M'e Jaargang. B 1' DE EEMLANDER". Woensdag 8 Maart 1916. BUITENLAND. FEUILLETON. SOLEDAD. N' 214 M M Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT Intercomm. Telefoonnununer 66. t ,,.r,o. r 1 r' p. A. EBBINOE WUBBEN. Hoofdredactie: j Mr Q yAN SCHAARDENBURG. Ji Uitgevers: VALKHOFF fr Co, ABONNEMENTSPRIJS: Ptr 8 maanden voor Amersfoort 1-GO* Idem franoo per poet - Por week (met gratie vorrakoring tegon ongolukkoo) I Afsonderljjko nummers O.OS. Wekelijksoh bijvoesoel ,De BoUanitcU UuUrrouic" (onder redactie van ïhérèee Hovon) per 8 mnd. 5tr els. Wekelgkeoh bijroegsel „Pah mt m«" per 8 mnd. 40 eU. PRIJS DER ADVER'i'EN'i'IËN: LlkoTGgcI moero.IO DiensthajibiodinKon 25 cents bij vooruilbotattag.' Grooto letters nnnr plmilshiitrt®. Voor handel en bedrit boalaan geur voordooli^o bopalinacn tot het hoihaidd ativurtooron in dit Blad, by abónnemeiu. Eono circulniro, bo vatton do do voor waar don, wordt aanvraag toegezonden. 0[> Kennisgeving. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort Snaken belanghebbenden opmerkzaam op liet bepaalde in art. 27 der Drankwet, luidende „Van verbouwing of herbouw van eene h>ca- Bteit, waarvoor eene vergunning is verleend, wordt uiterlijk een niaand vóór het einde van bet vergunningsjoar, waarin de verbouwing of herbouw is aangevangen, onder overlegging van het plan, kennis gegeven aan Burgemeester en Wethouders of voor zooveel betreft een loge ment waarin de verkoop alleen geschiedt aan lo geergasten of de localiteit van ccno sociëteit aan Gedeputeerde Stoten." Voorts vestigen zij de aandacht von belong- hebbenden cr op, dat, wanneer niet aan germ ld voorschrift wordt voldaan, de vergunning moet worden ingetrokken. De Secretaris, Do Burgemeester, A. R. VEENSTRA. v. RANDWUCK. Politiek Overzicht Amerika en de duikboot oorlog. De nadere berichten over den strijd, die in de Amerikaansche regeeringskringen gaande is over de houding, welke moet wor den aangenomen in de nieuwe phase, waarin de duikbootoorlog sedert den len Maart is gekomen, verspreiden een eenigszins gun stiger licht over de zaak. Het huis van ver tegenwoordigers heeft gisteren een besluit genomen, gelijkluidende met de stemming, die in den Senaat heeft plaats gehad over de motie-Gore. Reuter geeft aan dit besluit de zelfde interpretatie, die het gegeven heeft aan de in den Senaat gehouden stemming. Die interpretatie strookt echter niet met de sintsdien verkregen, inlichtingen, die het aannemelijk maken, dat het besluit tot verdaging, dat de Senaat over het voor- stel-Gore heeft genomen, de opvatting toelaat, dat men, zonder president Wil son voor het hoofd te stooten, toch eene uitspraak in den «door hem gewenschten zin heeft willen vermijden. Men wenscht de gelegenheid tot verdere gedaclv tenwisseling open te houden en wil zich ont houden van het nemen eener beslissing, die vèr reikende gevolgen kan hebben, zooldhg niet de diplomatieke middelen zijn uitgeput. Maar de onzekerheid blijft bestaan en het gevaar, dat in die onzekerheid ligt, is niet weggenomen; de New^7orksche correspon dent van de Frankf. Ztg. drukt dit uit, door te zeggen: „Mijne pers<*onlijke meening is, dat, ofschoon het congres geen breuk met Duitschland wenscht, het dwaas zou zijn te miskennen, dat de toestand nog altijd vele elementen van gevaar bevat." In verband-ftiermee verdienen de stemmen de aandacht, die in Duitschland opgaan om te manen tot omzichtigheid in het voeren van den duikbootoorlog. Zoo behandelt in het Maartnummer van de Preussisrhe Jahr- bücher de bekende publicist prof. Hans Del- brück de