SOLEDAD.
N° 237
ld-" Jaargang.
ra n I
m IJf I
„DE EEMLANDER".
Dinsdag 4 April 1916.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Hoofdredactie:
F. A. EBBINOE WUBBEN.
Mr. D.J. VAN SCHAARDENBURO.
Uitgevers: VALKHOFF Co.
A BON N EM ENTSPRIJS:
Per 8 maanden voor Amersfoort f l.OO.
Idem franco per post JJ-
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) -
Afzonderlijke nummers 0.05.
Wekolcikscb bijvoeiia.l „De Botlandsche Huisvrouw" (ond.r
redactie van Thérèaa Hovonl pei S mnd. 50 cis.
Wekelijksob bijvooRS.1 „Pok me mee' por 8 mnd. 40 ets.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Elko rogol moor0. ÏO.
Dienstaanbiedingen 2-"5 cents hij vooruitbetaling.
Grooto letters naar plaatsruimte.
Voor handel en bodi ,jl bestaan zoor voordoolige bepalingen
tot het herhaald advortooron in dit Blad, bij abonnoment.
Eono circulaire, bevaltonde do voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Bureau: U TR E C H T SCH EST RAAT I.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
Oe o©r?orj.
B t r 1 ij n, 3 April. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Links van de Maas zijn alle stellingen van
den viiand ten oosten van de Forgesbeek
tusschen. Haucourt en Bethincourt in onze
handen.
Ten zuidwesten en'ten zuiden van het fort
Douaumont staan onze troepen in den strijd
om Fransche loopgraven en steunpunten.
Parijs, 3 April. (Via Berlijn van W.
B.) Namiddag-communiqué.
In den afgeloopen nacht heeft een Zep
pelin bommen geworpen op de stad Duin
kerken. De materieele schade was van wei
nig belang. Twee burgers werden gedood
en vier gewond.
Ten Westen van de Maas duurt het bom
bardement voort op de dorpen Haucourt en
Esnes, zonder inianterie-actie. Onze actie
tusschen Douaumont en Vaux had succes,
Wij hebben terrein gewonnen in het bosch
✓an Caillette. Onze linie steunt rechts op
Vaux, loopt door het bosch van Caillette,
waarvan de vijand den Noordelijken hoek
bezet houdt, en sluit dan aan bij onze stel
lingen ten Zuidwesten van het dorp Douau
mont.
levestigd wordt, dat de aanvallen der
tschers zich gisteren ontwikkelden over
een front van drie K.M. in achtereenvolgen
de golving, gevolgd door kleine aanvalsco-
lonnes. Ons artillerie- en infanterievuur
hebben groote verliezen veroorzaakt in de
gelederen van den vijand.
n de Woëvre verliep de nacht kalm.
In Lotharingen heeft het artillerievuur op
verscheidene plaatsen brand veroorzaakt in
Remabois ten westen van Leintrey en in de
"treek van Acerville ten zuiden van Bla-
mont. Een verkennerstroep, die beproefde
onze stellingen te naderen, werd door ge
weervuur teruggedreven. Bij Moyren viel
een Duitsch vliegtuig binnen onze liniën;
de vliegers werden gevangen genomen.
B e r 1 ij n 3 April. (W.-B.). Berioht van
(het opperste legerbestur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Luchtsohepen van landleger en vloot heb
ben heden nacht de dokken van Londen en
andere militair gewichtige punten van de
Engelsohe oostkust, alsmede Duinkerken,
aangevallen.
B e r 1 ij n, 3 April. (W. B.) Officieel be
richt van den chef van den admiraalstaf der
marine.
Ten derden male viel een marine-lucht-
schipeskader in den nacht.van 2 op 3 April
de Bngelsche oostkust aan, ditmaal het noor
delijke gedeelte. Edinburg en Leith met de
dokinrichtingen aan de Firth of Forth, New
castle en de wichtige werfinrichtingen, de
hoogovens en de fabrieken aan de Tyne
werden met zeer goed succes met talrijke
spring- en brandbommen beworpen. Gewel
dige branden en hevige ontploffingen met
uitgebreide instortingen werden waargeno
men. Aan eene batterij bij Newcastle werd
het zwijgen opgelegd. Alle luchtschepen zijn
ongedeerd terug gekeerd en geland.
