„DE EEMLANDER". Donderdag 23 Maart 1S16. SOLFDAD. N° 227 14d" Jaargang. Bericht. flabelrachtinq van den Gemeenteraad. FEUILLETON. Hoofdredactie: F. A. EBB1NGE WUBBEN. Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURG. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maandeD voor Amersfoortf J.OO. Idem franco per post Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) - Afzonderlijke nummers Wekelijksoh bijvoegsel nDe Bollandsche Huisvrouw(onder redactie van Tliéièae Hoven) per 8 mild. 50 CIS. Wekelijksoh bijvoegsel Pak mt mee" per mnd. 40 C«S. Uitgevers: VALKHOFF Co, Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT I. Intercomm. Telefoonnummer 66. PRIJS DER AD VERTENTIËN: Van l5 regels Elke regel meer Dienstaanbiedingen 25 cents bij vooruitbetaling. Groote letters naar plaatsruimte. Voor handel on bedrijf bestaan zoor vooideolige bepalingen tot het herhaald advortecren in dit Blad, bij abonnement. Eono circulaire, bovattondo do voorwaarden, wordt aanvraag toegozondon. f J.50. - 0.10. op Zif, die zich met 1 April a.s. opgeven als abonné op het Amersfoortsch Dagblad ont vangen de tot dien datum ver schijnende nummers GRATIS. Kennisgeving. WIJZIGING DER KIEZERSLIJST. Burgemeester en Wethouders van Amers foort moken bekend, dat de op heden door hen, door afvoering en toevoeging ingevolge de wet tot tijdelijke afwijking van de Kieswet, gewij zigde Kiezerslijst, benevens de alphabetischc lijsten der namen en voornamen von hen, die met betrekking tot eene of meerdere verkie zingen van de Kiezerslijst zijn afgevoerd en daar op zyn gebracht, van 23 Maart tot en met 21 April a.s. tei Secretarie der Gemeente (ofdee- ling Hl) voor een ieder ter inzage worden ne- dergelegd en, tegen betaling der kosten in af schrift of afdruk verkrijgbaar worden gesteld. Tot en met 15 April a.s is een ieder bevoegd bij het gemeentebestuur verbetering van de ge wijzigde Kiezerslijst te vragen, op grond dat hij zelf of een onder, in strijd met de wet, daar op voorkomt, niet voorkomt of niet behoorlijk voorkomt. Het verzoekschrift kan op ongezegeld papier worden gesteld. Amersfoort, 22 Maart 1916. Burgemeester en Wethouders voornoemd,. De Secretaris, Do Burgemeester, A. R. VEENSTRA. v. RANDWIJCIC De Raadsvergadering van Dinsdag bracht slechts een tweetal belangrijke punten ter tafel, het eerste, den aankoop van gronden voor fabrieksbouw; het tweede, de veibree- ding van de Langestraat. De andere punten hadden weinig om 't lijf, alleen zaten de hee- ren Jórissen en Hofland elkaar even in 't haar bij het laatste der ingekomen stukken, het rapport met bijlagen van de commissie belast met het onderzoek inzake de beken de kwestie Holmer. De heer Jorissen ver wonderde zich, hoe het stuk, dat niet door hem, als Voorzitter van de commissie ge- teekend was, in den Raad was gekomen. Hij wensohte de verantwoordelijkheid voor het rapport dan ook niet te aanvaarden, al vorens hij het met zijn naam had ondertee kend. De heer Hofland deelde mede, het rap port als rapporteur te hebben onderteekend en het daarna te hebben verzonden. Het misverstand, waarvan hij sprak, lag dus bij hem, daqr hij verzuimd had, het rapport aan •den Voorzitter ter teekening toe te zenden. Dat is toch de gebruikelijke weg, als we ons niet vergissen. Nu de authenticiteit van het rapport dus niet door den Voorzitter der Commissie werd erkend, moesten B. en W. hun conclusie om het in een volgende vergadering te be handelen, wel laten vallen en zal het rap port naar de commissie teruggaan om langs den meer juisten weg den Raad weer te be reiken. Onder de ingekomen stukken trof ons verder een verzoek van de