vraag of de oorlog op den weg van den niets ontzienden duikbootoorl9g met grootere zekerheid ten einde kan worden gebracht. Hij geeft daarop dit antwoord: „Het is zeer moeielijk te zeggen, ook voor de marine-officieren, well>e uitwerking wij op dezen weg kunnen bereiken. Volgens En- gelsche berichten hebben wij-eene nieuwe duikboot van de afmetingen van een klei nen kruiser geconstrueerd, waarvan de re sultaten onberekenbaar zijn. Het hoofdpunt is de vermindering van de scheepsruimte, die noodig is om Groot-Brittannië van le vensmiddelen en grondstoffen te voorzien. Men weet hoe groot de verlegenheid op dit punt reeds nu is. De geheele Duitsche han delsvloot is uit het wereldverkeer verdwe nen; een zeer groot deel van. de Engelsche men zegt 40 pet. wordt door de mili taire transporten in beslag genomen, een zeker deel men noemt 7 en zelfs II pet. is ook reeds door den oorlog vernield. Weinig meer dan de helft van de vloot in vredestijd staat nog slechts ter beschikking. Wanneer het ons gelukt, in het vernielings werk nog een goed deel te pakker, te krij gen, dan schijnt het, dot niet alleen Enge land, maar -ook zijne bondgenooten den adem moeten verliezen Reeds thans is En geland niet meer in staat, aar. het verbon den Italië de poodige kolen te leveren. Niettemin is het succes voIsiT-ekt niet ze ker en in ieder geval ligt he' in een ver ver schiet. De Engelsche vloot is zeer groo\ en door organisatie kon van de beschikbare ruimte beter partij getrokker worden; men verbiedt den invoer van-niet noodzakelijke goederen, men bouwt nieuwe schepen en koopt oude in de gansche wereld op. Bij dit alles komt nog het gevaar van het con flict met Amerika, dat, ook zonder ons den oorlog të verklaren, aan de grootc Duitsche handelsvloot, die thans werkeloos: in zijne havens ligt, een pan'dobject van groote waarde in de hand heeft. Men ziet de beslissing, die onz#1 regeering heeft te nemen, is buitengewoon moeielijk. Zij heeft twee wegen voor zich. die elkaar uitsluiten. Wanneer men 't er op toelegt, de onzijdigen onder de leiding van Amerika er toe te brengén, dat zij zich de met het recht strijdige afsluiting door Engeland niet langer getroosten, dan zou dat, als het ge lukte, beteekenen, dat wij den oorlog heb ben gewonnen. Maar zal Amerika zoo ver gaan? Zijne eigen belangen schijnen het te verlangen, maar daaraan staat in den weg de intensieve afkeer, dien het' tegen ons koestert. Als wij het omgekeerde doen en Engeland door een niets ontzienden duik bootoorlog trachten te bedwingen, dan is het wederom de vraag tot welk een graad van vijandelijkheid Amerika zich dan tegen ons zal laten voortsleepen. Wat men ook doet, altijd stuit men op een vreemden wil, waarvanh et besluit en de kracht niet zijn te berekenen." Aldus prof. Delbrück. Het gevaar van een conflict met Amerika wordt blijkbaar niet licht geteld in Duitschland. Daarvan ge tuigt ooJc^eene waarschuwing, die een des kundige schrijver in de Kieler Zeitung laat hooren, dat men geene te groote verwach- ling moet* koesteren van de dadelijke uit komsten van Duitschlands nieuwe duikboot campagne tegen handelsschepen. Die zullen slechts gaandeweg zijn te merken. In de eer ste moand zullen zij haast niet te bespeuren zijn, want „zelfs nu is het aan onze duik- booten volslrekt niet toegestaan, zonder omwegen ieder handelsschip in den grond te boren, dat zij ontmoeten in de oorlogs zone. Het zal bijzondere omzichtigheid eisohen, te vermijden, dat er nieuwe poli tieke conflicten ontstaan, en die omzichtig- heidm oet natuurlijk het initiatief van onze dappere duikbootkrijgers belemmeren." De oorloq. B e r I ij n, 7 M a a r fc fW. B.) Communiqué van het groote hoofdkwartier. Kleine Engelsche troepenafdeelingen, die gisteren na krachtige voorbereiding met ge schutvuur tot in onze loopgraven ten N.O. van Vermelles waren doorgedrongen, wer den met de bajonet weder teruggeworpen. In de Champagne werd door een onverwach- ten aanval ten O. van Maison de Champagne onze stelling teruggewonnen, waarin de Franschen zich 11 Febr. hadden genesteld. 