel, ter bevordering van de christelijke
naastenliefde liever een streng godsdienstig
dan een politieken kardinaal in België ziet".
Jonggezell en-b e 1 a s t i n g.
De regeering van het Duitsche vorsten
dom Lippe, heeft besloten een vroeger door
den Landdag aangenomen jonggezellen-
belasting, waartegen zij aanvankelijk bezwa
ren had, met het oog op de tijdsomstandig
heden in te voeren. Ongehuwde, kinder-
looze, gescheiden en ais weduwnaar of we
duwe achtergebleven belastingplichtigen,
moeten boven het bedrag van hun inkom
stenbelasting een toeslag betalen van 10
procent, wanener zij van 500 tot 3100
Mark inkomen genieten, 20 procent bij
3100 tot 6900 M., en 30 procent bij hoo-
ger inkomen. Wie voor behoeftige familie
leden zorgt, is er van vrijgesteld.
Montreal, 1 Maart. (R.) Het station
van den Grand Trunk spoorweg is door
brand vernield.
Tweede telegram. De brand heeft
gewoed in de opslagplaatsen van het sta
tion en breidde zich uit met verschrikkelij-
ken spoed. Het hoofdgebouw was in minder
dan een uur vernield. Het verlies bedraagt
waarschijnlijk 300.000 dollars.
De politie denkt, dat de oorzaak van den
1— vijandige moedwil is.
Kameroverzicht
Eerste Kamei
ln de zitting van 1 Maart werd de behan
deling der justitiebegrooting voortgezet.
De heer Bosch van Ou d-Amelis-
w e e r d (r.-k.) wenschte het overbrengen
van de Begrafeniswet van Binnenlandsche
Zaken naar Justitie en wijziging van die wet
in overeenstemming met het arrest van den
Hoogen Raad, die z. i. lijkverbranding onge
oorloofd acht. Hij dringt voorts aan op wijzi
ging van de wet op vereeniging»en vergade
ring, ten einde vervallenverklaring van de
„Vereeniging Facultatieve Lijkverbranding"
mogelijk te maken.
De heer Lucassen (a.-r.) critiseert
eveneens de houding der regeering ten aan
zien van de lijkverbranding, en vraagt ver
der meer toepassing van de Straf van beris
ping ten aanzien van kinderen.
De heer B e r g s m a (u.-l.) keurt vervol
ging van de onderteekenaars van het dienst
weigeringsmanifest af; de ondertekenaars
handelden uit ernstige overtuiging. Hij dringt
aan op positie-verbetering van de rijksveld
wachters.
De heer Van der Feltz (v.-d.) acht
het standpunt der regeering in zake lijkver
branding juist; het arrest van den Hoogen
Raad beteekent geen verbod van lijkverbran-
ding.
Minister O r t verklaart, dat naar beper
king ven de administratieve werkzaamheden
der parketten wordt gestreefd. Uitbreiding
van het tuchtrecht der kamers van toezicht
op het notariaat zal aan het oordeel dier ka
mers worden onderworpen. Ook de minister
acht verbetering van het verhoor van des
kundigen ln burgerlijk geding gewenscht.
Spr. is "t ten aanzien van lijkverbranding
eens met den heer Van der Feltz: hij acht de
„Vereeniging voor Facultatieve Lijkverbran-
ding" geen verboden vereeniging.
In zake de toepassing van de straf van be
risping zal een onderzoek worden ingesteld.
Aansporing tot dienstweigering is een
hoogst e'keuringswaardige daad, door het
Wetboek van Strafrecht als een zeer ernstig
misdrijf beschouwd; het was dus plicht der
overheid, daartegen op te treden.
De Justitiebegrooting is zonder stemming"
aangenomen.
BINNENLANDSCHE ZAKEN.
De heer Bosch van Oud-Amelis-
weerd herhaalt zijn verzoek tot wijziging
van de Begrafeniswet en wenscht in afwach
ting daarvan handhaving van het verbod tot
verbranding bij gemeentelijke verordening.
De heer G i 1 i s s e n (r.-k.) bepleit ver
vroegde uitbetaling van subsidies aan bij
zondere scholen en de heer Van S'w a a y
(r.-k.) salaris-verhooging voor hoogleeraren
en lagere beambten aan de Technische Hoo-
geschool.
De heer v. d. Hoeven (r.-k.) waarschuwt
tegen de hooge kosten van de voorgenomen
pensionneering van onderwijzersweduwen
van vóór 1906.
