"binnenland.
Berlijn, 4 April. (W. B.) Bericht
van het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
De toestand is onveranderd. De vijande
lijke artillerie legde slechts ten noorden van
f5Ï7idzy en tusschen de Narocz- en Wisniecz-
meren eene levendige werkzaamheid aan
den dag.
Petersburg, 4 April. (Tel.-agent-
schap.) Communiqué van den giooten gene-
ralen staf.
De was van het water duurt voort. De
Duitschers zetten het bombardement met
projectielen van groot en klein kaliber op
het brughoofd van Dwinsk voort.
Ten zuiden van Dwinsk, voor het dorp Ma-
logolska, kanonneerden wij met succes de
Duitschers, die hunne met water gevulde
loopgraven ontruimden.
Óp het front der troepen van generaal
Ewert is niets belangrijks te vermelden. Op
vele plaatsen vlogen vijandelijke vliegtuigen
over onze kantonnementen en wierpen ne
gen bommen op Luakhowitsji. Ten noord
ooster. van het station Olyk, in de streek van
de dorpen Regoelawka en Basjlyki, sloegen
wij eene poging van den vijand om onze
loopgraven te naderen, terug.
Vijandelijke vliegtuigen wierpen bommen
op Rovno en Sarny. Ten noordwesten van
Kremertz, in de streek van Stopanow, liet
de vijand voor onze loopgraven twee mijn-
haarden springen, maar hij kon de trechters
niet vermeesteren. Wij sloegen een aanval
van den vijand terug in de streek van den
spoorweg ten westen van Tarnopol. Ten
noorden van Bojana liet de vijand een mijn-
haard voor onze loopgraven springen; zijne
poging om den trechter te bezetten slaagde
niet.
We en en, 4 April. (W. B.) Officieel
bericht van heden middag.
Op het Russische en het zuidoostelijke
oorlogstooneel zijn geene bijzondere gebeur
tenissen voorgekomen.
Op het Italiaansche oorlogstooneel was
aan sommige deelen van het front de werk
zaamheid van de artillerie levendig, met
name op de Doberdo-hoogvlakte, in Mal-
borghet, aan den Col di Lana en in Jude-
karië. In het Adamellogebied bezetten onze
•troepen het grenskanaal tusschen dè Lobbia
Alta en den Monte Fumo.
Rome, 4 April. (Stefani). Officieel
communiqué.
Langs het geheele front was artillerie-actie
aan beide zijden. Zij was levendiger fn de
streek tusschen de Lagorina- en Sugana-
dalen en op de hoogten ten noordwesten
van Görz. In den nacht van den 3en werden
kleine aanvallen teruggeslagen tegen onze
stellingen op den Monte Cristallo én op den
Monte Nero.
Vijandelijke vliegtuigen beproefden hard
nekkig invallen op ons gebied; zij werden
teruggedreven door artillerievuur en door
tegenaanvallen van onze vliegtuigen. Een
vliegtuig wierp twee bommen op Bassano,
die slechts zeer geringe schade veroorzaak
ten. Een van onze Caproni-vliegtuigen Het
een groote bom neerkomen op den Grelfen-
berg (Görz) en veroorzaakte brand.
Weenen, 4 April. (Corr.-bureau).
Officieel bericht van het vlootcommando.
De bezoeken van de Italiaansche vliegers
aan Laibach, Adelsberg en Triest werden in
den namiddag van den 3en door een eskader
van tien watervliegtuigen aan Ancona be
antwoord. Zij bombardeerden het spoorweg
station, de gasfabriek, de werven en de
kazernewijk van de stad met vernielend ge
volg en veroorzaakten verscheidene bran
den. Tegenaanvallen van twee vijandelijke
afweervliegtuigen werden met machinege
weren gemakkelijk afgewezen.