2 officieren en 150 manschappen werden bij dezen overval gevangen gemaakt. In Argonne schoven wij ten N.O. van Lacholade onze stelling iels naar voren, in aansluiting met èen groove ontploffing. In het Maasgebied was levendiger artillerie vuur ter W. van do rivier. Ten O. ervan bleef het vuren op ongeveer dezelfde mid delbare sterk!:. Uitgezonderd de botsingen van verkenningspatróuiües kwamen geen gevechten meer voor. In Woëvre hebben wij heden ochtend het dorp Fresnes stormenderhand genomen; in enkele huizen aan <fe westzijde van het dorp houden de Franschen nog stand. Zij verlo ren meer dan 300 gevangenen. Een van onze luchtschepen strooide heden nacht bommen op de spoorwegemplacemen ten van Barleduc. P a r ij s7 Maart. (Havas). Namiddag communiqué. In de Argonne trachtten bij Haute Che- vauchée de Duitschers een mijntrechter te bezetten. Dé Duitsche gemcenschapswegen werden on nieuw door de Fransche artille rie gebombardeerd. Onder begunstiging van een intens bom bardement konden de Duitschers westelijk van de Maas vooruit komen, door zich langs den spoorweg in den omtrek van Regniéville in te dringen. Terzelfder tijd deden de Duit schers met eene divisie een aanval op hoog te 265. Ondanks de zware verliezen, die hun door het Fransche artillerie- en machi negeweer vuür werden toegebracht, konden de Duitschers zich van di£ hoogte meester maken. De Franschen houden bezet het dorp Bethencourt, Boqueteau ten oosten van het Bois des Corbeaux en Cumières-le-Haut op de Cote d'Oie. Ten oosten van de Mdas in de buurt van Bras en van Haudremont en ook in de Woëvre-vlakte in den sector Fresnes en de dorpen aun den voet van de Cötes Lorrui- nes duurde de artilleriestrijd zeer levendig voort in den loop van den nacht. Londen, 7 Maart. (R.) Het avond- communiqué van Parijs, dat hier onvolledig ontvangen is, waarschijnlijk omdat de storm de kabels heeft gestoord, bericht: Hel bombardement met zwaar geschut ten westen van de Maas duurde zeer intens voort. De vijand .vermenigvuldigde in den loop van den dag de infanterie-aanvallen tusschen Bethencourt en de Maas. Deze aanvallen werden allen teruggeslagen, be halve die in den sector van het Rovcnbosch, waarin de vijand voet kreeg. Als gevolg van een hevig artillerie-bom bardement in de streek van het bosch van Hardaumonl drongen de Duitschers in eene redoute, waaruit een tegenaanval hen on middellijk weer verdreef. In de Woëvre bezetten de Duitschers het dorp Fresnes na een gevecht, waarin zij zware verliezen leden. De Franschen bombardeerden kantonne- menten ten oosten van Mühlbach* en loop graven in Wattcviller (Vogeezen). Een Duitsch vliegtuig werd naar den grond gebracht in de Argonne; de beide vliegeniers werden gewond en gevangen ge nomen. Generaal Haig rapporteert, dat het op het door de Engelschen bezette front vandaag rustig was, behalve in de nobijhieid van de HohenzoHern-redoute, waar dc vijand in den ofgeloopen nacht drie bomaanvallen deed, die geen succes hadden. Heden morgen liet de vijand op dezelfde plaats een mijn sprin gen; wij beheerschen