"binnenland. Berlijn, 4 April. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. De toestand is onveranderd. De vijande lijke artillerie legde slechts ten noorden van f5Ï7idzy en tusschen de Narocz- en Wisniecz- meren eene levendige werkzaamheid aan den dag. Petersburg, 4 April. (Tel.-agent- schap.) Communiqué van den giooten gene- ralen staf. De was van het water duurt voort. De Duitschers zetten het bombardement met projectielen van groot en klein kaliber op het brughoofd van Dwinsk voort. Ten zuiden van Dwinsk, voor het dorp Ma- logolska, kanonneerden wij met succes de Duitschers, die hunne met water gevulde loopgraven ontruimden. Óp het front der troepen van generaal Ewert is niets belangrijks te vermelden. Op vele plaatsen vlogen vijandelijke vliegtuigen over onze kantonnementen en wierpen ne gen bommen op Luakhowitsji. Ten noord ooster. van het station Olyk, in de streek van de dorpen Regoelawka en Basjlyki, sloegen wij eene poging van den vijand om onze loopgraven te naderen, terug. Vijandelijke vliegtuigen wierpen bommen op Rovno en Sarny. Ten noordwesten van Kremertz, in de streek van Stopanow, liet de vijand voor onze loopgraven twee mijn- haarden springen, maar hij kon de trechters niet vermeesteren. Wij sloegen een aanval van den vijand terug in de streek van den spoorweg ten westen van Tarnopol. Ten noorden van Bojana liet de vijand een mijn- haard voor onze loopgraven springen; zijne poging om den trechter te bezetten slaagde niet. We en en, 4 April. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Op het Russische en het zuidoostelijke oorlogstooneel zijn geene bijzondere gebeur tenissen voorgekomen. Op het Italiaansche oorlogstooneel was aan sommige deelen van het front de werk zaamheid van de artillerie levendig, met name op de Doberdo-hoogvlakte, in Mal- borghet, aan den Col di Lana en in Jude- karië. In het Adamellogebied bezetten onze •troepen het grenskanaal tusschen dè Lobbia Alta en den Monte Fumo. Rome, 4 April. (Stefani). Officieel communiqué. Langs het geheele front was artillerie-actie aan beide zijden. Zij was levendiger fn de streek tusschen de Lagorina- en Sugana- dalen en op de hoogten ten noordwesten van Görz. In den nacht van den 3en werden kleine aanvallen teruggeslagen tegen onze stellingen op den Monte Cristallo én op den Monte Nero. Vijandelijke vliegtuigen beproefden hard nekkig invallen op ons gebied; zij werden teruggedreven door artillerievuur en door tegenaanvallen van onze vliegtuigen. Een vliegtuig wierp twee bommen op Bassano, die slechts zeer geringe schade veroorzaak ten. Een van onze Caproni-vliegtuigen Het een groote bom neerkomen op den Grelfen- berg (Görz) en veroorzaakte brand. Weenen, 4 April. (Corr.-bureau). Officieel bericht van het vlootcommando. De bezoeken van de Italiaansche vliegers aan Laibach, Adelsberg en Triest werden in den namiddag van den 3en door een eskader van tien watervliegtuigen aan Ancona be antwoord. Zij bombardeerden het spoorweg station, de gasfabriek, de werven en de kazernewijk van de stad met vernielend ge volg en veroorzaakten verscheidene bran den. Tegenaanvallen van twee vijandelijke afweervliegtuigen werden met machinege weren gemakkelijk afgewezen. In het hevige vuur van drie afweerbatte- rijen werd een van onze vliegtuigen door twee shrapnell-treffers gedwongen tot lan ding voor de haven. Een tweede vliegtuig, bestuurd door de vliegermeester Molnar, ging naast dit vliegtuig neer, nam de beide inzittenden over en voltooide de vernieling van het getroffen vliegtuig, maar kon ten