D E EEMLANDER".
Vrijdag 3 Maart 1916.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
SOLEDAD.
N* 210
14-e Jaarpang.
Uitgevers: VALKHOf F Co
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I.
Kennisgevingen.
H.MU, F. A. EBBINOE WUBBEN.
Hoofdredactie! j Mf Qa j, VAN SCHAARDENBURO.
ABONNEMENTSPRIJS:
fir 8 maanden voor Amerefoort f
Idem franco per post - I-5JJ»
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) -
Afzonderlijke nummer» O.OS.
Wekeljjksch bijroegsel „De Hollandtdu Hulnrouuf' (onder
radactie van Thérèaa Hoven) per 3 mnd. 50 cis.
Wekalöksch bijvoegsel „Pak ma meeper S mnd. 40 c!s.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regolsf >».so.
Elko rogol meorO.IO.
Dienstnftnbiodiögen 35 cents bij vooruitbetaling.
Grooto lettors naar plaatsruimte.
Voor handel on bed rijt bestaan zeer voordoeli^o bopalin.
tot liet herhaald adverteeron in dit Blad, bij abohnoiaJaf.
Eeno circulaire, bevattende do voorwaarden, wordt
aanvraag toogezonden.
op
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort;
Gelezen het verzoek van E. J. Pegman d.d.
Januari 1916, om vergunning tot het uitbreiden
van een werkplaats, door plaatsing van een
•lectro-motor van 4 PiC voor het drijven van
•en zaag- eh draaibank, in het perceel alhier
Clegen aan de Koestraat No. 7, kadastraal be
ad gemeente Amersfoort, Sectie E No. 5238
Besluiten:
Dt beslissing op voormeld verzoek te verda
gen op grond dat het te dien einde ingesteld
onderzoek nog niet is voltooid.
Amersfoort, 25 Februari 1916.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Secretaris, De Burgemeester,
A R. VEEN5TRA. v. RANDWUCK.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Amers
foort;
Gelezen het verzoek van F. Sieperda d.d. De
cember 1915, om vergunning tot het uitbreiden
van eenc melkfabriek door plaatsing van een
electro-motor van 4 P.K. voor het drijven van
•en kam- en een kneedmachine, een electro
motor von 1 P.K. voor het drijven van een pomp
«n een electro-motor van 1 P.K. voor het drij
ven ven een ilesschenspoelmachine in het per
ceel alliier gelegen aan den Laaglandschen weg
bij het kadaster bekend onder Sectie A, No.
1594;
Besluiten:
De beslissing op voormeld verzoek te verda
gen, op grond, dat het te dien einde ingesteld
onderzoek nog niet is voltooid.
Amersfoort, 25 Februari 1916.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Secretaris, De Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. v. PANDWIJCK.
Nabetrachting.
Hooggeachte lezer, vergun mij U bij deze
uit te noodigenBeurtelings teekenen
verwondering en ongeloovigheid zich af op
uw gelaateene uitnoodiging wat
fou dat wel zijn? Daarna komt er een zuinig
trekje om uw mond.... want bij eene uit
noodiging denkt gij onwillekeurig aan de
Vosten, die deze gewoonlijk met zich sleept.
Maakt u deswege niet ongerust, econo
misch aangelegde lezers, wij nemen vige-
lante en fooien, zoo deze er al mochten
zijn, geheel voor onze rekening.
Wat meer zegt, gij hebt u niet in te span
nen, gij kunt doorgaan met aan uw begeerte-
lichaam het noodige Chineesche vocht, de
ncodige sigaren of sigaretten te gunnen en
kunt blijven genieten van uw gemakkelijken
stoel, ge behoeft zelfs uw toilet niet te ver
anderen.
Gij hebt ons slechts in den geest te vol
gen en geen vrees te koesteren dat wij u op
een plaats zullen brengen, waar een eer
zaam Amersfoorter zich zou geneeren te
komen.
Doch waarom u nog langer in onzeker
heid gelaten en niet dadelijk u het doel van
uw bezoek medegedeeld?
