M'e Jaargang.
B
1'
DE EEMLANDER".
Woensdag 8 Maart 1916.
BUITENLAND.
FEUILLETON.
SOLEDAD.
N' 214
M
M
Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT
Intercomm. Telefoonnununer 66.
t ,,.r,o.
r
1 r'
p. A. EBBINOE WUBBEN.
Hoofdredactie: j Mr Q yAN SCHAARDENBURG.
Ji
Uitgevers: VALKHOFF fr Co,
ABONNEMENTSPRIJS:
Ptr 8 maanden voor Amersfoort 1-GO*
Idem franoo per poet -
Por week (met gratie vorrakoring tegon ongolukkoo) I
Afsonderljjko nummers O.OS.
Wekelijksoh bijvoesoel ,De BoUanitcU UuUrrouic" (onder
redactie van ïhérèee Hovon) per 8 mnd. 5tr els.
Wekelgkeoh bijroegsel „Pah mt m«" per 8 mnd. 40 eU.
PRIJS DER ADVER'i'EN'i'IËN:
LlkoTGgcI moero.IO
DiensthajibiodinKon 25 cents bij vooruilbotattag.'
Grooto letters nnnr plmilshiitrt®.
Voor handel en bedrit boalaan geur voordooli^o bopalinacn
tot het hoihaidd ativurtooron in dit Blad, by abónnemeiu.
Eono circulniro, bo vatton do do voor waar don, wordt
aanvraag toegezonden.
0[>
Kennisgeving.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
Snaken belanghebbenden opmerkzaam op liet
bepaalde in art. 27 der Drankwet, luidende
„Van verbouwing of herbouw van eene h>ca-
Bteit, waarvoor eene vergunning is verleend,
wordt uiterlijk een niaand vóór het einde van
bet vergunningsjoar, waarin de verbouwing of
herbouw is aangevangen, onder overlegging van
het plan, kennis gegeven aan Burgemeester en
Wethouders of voor zooveel betreft een loge
ment waarin de verkoop alleen geschiedt aan lo
geergasten of de localiteit van ccno sociëteit
aan Gedeputeerde Stoten."
Voorts vestigen zij de aandacht von belong-
hebbenden cr op, dat, wanneer niet aan germ ld
voorschrift wordt voldaan, de vergunning moet
worden ingetrokken.
De Secretaris, Do Burgemeester,
A. R. VEENSTRA. v. RANDWUCK.
Politiek Overzicht
Amerika en de duikboot
oorlog.
De nadere berichten over den strijd, die
in de Amerikaansche regeeringskringen
gaande is over de houding, welke moet wor
den aangenomen in de nieuwe phase, waarin
de duikbootoorlog sedert den len Maart is
gekomen, verspreiden een eenigszins gun
stiger licht over de zaak. Het huis van ver
tegenwoordigers heeft gisteren een besluit
genomen, gelijkluidende met de stemming,
die in den Senaat heeft plaats gehad over de
motie-Gore. Reuter geeft aan dit besluit de
zelfde interpretatie, die het gegeven heeft
aan de in den Senaat gehouden stemming.
Die interpretatie strookt echter niet met de
sintsdien verkregen, inlichtingen, die het
aannemelijk maken, dat het besluit tot
verdaging, dat de Senaat over het voor-
stel-Gore heeft genomen, de opvatting
toelaat, dat men, zonder president Wil
son voor het hoofd te stooten, toch
eene uitspraak in den «door hem
gewenschten zin heeft willen vermijden. Men
wenscht de gelegenheid tot verdere gedaclv
tenwisseling open te houden en wil zich ont
houden van het nemen eener beslissing, die
vèr reikende gevolgen kan hebben, zooldhg
niet de diplomatieke middelen zijn uitgeput.
Maar de onzekerheid blijft bestaan en het
gevaar, dat in die onzekerheid ligt, is niet
weggenomen; de New^7orksche correspon
dent van de Frankf. Ztg. drukt dit uit, door
te zeggen: „Mijne pers<*onlijke meening is,
dat, ofschoon het congres geen breuk met
Duitschland wenscht, het dwaas zou zijn te
miskennen, dat de toestand nog altijd vele
elementen van gevaar bevat."