De heer v. d. Feltz (v.-d.) acht wijziging
van de Begrafeniswet niet gewenscht; 't zou
alleen aanleiding geven tot het scherpen van
discussies.
De heer Van Kol verklaart zich voor
stander van lijkverbranding.
Te 4 uur worden de beraadslagingen ver
daagd tot Donderdagochtend 11 uur.
TWEEDE KAMER.
Cc mobilisatie-uitgaven.
De minister van Oorlog heeft naar aanleiding
van zijn toezegging in de Tweede Kamer een
Voorloopig Overzicht ingediend van de uitga
ven van zijn departement in verband met de
mobilisatie.
Daaraan wordt het volgende ontleend:
De blijkens het overzicht gedane en vermoe
delijk nog te doene uitgaven ais gevolg van den
mobilisatietocstand zijn voor 1914 te stellen op
ƒ77,356,023. Vermits in dit bedrag „begrepen
is een som van ƒ3,605,000 wegens internee-
ringskosten, die bij den vrede door de betrok
ken mogendheden behooren te worden vergoed,
en de in voorraad opgeslagen levensmiddelen,
brand- en lichtstoffen op 1 Januari 1915 een
waarde vertegenwoordigenden van circa
9,000,000, wordt hét montant van de mo
bilisatie-uitgaven, die als zoodanig ten behoe
ve van het leger en van de verschillende onder
het departement van Oorlog ressorteerende
dienstvakken in 1914 zijn gedaan, feitelijk te
ruggebracht tot ƒ64,751,000.
Hierbij wordt nog aangeteekend, dat het ver
moedelijk overschot op de gewone begrooting
voor 1914 zal bedragen ƒ1.577,798.
Wat 19T5 betreft, moet de minister zich bepa
len tot de vermelding van het bedrag, waarover
omstreeks 15 Januari 1916 reeds ten laste van
de oorlogsbegrooting voor 1915 was beschikt.
Voor wat de korpsen en onderdeelen van het
leger betreft, kan zelfs laatstbedoeld bedrag
voor het oogenblik nog slechts bij benadering
worden bepaald, omdat eerst uit de geleidelijk
inkomende verantwoordingsstukken kan blijken,
in hoever dc op mandaat verstrekte gelden wer
kelijk tot het doen van uitgaven ten laste van
dienst 19T5 zijn moeten worden aangewend.
In 1915 is ten laste van den dienst van dat
jaar bij df korpsen enz. van het leger uitgege
ven 90,500,000; het bedrag, rechtstreeks van
wege het departement van Oorlog betaalbaar
gesteld (met inbegrip van de aanschaffingen
waarvoor chëques werden afgegeven op de Ne-
derlandsche Bank), beliep omstreeks 15 Januari
1916 87,561,000; door de zorg van het de
partement van Financiën werd voor pensioenen
ten laste wan 't VUIe hoofdstuk voor 1915
betaalbaar gesteld ƒ3,530,000, zoodat totaal
beschikt is over 181,591,000; tot half Januari
1916 werd dus boven het bij de wet van 13
Februari 1915 toegestane bedrag van de oor
logsbegrooting voor 1915 ad 33,459,976 uit
gegeven een bedrag van 148,13T.024,zóodat
van de bij dc wetten van 11 Juni 1915, 31 Juli
1915 en 31 December T9T5 achtereenvolgens
toegestane buitengewone kredieten, tot een ge
zamenlijk bedrag van ƒ190.000,000, op voor
meld tijdstip nog circa 41,870,000 beschik
baar bleef.
Onder het tot dusver op dienst 1915 uitge
geven bedrag is pl. m. 10,000,000 voor in-
terneeringskosten begrepen.
Aan de in 1910 ingestelde commissie tot bij
stand van den hoofdintendant, voor het aankoo-
pen en bijeenbrengen van verplegingsvoorraden
ter voorziening in de behoefte in oorlogstijd,
werd bij het begin van de mobilisatie een kre
diet geopend van ƒ18,950,000, welk krediet in
den loop von 1915'met 8 millioen werd ver
hoogd. De waarde van den opgelegden voor
raad levensmiddelen, brand- en lichtstoffen, die
op 1 Januari 1915 op 9 millioen werd geraamd,
bedroeg op 1 Januari 1916 ca. 7% millioen.