'tis in zeker patricisch uitziend huis op
den Westsingel, waar wij'u we^schen te in-
troduceeren, naar Amersfoort's raadzaal.
Komt mede, want reeds staat de w ijzer op
bijna acht, op welk uur de vergadering gaat
aanvangen.
't Is druk op den anders zoo stillen Singel.
Gelijk wij, spoeden zich velen, waaronder
in de eerste plaats zij, die dezen avorfd eene
gewichtige rol hebben te vervullen en vérder
de belangstellenden, de figuranten, raad-
huiswaarts. Twee helderbrandende lan
taarns voor het gebouw wijzen er ons op,
dat er heden avond iets te doen zal zijn.
Wij gaan binnen door de openstaande deu
ren en de trap op, en zien in den corridor
de deur der raadzaal, waaruit ons worm
het licht tegenstraalt, geopend. Telkens
slokt de zaal door die opening in het zwart
gekleede gedaanten op, meest van middel
baren leeftijd en daarboven.
Dat zijn de vroede manAn, die over het
wel (en wee?) van Amersfoort hebben te
beslissen.
Wij. publiek enmannen van de pers,
staan als een kudde opeengedreven scha
pen voor-de gesloten deur geschaard, die
naar de publieke tribune leidt
Eindelijk vernemen wij den hamerslag van
den Voorzitter, een teeken dat de zitting ge
opend is en wordt het ons buitenstaanders
vergund de tribune te bevolken. De zit
plaatsen voor de drie openingen, die op de
zaal uitzien, worden bezet door habitués,
die verslagen zullen leveren, of gewichtige
aanteekeningen maken.
De banken daarachter zijn bestemd voor
het vulgus.* Wij spoeden ons naar binnen,
want allen wenschten de beste plaatsen, die
echter voor de stamgasten blijven gereser
veerd.
Haast u nu maar niet lezer, voor uwe
aetherische geestelijke lichamen, al waren
alle abonnés van het Dagblad van de partij,
is genoeg ruimte.
Beide deuren, die der raadzaal en die der
tribune, worden gesloten.
Aan het boveneinde van de zaal, zitten
aan de groene tafels de burgemeester met
zijn ambtsketen getooid en geflankeerd door
Wethouders en Secretaris, allen met het ge
lest naar de deur.
In dubbele rij, links en recht daar tegen
over de Raadsleden, vriend en vijand broe
derlijk naast elkander, vereend v8n zin voor
de belangen der gemeente. Od den achter
grond bif de tribune de heer Frederiks met
ziin trawant voor het stenographisch ver
slag. Wij zouden jokken, indien wij beweer
den dat de temperatuur niet ongeveer 80
graden Fahrenheit bedraagt.
Geen wonder, de kachel op de tribune is
geen kleintje en zij.straal', ofschoon ge
opend, eene hitte uit, die ons doet vreezen,
dat spoedig de Eerste Hulp bii Ongelukken
zal moeten worden gerequireerd om be
zwijmde in- en outsiders weer op de been
te helpen, ware het niet dat de heer Evsink,
J;e dicht bij de deur is gezeten, l.et initiatief
neemt om deze te openen.
Nu ademen wij weder en zijn reeds bij
voorbaat sympathiek gestemd jegens dezen
baanbreker op het gebied der hygiëne.
Druk gaan intusschen waterkaraf en gla
zen rond, dear de dorstverwekkende hitte de
kelen heeft verzengd van hen, die straks
van hun oratorisch talent blijk zullen geven.
Doch ter zake.
Bij de ingekomen stukken is aan de orde
een adres van den Onderwijzersbond, waar
in verzocht wordt om alle tijdelijke leer
krachten een salaris van 50 's maands te
geven, een en ander in verband met het
varieerend salaris, dat tot nu toe was uitbe
taald aan hen, die dienst deden voor gemo
biliseerde onderwijzers.
Wethouder Rijkens deelt mede, dat de
Bond achteraan komt, daar B. en W. reeds
besloten hebben, om hen met ingang van
1 Februari 50 maandelijks toe te kennen,
waaruit wij besluiten, dot deze de billijkheid
van het verzoek hebben ingezien.