den trechter. Loopgraafmortieren en granaat-artillerie waren 'zeer werkzaam tusschen de Hohèn- zollern-redoute en Loos. L o n de n, 7 M a a r t. (R.) Het War Ofipe bericht, dat thans is vastgesteld, dot 60 bommen zijn nedVgeworpen door de vijan delijke luchtschepen in den raid van 5 op 6 Maart. De bommen schijnen zonder eenig overleg te zijn neergeworpen in lan delijke districten. Dit kan te wijten zijn aan het feit, dat door het ruwe weder de Zep pelins in onzekerheid verkeerden, waar zij zich bevonden, en verlangend waren hunne bommen kwijt te raken, alvorens te ontsnap pen onder bedekking van den nacht. Er is geen militaire schade van eenig beleekenis aangericht. De persoonlijke ongelukken- zijn geheel beperkt gebleven tot de burgerlijke bevolking. Een van de personen, die als ge wond waren opgegeven, is gestorven, waardoor het aantal gedooden gestegen is tot 13 B e r 1 ij n 7 Maart. (W. B.) Communi qué van liet groote hoofdkwartier. Op het oostelijk oorlogstooneel in het al gemeen géén verandering. W e e n e n, 7 Maart. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Bij. Karpilouka wierpen afdeelingen van het leger van aartshertog Jozef Ferdinand, den vijand uit eene verschansing en nestel de zich daarin, fen noordwesten van Tar- nopoT verdreef een Ooslenrijksch-Hon- goarsch troepencommondo den vijand uit een duizend meter lange loopgraaf. De vijandelijke stelling werd dichtgeworpen. Zoowel in deze streek als ook aan de Dnjestr en aan de Bessarabische grens, was gisteren de artillerie-actie aan beide zijden levendiger. Petersburg, 7 Maart (Tel.-agent- sohap). Communiqué van den grooton gene- ralen staf. De vijandelijke artillerie kanonneerde in tensief dc streek ten zuidoosten van het eiland Dalen; zij regelde haar vuur door mid del van vijf vliegtuigen. In de stelling van Dwinsk, bij liluksl, duurt de levendige strijd rnel bommen om het bezit van de mijntrechters voort. Wecnen, 7 Maart. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Aon het Italiaansche fror.t is de toestand onveranderd. Bijzondere gebeurtenissen kwamen niet voor. Rome, 7 Maart. (R.) Officieel com muniqué. Er waren slechts artillerie-gevechten en kleine ontmoetingen op het geheele front. W e e n e n, 7 Maart. (W. B.) Offic ieej bericht van heden middag. In den Balkan is niets bijzonders gebeurd. De toestond is onveranderd. Rome, 7 Maart. (R.) Officieus wordt bericht, det luitenant-generaal Piacentini be noemd is lot bevelhebber van het Italiean- sche korps in Albanië. De benoeming van een generaal van zoo hoogen rang en het zenden van verscheidene divisiën naar Al banië zijn in overcenstemming_mel dg groo te militaire beteekenis van onze stelling in Valona. Piacentini is reeds in Valona ge land en heeft het bevel aanvaard. Konstantinopel, 6 Maart. (W. B,) Communiqué van het hoofdkwortier. Van de verschillende fronten is geen be richt ontvangen over belangrijke verande ringen in den toestand. Petersburg, 7 Maart. Tel.-agent schap). Communiqué van deft grooten gene- ralen stof. Op het Kaukazische front gaan oi^- troe pen voort uit Slapnvie de Turken terug te drijven. Wij ontnamen hun nog een kanon. In Perzië bezetten wij eene hoogte van 40 werst afstand van Kermansjah P ri r ij s, 7 Maar t. (Havas). Russische landingstroepen, gesteund door het vuur van de vloot, hebben de stad Apina bezet aan de kust van de Zwarte zee ten oosten van Trebizonde. De Turken ontruimden hunne stellingen; 280 soldaten en 2 officieren wer den gevangen gemaakt door de Russen, die twee kanonnen en munitie wegnomen. Bij het