In het hevige vuur van drie afweerbatte-
rijen werd een van onze vliegtuigen door
twee shrapnell-treffers gedwongen tot lan
ding voor de haven. Een tweede vliegtuig,
bestuurd door de vliegermeester Molnar,
ging naast dit vliegtuig neer, nam de beide
inzittenden over en voltooide de vernieling
van het getroffen vliegtuig, maar kon ten
gevolge van eene beschadiging bij Sugana
niet weer opvliegen. Een vijandige to-^^o-
boot en twee schepen verlieten de haven
om de beschadigde vliegtuigen te nemen
maar werden door eenigen. van onze vlieg
tuigen met machinegeweren en hommen tot
•den terugtocht gedwongen, waarna het aan
twee vliegtuigen gelukte alle vier inzitten
den te bergen en het beschadigde vliegtuig
te vernielen. Deze reddingsactie werd vol
bracht onder het vuur van twee Italianns'-he
watervliegtuigen, die er boven kruisten. Er
zijn dus twee vliegtuigen verloer» in
maar alle anderen en alle vliegers zijn onge
deerd ingerukt.
Rome, 4 April. (Stefani). Gister na
middag omstreeks half vier verschenen bo
ven Ancona vijf vijandelijke watervliegtui
gen. Zij werden gesteund door twee torpe
doschepen, die steeds in het ruime sop ble
ven. Aangevallen door de afweer-batterijen,
een pantsertrein en vier van onze vliegtui
gen, verwijderden de vijandelijke water
vliegtuigen zich. Maar drie werden een voor
een neergeveld. De S 71 viel in zee en werd
genomen. Het tweede vliegtuig viel bran
dende in zee, het derde is gezonken, terwijl
het naar de haven werd gebracht.
Onze materieele verliezen zijn niet groot,
maar wij hebben het verlies van drie doo-
den en elf gewonden te betreuren.
B e r 1 ij n, 4 April. (W. B.) Bericht
van het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Op het Balkan-oorlogstooneel is niets
nieuws gebeurd.
Berlijn, 4 April. (K. N.) Uit Zürich
wordt aan de Voss. Ztg. geseind, dat vol
gens het Zwitsersche telegraafagentschap,
het dagblad Chronos uit Santi Quaranto ver
neemt, dat de Bulgaarsche en Oosten-
rijksch-Hongaarsche troepen meer en meer
Valona naderen en dat langzamerhand de
insluiting en belegering van de stad voor
bereid wordt. De Italianen verwachten, dal
de stad beschoten zal worden, en heb'oen
hunne troepen van de oorspronkelijk voor
uitgeschoven stellingen op de tweede
krachtig versterkte verdedigingslinie terug
getrokken. Het zijn ware onderaardsche ver
sterkingen. Om Valona en op de beheer-
schende hoogten zijn Italiaansche batterijen
opgesteld. Te oordeelen naar de tot dusver
getroffen maatregelen, schijnen de Italianen
besloten te zijn krachtigen tegenstand te
bieden. Verscheidene troepentransportsche
pen liggen in de haven voor het geval, dat
het noodig mocht worden om de troepen
terug te trekken.
Konstantinopel, 4 April, des
avond (W. B.) Communiqué van het hoofd
kwartier.
Van de verschillende fronten is geen be
langrijk bericht ontvangen.
Petersburg, 4 April. (Tel.-agent-
schap). Communiqué van den grooten gene-
ralen staf.
.In den loop van de gevechten van den
2en maakten wij nog twee geheele Turksche
compagnieën gevangen, behoorende tot een
pas op dit oorlogstooneel aangekomen re
giment.
In de streek van Moesh en Bitlis gaan wij
in zuidwestelijke richting vooruit.
Londen, 4 April. (R.) Lloyds bericht,
dat de Britsche bark Benjamin door een
duikboot in den grond is geboord. Een deel
van de bemanning is opgepikt. Het schip
was niet bewapend.
Sofia, 4 April. (Bulgaarsch agent
schap). Prins August Wilhelm van Pruisen
en hertog Karei Eduard van Saksen-Weimar
en Gotha zijn als gasten van den koning
hier aangekomen.
Rome,4 April. (Stefani). In de oorlogs-
streek vergezelde gisteren de koning den
Britschen eersten minister Asquith, dien hij
met de heeren van het gevolg te dejeuneeren
hield, op zijn bezoek aan verschillende pun
ten van het front. Dit bezoek werd heden
morgen voortgezet, steeds onder de hooge
leiding van den koning. Asquith was overal
het voorwerp van levendige toejuichingen.
Heden brachten, na het dejeuner in het
groote hoofdkwartier, de generaals Cadorna
en Porzo Asquith naar het station. Onder
eerbewijzen van de burgerlijke en militaire
autoriteiten, verliet Asquith des namiddags
om half twee de oorlogsstreek.