In verband-ftiermee verdienen de stemmen
de aandacht, die in Duitschland opgaan om
te manen tot omzichtigheid in het voeren
van den duikbootoorlog. Zoo behandelt in
het Maartnummer van de Preussisrhe Jahr-
bücher de bekende publicist prof. Hans Del-
brück de vraag of de oorlog op den weg van
den niets ontzienden duikbootoorl9g met
grootere zekerheid ten einde kan worden
gebracht. Hij geeft daarop dit antwoord:
„Het is zeer moeielijk te zeggen, ook voor
de marine-officieren, well>e uitwerking wij
op dezen weg kunnen bereiken. Volgens En-
gelsche berichten hebben wij-eene nieuwe
duikboot van de afmetingen van een klei
nen kruiser geconstrueerd, waarvan de re
sultaten onberekenbaar zijn. Het hoofdpunt
is de vermindering van de scheepsruimte,
die noodig is om Groot-Brittannië van le
vensmiddelen en grondstoffen te voorzien.
Men weet hoe groot de verlegenheid op dit
punt reeds nu is. De geheele Duitsche han
delsvloot is uit het wereldverkeer verdwe
nen; een zeer groot deel van. de Engelsche
men zegt 40 pet. wordt door de mili
taire transporten in beslag genomen, een
zeker deel men noemt 7 en zelfs II pet.
is ook reeds door den oorlog vernield.
Weinig meer dan de helft van de vloot in
vredestijd staat nog slechts ter beschikking.
Wanneer het ons gelukt, in het vernielings
werk nog een goed deel te pakker, te krij
gen, dan schijnt het, dot niet alleen Enge
land, maar -ook zijne bondgenooten den
adem moeten verliezen Reeds thans is En
geland niet meer in staat, aar. het verbon
den Italië de poodige kolen te leveren.
Niettemin is het succes voIsiT-ekt niet ze
ker en in ieder geval ligt he' in een ver ver
schiet. De Engelsche vloot is zeer groo\ en
door organisatie kon van de beschikbare
ruimte beter partij getrokker worden; men
verbiedt den invoer van-niet noodzakelijke
goederen, men bouwt nieuwe schepen en
koopt oude in de gansche wereld op. Bij
dit alles komt nog het gevaar van het con
flict met Amerika, dat, ook zonder ons den
oorlog të verklaren, aan de grootc Duitsche
handelsvloot, die thans werkeloos: in zijne
havens ligt, een pan'dobject van groote
waarde in de hand heeft.
Men ziet de beslissing, die onz#1 regeering
heeft te nemen, is buitengewoon moeielijk.
Zij heeft twee wegen voor zich. die elkaar
uitsluiten. Wanneer men 't er op toelegt,
de onzijdigen onder de leiding van Amerika
er toe te brengén, dat zij zich de met het
recht strijdige afsluiting door Engeland niet
langer getroosten, dan zou dat, als het ge
lukte, beteekenen, dat wij den oorlog heb
ben gewonnen. Maar zal Amerika zoo ver
gaan? Zijne eigen belangen schijnen het te
verlangen, maar daaraan staat in den weg
de intensieve afkeer, dien het' tegen ons
koestert. Als wij het omgekeerde doen en
Engeland door een niets ontzienden duik
bootoorlog trachten te bedwingen, dan is
het wederom de vraag tot welk een graad
van vijandelijkheid Amerika zich dan tegen
ons zal laten voortsleepen. Wat men ook
doet, altijd stuit men op een vreemden wil,
waarvanh et besluit en de kracht niet zijn te
berekenen."
Aldus prof. Delbrück. Het gevaar van een
conflict met Amerika wordt blijkbaar niet
licht geteld in Duitschland. Daarvan ge
tuigt ooJc^eene waarschuwing, die een des
kundige schrijver in de Kieler Zeitung laat
hooren, dat men geene te groote verwach-
ling moet* koesteren van de dadelijke uit
komsten van Duitschlands nieuwe duikboot
campagne tegen handelsschepen. Die zullen
slechts gaandeweg zijn te merken. In de eer
ste moand zullen zij haast niet te bespeuren
zijn, want „zelfs nu is het aan onze duik-
booten volslrekt niet toegestaan, zonder
omwegen ieder handelsschip in den grond
te boren, dat zij ontmoeten in de oorlogs
zone. Het zal bijzondere omzichtigheid
eisohen, te vermijden, dat er nieuwe poli
tieke conflicten ontstaan, en die omzichtig-
heidm oet natuurlijk het initiatief van onze
dappere duikbootkrijgers belemmeren."