Intusschen moet dit Besluit van zeer re-
centen datum zijn, daar aan tijdelijke leer
krachten over Februari slechts ƒ45 werd
uitbetaald.
Hierover om inlichtingen gevraagd, deelt
de betrokken ambtenaar mede, dat hij het
mandaat reeds v&n te voren had gereed ge
maakt, niet wetend wat in de raadsvergade
ring zou worden besloten.
Zou de billijkheid nu ook niet gedoogen,
dat over de maanden, dat deze leerkrachten
arbeid praesteerden voor minder dan 50,
dit salaris worde aangevuld tot dat bedrag?
Men overwege toch dat het volstrekt
geene „jongmaatjes" of „hulpkrachten" zijn,
doch volledig Bevoegden, die geheel zelf
standig in de klasse 1«rerkeT\.
Wij laten hier in 't midden of zij nu niet
tevens eene goede, leerschool hebben door-
loopen, maar vragen ons af, of dit van over
wegenden invloed mag zijn bij de bepaling
van hun Solaris.
JBene belangrijke commissie fs de gemeen
te rijker geworden door de benoeming van
de Commissie voor Maatschappelijk Werk.
De heer Jorissen heeft hiertegen eqnige
bezwaren van formeelen aard, die echter
niet zwaar genoeg bij den Raad wegen om
het voorstel af te wijzen.
Ongetwijfeld zal voor deze commissie
hier vrij wat nuttig werk te doen vallen.
Het doet ons oprecht leed den heer Hof
land geen deel te zien uitmaken van deze
commissie, waarvoor hij ons als geknipt
schijnt.
Bij het voorstel tot aankoop van bouw
grond aan Laan 1914 komt het Trio Jorissen-
Kroes-Houbaer weer in actie.
Deze heeren hebben zich blikbaar tot
taak gesteld allen verderen grondaankoop als
uit den booze te beschouwen en tegen te
gaan.
Door den laatste wordt het belastingspook
weder te voorschijn geroepen, wat ook al
weer zijne goede zijde heeft.
In casu is er echter geen periculum, want
het ontbrekende driehoekje is voor denzelf
den prijs als vroeger te verkrijgen.
Bij het voorstel tot het aanbrengen van
beplanting aan de Daam Fockemalaan is de
heer Jorissen van meening om geen gelden
voor de verfraaiing der buitenwegen toe te
staan, zoolang de toestand in de binnenstad
niet verbeterd is.
Op niet onaardige wijze schetste hij de
modderrijkheid onzer straten, waartegen «och
wel iets gedaan kon worden blijkens de door
hem waargenomen werkzaamheden van de
bekende vegers gevolgd door sproeiwagen
en straatreinigers.
Hij vergelijkt deze met een Romeinschen
triomfwagen,^omstuwd door de lictoren, hier
de straatvegers.
Tevens brengt hij hulde als triumphator
aan den wethouder van onderwijs, die zich
een uitstapje had veroorloofd op het terrein
van publieke werken.
Ook de heer Kroes hangt een jammerlijk
tafereel op van den toestand, waarin do
Hooglandsche weg kan verkeeren.
De burgemeester erkent tot zekere hoogte
de juistheid der klachten en wijst er tevens
op, dat binnenkort een rapport ter verbete»
ring kan worden verwacht.
Intusschen is „dit rapport uitgebracht door
den directeur van den gemeentelijken Rei
nigingsdienst te 's Gravenhage, den heer V.
de Groot, hetgeen elders in dit blad wordt
opgenomen.
.Minder gelukkig dan op het terrein van
publieke werken is wethouder Rijkens met
het voorstel in verband met de regeling van
concierges aan de openbare scholen.
Door de heeren Leinweber, De Kempe-
naer, Rant en Hofland toch wordt een voor
stel ingediend om deze beambten een salaris
toe te kennen van 700, waarbij echter
hunne volle werkkracht geëischt wordt.
De opmerking van den wethouder van on
derwijs, dat voor dergelijke concierge-be-
trekkingen geen speciale vakkennis noodig
is, wordt bestreden door den heer Hofland,
die waardeering eischt voor eiken arbeid, ook
al is deze geen intcllectueele.