gevolge van eene beschadiging bij Sugana niet weer opvliegen. Een vijandige to-^^o- boot en twee schepen verlieten de haven om de beschadigde vliegtuigen te nemen maar werden door eenigen. van onze vlieg tuigen met machinegeweren en hommen tot •den terugtocht gedwongen, waarna het aan twee vliegtuigen gelukte alle vier inzitten den te bergen en het beschadigde vliegtuig te vernielen. Deze reddingsactie werd vol bracht onder het vuur van twee Italianns'-he watervliegtuigen, die er boven kruisten. Er zijn dus twee vliegtuigen verloer» in maar alle anderen en alle vliegers zijn onge deerd ingerukt. Rome, 4 April. (Stefani). Gister na middag omstreeks half vier verschenen bo ven Ancona vijf vijandelijke watervliegtui gen. Zij werden gesteund door twee torpe doschepen, die steeds in het ruime sop ble ven. Aangevallen door de afweer-batterijen, een pantsertrein en vier van onze vliegtui gen, verwijderden de vijandelijke water vliegtuigen zich. Maar drie werden een voor een neergeveld. De S 71 viel in zee en werd genomen. Het tweede vliegtuig viel bran dende in zee, het derde is gezonken, terwijl het naar de haven werd gebracht. Onze materieele verliezen zijn niet groot, maar wij hebben het verlies van drie doo- den en elf gewonden te betreuren. B e r 1 ij n, 4 April. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Op het Balkan-oorlogstooneel is niets nieuws gebeurd. Berlijn, 4 April. (K. N.) Uit Zürich wordt aan de Voss. Ztg. geseind, dat vol gens het Zwitsersche telegraafagentschap, het dagblad Chronos uit Santi Quaranto ver neemt, dat de Bulgaarsche en Oosten- rijksch-Hongaarsche troepen meer en meer Valona naderen en dat langzamerhand de insluiting en belegering van de stad voor bereid wordt. De Italianen verwachten, dal de stad beschoten zal worden, en heb'oen hunne troepen van de oorspronkelijk voor uitgeschoven stellingen op de tweede krachtig versterkte verdedigingslinie terug getrokken. Het zijn ware onderaardsche ver sterkingen. Om Valona en op de beheer- schende hoogten zijn Italiaansche batterijen opgesteld. Te oordeelen naar de tot dusver getroffen maatregelen, schijnen de Italianen besloten te zijn krachtigen tegenstand te bieden. Verscheidene troepentransportsche pen liggen in de haven voor het geval, dat het noodig mocht worden om de troepen terug te trekken. Konstantinopel, 4 April, des avond (W. B.) Communiqué van het hoofd kwartier. Van de verschillende fronten is geen be langrijk bericht ontvangen. Petersburg, 4 April. (Tel.-agent- schap). Communiqué van den grooten gene- ralen staf. .In den loop van de gevechten van den 2en maakten wij nog twee geheele Turksche compagnieën gevangen, behoorende tot een pas op dit oorlogstooneel aangekomen re giment. In de streek van Moesh en Bitlis gaan wij in zuidwestelijke richting vooruit. Londen, 4 April. (R.) Lloyds bericht, dat de Britsche bark Benjamin door een duikboot in den grond is geboord. Een deel van de bemanning is opgepikt. Het schip was niet bewapend. Sofia, 4 April. (Bulgaarsch agent schap). Prins August Wilhelm van Pruisen en hertog Karei Eduard van Saksen-Weimar en Gotha zijn als gasten van den koning hier aangekomen. Rome,4 April. (Stefani). In de oorlogs- streek vergezelde gisteren de koning den Britschen eersten minister Asquith, dien hij met de heeren van het gevolg te dejeuneeren hield, op zijn bezoek aan verschillende pun ten van het front. Dit bezoek werd heden morgen voortgezet, steeds onder de hooge leiding van den koning. Asquith was overal het voorwerp van levendige toejuichingen. Heden