firma Nefkens om het uitsluitend recht tot stationneering van een of meer automobielen op -het stati onsplein. Zoo zullen wij dus ook hier een Atax-dienst krijgen, nu Amersfoort zich zoo ver heeft uitgebreid, mag dit zeker geen overbodige weelde heeten. Of het intus- schen verstandig zou zijn dit recht aan een firma te geven en concurrentie uit te slui ten? Wij gelooven het niet. Het stuk ging dan ook om advies. Bij punt 7, de verkoop van een perceel bouwterrein, ten Noord-Oosten van de Pun tenburgerlaan, aan den heer W. van Dende ren, maakte de heer Kroes zich tot tolk van den kooper, over eenige beweerde onregel matigheden bij den aankoop van dit stuk grond. Zoo was er sprake van een gezegeld contract, waarop later zou zijn teruggeko men. De voorziter verzekerde, dat het eeni ge gezegelde stuk in deze zaak de aanvrage van den heer van Genderen was geweest en dat van een gezegeld contract geen spra ke was. De heer Kroes nam met deze ver klaring genoegen, het hem door den heer van Genderen medegedeelde moest dan on juist zijn. Voor tot punt negen, de aankoop van gronden in de gemeente Soest, werd over gegaan, werd een vergadering met gesloten deuren gehouden. Na een klein uur werd het publiek weer toegelaten en mocht toen meesmuilen van het smakelijkste gerecht, dat dezen avond werd voorgezet. De grootste tegenstander van het voorstel was de heer Jorissen, hij betreurde het, dat het voorstel zoo slordig geformuleerd was, wees er op, dat de gronden niet aansluiten bij de gron den, die de gemeente reeds in het Soester- kwartier bezit en dat, waar uit het voorstel blijkt, dat de eigenaars gemeene zaak had den gemaakt, het steeds de kooper is, die bij dit „gemeene zaak moken" de dupe wordt. De heer Hofland opperde het bezwaar, dat, daar de gronden in de gemeente Soest lig gen, men geen baas in eigen huis zou zijn. Het werd verdedigd door den heer van der Wal, die, als gebruikelijk, begon met te ci- teeren uit een brochure over het Grondbe drijf. Vervolgens ging hij over tot een be schrijving van de aan te koopen landerijen. Hij had er met den eigenaar Hoksbergen rondgewandeld en stond verbaasd over-de goede kwaliteit van den grond. Zonde om er fabrieken op te bouwen, zouden wij wil len opmerken. De grond was even goed als de beste Friesche giond. Hoe dat zoo kwam? De heer van der Wal deelde ons dit geheim mede en missohien zijn er onder ónze lezers grondeigenaars, die het toe willen passen De boer hield varkens, die gaven mest, die op het land ging, simple comme bonjour. De heer Hofland werd er zelfs door over tuigd, dat dit Eldorado niet voor de gemeen te verloren mocht gaan. Bij den heer Jorissen, wiens verder debat meer in vinnigheidjes met den voorzitter verliep, kwam nu eerst de aap uit de mouw; moeten wij nu nog meer grond koopen, zoo vroeg hij, er komt een oogenblik, dat wij grond genoeg hebben, en dat oogenblik is nu gekomen. En dan, gaat Amersfoort nu wel zoo hard vooruit, als wij hier elkaar voort durend zitten wijs te makën, en zal de bur gerij ons dankbaar zijn, als zij de lasten moet opbrengen De voorzitter weerlegde de bezwaren; moeilijkheden met de gemeente Soest, wan neer er fabrieken kwamen, waren volgens hem niet te verwachten; in ,de toekomst ligt een grensregeling met deze gemeente, evenals met de gemeente Leusden heeft plaats gehad, waardoor de grens wordt rechtgemaakt en de gronden binnen de ge meente Amersfoort komen. De gronden lig gen aan de Eem en zijn voor fabrieksbouw zeer geschikt. Wat de vooruitgang van Amersfoort betreft, is er hier een stijging van het getal inwoners met ongeveer 3 ter wijl er tal van andere gemeenten