De oorloq.
B e r I ij n, 7 M a a r fc fW. B.) Communiqué
van het groote hoofdkwartier.
Kleine Engelsche troepenafdeelingen, die
gisteren na krachtige voorbereiding met ge
schutvuur tot in onze loopgraven ten N.O.
van Vermelles waren doorgedrongen, wer
den met de bajonet weder teruggeworpen.
In de Champagne werd door een onverwach-
ten aanval ten O. van Maison de Champagne
onze stelling teruggewonnen, waarin de
Franschen zich 11 Febr. hadden genesteld.
2 officieren en 150 manschappen werden bij
dezen overval gevangen gemaakt.
In Argonne schoven wij ten N.O. van
Lacholade onze stelling iels naar voren, in
aansluiting met èen groove ontploffing. In
het Maasgebied was levendiger artillerie
vuur ter W. van do rivier. Ten O. ervan
bleef het vuren op ongeveer dezelfde mid
delbare sterk!:. Uitgezonderd de botsingen
van verkenningspatróuiües kwamen geen
gevechten meer voor.
In Woëvre hebben wij heden ochtend het
dorp Fresnes stormenderhand genomen; in
enkele huizen aan <fe westzijde van het dorp
houden de Franschen nog stand. Zij verlo
ren meer dan 300 gevangenen.
Een van onze luchtschepen strooide heden
nacht bommen op de spoorwegemplacemen
ten van Barleduc.
P a r ij s7 Maart. (Havas). Namiddag
communiqué.
In de Argonne trachtten bij Haute Che-
vauchée de Duitschers een mijntrechter te
bezetten. Dé Duitsche gemcenschapswegen
werden on nieuw door de Fransche artille
rie gebombardeerd.
Onder begunstiging van een intens bom
bardement konden de Duitschers westelijk
van de Maas vooruit komen, door zich langs
den spoorweg in den omtrek van Regniéville
in te dringen. Terzelfder tijd deden de Duit
schers met eene divisie een aanval op hoog
te 265. Ondanks de zware verliezen, die
hun door het Fransche artillerie- en machi
negeweer vuür werden toegebracht, konden
de Duitschers zich van di£ hoogte meester
maken. De Franschen houden bezet het dorp
Bethencourt, Boqueteau ten oosten van het
Bois des Corbeaux en Cumières-le-Haut op
de Cote d'Oie.
Ten oosten van de Mdas in de buurt van
Bras en van Haudremont en ook in de
Woëvre-vlakte in den sector Fresnes en de
dorpen aun den voet van de Cötes Lorrui-
nes duurde de artilleriestrijd zeer levendig
voort in den loop van den nacht.
Londen, 7 Maart. (R.) Het avond-
communiqué van Parijs, dat hier onvolledig
ontvangen is, waarschijnlijk omdat de storm
de kabels heeft gestoord, bericht:
Hel bombardement met zwaar geschut ten
westen van de Maas duurde zeer intens
voort. De vijand .vermenigvuldigde in den
loop van den dag de infanterie-aanvallen
tusschen Bethencourt en de Maas. Deze
aanvallen werden allen teruggeslagen, be
halve die in den sector van het Rovcnbosch,
waarin de vijand voet kreeg.
Als gevolg van een hevig artillerie-bom
bardement in de streek van het bosch van
Hardaumonl drongen de Duitschers in eene
redoute, waaruit een tegenaanval hen on
middellijk weer verdreef.
In de Woëvre bezetten de Duitschers het
dorp Fresnes na een gevecht, waarin zij
zware verliezen leden.
De Franschen bombardeerden kantonne-
menten ten oosten van Mühlbach* en loop
graven in Wattcviller (Vogeezen).
Een Duitsch vliegtuig werd naar den
grond gebracht in de Argonne; de beide
vliegeniers werden gewond en gevangen ge
nomen.
Generaal Haig rapporteert, dat het op het
door de Engelschen bezette front vandaag
rustig was, behalve in de nobijhieid van de
HohenzoHern-redoute, waar dc vijand in den
ofgeloopen nacht drie bomaanvallen deed,
die geen succes hadden. Heden morgen liet
de vijand op dezelfde plaats een mijn sprin
gen; wij beheerschen den trechter.