brachten, na het dejeuner in het groote hoofdkwartier, de generaals Cadorna en Porzo Asquith naar het station. Onder eerbewijzen van de burgerlijke en militaire autoriteiten, verliet Asquith des namiddags om half twee de oorlogsstreek. B e r 1 ij n, 4 April. (W. B.) Voor zoover tot heden middag berichten waren ontvan gen, zijn reeds 5705 millioen mark op de vierde oorlogsleening gestort. De stortingen heden voormiddag buiten Berlijn verricht, rijn daaronder niet begrepen. Van de voorschotkassen is ten behoeve van de vierde oorlogsleening tot 31 Maart voor een bedrag van 118 millioen gebruik gemaakt. De eerste verplichte stortingsdag is eerst den 18en April. Londen,4 April. (R.) De kanselier der schatkist heeft bij het lagerfuils de begroo ting ingediend. Hij zelde daarbij, dat om te voorzien in het totaal der geraamde uitgaven voor het jaar, groot 1825 millioen, er 1323 millioen zullen worden geleend en 502 mil lioen uit de Inkomsten zullen worden ge haald. De verhoogde belastingen omvatten: een stijgende inkomstenbelasting tot vijf shillings per pond toe, die 43.500.000 zal opbrengen, eene belasting op de vermake lijkheden produce erende vijf millioen, eene belasting op de spoorwegkaartjes, geraamd op drie millioen ,eene nieuwe belasting van een halve penny per pond op suiker, op brengende 7 millioen, eene nieuwe belasting van 4M pence op cacao en van 3 pence op cichorei, opbrengende 2 millioen, een belas ting op lucifers van 4 pence per duizend, geraamd op 2 millioen, eene belasting op minerale wateren, geraamd op 2 millioen, eene verhooging van de motorvergunningen, geraamd op 800.000, en eene vermeerde ring van de belasting op de oorlogswinsten tot 60 pet. Londen, 4 April. (R.) Onderstaats secretaris voor de munitie Addison deelde in het lagerhuis mede, dat er nu 195,000 vrouwen in dienst zijn van den munitie-aan maak. Londen, 4 April. (R.) Admiraal Sir Cyprian Bridge geeft in een brief aan de Times uitvoerige statistieken over de ver liezen van de koopvaarders gedurende den oorlog. Volgens zijne berekening is het ver lies, dat door den vijand is toegebracht aan de vloot van stoomschepen van het Britsche rijk tot den 23en Maart, d. i. nagenoeg twintig oorlogsmaanden, minder dan 4 pet. van het aantal schepen en iets meer dan 6 pet. van de tonnage. Het Fransche verlies is iets boven de 4 pet., wat het aantal be treft, en 7 pet. van de tonnage. Het Russi sche verlies is respectievelijk 3M en 5 pet., het Italiaansche 3K en 4J4 pet. De veel kleinere cijfers vap de zeilsche pen behoeven niet aan een nader onderzoek onderworpen te worden. B e r 1 ij n, 4 April. (K. N.) De districts conferentie van sociaal-democraten te Dresden heeft Zondag (2 April) met 67 te gen 59 stemmen een voorstel ten gunste van de houding der minderheid van de par tij verworpen en met 70 tegen 34 stemmen het voorstel van de splitsing der fractie goedgekeurd zoowel in het belang der eens gezindheid als der aaneengeslotenheid der partij. Londen, 4 April. (R.) In antwoord op de nieuwe oproeping tot steun, die door de nationale commissie tot het verleenen van hulp in België is gedaan, heeft de koning eene verdere bijdrage gegeven van 500, de koningin eene van 250 en koningin Alexan dra ee&e ven 100 ponden steriincr. Londen, 4 April. (R.) Het persbureau heeft van den znintitiemmister de mededee- ling ontvangen, dat eene ernstige brand heeft gewoed in eene kruitfabriek in Kent, die eene reeks ontploffingen in de fabrieks gebouwen veroorzaakte. De brand is door een ongeluk ontstaan; hij werd des middags