B e r 1 ij n, 4 April. (W. B.) Voor zoover
tot heden middag berichten waren ontvan
gen, zijn reeds 5705 millioen mark op de
vierde oorlogsleening gestort. De stortingen
heden voormiddag buiten Berlijn verricht,
rijn daaronder niet begrepen.
Van de voorschotkassen is ten behoeve
van de vierde oorlogsleening tot 31 Maart
voor een bedrag van 118 millioen gebruik
gemaakt. De eerste verplichte stortingsdag
is eerst den 18en April.
Londen,4 April. (R.) De kanselier der
schatkist heeft bij het lagerfuils de begroo
ting ingediend. Hij zelde daarbij, dat om te
voorzien in het totaal der geraamde uitgaven
voor het jaar, groot 1825 millioen, er 1323
millioen zullen worden geleend en 502 mil
lioen uit de Inkomsten zullen worden ge
haald. De verhoogde belastingen omvatten:
een stijgende inkomstenbelasting tot vijf
shillings per pond toe, die 43.500.000 zal
opbrengen, eene belasting op de vermake
lijkheden produce erende vijf millioen, eene
belasting op de spoorwegkaartjes, geraamd
op drie millioen ,eene nieuwe belasting van
een halve penny per pond op suiker, op
brengende 7 millioen, eene nieuwe belasting
van 4M pence op cacao en van 3 pence op
cichorei, opbrengende 2 millioen, een belas
ting op lucifers van 4 pence per duizend,
geraamd op 2 millioen, eene belasting op
minerale wateren, geraamd op 2 millioen,
eene verhooging van de motorvergunningen,
geraamd op 800.000, en eene vermeerde
ring van de belasting op de oorlogswinsten
tot 60 pet.
Londen, 4 April. (R.) Onderstaats
secretaris voor de munitie Addison deelde
in het lagerhuis mede, dat er nu 195,000
vrouwen in dienst zijn van den munitie-aan
maak.
Londen, 4 April. (R.) Admiraal Sir
Cyprian Bridge geeft in een brief aan de
Times uitvoerige statistieken over de ver
liezen van de koopvaarders gedurende den
oorlog. Volgens zijne berekening is het ver
lies, dat door den vijand is toegebracht aan
de vloot van stoomschepen van het Britsche
rijk tot den 23en Maart, d. i. nagenoeg
twintig oorlogsmaanden, minder dan 4 pet.
van het aantal schepen en iets meer dan
6 pet. van de tonnage. Het Fransche verlies
is iets boven de 4 pet., wat het aantal be
treft, en 7 pet. van de tonnage. Het Russi
sche verlies is respectievelijk 3M en 5 pet.,
het Italiaansche 3K en 4J4 pet.
De veel kleinere cijfers vap de zeilsche
pen behoeven niet aan een nader onderzoek
onderworpen te worden.
B e r 1 ij n, 4 April. (K. N.) De districts
conferentie van sociaal-democraten te
Dresden heeft Zondag (2 April) met 67 te
gen 59 stemmen een voorstel ten gunste
van de houding der minderheid van de par
tij verworpen en met 70 tegen 34 stemmen
het voorstel van de splitsing der fractie
goedgekeurd zoowel in het belang der eens
gezindheid als der aaneengeslotenheid der
partij.
Londen, 4 April. (R.) In antwoord op
de nieuwe oproeping tot steun, die door de
nationale commissie tot het verleenen van
hulp in België is gedaan, heeft de koning
eene verdere bijdrage gegeven van 500, de
koningin eene van 250 en koningin Alexan
dra ee&e ven 100 ponden steriincr.
Londen, 4 April. (R.) Het persbureau
heeft van den znintitiemmister de mededee-
ling ontvangen, dat eene ernstige brand
heeft gewoed in eene kruitfabriek in Kent,
die eene reeks ontploffingen in de fabrieks
gebouwen veroorzaakte. De brand is door
een ongeluk ontstaan; hij werd des middags
ontdekt; de laatste ontploffing had plaats
kort na twee uur namiddags. Het aantal ge
troffenen is volgens raming 200.
Kameroverzicht
Tweede Kamer.
Vergadering van Dinsdag 4 April.