Loopgraafmortieren en granaat-artillerie
waren 'zeer werkzaam tusschen de Hohèn-
zollern-redoute en Loos.
L o n de n, 7 M a a r t. (R.) Het War Ofipe
bericht, dat thans is vastgesteld, dot 60
bommen zijn nedVgeworpen door de vijan
delijke luchtschepen in den raid van 5 op
6 Maart. De bommen schijnen zonder
eenig overleg te zijn neergeworpen in lan
delijke districten. Dit kan te wijten zijn aan
het feit, dat door het ruwe weder de Zep
pelins in onzekerheid verkeerden, waar zij
zich bevonden, en verlangend waren hunne
bommen kwijt te raken, alvorens te ontsnap
pen onder bedekking van den nacht. Er is
geen militaire schade van eenig beleekenis
aangericht. De persoonlijke ongelukken- zijn
geheel beperkt gebleven tot de burgerlijke
bevolking. Een van de personen, die als ge
wond waren opgegeven, is gestorven,
waardoor het aantal gedooden gestegen
is tot 13
B e r 1 ij n 7 Maart. (W. B.) Communi
qué van liet groote hoofdkwartier.
Op het oostelijk oorlogstooneel in het al
gemeen géén verandering.
W e e n e n, 7 Maart. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Bij. Karpilouka wierpen afdeelingen van
het leger van aartshertog Jozef Ferdinand,
den vijand uit eene verschansing en nestel
de zich daarin, fen noordwesten van Tar-
nopoT verdreef een Ooslenrijksch-Hon-
goarsch troepencommondo den vijand uit
een duizend meter lange loopgraaf. De
vijandelijke stelling werd dichtgeworpen.
Zoowel in deze streek als ook aan de
Dnjestr en aan de Bessarabische grens, was
gisteren de artillerie-actie aan beide zijden
levendiger.
Petersburg, 7 Maart (Tel.-agent-
sohap). Communiqué van den grooton gene-
ralen staf.
De vijandelijke artillerie kanonneerde in
tensief dc streek ten zuidoosten van het
eiland Dalen; zij regelde haar vuur door mid
del van vijf vliegtuigen.
In de stelling van Dwinsk, bij liluksl,
duurt de levendige strijd rnel bommen om
het bezit van de mijntrechters voort.
Wecnen, 7 Maart. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Aon het Italiaansche fror.t is de toestand
onveranderd. Bijzondere gebeurtenissen
kwamen niet voor.
Rome, 7 Maart. (R.) Officieel com
muniqué.
Er waren slechts artillerie-gevechten en
kleine ontmoetingen op het geheele front.
W e e n e n, 7 Maart. (W. B.) Offic ieej
bericht van heden middag.
In den Balkan is niets bijzonders gebeurd.
De toestond is onveranderd.
Rome, 7 Maart. (R.) Officieus wordt
bericht, det luitenant-generaal Piacentini be
noemd is lot bevelhebber van het Italiean-
sche korps in Albanië. De benoeming van
een generaal van zoo hoogen rang en het
zenden van verscheidene divisiën naar Al
banië zijn in overcenstemming_mel dg groo
te militaire beteekenis van onze stelling in
Valona. Piacentini is reeds in Valona ge
land en heeft het bevel aanvaard.
Konstantinopel, 6 Maart. (W. B,)
Communiqué van het hoofdkwortier.
Van de verschillende fronten is geen be
richt ontvangen over belangrijke verande
ringen in den toestand.
Petersburg, 7 Maart. Tel.-agent
schap). Communiqué van deft grooten gene-
ralen stof.
Op het Kaukazische front gaan oi^- troe
pen voort uit Slapnvie de Turken terug te
drijven. Wij ontnamen hun nog een kanon.
In Perzië bezetten wij eene hoogte van 40
werst afstand van Kermansjah
P ri r ij s, 7 Maar t. (Havas). Russische
landingstroepen, gesteund door het vuur van
de vloot, hebben de stad Apina bezet aan
de kust van de Zwarte zee ten oosten van
Trebizonde. De Turken ontruimden hunne
stellingen; 280 soldaten en 2 officieren wer
den gevangen gemaakt door de Russen, die
twee kanonnen en munitie wegnomen. Bij
het voortzetten van de vervolging bezetten
de Russen het dorp Slopravie tusschen Api
na en Riza.