zijn, die stilstaan of achteruit gaan. De heer Jorissen was hier niet mee tevreden en vroeg om cij fers. Hij kreeg ze, en het bleek, dat er in 1915 een toename van ruim 700 inwoners was. Maar daar zijn de 'bewoners van St. Louis bij, merkte -de heer Houbaer terecht op. Uit de gesprekken bleek, dat daar een 450 bewoners zijn, die er in 1914 en 1915 zijn gekomen, en dat door deze extra-toe name de vooruitgang van het inwoners-aan tal zeer zeker geflatteerd is. Ook de heer Gerritsen wierp zich op als verdediger van het voorstel, maar dat het er zoo schitterend door gekomen is, met slechts twee stemmen (die van de heeren Jorissen en Kroes) tegen, is zeker wel te danken aan de rede van den heer van der Wal, als grondspecialist in on zen Raad, die van het grondbedrijf een apar te studie gemaakt heeft. Als hij iets in een grondaankoop ziet, dan weet de Rsrad wel geen slechten koop tè zullen doen. Ter geruststelling, niet alleen van den heer Jorissen, maar ook van de burgerij, deed de \oorzitter eenige mededeelingen over den stand van het grondbedrijf. Het bleek dat reeds een viertal flinke stukken land verkocht zijn voor fabrieksbouw aan de fir ma's Wolter Dros, van Leyden Bunnik en Polak, terwijl nog tal van belangrijke aan vragen, ook voor villabouw, in voorberei ding zijn. Het grondbedrijf bedruipt niet al leen zich zelf, maar bracht zelfs reeds een winst op van 3000,—. Er bestaat dus ge lukkig geen reden tot ongerustheid, dat het grondbedrijf een strop voor Amersfoort zal worden. De volgende kwestie, die aan de orde kwam, was de verbreeding van de Lange straat bij de Varkensmarkt. Zooals bekend is, zullen de perceelen, bewoond door de heeren Boekenoogen, Riezebos en Snoeren, gesloopt worden, de, grond van het hoek- perceel kan inmiddels verkocht worden aan de Gruyter te 's-Hertogenbosch. De heeren Kroes en Oosterveen verzochten pogingen te doen om te zorgen, «dot dit perceel een schuinen hoek krijgt, omdat het verkeer door de Krankeledenstraat daar nogal eens be lemmerd wordt door den nauwen toegang tot de Langestraat. De heer Kroes vond ver der de schadevergoeding \an 5000 voor Riezebos en Boekenoogen samen te hoog en de bouwsom van 16000 voor twee winkelhuizen voor deze beide winkeliers in den tegenwoordigen tijd, veel te laag. Wet houder Esveld vertelde daarop twee maal breedvoerig aan den heer Kroes, dat hij ook de bouwsom te laag vond. Waarom heeft u daar dan geen verandering in gebracht, vroeg de heer Kroes toen terecht. Ja, zei de wethouder/ zoo'n voorstel is een zeer offi cieel stuk en het gaat toch niet aan er zoo maar in te knoeien en veranderingen aan te brengen. De ïaad slikte dit argument echter niet en had weinig zm later voor minder aan gename verrassingen te staan. Het punt werd daarom van de agenda afgevoerd, om in de volgende zitting behandeld te worden, met overgelegde plannen. De rondvraag werd weer beheerscht door den heer Hofland, deze had een verslag yan de Gezondheidscommissie ontvangen, waar een paar pagina's aan ontbraken en een paar dubbel in voorkwamen. Ieder weet, dat een dergelijke vergissing op een drukkerij, waar zoo'n verslagje tevens gebrocheerd woidt, kan voorkomen, in zoo'n geval vraagt men eenvoudig een ander exemplaar, dat wel in orde is. De heer Hofland achtte het echter gewenscht hierovèr een breedvoerig betoog te houden. Ook bracht hij nog eens de kwestie van de salarisregeling der tijdelijk aangestelde onderwijzers tijdens de mobilisatie, aan de orde, naar aanleiding van het ingezonden stuk van de perscommissie van de Afd. Amersfoort'van den B. v. N. O. (opgenomen in ons blad van 15 Maart j.l.) De wethouder van