De tot 15 Januari 1916 ten laste van de be-
giooting gebrachte vergoedingen wegens kost
winnerschap bereikten reeds een bedrag van
18,348,000. Voor kosten, vallende op de uit
betaling dier vergoedingen, werd tot dat tijd
stip pl. m. ƒ33,500 aan de gemeentebesturen
terugbetaald.
Voorts is onder het tot half Januari 1916
rechtstreeks door het departement van Oorlog
betaalde bedrag, in ronde sommen, o. m. begre
pen voor:
aanschaffing van kleeding 17,800,000 (la
ken 7,318,000; ondergoederen 1,957,000;
werkkleedlng 764,000; hoofddeksels
548,000; beenwindsels 383,000; schoeisel
4,562,000);
nachtlegergoederen 2,700,000;
kampementsgoederen 757,000;
arbeidsloonen voor den aanmaak van - klee
ding 1,525,000;
traktementen en Tbonen bij de Centrale ma
gazijnen van militaire kleeding en uitrusting
272,000;
ledergoed 942,000;
verpleging in de militaire hospitalen
430,000;
als voren buiten die inrichtingen 360.000;
aanschaffing van geneesmiddelen 440,000;
personeel van de Koloniale Reserve 38,000;
tijdelijke leden van krijgsraden 21,500;
aanschaffing enz. van automobielbanden
360,000;
werkzaamheden en leveringen voor het in staat
van verdediging brengen van stellingen en liniën
156.000;
barakkenbouw en winterlogies 1,473,000;
stations voor draadlooze telegrafie 64,500;
aanschaffing van springmiddelen voor ver
nielingen 33,000;
schadevergoedingen aan aannemers in ver
band met staking van in uitvoering zijnde wer
ken 70,900.
Voor verreweg de meeste van de hierboven
genoemde onderwerpen van uitgaaf en voor een
groot aantal onderwerpen, die niet in deze op-
opsomming begrepen zijn, worden nog vorde
ringen ingewacht.
Na de voorafgaande beschouwingen wijdt de
minister nog een enkel woord aan een opmer
king welke zoowel in de stukken als bij de
openbare beraadslaging herhaaldelijk naar voren
is gebracht, en wel deze, dat nog geen vol
doend overzicht van de gedaneu uitgaven werd
verstrekt. De aandrang tot het verkrijgen van
nadere inlichtingen acht de minister begrijpelijk,
waar hij reeds geruimen tijd uit buitengewone
credieten kan putten, maar de billijkheid behoeft
daarom nog niet uit het oog te worden ver
loren. Het moge meer don gewone inspanning
vorderen alles naar behooren af tewerk en, voor
een bedenkelijken^toestand uit een administratief
oogpunt behoeft inderdaad nog geen vrees te
bestaan. Men moet toch niet voorbijzien, dat in
dien er niet gemobiliseerd ware, de Staten-
Generaal eerst in September 19T5 uit den uit-
gewerkten en toelichtenden staat van de toen
ingediende onwerp-oorlogsbegrooting voor het
eerst kennis zouden hebben genomen van het
vermoedelijk beloop der uitgaven, gedaan
of nog te doen voor 1914. Thans, nu in Juli
1914 de geheele weermacht buitengewoon on
der de wapenen is geroepen, door het departe
ment van Oorlog voor een tijdsverloop van 5
maanden kredieten moesten worden aange
vraagd tot een bedrag, bijna driemaal zoo groo
als het gewone oorlogsbudget voor een ge
heel jaar, en de oorlogstoestand in de omrin
gende landen allerlei buitengewone en ook uit
een comptabel oogpunt belongrijke maatregelen
noodzakelijk heeft gemaakt (men denke bijvoor
beeld aan de legervoorziening, de opruimingen,
de vergoedingen wegens kostwinnerschap, de
interneering enz.), echt men drie maanden later
de tijd reeds gekomen om van een bedenkelijken
toestand te gewagen, omdat „nog steeds" geen
overzicht van de mobilisatiekostcn aan de Sta-
ten-Generaol is overgelegd! Is die klacht op
zich zelf reeds onbillijk, het onredelijke daarvan
springt nog te meer in het oog, waar de minis
ter niet in gebreke is gebleven, naar gelang hem
dit mogelijk was, telkens meerdere gegevens
omtrent het besteden der gelden te verstrekken.
Wat de korpsen betreft is de onmogelijkheid
om voorshands volkomen betrouwbare cijfers
te geven reeds herhaaldelijk uiteengezet, zoo
dot de minister zich van nadere beschouwingen
daaromtrent wel ontslagen mag rekenen.
Berichten.