voortzetten van de vervolging bezetten de Russen het dorp Slopravie tusschen Api na en Riza. Londen, 8 Maart. (R.) De Daily Tele graph heeft uit New-York bericht ontvangen, Roman uit het Spaansch van A. PALACIO VALDèS. - 12 Manoio bleef haar strak aankijken1, en So ledad, die bang was dot hij haar zou vra gen waarom ze geschreid had, deed al het mogelijke om haar verdriet teverbergen, en toonde zich zoo opgewekt en vroolijk als maar kon. „En vertel 'me 's hoe je 't Donderdag in de Palma de Londillo hebt gehad, 'k Hoor de dat je daar met vrouwen bent uitge weest." „Ik „Ja, jij T ontken 't maar niet. Jullie hebt flink achter den wijn gezeten, en je hebt onder tafel geslapen." „Kom. 'k Zal je de waarheid zeggen. Bij "t naar huis gaan kwam 'k daar voorbij, en werd door eenige kennissen uit Medina in geroepen. 'k Dronk 'n glas wijn, bleef wat zitten praten en ging toen naar huis. Je ziet dat er van vrouwen geen sprake is geweest, en nog minder van onder tafel Slapen. Je weet wel, dat 'k daar niet aan doe." Maar Soledad deed alsof ze hem niet ge- looven wou, en lachte en praatte wat ze kon. Manoio verdedigde zich, maar merkte onder- tusschen het zenuwachtig gedoe van Let meisje best op. Eindelijk, zich niet meer kunnend beheerschen, riep*hij uit „Je hebt vandaag weer standjes gehad, Soledad."" Het meisje lachte luid op. „Zat je er op te broeien om me dat te zeggen. Sta je me daarom zoo aan te staren „Probeer maar niet 't voor me te verber gen. Je hebt geschreid." Soledad bleef gemaakt doorlachen zonder te antwoorden. „AI lang maakte 'k er werk van je ge zicht te bestudeeren, om er op te leeren" lezen, wat in je omgaat, en daar ben 'k nu zoover mee, dat 'k het dadelijk aan je zien kan of je verdriet hebt. Dat heb je ook nu, en waarom verberg je dat voor mij Schaam je je daarvoor? Dat 's toch werklijk niet noodig. Iedereen weet toch ook wat in mij omgaat, en toch kan me dat niets schelen. Van iemand hou'en is nooit slecht geweest. Ben je soms bang, dat ik 't me te veel zal aantrekken, als je me alles vertelt Al lang heb 'k me op 't ergste voorbereidwees dus maar niet bang dat je me te veel verdriet zult doen. 'k Weet heel goed, dat 'E nooit wat anders dan je vriend kan wezen, maal laat me dat ten minste dan ook werkelijk zijn. Vertel me daarom nu, alles, want al kan 'k je ook niet helpen, 't doet toch altijd goed je gemoed 's uit te storten." Nog altijd lachte Soledad, maar haar lach werd steeds krampachtiger, terwijl tegelij kertijd tranen over haar wangen vloeiden. „Soledad, wat scheelt je toch," riep Ma noio verschrikt uit, van zijn stoel opstaand. Het meisje hield niet op met snikken en lachen. „Wat heb je toch, Soledad?- Lach toch niet zoo akelig." De herbergierster liet zich over de toonbank vallen, en haar hoofd tusschen de handen nemend, bleef ze eeni- gen tijd voorover liggen, onophoudelijk met schokken doorlachend. Maar dat schokken werd al minder hevig en eindelijk, tot kalm te gekomen, richtte zij het hoofd op, en zei glimlachend „Wat ben 'k toch mal, hé. Manoio? „Ben je ziek?" vroeg deze angstig. „Nee 'k ben nu beter." En opstaande nam ze met bevende hand een fleschje met oranjebloesem uit de kast, schonk er een lepel vol van in, en dronk deze-leeg. Vervolgens veegde zij de tranen met een zakdoek af, en ging weer zitten. „Vertel me nu 's, wat er gebeurd is" vroeg hij. Soledad zweeg. Hij drong aan op hartelijken toon. Eindelijk barstte zij uit „Ik heb hem alles, alles vergeven. Maar wat hij me nu aandoet, dat zal zelfs God hem niet vergeven." En bij het zeggen van deze woorden barstte zij in tranen uit. Ma noio liet haar kalm uitweenen. „Laat hij met me doen wat hij wil" riep ze uit, nadat ze kalmer was geworden", al wou hij me ook tot zijn slavin maken, wat ik toch eigenlijk al ben. Maar me met an- 'dere vrouwen de oogen uitsteken, dat is -e kras,vvind je ook niet? God weet, dat 'k hem daar heelemaal geen reden voor heb gegeven. Zöolang we samen zijn heb 'k nog geen anderen man aangekeken, 'k laat me villen als 't niet waar is. 