De heer Hofland geeft als curiositeit eene
opsomming van wat er alzoo vereischt wordt,
wat ons voorkomt niet weinig te zijn, ook
hoe de vrouw en kinderen soms behulpzaam
zijn bij den tot nu toe zoo slecht gesalarieer-
den arbeid.
Zonder slag en stoot wordt dan ook het
amendement-Leinweber aangenomen; neen
toch. de drie'wethouders stemmen tegen.
Het verdere van* het voorstel wordt terug
genomen, daar nu een nieuwe instructie ge
baseerd op dit salaris moet worden ontwor
pen.
Door den heer Hofland wordt eene ge
heime zitting aangevraagd; wat dezen onver-
moeiden uit- en navorscher, die vele uren
besteedt aan het ontcijferen van, met (vol
gens zijn zeggen) kriebelige letters geschre
ven wijzigingsbesluiten, die het stadhuis
niet mogen verlaten, wel hiertoe bewogen
mocht hebben? Zekerlijk zeer gewichtige
redenen, want is iemand voor publiciteit, zoo
is het zeker de heer Hofland.
Vermelden wij ten slotte nog dat de wet
houder der Bedrijven ongezocht de gelegen
heid krijgt tot het doen van eene belang
rijke mededeeling, n.l. dat door B. en W.
voorstellen zijn aanhangig gemaakt om eene
eigen Centrale te verkrijgen.
Onze excuses, geachte lezers, dat wij ,e-
noodzaakt zijn geworden u klokke elf de
tribune te doen ontruimen en onzen beleef-
deh dank voor-uwe (onzichtbare) tegenwoor
digheid en voor uw geduld.
Politiek Overzicht
De strijd om Verdun.
In den omtrek van Verdun is op de dog en
van eene tot het uiterste gespannen actie
weer een tijd van rust gevolgd. Dat is na
tuurlijk altijd slechts eene betrekkelijke rust.
De Infanteriestrijd is geslaakt, maar de ar
tillerie is aan het woord gebleven cn zal
vooreerst ook wel niet tot zwijgen 1 <t n.
De eerste berichten van het Duits of
fensief zijn van 22 Februari gedateerd; <1 n
den len Maart is er geene actie van eb* in
fanterie geweest, maar gisteren is die al eer
begonnen in de streek van Douaumont. De
le Maart is dus een rustpunt, dat gelegen
heid biedt om de uitkomsten van den strijd
in de acht voorafgegane dagen te recopitu-
leeren.
De oostelijke frontlinie, die dezen aanvol
moest doorstaan, begon vóór den aanval
aan de Maas bij Consenvoye, liep van daar
eerst in oostelijke, later in zuidoost*-lijké
richting voorbij Ornes en Etain naar Bury,
om zich dan naar het zuidwesten te buigen,
totdat zij bij Soint-Mihiel de Maas boven
Verdun weer bereikte. Wanneer men op
de kaart nagaat hoe nu do frontlinie loopt,
dan ziet men, dat in het noorden van Ver
dun de lijn van Champneitville aan de Maas
tot Hardoumont in Duitsche handen is.
Daar i§ men in de laatste strijddagen niet
veel meer gevorderd. Daarentegen zijn de
in het oosten, in de Woëvre-vlakte, door de
Duitschers verkregen winsten hoofdzakelijk
in de laatste dagen verkregen. De door de
Duitschers als gewonnen opgegeven plaat
sen liggen in een afstand van I tot 3 K. M.
voor den rand van de Moeshoogten, die
100 150 Meters boven het voorgebied
oprijzen. De gedeeltelijk bestormde, voor
een ander deel ontruimde plaatsen zijn .ten
oosten van den weg Azannes—Ei> Hau-
diomont te zoeken. De lijn Dieppe—Aban-
court—Blanzée is overschreden; het boscK
ten noordoosten van Haudiomont is gezui
verd. Ten zuiden van dit boschgebied ligt
het door storm genomen Manheulles.