Londen, 3 April (R.) Officieel
bericht.
Zeppelins hebben Zondagnacht de kust
van Schotland bezocht, zoowel de zuidelijke
als de noordelijke graafschappen, en hebben
bommen neergeworpen.
Tweede telegram. Twee lucht
schepen naderden gisterennacht de noorde
lijke kust. Een overschreed de kustlijn, de
tweede keérde terug. Voor zoover, tot dus
ver bekend is, zijn 16 personen gedood en
omstreeks 100 gekwetst. Acht woonhuizen
zijn vernield. Een ernstige brand werd ver
oorzaakt in een meubelwinkel.
Londen, 3 April. (R.) Officieel be
richt.
Zes Zeppelins hebben deelgenomen aan
den luchtraid van den vorigen nacht. Drie
bezochten de zuidoostelijke graafschappen
van Schotland, een de noordoostelijke kust
van Engeland, de beide overigen de ooste
lijke graafschappen van Engeland.
De luchtschepen, die den raid in Schotland
ondernamen, overschreden de kustlijn tus
schen 9 en 10.15 des avonds; zij bleven tot
een uur in den morgen. Zij wierpen in 't ge
heel 36 springbommen en 17 brandbommen
op verschillende plaatsen, die schade aan
richtten in eenige hotels en woonhuizen. De
verliezen in Schotland zijn, voor zoover zij
werden bericht, 7 mannen en 3 kinderen
gedood, 5 mannen, 2 vrouwen en 4 kinderen
gewond.
Het luchtschip, dat de noordoostelijke kust
bezocht, wierp 22 springbommen en 15
brandbommen neer. De beide laatste lucht
schepen bereikten de oostelijke graafschap
pen omstreeks 10.15; zij kruisten rond tot 1
uur 's morgens. Zij werden verscheidene
malen door afweerkanonnen aangevallen
en schijnen hierdoor verhinderd te zijn eene
bepaalde plaats als doelwit uit te kiezen.
Deze luchtschepen wierpen 33 springbom
men en 65 brandbommen neer; maar voor
zoover men heeft kunnen nagaan, zijn in
Engeland geene slachtoffers voorgekomen.
Berlijn, 3 April. (K. N.) Volgens be
richt in het Journal is de Fransche vlieger
Lebourhis, die door de stoutmoedige daling
in een parachute beroemd geworden is, voor
Verdun door een Duitschen vlieger in een
luchtgevecht gedood.
We£nen, 3 April. (W.-B.). Officieel
berioht van heden middag.
De vijandelijke artillerie ontplooide giste
ren op bijna alle deelen van het noordooste
lijke -front eene verhoogde werkzaamheid
Verder viel er niets bijzonders voor.
Op het Italiaansche en op het zuidooste
lijke oorlogstooneel is de toestand onver
anderd.
Rome, 3 April. (Stefani). Officieel
communiqué van het hoofdkwartier van
den 3en:
Langs het geheele front van het Lagarina-
dal tot het Suganadal duurde den len en
den 2en het vijandelijke artillerievuur voort;
het werd krachtig beantwoord door onze
artillerie.
De waarnemingsposten meldden groote
bewegingen van troepen en voertuigen, die
met goede uitwerking door onze artillerie
beschoten werden. De vijandelijke vliegtui
gen beproefden veelvuldige verkenningen;
zij werden op eene groote hoogte gehouden
door het vuur van onze afweerkanonnen en
door onze jachteskaders op de vlucht ge
dreven.
h\ het Cismondal vielen onze voorposten
eene Oostenrijksche afdeeling aan in den
omtrek van Malga Sopra Rienz en sloegen
haar terug.
In het Pelligrinodal sloegen wij in den
nacht van den 2en een vijandelijken aanval
af tegen onze stellingen te Cestarella.
In de streek van Cristalle (Boven Rienz)
opende de vijandelijke artillerie een hevig
vuur tegen onze nieuwe stellingen op den
Ranohkofel. Zij werd geslagen en tot zwij
gen gebracht. Onze infanterie breidde eene
vroegqre verovering uit, door den top van
hoogte 1979, die het Cristalledal be-
heerscht, te bezetten.