De Staatscourant van Donderdag 2
Maart bevatt o. a. de volgende Koninklijke
besluiten
op verzoek, eervol ontslagen B. Sjerp en
C. van Manen, als verificateur der invoer
rechten en accijnsen te Rotterdam en be
noemd als zoodanig te Rotterdam A. van
Silfhout, commies-verificateur enz. te Am
sterdam
op verzoek, eervol ontslagen, B. H. Ste
phen, chef eener onderafdeeling ^an het
informatiebureau vanh et Roode Kruis, en
als zoodanig benoemd J. van Toorenenber-
gen, gepensionneerd luitenant-generaal der
infanterie
op verzoek, eervolo ntslagen, K. Poelstra,
als notaris te Slochteren
benoemd tot kantonrechter-plaatsvervan-
ger in het kanton Amsterdam, Mr. Jb. van
Kempen, advocaat te Amsterdam;
benoemd tot electro-technisch adviseur bij
het hoofdbestuur der posterijen en telegra
fie, I. van Dam, thans technisch-ambtenaar
voor de keuring van rijks-telegraaf- en tele
foonmateriaal
op verzoek, eervol ontslagen, J. C Dit-
marsch, hoofdcommies der telegrafie.
op zijn verzoek, met ingang van 10 Maart
1916, eervol ontslag verleend uit zijne betrek
king van kantonrechter-plaatsvervanger in het
kanton Groenlo, aan mr. G. P. ter Braak, onder
dankbetuiging voor de als zoodanig bewezen
diensten;
tijdelijk benoemd bij het reservepersoneel der
landmacht, bij het personeel van den genees
kundigen dienst, tot reserve-paardenarts der 2de
klasse, de eervol ontslagen militair-paardenarts
der 2de klasse van het leger in Nederlandsch-
Indië F. H. Sardemann en de landstormplichti-
gen E. Rutgers en W. H. L. Neven;
op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als
lid der Staatscommissie, aan welke is opgedra
gen te onderzoeken welk tracé uit een technisch
en economisch oogpunt het meest in aanmer
king komt voor een kanaal tot verbinding van
Twente met de scheepvaartwegen in Nederland,
aan den heer J. W. Meuter, ingenieur van den
Rijkswaterstaat te 's-Hertogenboschonder
dankbetuiging voor de in die hoedanigheid be
wezen diensten;
benoemd tot opzichter van den Rijkswater
staat der 4de klasse, J. J. de Rapper, te Alk
maar, met ingang van 16 April a. s., onder toe
kenning van eervol ontslag als tijdelijk haven
meester bij het Noordhollandsch Kanaal;
op zijn verzoek is, met ingang van T Mei 1916,
het aan den ingenieur van den Rijkswaterstaat
der 3de klasse J. L. Inckel verleende vedof, met
twee jaar verlengd;
Tweede Kamer. Verwacht
wordt, 4it de Tweede Kamer ook de geheele
volgende week nog voor haar afdeelingsom
derzoek (belastingwetten) zal noodig heb/
ben.
Mr. J. Kappeyne van de
C o p p e 11 o heeft aan Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland bericht gezonden,
dat hij zijne benoeming tot lid van de Eer
ste Kamer aanvaardt.
De r e nt o n t e e r i n g. In eene op
Vrijdag den lOen Maart a.s. in het Zuid-Hol-
landsch Koffiehuis te Breda te houden ver
gadering van de Vereeniging ter beoefe
ning van de Krijgswetenschap, zal de dis
cussie plaats hebben over het door den gep.
generaal-majoor der artillerie J. H. Knel, in
de lie Aflevering van het Orgaan der Ver
eeniging behandelde onderwerp: „Hoe zal
Nederland zich voortaan kunnen remontee
ren?"
Bij de behandeling van dit hoogst belang
rijke vraagpunt geeft de schrijver in ge
noemd orgaan een overzicht, der geschie
denis van ons Remontewezen gedurende de
laatste 40 jaren, waaruit blijkt hoe de resul
taten der aanbesteding en -.an den later in
gevoerd en eigen aankoop zijn geweest en
komt hij tot een 12-tal conclusies, waarbij
voorop zijn gesteld:
lo. Er dient een vast systeem van rc-
monteering te worden aangenomen, ge
schoeid op de leest van de Duitsche, waar
door elk onderdeel op een vast tijdstip aan
vulling van paarden ontvangt; het aantal ge
lijk aan Vio der organieke sterkte; een ge
lijk aantal wordt afgevoerd.