'k Ben niet eens naar de Puerta de Tierra of naar de stieren gevechten geweest, ja 'k heb nooit de straat- steenen aangeraakt, als hij me niet mee nam. 'k Let duizendmaal meer op zijn be langen dan 'k ooit op de mijne heb ge daan Waarom martelt hij me dan zoo Als er anderen bij zijn behandelt hij me met 'n minachting en" 'n tirannie, waarmee je niet eens een slavin zou behandelen. De vrouwen zegt hij complimentjes, maakt grap pen met haar, en nauwelijks vertoon ik me, of hij vaagt me op minachtenden toonWat kom jij hier doen. Dan gooit hij me uit de kamer, en die lammelingen lachen me daar na uit. Op 't oogenblik loopt hij een zekere Mercedes Ia Cardenala na. Heele middagen is hij bij haar thuis, of gaat met haar wan delen. 'k Weet er alles van." „Maar hoe is 't mogelijk dat hij dat doet" riep Manoio uit, die maar niet begrijpen kon, hoe je een andere vrouw verkiezen kon boven Soledad. „En nog was hij niet tevreden met wat bij deed. Hij moest me zijn overwinning ook onder den neus duwen. Een «paar uur gela den kwamen ze in een rijtuig voorbij, en om me er niet aan te doen twijfelen, dat hij 't was, stak hij in het voorbijrijden, zijn hoofd uit 't raampje. „Maar waren ze alleen „Nee, haar zuster en nog drie anderen waren er bij. Men heeft me verield, det ze samen zouden gaan trouwen, en 't is best mogelijk. Ze is erg rijk, want haar vader heeft, 'k weet niet, hoeveel huizenen ik !>eh niets dan 'n arme wees." Bij deze woorden begon ze op nieuw te snikken. Manoio trachtte lraar ie troosten. Velasquez was toch zoo slecht niet, en au fond hield hij veel van haar. 't Was niet mogelijk dat hij haar op eens zou gaan verlaten, en dén band, dienen'samen had verbonden, zou verbreken. Ook als hij trouwde, zou hij 't nooit met een hem ge heel vreemde vrouw doen, maar met een, die hij wist dat hem volkomen onderwor pen waszooals zij. Hij wist nog niet at- les, de arme Manoio 1 Soledad had hem alleen de laatste streek van Velasquez ver teld, maar van de ruwe manier, waarop hij met haar omging, zei ze niets. Van den dag af, waarop hij haar voor 't eerst sloeg, was er geen huis met hem te houden. Het arme meisje wist hoe hem tevreden te stellen. Om het minste maakte hij haar de ergste standjes, en 't liep dan meestal op ronsel uit. Soledad sloot zich dan een oogenblik .op in haar kamer, en kwam weer onderwor- pener en verliefder don te voren voor den dag. Gezegd moet worden, dat BI guapo in zijn kastijdingen nooit te ver ging. Bijna nooit verwondde hij haar, of sloeg hij haar zoo, dat het litteekens naliet. Hij sloeg haar eigenlijk alleen om aan zijn hoogmoed en heerschzucht te voldoen. In ieder geval was het merkwaardig die groote, sterke, Irotsche vrouw te zien afranselen door dien nietigen Majo, want hoewel hij een flink vechter met de navaja was, had hij lichamelijk weinig kracht, en was 't zeker, dat Soledad best in staat was hèm een pak slaag toe te dienen* Dan barstte ?e weer in snikken uit. „Nee, met mij trouwt hij nooit. Hij houdt niet meer van me, dat weet 'Ic wel.' Wordt vervuljd»

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1