Geopend (nadat van 11.45 tot half twee
Comité-generaal was gehouden) te 2 uur 5
min.
Regeeringsverklaring.
De Voorzitter, geeft het woord aan
den Minister van Binnenlandsche Zaken,
den heer Cort van der Linden. Deze
deed daarna de volgende mededeeling:
De Regeering stelt er prijs op, in aan
sluiting aan het medegedeelde in Comité-
generaal openlijk te verklaren, dat het
schorsen van het verleenen van periodieke
verloven een maatregel is van voorzorg in
verband met het onwrikbaar besluit om
onze neutraliteit strikt te handhaven.
Deze maatregel is niet het gevolg van
bestaande politieke verwikkelingen, maar
berust op gegevens welke een toenemen
der gevaren waaraan ons land blootstaat,
doen duchten.
Het zoude niet in 's lands belang zijn om
trent den inhoud dezer gegevens eenige
mededeeling te doen.
De heer Savornin Lohman (C.-H.)
stelt bij motie voor in verband met de hui
dige omstandigheden de Ouderdomsrente
van de agenda af te voeren.
De heer D u y s (S.-D.) komt heftig tegen
dit denkbeeld op. Niet de Regeering, die
den toestand het best kan beoordeelen,
komt met een dergelijk voorstel, doch de
oppositie. Dat is je reinste, of liever je
reinste politiek.
De heer Nolens (R.-K.) steunt het
denkbeeld tot uitstel.
Spr. wijst op den ernst van den toestand.
De heer De Meester (U.-L.) vreest dat
het publiek den toestand voor zeer ernstig
zal houden, indien thans tot uitstel worde
besloten.
De heer Limburg (V.-D.) sluit zich bij
den vorigen spreker aan.
De heer Tydeman (U.-L.) betreurt
mede de houding van den heer Lohman.
Daarna repliceert de heer Lohman, die
verklaart zijn voorstel te handhaven.
De Voorzitter verklaart dat, indien de
toestand zóó ernstig was als de heer Loh
man dien voorstelde, hij niet zou hebben
geaarzeld het voorstel van de agenda af
te voeren. Uitstel zou z. i. in het land een
zeer ernstigen indruk maken.
De heer Lohman bestrijdt de opvatting
van den Voorzitter, waarna deze repli
ceert.
De Minister van Binnen 1. Za
ken verklaart dat de Regeering er geen
bezwaar in ziet, dat het voorstel thans fn
behandeling komt.
De motie-Lohman wordt daarna met
51—41 stemmen verworpen.
(Rechts tegen links, met uitzondering van
den heer Bichon).
Aan de orde komt daarna het wetsont
werp tot verleenen van ouderdomsrente aan
behoeftigen.
De heer de Visser (C. H.) noemt het
ontwerp-ouderdomsrente-wet de kroon op
den strijd van de S. D. A. P. in het land en
het Parlement. Het afbreken van de irtvali-
diteits-wet-Talma is staatsrechtelijk onge
oorloofd.
Het Staatspensioen is verwerpelijk op
finantieelen en moreelen grond. Het bevor
dert het steunen en teren op 's lands kas en
voert steeds verder tot dooreenmenging van
Staat en maatschappij.
Na trekking der nieuwe afdeelingen rijn
de beraadslagingen te kwart over vieren
verdaagd tot Woensdagochtend helftwaalf.
Berichten.
De Staatscourant van heden, 4 April,
bevat o.m. de volgende Koninklijke be
sluiten
op verzoek eervol ontslagen M. S. Ma-
vrocordato, als vice-consul van Nederland,
te Rostoff aan den Don
op verzoek eervol ontslagen D. Lawer-
man, als concierge-bode bij de rechtbank te
Winschoten
benoemd tot ingenieur voor het stoom
wezen der spoorwegdiensten J. F. Sirks,
werktuigkundig-ingenieur, adjunct-ingenieur
Je Zwolle
benoemd bij de militaire administratie,
tot reserve-2e luitenant voor speciale dien
sten de vaandrig A. M. de Regt, van het
Vrijwillig Militair motorrijderskorpsidem
de milicien sergeanten mr. L. G. Korten-
horst van het 2e regiment vesting artillerie,
mr. W. G. Wiemann, van het 12e regiment
infanterie, J. E. baron de Vos van Steen-
wijk, van het 19e reg. infanteriede land-
weerplichtige mr. J. Muller, van de le com
pagnie landweer-hospitaalsoldatende mi
liciens mr. D. H. Kortenbout van der Sluijs,
van de 2e compagnie hospitaalsoldaten en
J. Straub van het 7e regiment infanterie
op verzoek eervol ontslagen S. H. W.