ontdekt; de laatste ontploffing had plaats kort na twee uur namiddags. Het aantal ge troffenen is volgens raming 200. Kameroverzicht Tweede Kamer. Vergadering van Dinsdag 4 April. Geopend (nadat van 11.45 tot half twee Comité-generaal was gehouden) te 2 uur 5 min. Regeeringsverklaring. De Voorzitter, geeft het woord aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, den heer Cort van der Linden. Deze deed daarna de volgende mededeeling: De Regeering stelt er prijs op, in aan sluiting aan het medegedeelde in Comité- generaal openlijk te verklaren, dat het schorsen van het verleenen van periodieke verloven een maatregel is van voorzorg in verband met het onwrikbaar besluit om onze neutraliteit strikt te handhaven. Deze maatregel is niet het gevolg van bestaande politieke verwikkelingen, maar berust op gegevens welke een toenemen der gevaren waaraan ons land blootstaat, doen duchten. Het zoude niet in 's lands belang zijn om trent den inhoud dezer gegevens eenige mededeeling te doen. De heer Savornin Lohman (C.-H.) stelt bij motie voor in verband met de hui dige omstandigheden de Ouderdomsrente van de agenda af te voeren. De heer D u y s (S.-D.) komt heftig tegen dit denkbeeld op. Niet de Regeering, die den toestand het best kan beoordeelen, komt met een dergelijk voorstel, doch de oppositie. Dat is je reinste, of liever je reinste politiek. De heer Nolens (R.-K.) steunt het denkbeeld tot uitstel. Spr. wijst op den ernst van den toestand. De heer De Meester (U.-L.) vreest dat het publiek den toestand voor zeer ernstig zal houden, indien thans tot uitstel worde besloten. De heer Limburg (V.-D.) sluit zich bij den vorigen spreker aan. De heer Tydeman (U.-L.) betreurt mede de houding van den heer Lohman. Daarna repliceert de heer Lohman, die verklaart zijn voorstel te handhaven. De Voorzitter verklaart dat, indien de toestand zóó ernstig was als de heer Loh man dien voorstelde, hij niet zou hebben geaarzeld het voorstel van de agenda af te voeren. Uitstel zou z. i. in het land een zeer ernstigen indruk maken. De heer Lohman bestrijdt de opvatting van den Voorzitter, waarna deze repli ceert. De Minister van Binnen 1. Za ken verklaart dat de Regeering er geen bezwaar in ziet, dat het voorstel thans fn behandeling komt. De motie-Lohman wordt daarna met 51—41 stemmen verworpen. (Rechts tegen links, met uitzondering van den heer Bichon). Aan de orde komt daarna het wetsont werp tot verleenen van ouderdomsrente aan behoeftigen. De heer de Visser (C. H.) noemt het ontwerp-ouderdomsrente-wet de kroon op den strijd van de S. D. A. P. in het land en het Parlement. Het afbreken van de irtvali- diteits-wet-Talma is staatsrechtelijk onge oorloofd. Het Staatspensioen is verwerpelijk op finantieelen en moreelen grond. Het bevor dert het steunen en teren op 's lands kas en voert steeds verder tot dooreenmenging van Staat en maatschappij. Na trekking der nieuwe afdeelingen rijn de beraadslagingen te kwart over vieren verdaagd tot Woensdagochtend helftwaalf. Berichten. De Staatscourant van heden, 4 April, bevat o.m. de volgende Koninklijke be sluiten op verzoek eervol ontslagen M. S. Ma- vrocordato, als vice-consul van Nederland, te Rostoff aan den Don op verzoek eervol ontslagen D. Lawer- man, als concierge-bode bij de rechtbank te Winschoten benoemd tot ingenieur voor het stoom wezen der spoorwegdiensten J. F. Sirks, werktuigkundig-ingenieur, adjunct-ingenieur Je Zwolle benoemd bij de militaire administratie, tot reserve-2e luitenant voor speciale dien sten de vaandrig A. M. de Regt, van