Wanneer men deze lijn vergelijkt met da
frontlinie vóór den aanval, dan is het duide
lijk, dat de Duitschers belangrijk zijn vooruit
gekomen. In het noorden is van het voorter
rein der vesting e'en aanzienlijk deel in
Duitsch bezit gekomen; men is daar tot 6
7 Kilometers afstand gekomen. Aan de oost
zijde is de afstand eenige Kilometers meer;
maar men is gekomen tot dicht bij de hoog
tenreeks, waarop de Fransche fortenlinie is
gebouwd; het station Ei* van den spoorweg
EtainVerdun, dat in een der Fransche bul
letins als een voorwerp van strijd werd ge
noemd, ligt juist aan den voet van de Cólei
Lorraines.
Vaak leeren eers.t na verloop van jaren
•chtgenooten elkaar zóó goed kennen, dat
zij maar liever scheiden.
Roman, uit het Spaansch van
A. PALACIO VALDèS.
Aan den anderen kant kwetste het verzet
-on Dona Carmen haar trots. Er waren men
schen genoeg, die haar op de hoogte brach
ten van wat de weduwe Uceda van haar zei.
In plaats van deze uitingen van een in haar
liefde gekwetste moeder ;e begrijpen en
er rekening mee te houden, maakte het
haar woedend, en wreekte zij zich op den
armen Manoio, die er toch hoegenaamd
geen schuld aan had.
Maar het verschil van karakter en opvoe
ding was nog meer'dan dp de oorzaak, dat
2ij hem niet kon liefhebben, zooals hij haar
liefhad. Soledad was van geboorte en na
tuur een echte dochter uit het volk, met
ruwe manieren en ietwat onbeschaafde taal.
Zij hield van volksliederen, van schuine
grappen, van den omgang met toreros en
•ndere lieden uit het vol'i Nu voelde Ma
noio van alle heertjes van Cadix zich het
minst aangetrokken tot dl typische volks
gewoonten. Hetzij dat hij van zijn moeder
haar aristocratische smaak had geërfd, het
zij dat hij neiging had tot een zekere ro
mantische sentimentaliteit, het is zeker dat
men hem nooit bij zwelgpartijen, nor^ bij
stierengevechten zag, noch in gezelschap
van toreros, zooals andere jongelui van zijn
leeftijd en stand. Ook hoorde men van hem
niet de losse taal, waarop een maja als So
ledad gesteld was. Zonder verlegen te zijn
of vroom, had hij een afkeer van de vrijheid
van zeden, waarpp iemand als Soledad, bin
nen de grenzen, wel gesteld moest zijn. De
smaken van Soledad en Manoio verschilden
dus in alle opzichten, en zoo sterk mogelijk
van elkaar.
Spoedig gebeurde dan ook, wat te ver
wachten was. De vader van Soledad had een
vriend, die jonger was dan hij. Deze heette
Perico Velasquez, en was in heel Cadix be
kend om zijn knap uiterlijk, en zijn losse
maar beleefde en elegante manier van zich
voor te doen. Ongetrouwd, met wat fortuin,
royaal in den omgang, erg gesteld op mooie
kleeren en niet vies van een stevig glas
wijn, gedroeg hij zich niettemin altijd als
fatsoenlijk man, en had men hem nog nooit
dronken gezien. Allen kenden hem, en in
alle standen had hij zich sympathiek ge
maakt door zijn open en geaienstig karak
ter. De menschen uit het volk, waartoe hij
hoorde, eerbiedigden hem als een ideaal,
en hgeren vonden het volstrèkt niet bene
den hun waardigheid om met hem om te
gaan. Pontes, waarmee hif ongeveer drie
jaar in intieme vriendschap had geleefd.
eerde hem hoog, en zijn grootste genot was,
dat Velasquez hem met een paar vrienden
kwam halen, om den dag 'buiten door te
brengen. Zijn vriendschap en vereering was
dankbaarheid, want eens had Velasquez,
door hem geld te leenen, hem uit de ver
legenheid geholpen. Het gevolg daarvan
was dat deze door de familie Pontes niet
alleen als vriend, maar ook als beschermer
werd beschouwd.