Westenberg, ongehuwde vrouw, als klerk bij
de directie der Rijkspostspaarbank
op verzoek eervol ontslagen M. C. Hen-
nequin, als directeur van het postkantoor
te Leiden
op verozek eervol gepens'onneerd de In
dische ambtenaar met verlof, H. W. Bredee,
laatstelijk onderwijzer le klasse in Ned.
Indië.
benoemd tot plaatsvervangend griffier bij den
raad van beroep (O.) te Leeuwarden, mr. J. J. F.
Aleva, adjunct-commies der Tstc- klasse ter pro
vinciale griffie van Fries-and, te Leeuwarden;
de rang van buitengewoon luitenant ter zee
der lste klasse bij de Koninklijke Marine-reserve
verleend aan de. tijdelijke luitenants ter zee der
2de klasse bij die reserve, J. W. Vlielander Hein
en F. C. baron van Aerssen Beijeren van Voshol.
Officieele berichten. Men
meldt ons uit Den HaagDe Regeering
neemt geenerlei verantwoordelijkheid op
zich voor eenig bericht, dat niet nadrukkelijk
als officieel is gewaarmerkt
Verklaring namens den
opperbevelhebbe r. Het Haagsch
Correspondentie-bureau zendt ons het vol
gende bericht:
De Opperbevelhebber van Land- en Zee
macht neemt geenerlei verantwoordelijkheid
op zich voor eenig bericht, waarbij niet uit
drukkelijk blijkt, dat het is uitgegaan van
zijn Algemeen Hoofdkwartier.
Bij beschikking van den minister van
oorlog zijn de majoor van den staf der genie
-O. Bueno de Mesquita, met ingang van 1
Juli 1916, en de kapitein van den staf der
genie G. A. Meijer toegevoegd aan den in
specteur van het wapen, met ingang van 17
April 1916, werkzaam gesteld bij het de
partement van oorlog, terwijl laatstgenoem
de, gedurende den tijd der mobilisatie ter
beschikking wordt gesteld van den inspec
teur der genie.
Verlof.
Eene ministerieele beschikking vermeldt
het volgende omtrent onbepaald (klein) ver
lof:
Het is gebleken, dat er bij sommige com
pagnies- (eskadrons-, batterij-, fort-, detache-
ments-) commandanten eene verkeerde op
vatting bestaat omtrent den staat, waarin
zich bevinden de militairen, die op last van
het departement van oorlog in het genot van
een binnenlandsch verlof van niet bepaalden
tijdsduur zijn gesteld.
In verband daarmede wordt onder de aan
dacht gebracht, dat zoodanig verlof geacht
moet worden te zijn onbepaald (klein-) ver
lof en niet is „groot verlof".
Bevorderingsvoorschriften.
In antwoord op een schriftelijke vraag van
ihet Kamerlid den heer Juten betreffende de
toepassing van bevorderingsvoorschriften,
heeft de minister van Oorlog er op gewezen,
dat tegen de bevordering van beroeps-
personeel boven de organieke v r e d e s-
organisatiën onoverkomelijke bezwaren be
staan. Alleen voor zooverre met zekerheid
is te voorzien, dat er bij demobilisatie een
vacature zal ontstaan, wordt reeds thans tot
bevordering overgegaan.
Generaal-majoorL. B. Loeff.t
In den ouderdom van 78 jaar is overleden de
gep. generaal-majoor L. B. Loeff.
Gedenk teeken prof. mr.
T. M. C. A s s e r. Het Algemeen Neder-
landsch Comité tot stichting van een ger
denkteeken voor nu wijlen prof. mr. T. M. C.
Asser deelt mede, dat de onthulling van het
door prof. Odé vervaardigde borstbeeld van
Asse zal plaats hebben in de universiteit te
Amsterdam op Zaterdag 8 April om 3 uur.
De onthulling van het monument in het
paleis van het permanente Hof van Arbi
trage (Vredespaleis) te 's Gravenhage zal
later plaats vinden.