onderwijs deed daarop de loezeggipg, alle gewisselde stukken in deze zaak aan den Raad over te leggen. Daarna kwam de heer Hofland weer eens op de distributie der levensmiddelen terug en sohonk hij den Burgemeester, waarschijn lijk onbedoeld, de gelegenheid duidelijk te doen uitkomen, hoezeer het Hóófd der Ge meente steeds moet oppassen, om niet door de afnemers om den tuin te worden geleid. De heer Hofland vond het vreemd, dat de groentehandelaren meer hadden moeten be talen engros, dan de particulieren, zoodat de huismoeders, die zelf niet naar het bu reau konden gaan, de groenten zooveel duur der moesten betalen Üe Burgemeester wees er met nadruk op, dat de schuld hier lag aan de handelaren, die zich niet ontzien hadden de groenten naar Utrecht te verkoopen, het geen niet geoorloofd was, zoodat ze later hier duurder moesten inkoopen. De huismoe ders waren dus de dupe geworden van die handelaren en niet van de maatregelen van /len Burgemeester, die uitdrukkelijk vaststel de, Jat hij al het mogelijke doet en gedaan heeft om de volksklasse van goedkoope groenten te voorzien. Het betoog van den Burgemeester was sterk en de heer Hofland koos dan ook de wijsste partij en zweeg over deze kwestie verder. De heer Hofland bezong nu ook eens den slechten toestand van de Eem, zooals reeds zoo velen voor hem hebben gedaan. Met de cijfers en den tonneninhoud der schepen weerlegde de wethouder van Esveld en Vely Heyn het „fabeltje" dat de Eem feitelijk oi> bevaarbaar zou zijn, terwijl de hec Ger ritsen in een helder betoog aantoonde, dol de Eem inplaats van slechter in de laa 'e jaien veel en veel beter is ge,vorden. Met de feiten toonde hij aan, dat de Eem vol strekt niet slechter is, dan zoovele andere binnenwateren yan ons vaderland en dat men beter deed deze kwestie toch maar te laten rusten, daar men met tonnen, ja, met millioenen nog niet zou tot stand kunnen brengen wat men eigenlijk v ilde. Voor velen is het een stokpaardje geworden over de slechte bevaarbaarheid van de Eein te spreken, 't Is te hopen, dat de woorden van den heer Gerritsen, die uit de,praktijk sprak, voor goed eens een einde zullen maken aan die fabel. Aan het slot der vergadering kwam de heer de Kempenaer nog met een eigenaar dig voorstel, of liever met een motie, om den Raad. te doen uitspreken de wensche- lijkheid om voortaan des middags te verga deren. Uit de korte toelichting bleek, d .i de heer de Kempenaer het erg bezwaarlijk vindt, dat de vergaderingen tot zoo laat in den avond duren. Meerdere Raadsleden vor- toonen reeds grijze haren en dan is vroeg naar bed zeer aanbevelenswaardig. We ge looven dat gaarne, maar men zal toch 'met klemmender argumenten moeten komen om de wenschelijkheid van middagvergadering gen aan te toonen. De heer de Kempenaei heeft dat natuurlijk niet bedoeld, maar hij zal er toch niet aan ontkomen, dat men hem gaat verdenken de debatten te willen smoren, speciaal van den heer Hofland. Nu vinden ook \vij in onze Raadsvergaderingen niets zoo vervelend als de breedsprakigheid van genoemd raadslid. En als hij zich wat wilde schikken naar den goeden raad van den Burgemeester, door niet in 10 woorden te zeggen, wat hij in twee kan uitdrukken, dan kan hij aanspraak maken op onze eeuwig durende dankbaarheid. Maar men verge te toch niet, dat de heer Hofland ook vaak vee? goeds heeft te zeggen. De tijd, dat eer raadsvergadering 10 minuten duurde en dat het publiek van de behandelde zaken eigen lijk niets te weten kwam, is gelukkig voorbij Een verhoogde belangstelling van h ?t pu bliek in de gemeentezaken is du:.lelijk waar neembaar. En dit is te danken aan het feit