Gedurende den geheelen dag was er
langs de Isonzo een heviger artillerieactie
op de hoogten ten noordwesten van Görz.
B e r I ij n, 3 April. (K. N.) De Voss. Ztg.
verneemt uit Konstantinopel, dat de Fran
sche consul-generaal te Candia in Kreta van
den Griekschen gouverneur-generaal aldaar
de uitlevering eischt van de daar verblij
vende Duitschers. De gouverneur verklaar
de instructies uit Athene te willen vragen,
waarop de consul-generaal antwoordde, dat
ingeval binnen drie dagen de Duiischers
niet op het in de haven van Kandia liggen
de Fransche oorlogschip zouden zijn inge
scheept, hij met eigen troepen tot hunne
gevangenneming zou overgaan. De enkele
Duitschers, die zich op Kreta bevinden,
zijn naar het binnenland gevlucht.
Athene, 3 April. (R.) Tengevolge van
een verlangen, dtfor de afgevaardigden van
Saloniki in de Kamer uitgedrukt, -heeft de
GrieksChe regeering gevraagd, dat de stad
zelve door de geallieerden zal worden ont
ruimd.
De afgevaardigden hebben verder het
voorstel- gedaan, dat aan Duitschland zal
worden kennis gegeven, dat een nieuwe
luchtaanval tegen de stad zal worden be
schouwd als tegen Griekenland gericht.
Konstantinopel, 2 April. (W. B.)
Communiqué van het hoofdkwartier.
Aan het Irakfront is geene verandering.
Aan het Kaukasusfront mislukten de
vijandelijke aanvalspogingen, die ten doel
hadden onzen vooruitgang in den Tsjorok-
sector tegen te houden.
Onze duikbooten boorden den 30en Maart
in de wateren ten noordoosten van Batoem
een Russisch transportschip van ongeveer
12.000 ton met soldaten en oorlogsmate-
rieel In den grond en den 31 en een ander
schip van 1500 ton en een zeilschip. Ook
beschoten zij met nadruk de versterkte
kust ten noorden van Poli.
Aan het Yemenfrori verraste een van
onze afdeelingen in den nacht'van 13 Maart
met succes de stellingen van Alawad ten
noorden van Sjeik Osman, cjje de Engel-
schen sints eenigen tijd hadden versterkt.
De vijand werd, nadat hij talrijke verliezen
had geleden, onder bescherming van zijne
vèr dragende kanonnen, gedwongen zich
terug te trekken. In denzelfden nacht viel de
door infanterie versterkte vijandelijke caval-
lerie in een hinderlaag in de streek van
Elhadjale, ten noorden van Sjeikh Osman.
De vijand werd verdreven, nadat hij verlie
zen had geleden.
B e r 1 ij n, 2 April. (W. B.) Volgens een
bericht van Lloyds uit Londen is het Noor
weegsche stoomschip Hans Gude, niet ver
van Ouessant, door een duikboot in den
grond geboord. De bemanning is gered.
Londen, 3 April. (R.) Lloyds bericht
uit Plymouth van gisteren, dot het stoom
schip Ashburton van 4000 tonnen inhoud
in den grond geboord is. De bemanning is
gered. Het schip was niet bewapend.
Het mailschip Achilles is Vrijdag tot zin
ken gebracht; van de bemanning zijn 62 aan
land gebracht en worden vijf vermist.
De eenige overlevende van het Noor-
weegsch stoomschip Peter Hanne, dot
den vorigen nacht in den grond is geboord
ter., ijl het voor anker lag, is van het vuur
schip op Kentish Knock aan land gebracht.
De Peter Hanne had eene bemanning van
15 personen.
Almeria, 3 April. (R.) Zestien man
van de bemanning van het Noorweegsche
schip Norne zijn hier aangebracht. Het schip
is getorpedeerd door een Duitsche duikboot
in de golf van Biscaye.
Londen, 3 April. (R.) Lloyds bericht,
dat het Noorweegsche stoomschip Ino in
den grond is geboord. Er zijn geene men-
schenlevens verloren gegaan.