Nederland en de oorlog*
Het Comité-Generaal.
Het comité-generaal van de Tweede Ka
mer is gisterenochtend te 11 uur 45 min.
aangevangen. Het voorstel daartoe werd bij
den aanvang der vergadering gelijk de
agenda vermeldde door den voorzitter
gedaan.
Met het oog op de omstandigheid, dat de
vergadering alzoo onmiddellijk na den aan
vang overging in eene met gesloten deu
ren, bleef de "toegang tot de publieke tri
bune en de gewone journalistenkamer he
denochtend gesloten. De journalisten kon
den tijdens het comité-generaal weder ge
bruik maken van eene der sectiekamers
van de Tweede Kamer, daartoe door den
voorzitter op verzoek van het bestuur van
de Haagsche Journalisten-Vereeniging be
schikbaar gesteld.
Naar wij vernemen waren in de vergade
ring in comité-generaal alle ministers tegen
woordig.
Fransche persstemmen.
Dé correspondent van het Hbld. seint:
Nog eenige andere bladen wijden artike
len aan de militaire maatregelen van Ne
derland. Zij steken den draak met de Duit-
sche verklaringen en herhalen dat de aan
leiding er toe geenszins te vinden is in de
betrekkingen tusschen Nederland en de ge
allieerden.
De „Matin" zegt, dat de terugroeping van
1500 of 2000 manschappen op het geheele
Nederlandsche leger niet van groot gewicht
is. En het blad voegt daaraan toe: „De Ne
derlandsche regeering, die uitbreiding van
de militaire operaties voorzag, heeft het land
eenvoudig willen herinneren aan den ernst
van den toestand. Zij heeft haar doel vol
komen bereikt, zonder dat iemand er eeni
gen aanstoot aan kon nemen."
De „Journal" laat zich in denzelfden geest
uit, maar raadt den geallieerden tevens aan
op hunne hoede te zijn voor listen der
Duitschers, die niet altijd even kinderachtig
zijn als de uitvinding van moeilijkhed tus
schen Nederland en de geallieerden als ge
volg van de conferentie van Parijs.
De „Figaro" herhaalt, dat uit de genomen
maatregelen geenszins wantrouwen jegens
de geallieerden blijkt en spreekt de veron
derstelling uit, dat'overwegi: _er. ;t ."n^
nenlano'sche politiek niet zonder invloed <y%
de regeering zullen zijn geweest, w tril d*[
mobilisatie kost veel geld en de Nederlan
ders beklagen zich daarover De rogeer: ng
heeft dus misschien van de gelegenheid ge
bruik gemaakt om indruk op hen te ma!, n
Buitenlandsche fantas i n.
Het Zweedsche dagbladbureau seint een
schrijven over, dat is opgenomen in het te
Stockholm verschijnende Svenska Dagbla-
det. De schrijver, van wien het blad \erze«
kert, dat hij niet behoort tot de centrale mo<
gendheden, zegt, dat het buiten twijfel is,
dat de Engelsche regeering zich had voor*
genomen van Nederland den vrijen door
tocht voor zijne troepen te verlangen door
Zeeuwsch Vlaanderen. De waakzaamheid
van de Nederlandsche regeering en de door
het Nederlandsche volk uitdrukkelijk ken
baar gemaakte wil om onder alle omstan
digheden zijne onzijdigheid te verdedigen,
veroorzaakten eene groote teleurstelling ii.
Engeland. De regeering te Londen besloo.
het landingsplan uit te stellen; maar het is
niet aan twijfel onderhevig, dat dit plan heeft
bestaan, en waarschijnlijk bestaat het nog.
In beslagneming van over zee
vervoerde brievenpost.
De minister van Buitenlandsche Zaken
heeft aan de Tweede Kamer doen toeko
men een mededeeling, getiteld „Diploma
tieke Bescheiden betreffende de inbeslag
nemingen door de Britsche autoriteiten n
over zee vervoerde brievenpost".