dat de heer Hofland meermalen de gelegen heid schenkt wat naders omtrent de voor stellen te vernemen, maar ook, en dit ver- gete men vooral niet, door de avondverga, deringen. Publieke behandeling der zaken wordt feitelijk een fictie, wanneer men he: uur der vergadering zoo stelt, dat het over* groote deel van het publiek geen tijd heeft, de vergaderingen bij te wonen. Intusschen kunnen we thans hier veilig het zwijgen toe doen. daar het voorstel eer volgend maal in behandeling komt. Wie met katten jaagt, vangt geen hazen 'maar muizen. Roman uit het Spaansch van A. PALACIO VALDèS. 24 - - - Velasquez liep door de straten zonder zich door de vreugde meegesleept te voelen, zooals andere keeren. Het kookte in hem van woede en teleurstelling. In de Calle Ancha komende, waar de drukte het grootst was en de maskers zich bij voorkeur ophiel den, ontmoette hij Manoio Uceda, die hem uitnoodigde een glas wijn te drinken. Hoe wel tegen zijn zin moest hij de uitnoodiging wel aannemen, en deed zijn best, ten spijt van zijn slecht humeur, zoo vroolijk moge- 4Sjk te zijn. Dat gelukte hem echter maar ten halve. Manoio, die niets van de scheiding van So- iedad wist, merkte spoedig op dat die vroo- lijkheid maar geveins was en vroeg „Wat heb je toch. Men zou zeggen dat je iets hindert." „Mij Hoe kom je er bij. Het leven op itraat maakt me alleen "*t suf." Manoio vroeg nooit -arr Soledad. 't Zij dat kieschheid of trots <r de oorzaak van was. maar een feit is c k dat hij het nooit deed. Zoo kwam het dan ook dat Velasquez zich uit de verlegenheid kon redden, door dat hij niet over Soledad behoefde te pra ten. Na eenigen tijd nam hij afscheid onder het voorwendsel dat er eenige vrienden op hem wachtten. Hij doorliep de straten, zon der dat de gekke grimassen of gezegden van de gemaskerden, die hij tegenkwam, hem ook maar den schijn van een glimlach kon den afpersen. Verschillende groetten hem, want hij was bij ieder bekend. „Adios, Ve lasquez", Adios guapol" „Adios, elegante." Hij antwoordde en versnelde /ijn pas, want hij was niet gestemd om te praten. In de Calle de la Ameriqura ontmoette hij echter een troepje gemaskerde jonge meisjes, waarvan het een gelukte hem staande te houden en aan te spreken. Zij ging voor hem staan en zei „Dus Soledad is niet meer bij je." „Dat schijnt zoo," antwoordde de majo onverschillig weg. „En waarom heb je haar haar congé ge geven. Dat is toch niet mooi van je." „Dat heb ik niet gedaan, ze is van zelf weggegaan," antwoordde hij aarzelend, want hij voelde wel, dat men hem toch niet geloofde. „Zeg, maak dat je grootje wijs. Net of ik niet weet dat je haar bij Paca een pak slaag gegeven hebt, en daarna haar congé." „Geloof zulk geklets toch niet. Ze is uit zichzelf weggegaan." „Foei, Velasquez, wat ben je toch slecht en verraderlijk tegenover ons, arme vrou wen. Maar God zal je daarvoor eenmaal straffen; daar is nu.eenmael niets aan te doen. Geef me je hand, valschaard, dan zal ik je de toekomst voorspellen." „Daar is mijn hand, maar hoost je wat, 't wordt hier langzamerhand vol." En daar had hij gelijk aan, want een troepje voorbij gangers bleef uit nieuwsgierigheid staan. „Een vrouw houdt van je, maar jij niet van haar," zei het masker, zijn hand bekij kend. Daarentegen ben je dol op een ander, die niets van jou weten wil. Je zult haar wel veroveren, maar ze zal je later toch ontrouw worden. Een valsche vriend zal je verraden. Je zult met alles ongelukkig zijn, maar nie mand zal je beklagen. Van de vrouw, die je het eerst liefhad, zul je veel verdriet onder vinden, eindelijk sterven, terwijl zij je uit zal lachen Velasquez veronderstelde