Het stoomschip Perth, van Glasgow, is tot
zinken gebracht. Zes man zijn omgekomen,
acht aan land gebracht. Het schip was niet
bewapend.
Londen, 3 April. (R.) Eerste minister
Asquith bezocht heden het Italiaansche
front.
Londen, 3 April. (R.) Officieel be
richt.
De koning heeft een bedrag van 100.000
ponden sterling ter beschikking van de
schatkist gesteld. In den brief aan den eer
sten minister, waarin "de beheerder van
's konings particulier vermogen hiervan
mededeeling doet, wordt gezegd: Het is de
wensch van den koning, dat deze som, die
hij geeft als gevolg van den oorlog, zal wor
den besteed op de wijze, die aan de regee
ring het best dunkt.
Londen, 1 April. (R.) De inkomsten
van het laatste kwartaal bedroegen
169.509.550, zijnde eene vermeerdering
van 62.320.799, vergeleken met het over
eenkomstige kwartaal van 1915. De inkom
sten van het nu geëindigde kwartaal zijn
336.766.824, zijnde eene vermeerdering
van £110.072.744.
Londen, 3 April. (R.) De stoking aak
de Clyde is geëindigd. Het werk is heden
hervat.
Spanje.
Madrid, 3 April. (W.-B.). Als defini
tief gekozen afgevaardigden werden 136 can-
didaten geproclameerd, die geene concurren
ten hadden. Daarvan zijn 85 liberalen, 36
conservatieven, 4 aanhangers van Maura, 4
reformisten, 7 aanhangers van verschillende
andere richtingen. De verkiezingen m 's
overige districten zullen aanstaanden Zon
dag gehouden worden.
Verspreide Berichten.
Port Chalmers (Nieuw Zeeland). 3
April. (R.) De Zuidpoolvaarder Aurora is
hier aangekomen. Alles Is wel aan boord.
De Staatscourant van 3 April
bevat o.m. de volgende Koninklijke be
sluiten
benoemd tot burgemeester van Crom
voirt A. F. van Rijswijktot burgemeester
van Nieuwstadt H. M. J. M. Kroenen
eervol ontslagen wegens lichaamsgebre
ken de landweerplichlige le luitenant A. J.
Bronkhorst, van het 28e bataljon landweer
infanterie
bevorderd bij den marine-stoomvaart dienst
tot officier-machinist 2e kl. die der 3e klas
se K. van Dorsten, W. C. Gort, E. I. J,
Nandorff en W. H. Weiter;
eervol ontheven van de betrekking van
inspecteur van het loodswezen, de beton
ning, de bebakening en de verlichting in
het 3e district te Amsterdam, de kapitein
ter zee F. M. van Gelsdorp, en is hij op
verzoek wegens langdurigen dienst eervol
ontslagen met pensioen en zijn betrekking
opgedragen aan den kapitein ter zee C. A,
E. Dominieus, onder eervolle ontheffing
uit de betrekking van inspecteur van het
loodswezen in het 6e district te Vlissingei\
terwijl hij ook eervol is ontslagen als Neder*
landsch permanent commissaris voor het
gemeenschappelijk toezicht over de be
bouwing, de bebakening en het loodswezeiv
op de Schelde
de betrekking van inspecteur van hel
loodswezen, enz. te Vlissingen, opgedragen
aan den kapitein ter zee, titulair A. J. Goos-
sen, onder eervolle ontheffing van de be
trekking van inspecteur van het loodswezen
enz. het 2e district te Harlingen Is hij
tevens benoemd tot Nederlandsch permen
nent-commissaris voor het gemeenschappe
lijk toezicht over de betonning, bebakening
enz. op de Schelde
verleend de titulaire rang van kapitein tet
zee aan den kapitein luitenant ter zee W.
F. van Erp Taalman Kip en hem opgedra
gen de betrekings^van inspecteur van hel
loodswezen enz. in het 2e district te Har
lingen
Is er in ons denken en werken ook maar
een domheid, die niet door verstandsrede
nen kan worden ondersteund?
JO -JOOA >jfl|U9.oI0 fiq UIOIBBAV }SIA\ fiq Sp2 'U9A
tegenstander van iets is.