het Vrijwillig Militair motorrijderskorpsidem de milicien sergeanten mr. L. G. Korten- horst van het 2e regiment vesting artillerie, mr. W. G. Wiemann, van het 12e regiment infanterie, J. E. baron de Vos van Steen- wijk, van het 19e reg. infanteriede land- weerplichtige mr. J. Muller, van de le com pagnie landweer-hospitaalsoldatende mi liciens mr. D. H. Kortenbout van der Sluijs, van de 2e compagnie hospitaalsoldaten en J. Straub van het 7e regiment infanterie op verzoek eervol ontslagen S. H. W. Westenberg, ongehuwde vrouw, als klerk bij de directie der Rijkspostspaarbank op verzoek eervol ontslagen M. C. Hen- nequin, als directeur van het postkantoor te Leiden op verozek eervol gepens'onneerd de In dische ambtenaar met verlof, H. W. Bredee, laatstelijk onderwijzer le klasse in Ned. Indië. benoemd tot plaatsvervangend griffier bij den raad van beroep (O.) te Leeuwarden, mr. J. J. F. Aleva, adjunct-commies der Tstc- klasse ter pro vinciale griffie van Fries-and, te Leeuwarden; de rang van buitengewoon luitenant ter zee der lste klasse bij de Koninklijke Marine-reserve verleend aan de. tijdelijke luitenants ter zee der 2de klasse bij die reserve, J. W. Vlielander Hein en F. C. baron van Aerssen Beijeren van Voshol. Officieele berichten. Men meldt ons uit Den HaagDe Regeering neemt geenerlei verantwoordelijkheid op zich voor eenig bericht, dat niet nadrukkelijk als officieel is gewaarmerkt Verklaring namens den opperbevelhebbe r. Het Haagsch Correspondentie-bureau zendt ons het vol gende bericht: De Opperbevelhebber van Land- en Zee macht neemt geenerlei verantwoordelijkheid op zich voor eenig bericht, waarbij niet uit drukkelijk blijkt, dat het is uitgegaan van zijn Algemeen Hoofdkwartier. Bij beschikking van den minister van oorlog zijn de majoor van den staf der genie -O. Bueno de Mesquita, met ingang van 1 Juli 1916, en de kapitein van den staf der genie G. A. Meijer toegevoegd aan den in specteur van het wapen, met ingang van 17 April 1916, werkzaam gesteld bij het de partement van oorlog, terwijl laatstgenoem de, gedurende den tijd der mobilisatie ter beschikking wordt gesteld van den inspec teur der genie. Verlof. Eene ministerieele beschikking vermeldt het volgende omtrent onbepaald (klein) ver lof: Het is gebleken, dat er bij sommige com pagnies- (eskadrons-, batterij-, fort-, detache- ments-) commandanten eene verkeerde op vatting bestaat omtrent den staat, waarin zich bevinden de militairen, die op last van het departement van oorlog in het genot van een binnenlandsch verlof van niet bepaalden tijdsduur zijn gesteld. In verband daarmede wordt onder de aan dacht gebracht, dat zoodanig verlof geacht moet worden te zijn onbepaald (klein-) ver lof en niet is „groot verlof". Bevorderingsvoorschriften. In antwoord op een schriftelijke vraag van ihet Kamerlid den heer Juten betreffende de toepassing van bevorderingsvoorschriften, heeft de minister van Oorlog er op gewezen, dat tegen de bevordering van beroeps- personeel boven de organieke v r e d e s- organisatiën onoverkomelijke bezwaren be staan. Alleen voor zooverre met zekerheid is te voorzien, dat er bij demobilisatie een vacature zal ontstaan, wordt reeds thans tot bevordering overgegaan. Generaal-majoorL. B. Loeff.t In den ouderdom van 78 jaar is overleden de gep. generaal-majoor L. B. Loeff. Gedenk teeken prof. mr. T. M. C. A s s e r. Het Algemeen Neder- landsch Comité tot stichting van een ger denkteeken voor nu wijlen prof. mr. T. M. C. Asser deelt mede, dat de onthulling van het door prof. Odé vervaardigde