Soledad liet Manoio In den steek, zoo
gauw als Velasquez zijn vaderlijken toon
tegenover haar liet varen, en haar van lief
de begon te spreken. Zijn beslist en hoog
hartig karakter, zijn vrije manieren, de vrij
gevigheid, waarvoor hij bekend stond, en
meer dan dat de aangeboren sympathie van
het jonge meisje voor dat soort menschen,
maakten dat Soledad dadelijk gewillig lui
sterde naar de gewaagde complimentjes,
die Velasquez haar, zoo vaak als hij er toe
in de gelegenheid was, in de ooren fluister
de. Maar of hij het deed uit berekening, of
uit vrees zich te compromitteei en, hif vroeg
haar niet ten huwelijk. Als ze alleen waren,
liet hij haar heel goed merken, dat hij veel
van haar hield, maar liet altijd een achter
deurtje open, om zich terug te trekken als
hij het noodig vond. In het bijzijn van an
deren behandelde hij haar als vroeger. Deze
vreemde verhouding, waar Soledad eigen
lijk niets van begreep, eindigde daarmee
dat deze zich geheel aan Velasquez overgaf.
Zij begon ongeduldig te worden, halsrei
kend uit te zien naar het oogenblik, waarop
hii haar zijn liefde bekennen zou, en op-de
middelen te zinnen dit oogenblik te ver
haasten. Met haar kinderlijke onschuld
maakte ze zich in dat opzicht bijna be
lachelijk. Eens op een dag zei Velasquez
haar uit de grap, maar met een ernstig ge
zicht
„Soledad, ik heb je wat te vertellen, waar
niemand wat van weten mag."
Bij het naar huis gaan herinnerde hij zich
echter die woorden niet meer. Maar het
meisje vergat ze niet. Zij dacht bijna aan
niets anders. En toen ze hem na eenige da
gen weer ontmoette, deed ze alle moeite
een oogenblikje met hem alleen te zijn.
Toen haar dat gelukt was, zei ze hem met
bevende stem en hoog gekleurde wangen
„Zeg het me nu."
„Wat," vroeg Velasquez verbaasd.
„Wel, het geheim."
Hij begreep eerst niet wat ze meende,
maar het zich eindelijk herinnerend, tracht
te hij zich zoo goed mogelijk uit de verle
genheid te redden, zonder zich echter bloot
te geven.
Zoo stonden de zaken, toen een onver
wacht en treurig voorval zijn plannen heele-
maal verijdelde. Pontes, voorbij zijn wacht
huisje een man ziende gaan, die hem ver
dacht toesbheen, beval dezen halt te maken.
De man, die zeep wilde smokkelen, zette
het op een loopen. Daar het twee uur Vmid-
dags was, dacht Pontes er niet over van zijn
geweer geb-uik te maken, en liep hem na.
Bekend als hard looper twijfelde hij er geen
oogenblik aan, of het zou hem gelukken
den man in te holen, cn na lenigen tijd
bracht hij hem ook tot staan.
„Geef je over, ofriep hij uit.
Maar tegèlijkertijd haalde de onder zijn
navajo voor den dog, èn stok dezen Pontet
tot aan het heft in de borst, zpodat hij dood
neerstortte.
Het gebeurde bracht de heele stad in rep
en roer. De ongelukkige weduwe snelde
naar de plaats, waar de moord had plaats
gehad. De politieagenten, die daar waren,
stonden echter niet toe, dat zij het lijk van
haar man omhelsde, want het gerecht was
nog niet gekomen. Het weenen van de ar
me vrouw reet den omstanders het hart van
een. Toen het gerecht eindelijk gekomen
was, legde men het lijk in een kar, en bracht
hem naar huis. De weduwe volgde doods
bleek en vreeselijk snikkend de kar. Daar
achter kwamen de gerechtsdienaars, eenige
vrienden van den doo.le, en een aantel
nieuwsgierigen. Soledad kwam den treuriger»
stoet tegen, juist toen zij het huis uitging
om te zien, waar haar moeder gebleven
wa».
Wordt vervolgd.