2o. Voor buitengewone verliezen en
voor een afzonderiijge officiers-remonte
moet een reserve zijn van afgerichte paar
den, welge jaarlijvs wordt aangevuld.
Schr. wenscht verder dat hel Remonte
depot te Milligen meer stallingru.imte ver-
krijge, dat er voorziening komt in hel
gebrek aan geschikte remonte-berijders,
dat de aankoop, opvoeding, dessuur, trai
ning en het gebruik der paarden volgens
een vast systeem geregeld worden, zoodot
persoonlijke inzichten hierin geen veran
dering kunnen brengen, daar wijziging in
het eene terstond op het geheel inwerkt, -
en dat het Remonte-depot, de depots en de
Rijschool niet ver van elkaar liggen en in
nauw verband tot elkaar staan.
Schr- zegt, dat er gebrek aan rijpaarden
ontstaat en deze vermoedelijk uit de Ver.
Staten van Noord-Amerika of uit Argentinië
moeten worden ingevoerd, en dat het een
onafwijsbae eisch is te trachten in ons land
een zwaar rijpaard te fokken, teneinde onaf
hankelijk te worden van het buitenland, zoo
wel voor remonteering als met het oog op
oorlogsgevaar. Dit paard deux fins", zegt
schr., wordt in alle landen gezocht, vertegen
woordigt een flinke waarde, is geschikt voor
het landbouwbedrijf op niet te zwaren grond,
de eerste soort wordt duur betaald, terwijl
ook de 2e soort in het algemeen geschikt
voor de remonte zal zijn. Deze fokinrichting
vertegenwoordigt een landsbelang en dient
door den Staat te worden aangemoedigd et
ondersteund, waartoe het departement van
Oorlog alle beschikbare middelen ln hel
werk dient te stellen.
Nederland en de oorlog.
Engeland en onze brievenmalen.
De post, welke zich aan boord bevond van
het 29 Pebruari te Rotterdam uit New-York
aangekomen stoomschip „Sommelsdiik" is
op last van de Engelsche autoriteiten in de
Downs ontscheept.
Mail voor Eng.eland.
De Batavierlijn zal behalve de mail naar
Engeland, ook de overzeesche mail voor Ne
derland en het overige vasteland bestemd,
van Londen naar hier ovetbrengen.
Alleen de zuiver Engelsche mail zal pet
Engelsch stoomschip worden vervoerd.
Naar het Hbld. verneemt, zulleh de Dins
dags en Zaterdags van Amsterdam naar Lon-
den vertrekkende stoomschepen van de Hol-
landsche Stoomboot-Mij. de mail vervoeren.
Kon. Nat. Steuncomité.
Door tusschenkomst van de Javasche
Bank is weder uit Indië een bedrag van
50.000 overgemaakt, bestemd voor het
Natihnaal Steuncomité.
Verlegging der scheep s-
route.
Naar het Hbld. verneemt, is bij de Neder-
landsche reeders ernstig de vraag in over
weging, of men met het oog op het mijnen
gevaar bij het Galloper vuurschip en omge
ving niet zal overgaan tot een verlegging
van de route der uitgaande en thuiskomende
schepen, benoorden Schotland om. De zoo
veel langere reisduur met daaraan verbonden
kosten, weegt niet op tegen het risico dat te
genwoordig wordt geloopen.
Tot een beslissing is het tot nu toe nlel
gekomen, omdat men evenzeer laat gelden
de overweging, dat men van den toestand,
waarin de andere route verkeert, ook niet*
weet. Ook daar zal, meent men, wel gevaar
voor mijnen aanwezig zijn. Bovendien is een
belangrijke factor, die pleit tegen de even-
tueele nieuwe route, dai-terwijl men In het
Kanaal, naar de ervaring bewees, dadelijk'
hulp bij de hand heeft, dit ln de Noordzee
twijfelachtig is, zoodat wanneer men door
een ongeval wordt getroffen, men geheel op
zichzelf is aangewezen. Het is dus nog niet
zeker, dat de oude route verlaten wordt.
Lading ln Duitsche schepen.
Nederlandsche belanghebbenden, die In
lichtingen wenschen te bekomen aangaand#
de wijze waarop lij de beschikking kunnen
verkrijgen over hun toebehoorende lading
ln Duitsche schepen, welke zich ln Portuge#»
sche havens bevinden, kunnen zich daarto#
met het departement van Budtenlandsch#
Zaken ln v«Alnding stellen.