dat Paca het masker was, dat hem de toekomst voorspel de en zei lachend „Omdat jij 't zegt heb ik er niets op tegen alles wat je zegt te ondervinden. Geef me een zoen, engel." „Neen, ik wil je ongeluk niet op mijn ge weten hebben, laat me los „Zie je dan niet dat ik alles voor een kus overheb, al wil j1 me er ook ongelukkig door maken." „Laat los, valscherd, laat los." Allen lachten. De gitana's hielpen haar vriendin, terwijl de mannen, die zich bij het groepje hadden aangesloten, El guapo aan moedigden, roepend „Vooruit, dwing haar als ze niet wil l" Eindelijk rukte het masker zich los en ver wijderde hei greepje meines zich lachend, ter wijl Velasquez zijn weg vervolgde met een glimlach op de lippen. Dit kleine voor val had hem meer in zijn humeur gebracht, want het liet bij hem geen twijfel over dot die gitana Paca washij kon dat zien aan haai lengte, haar lichaamsbouw, zelfs aan haar manier van loopen. Nu de nevel, die op zijn geest drukte, was verdwenen, begon hij belang te stellen in wat om hem heen geschiedde. De luidruchtige vreugde steeg naarmate de middag vorderde. Een opwin dend rumoer heerschte in de straten, én men hoorde niets dan een dof gebrom, als het slaan van den golfslag tegen de rotsen. De menigte hoopte zich in de straten op en vei hinderde den doortocht van de versierde wagens en rijtuigen, die daardoor verplicht waren longen tijd op een plaats te blijven staan. De gemaskerden, die er in zaten, wekten door hun gekke maskers en zotte gezegden den lachlust op van de voorbij- gangeis; bijna allen waren schor van 't vele schreeuwen. De dames op de balkons, opgewonden door het gepraat en gejoel, duizelig en opgewonden, deden zelf ook dapper n ee en bedekten de menigte door een veelkleurige mantel van confetti. Jonge lui beantwoorden dezen aanval door straaltjes eau de cologne naar boven te spuiten. Als ze er in slaagden goed te mik ken, ging er een luid handgeklap op. An deren, op de kappen van rijtuigen staande, met een flesch in de eene en een glas in de andere hand, deelden wijn uit aan alle be kenden. „Velasquez, hé, Velasquez!" De majo zag een masker, die hem een alas wijn aanbood en ging naar hem toe. „Kom hier, mijn jongen. Drink dit glaasje op de gezondheid van je liefje." Velasquez nam het glas aan, en zei ernstig „En op de jouwe." „Of die kan bij Soledad niet in de scha duw staan. Dat is nog eens een pracht var. een vrouw." Wat mankeerde de menschen toch die nu Soledad allen zoo prezen. Mooi was ze dat moest hij bekennen, maar ze was de eenige niet. Hij vervolgde ziin weg, ontstemd doof dat prijzen van Soledad. En hij liet zijn ge* dachten gaan over Paca en overdreef haar eigenschappen om het beeld van haar, die ieder hem wilde opdringen, uit zijn gedach» ten te verbannen. Zijn goed humeur was als sneeuw voor de zon verdwenen en al dat leven om hem heen maakte hem half dol. Bij het omslaan van een hoek stond hij eensklaps voor Paca, die kalmpjes met haar man aan het wandelen was. Hij had hel land. Wie was dan toch het masker geweestf dat hem de toekomst had voorspeld. Niet» tegenstaande deze gedachte sprak hij ze met geveinsde kalmte aan. Ze spraken over het carnaval en Paca vertelde alles wat ze op haar wandeling gezien en gehoord had. Soms maakte ze haar eigen diepzinnige op merkingen, een anderen keer vertelde ze de grappen, die ze gehoord had. Maar eens* 1 laps hield ze op, en Valesquez strak aan» ziende, zei ze bruusk „Van morgen heb ik Soledad gezien. Weef je, ze gaat pas over een paar dagen weg, Maria en Antonio zijn er erg op gesteW I haar noc* wat te houden." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1