Londen, 8 Maart. (R.) De Daily Tele
graph heeft uit New-York bericht ontvangen,
Roman uit het Spaansch van
A. PALACIO VALDèS. -
12
Manoio bleef haar strak aankijken1, en So
ledad, die bang was dot hij haar zou vra
gen waarom ze geschreid had, deed al het
mogelijke om haar verdriet teverbergen,
en toonde zich zoo opgewekt en vroolijk als
maar kon.
„En vertel 'me 's hoe je 't Donderdag in
de Palma de Londillo hebt gehad, 'k Hoor
de dat je daar met vrouwen bent uitge
weest."
„Ik
„Ja, jij T ontken 't maar niet. Jullie hebt
flink achter den wijn gezeten, en je hebt
onder tafel geslapen."
„Kom. 'k Zal je de waarheid zeggen. Bij
"t naar huis gaan kwam 'k daar voorbij, en
werd door eenige kennissen uit Medina in
geroepen. 'k Dronk 'n glas wijn, bleef wat
zitten praten en ging toen naar huis. Je ziet
dat er van vrouwen geen sprake is geweest,
en nog minder van onder tafel Slapen. Je
weet wel, dat 'k daar niet aan doe."
Maar Soledad deed alsof ze hem niet ge-
looven wou, en lachte en praatte wat ze kon.
Manoio verdedigde zich, maar merkte onder-
tusschen het zenuwachtig gedoe van Let
meisje best op. Eindelijk, zich niet meer
kunnend beheerschen, riep*hij uit
„Je hebt vandaag weer standjes gehad,
Soledad."" Het meisje lachte luid op.
„Zat je er op te broeien om me dat te
zeggen. Sta je me daarom zoo aan te
staren
„Probeer maar niet 't voor me te verber
gen. Je hebt geschreid."
Soledad bleef gemaakt doorlachen zonder
te antwoorden.
„AI lang maakte 'k er werk van je ge
zicht te bestudeeren, om er op te leeren"
lezen, wat in je omgaat, en daar ben 'k nu
zoover mee, dat 'k het dadelijk aan je zien
kan of je verdriet hebt. Dat heb je ook nu,
en waarom verberg je dat voor mij Schaam
je je daarvoor? Dat 's toch werklijk niet
noodig. Iedereen weet toch ook wat in mij
omgaat, en toch kan me dat niets schelen.
Van iemand hou'en is nooit slecht geweest.
Ben je soms bang, dat ik 't me te veel zal
aantrekken, als je me alles vertelt Al lang
heb 'k me op 't ergste voorbereidwees dus
maar niet bang dat je me te veel verdriet
zult doen. 'k Weet heel goed, dat 'E nooit
wat anders dan je vriend kan wezen, maal
laat me dat ten minste dan ook werkelijk
zijn. Vertel me daarom nu, alles, want al
kan 'k je ook niet helpen, 't doet toch altijd
goed je gemoed 's uit te storten."
Nog altijd lachte Soledad, maar haar lach
werd steeds krampachtiger, terwijl tegelij
kertijd tranen over haar wangen vloeiden.
„Soledad, wat scheelt je toch," riep Ma
noio verschrikt uit, van zijn stoel opstaand.
Het meisje hield niet op met snikken en
lachen. „Wat heb je toch, Soledad?- Lach
toch niet zoo akelig." De herbergierster liet
zich over de toonbank vallen, en haar hoofd
tusschen de handen nemend, bleef ze eeni-
gen tijd voorover liggen, onophoudelijk met
schokken doorlachend. Maar dat schokken
werd al minder hevig en eindelijk, tot kalm
te gekomen, richtte zij het hoofd op, en zei
glimlachend
„Wat ben 'k toch mal, hé. Manoio?
„Ben je ziek?" vroeg deze angstig.
„Nee 'k ben nu beter."
En opstaande nam ze met bevende hand
een fleschje met oranjebloesem uit de kast,
schonk er een lepel vol van in, en dronk
deze-leeg. Vervolgens veegde zij de tranen
met een zakdoek af, en ging weer zitten.
„Vertel me nu 's, wat er gebeurd is"
vroeg hij. Soledad zweeg. Hij drong aan op
hartelijken toon. Eindelijk barstte zij uit
„Ik heb hem alles, alles vergeven. Maar
wat hij me nu aandoet, dat zal zelfs God
hem niet vergeven." En bij het zeggen van
deze woorden barstte zij in tranen uit. Ma
noio liet haar kalm uitweenen.