Roman uit het Spaansch van
A. PALACIO VALDèS.
34
Miguel, die niet op de hoogte was van de
verhouding tusschen de twee, nam deze laatste
woorden als een grap op en haalde lachend de
schouders op.
Na ccn tijdje riep Velasquez den bediende
tom af te rekenen. Hierna gingen ze op weg
naar huis.
Eensklaps bleef El guapo staan, keek den
bjngen aan en vroeg:
„Zeg, beeft Soledad je vandaag geen geld
gegeven?"
Miguel ontkende brutaal weg, maar kreeg
loch een kleur tot over de ooren.
„Hoor eens, Miguel, beken maar ronduit."
„Neen heusch niet. Ze heeft me niets gege
ten dan wat eten en deze zijden zakdoek,"
Beide hij een zijden zakdoek te voorschijn
halend.
Maar Velasquez vroeg hem zoo uit, dat
Miguel eindelijk bekende dat Soledad hem drie
pesetas gegeven had. El majo begon te schater
lachen.
„En jij hebt ze natuurlijk gretig aangenomen,
is 't niet? Die wouwen zijn ook allen 't zelfde."
En tegelijkertijd haalde hij een bankbiljet van
50 pesetas voor den dag en gaf het MigueL
Hoofdstuk. XIII.
Velasquez had wel gelijk bedenkingen te
maken toen hij zijn huis aanbood. Wat hij ook
voor moeite deed, Soledad wilde haar broer
niet in huis hebben. Ze drong er op aan dat
Miguel naar Medina terug ging om zijn moe
der gezelschap te houden inplaats van te
Cadix het leven van een vagebond te leiden.
De jongen weigerde gewoon weg Mar te ge
hoorzamen en de zaken bleven "zooals ze
waren behalve dat Velasqu&z in de behoeften
van den kwajongen voorzag en ook vaak zijn
ondeugden aanwakkerde.
Eindelijk kwam een beproeving over Velas
quez, oneindig grooler dan alle voorgaande.
Tot nu toe kon men de minachting van Soledad
en de manier waarop zp hem behandelde toe
schrijven aan haar hoog karakter en mis
schien ook aan den wensch zich te wreken
over de wijze waarop hij haar vroeger behan
delde. Dit maakte dat hij ze als een "welver
diende straf beschouwde. Soms vond hij een
zekeren wellust in deze behandeling evep als
de asceten in hun boetedoeningen. Maar later
toen de jaloezie er bij kwam werd het hem
te kras. Soledad, die altijd schik in de grappen
van Antonio Robledo had gehad begon ze bij
den dag aardiger te vinden, en dat ging zoo
ver dat als hij in den winkel kwam, ze voor
niemand oogen en ooren had dan voor hem.
Xrcsschen beiden ontspon zich langzamerhand
een vertrouwelijkheid, die de majo niet ont
gaan kon. De antipathie die Antonio hem altijd
in boezemde, groeide aan tot haat, die hij
slechts .met de grootste moeite kon onder
drukken. Deze merkte het in de koelheid en
terughoudendheid, waarmee zijn vroegere
vriend hem toesprak, fn de woedende blikken
die deze hem van tijd tot tijd toewierp, maar
hoewel hij wist wat er tusschen de twee ge
liefden voorviel bleef hij toch altijd bij zijn
plan Soledad te veroveren. Hij ging echter met
de meest mogelijke voorzichtigheid te werk,
want hij was altijd eenigzins bang voor zijn
vriend geweest. Aangemoedigd door het scha
terlachen van Soledad gelukte het hem zulke
verbazingwekkende moppen te tappen dat ze
de voortdurende hilariteit van de vrienden
schaar opwekten.
Velasqiiez toonde zijn slecht humeur door
net te doen of hij de aardigheid niet snapte, of
te midden van de algemecne pret de kamer uit
te loopen. Als hij in 't bijzijn van Soledad over
Antonio sprak deed hij dit met gemaakte min
achting, hij noemde hem boer, potsenmaker
en haalde geregeld 't een of ander belachelijk
voorval uit zijn leven aan. Maar omdat dit hem
niet genoeg was om zijn woede te koelen, fte-
gon hij zijn liefje te onderhouden over de aan
dacht, die ze hem schonk.