Ter inleiding van deze mededeeling l
er aan herinnerd, dat in de Memorie m
Antwoord op het Voorloopig Verslag d?r
Eerste Kamer over hoofdstuk Dl der St. s-
begrooting voor 1916 werd medegec*. !d
dat, toen de Nederlandsche regeering 1 ad
vernomen dat postzakken aan boorcl n
verschillende Nederlandsche schepen d
de Britsche autoriteiten waren in besla-
nomen, zij terstond tegen deze hande!
door tusschenkomst van Hr. Ms. gezai
Londen met klem heeft geprotesteerd
beroepende op de bepalingen van hel
Verdrag van Den Haag van 1907, r 3
zekere beperkingen van de uitoefening van
het buitrecht in den zeeoorlog.
De Britsche regeering zoo deelde
melde Memorie van Antwoord mede
heeft in antwoord op het Nederlands 0
protest aangevoerd, dat de inbeslagnerr
van brievenmalen aan boord van Nc
landsche schepen niet met het vernv
Verdrag in strijd was, daar die inbesla.
ming steeds had plaats gehad binnen 1
Britsch watergebied; volgens de Brits ■-
regeering waren, daar voor dit gebied het
Verdrag niet gold, schepen, daar binnen
komende, ten volle onderworpen aan de it-
oefening van de Britsche souvereinit
De Regeering heeft thans doen afdri;
de tot de Britsche regeering gerichte 1 a
van 18 December 1915, waarin de Ne.L;-
landsche haar bovenvermeld protest tegen
het inbeslagnemen van brievenzakken uit
bracht, benevens de nota van 12 Jan :i
1916, door de Nederlandsche Regeering tot
de Britsche gericht, naar aanleiding van het
antwoord van laatstgemelde regeering op
het Nederlandsche protest.
Voorts werd medegedeeld, dat op 1 April
1916 de Britsche gezant en de Fransche ge
zant uit naam hunner regeeringen aan d»
Nederlandsche Regeering een Memoran
dum hebben overgelegd, nopens de onder-
werpelijke aangelegenheid. Ook dit Memo
randum is afgedrukt. Er worden daarin mede
beschouwingen gewijd aan de inbeslagne
ming van postpakketten. Voor zooveel noodig
wordt daarom aangeteekend, dat die be
schouwingen geen terugslag zijn op een van
Nederlandsche zijde tot de geallieerde re
geeringen gericht vertoog. De Nederland
sche regeering toch is niet van meening dat
de pakketpost deelt in de onschendbaarheid,
door het Haagsche verdrag aan de over zee
vervoerde brievenpost gewaarborgd. Zij
heeft tegen de inbeslagneming van post
pakketten dan ook alleen geprotesteerd,
wanneer deze geschiedde in strijd met hei
stellig volkenrecht op het stuk der bevoegd
heden van belligerenten ten aanzien van
op neutrale schepen over zee vervoerde
goederen.
Het lijdt volgens de Nederlandsche Re
geering geen twijfel, dat de term* „corres
pondence postale" in het Haagsche verdrag
omvat zendingen van effecten, coupons en
andere papieren van waarde. De oorlogvoe-,
renden mogen deze derhalve onder geen
beding in beslag nemen en de minister van
Buitenlandsche Zaken vraagt dan ook de
teruggave van de door de Britsche over
heden aangehouden zendingen van dezen
aard.
De vaart op Indië.
Naar wij vernemen is het vertrek vaft
het stoomschip Sindoro van de Rotterdam-
sche Lloyd thans bepaald op Vrijdag 7 April.
Het ligt in het voornemen om, behoudens
veranderingen, op 21 April de Ophir rond
om Schotland en de Kaap naar Indië te doen
vertrekken; de Kawi op 19 Mei en de Wilis
op 30 Juni. De Tambora, waarvan het ver
trek op 26 April a.s. bépaald was, vaar!
niet.
De Prins der Nederlanden.
Het stoomschip de Prins der Nederlanden
van de maatschappij Nederland is gisteren
middag, van Java komende, te IJmuiden bin-
nengeloopen.
De reis heeft 61 dagen geduurd, alzoo
ongeveer tweemaal zoo lang als in gewon»
omstandigheden, welke lange duur is ver
oorzaakt door de omwegen langs de Kaap
de Goede Hoop, de Noordkust van Schot
land en een oponthoud te Plymouth. De
reis rond Schotland was, naar enkele pas
sagiers mededeelden, zonder 'incidenten ge
weest, doch de bemanning, die daaromtrent
wellicht meer bijzonderheden zou kunnen
mededeelen, had strenge orders gekregen