„Laat hij met me doen wat hij wil" riep
ze uit, nadat ze kalmer was geworden", al
wou hij me ook tot zijn slavin maken, wat
ik toch eigenlijk al ben. Maar me met an-
'dere vrouwen de oogen uitsteken, dat is -e
kras,vvind je ook niet? God weet, dat 'k
hem daar heelemaal geen reden voor heb
gegeven. Zöolang we samen zijn heb 'k nog
geen anderen man aangekeken, 'k laat me
villen als 't niet waar is. 'k Ben niet eens
naar de Puerta de Tierra of naar de stieren
gevechten geweest, ja 'k heb nooit de straat-
steenen aangeraakt, als hij me niet mee
nam. 'k Let duizendmaal meer op zijn be
langen dan 'k ooit op de mijne heb ge
daan Waarom martelt hij me dan zoo
Als er anderen bij zijn behandelt hij me met
'n minachting en" 'n tirannie, waarmee je
niet eens een slavin zou behandelen. De
vrouwen zegt hij complimentjes, maakt grap
pen met haar, en nauwelijks vertoon ik me,
of hij vaagt me op minachtenden toonWat
kom jij hier doen. Dan gooit hij me uit de
kamer, en die lammelingen lachen me daar
na uit. Op 't oogenblik loopt hij een zekere
Mercedes Ia Cardenala na. Heele middagen
is hij bij haar thuis, of gaat met haar wan
delen. 'k Weet er alles van."
„Maar hoe is 't mogelijk dat hij dat doet"
riep Manoio uit, die maar niet begrijpen
kon, hoe je een andere vrouw verkiezen kon
boven Soledad.
„En nog was hij niet tevreden met wat bij
deed. Hij moest me zijn overwinning ook
onder den neus duwen. Een «paar uur gela
den kwamen ze in een rijtuig voorbij, en om
me er niet aan te doen twijfelen, dat hij 't
was, stak hij in het voorbijrijden, zijn hoofd
uit 't raampje.
„Maar waren ze alleen
„Nee, haar zuster en nog drie anderen
waren er bij. Men heeft me verield, det ze
samen zouden gaan trouwen, en 't is best
mogelijk. Ze is erg rijk, want haar vader
heeft, 'k weet niet, hoeveel huizenen ik
!>eh niets dan 'n arme wees."
Bij deze woorden begon ze op nieuw te
snikken. Manoio trachtte lraar ie troosten.
Velasquez was toch zoo slecht niet, en au
fond hield hij veel van haar. 't Was niet
mogelijk dat hij haar op eens zou gaan
verlaten, en dén band, dienen'samen had
verbonden, zou verbreken. Ook als hij
trouwde, zou hij 't nooit met een hem ge
heel vreemde vrouw doen, maar met een,
die hij wist dat hem volkomen onderwor
pen waszooals zij. Hij wist nog niet at-
les, de arme Manoio 1 Soledad had hem
alleen de laatste streek van Velasquez ver
teld, maar van de ruwe manier, waarop hij
met haar omging, zei ze niets. Van den dag
af, waarop hij haar voor 't eerst sloeg, was
er geen huis met hem te houden. Het arme
meisje wist hoe hem tevreden te stellen.
Om het minste maakte hij haar de ergste
standjes, en 't liep dan meestal op ronsel
uit. Soledad sloot zich dan een oogenblik
.op in haar kamer, en kwam weer onderwor-
pener en verliefder don te voren voor den
dag. Gezegd moet worden, dat BI guapo in
zijn kastijdingen nooit te ver ging. Bijna
nooit verwondde hij haar, of sloeg hij haar
zoo, dat het litteekens naliet. Hij sloeg haar
eigenlijk alleen om aan zijn hoogmoed en
heerschzucht te voldoen. In ieder geval was
het merkwaardig die groote, sterke, Irotsche
vrouw te zien afranselen door dien nietigen
Majo, want hoewel hij een flink vechter met
de navaja was, had hij lichamelijk weinig
kracht, en was 't zeker, dat Soledad best in
staat was hèm een pak slaag toe te dienen*
Dan barstte ?e weer in snikken uit.
„Nee, met mij trouwt hij nooit. Hij houdt
niet meer van me, dat weet 'Ic wel.'
Wordt vervuljd»