„Hoor eens, Soledad, daar is niets wal me
meer plezier doet dan je tevreden en vroolijk
te zien. Als ik jé hoor lachen gaat de hemel
voor me open... Maar ik kan niet begrijpen,
dat de onbeschaamdheden van dezen aap je
zoo buiten je zelve brengen. De kerel hangt me
de keel uit... Ik kan hem niet meer uitstaan.
En dan moet je rekenen dat bij grappen voor
jou heefL. Nauwelijks zegt bij wat, of hij kijkt
ie aan om le zien wat gezicht je trekt. Hij
neemt van huis de ultgezochtste aardigheden
mee om daar hier indruk mee te maken."
Soledad luisterde stilzwijgend toe en stelde
zich tevreden met minachtend de schouders op
te halen en alsof er niets gezegd was, lachte
ze nog harder om de potserijen van Antonio.
Deze hierdoor gevleid en ook door de
jaloerschheid van Velasquez daartoe opgewekt,
begon nu werkelijk ernstig te denken over de
verovering van de mooie herbergierster. Hij
kwam eiken avond, en de dagen dat Maria
Manuela hem niet vergezeldeT werd hij nog
aanmaligender en permitteerde zich zooge
naamd 'gekscherend Soledad het bof te maken
en met haar in een hoek te gaan zitten praten,
zoo gauw zich de gelegenheid voordeed.
De ontmoediging en treurigheid van Velas
quez werden met den dag erger. Zoodra Anto
nio den voet over den drempel gezet had, ver
anderde hij heelcmaal en zat stil en somber
voor zich uit le staren. Eindelijk sprak hij mot
dezelfde zachtheid zijn liefje er nogeens over
aan. Die vertrouwelijkheid met een man, dien
hij haatte, deed hem veel verdriet. Waarom
zoo blij te zijn zoodra hij verscheen? Waarom
toe te staan, dat hij met haar In een hoekje
kroop en er fluisterend met haar sprak? Hij
wist wel dat er niets van komen zou. dat ze
niet verliefd zou worden op zoo'n verloopen
sujet, maar als hij 't niet tegen ging zou hij al
verder en verder gaan. En dan, de kennissen
merkten het ook al; ze maakte hem werkelijk
belachelijk.
Soledad bleef eenigen tijd voor zich staren.
Vervolgens antwoordde ze ernstig en met ge
maakte onverschilligheid:
Antonio is vrij wat geestiger <Lan jij en
doet me lachen. En wat zou dat dan nog?... De
anderen lachen immers ook. Dat jij niet lacht
Is, omdat je bang voor hem geworden bent*
Denk je dat ik onder de algomeene vroolijk-
heid een lang gezicht trek alsof Ik mijn testa
ment ga maken. Hoor eens baasje, daar komt
niets van in. Elk voor zich zelf en je kunt we!
begrijpen dat het mij koud laat dat je last van
je gal hebt."
Hij kon geen ander antwoord van haar los
krijgen.
„Een ding zeg ik je, en dat is dat als dia
gek doorgaal met me hoofdpijn te.bezorgen
'k hem den een of anderen dag bij den nrnf
pak en op straat gooi."
„Daar zou je heel verkeerd mee doen."
Er verliepen verscheiden dagen na dit ge
sprek en in plaats van dat de zaken er op vcr^
beterden, gebeurde het omgekeerde. Soleda<|
onderdrukte niet alleen haar sympathie, niet,
maar 't scheen alsof ze er mee te koop liep*
Antonio dit ziende begreep dat Velasquez ge
heel onderworpen was en alles zou verdragen
wat men hem aandeed. Daarom ontzag hij
hem dan ook niet meer, maar maakte de her
bergierster nog meer het hof en onderhield
zich zelfs langen tijd met haar in 't bijzijn va
El guapo.
De wanhoop van Velasquez was zoo groot,
dat het voor niemand meer onbemerkt bleet*
Men sprak er fluisterend over en iedereen ver
weet Antonio zijn gedrag. Maar deze haalde
de schouders op en antwoordde zooals altijd
onbeschaamd.
Wordt vervolgd.