borstbeeld van Asse zal plaats hebben in de universiteit te Amsterdam op Zaterdag 8 April om 3 uur. De onthulling van het monument in het paleis van het permanente Hof van Arbi trage (Vredespaleis) te 's Gravenhage zal later plaats vinden. Nederland en de oorlog* Het Comité-Generaal. Het comité-generaal van de Tweede Ka mer is gisterenochtend te 11 uur 45 min. aangevangen. Het voorstel daartoe werd bij den aanvang der vergadering gelijk de agenda vermeldde door den voorzitter gedaan. Met het oog op de omstandigheid, dat de vergadering alzoo onmiddellijk na den aan vang overging in eene met gesloten deu ren, bleef de "toegang tot de publieke tri bune en de gewone journalistenkamer he denochtend gesloten. De journalisten kon den tijdens het comité-generaal weder ge bruik maken van eene der sectiekamers van de Tweede Kamer, daartoe door den voorzitter op verzoek van het bestuur van de Haagsche Journalisten-Vereeniging be schikbaar gesteld. Naar wij vernemen waren in de vergade ring in comité-generaal alle ministers tegen woordig. Fransche persstemmen. Dé correspondent van het Hbld. seint: Nog eenige andere bladen wijden artike len aan de militaire maatregelen van Ne derland. Zij steken den draak met de Duit- sche verklaringen en herhalen dat de aan leiding er toe geenszins te vinden is in de betrekkingen tusschen Nederland en de ge allieerden. De „Matin" zegt, dat de terugroeping van 1500 of 2000 manschappen op het geheele Nederlandsche leger niet van groot gewicht is. En het blad voegt daaraan toe: „De Ne derlandsche regeering, die uitbreiding van de militaire operaties voorzag, heeft het land eenvoudig willen herinneren aan den ernst van den toestand. Zij heeft haar doel vol komen bereikt, zonder dat iemand er eeni gen aanstoot aan kon nemen." De „Journal" laat zich in denzelfden geest uit, maar raadt den geallieerden tevens aan op hunne hoede te zijn voor listen der Duitschers, die niet altijd even kinderachtig zijn als de uitvinding van moeilijkhed tus schen Nederland en de geallieerden als ge volg van de conferentie van Parijs. De „Figaro" herhaalt, dat uit de genomen maatregelen geenszins wantrouwen jegens de geallieerden blijkt en spreekt de veron derstelling uit, dat'overwegi: _er. ;t ."n^ nenlano'sche politiek niet zonder invloed <y% de regeering zullen zijn geweest, w tril d*[ mobilisatie kost veel geld en de Nederlan ders beklagen zich daarover De rogeer: ng heeft dus misschien van de gelegenheid ge bruik gemaakt om indruk op hen te ma!, n Buitenlandsche fantas i n. Het Zweedsche dagbladbureau seint een schrijven over, dat is opgenomen in het te Stockholm verschijnende Svenska Dagbla- det. De schrijver, van wien het blad \erze« kert, dat hij niet behoort tot de centrale mo< gendheden, zegt, dat het buiten twijfel is, dat de Engelsche regeering zich had voor* genomen van Nederland den vrijen door tocht voor zijne troepen te verlangen door Zeeuwsch Vlaanderen. De waakzaamheid van de Nederlandsche regeering en de door het Nederlandsche volk uitdrukkelijk ken baar gemaakte wil om onder alle omstan digheden zijne onzijdigheid te verdedigen, veroorzaakten eene groote teleurstelling ii. Engeland. De regeering te Londen besloo. het landingsplan uit te stellen; maar het is niet aan twijfel onderhevig, dat dit plan heeft bestaan, en waarschijnlijk bestaat het nog. In beslagneming van over zee vervoerde brievenpost. De minister van Buitenlandsche Zaken heeft aan de Tweede Kamer doen toeko men een mededeeling, getiteld „Diploma tieke Bescheiden betreffende de inbeslag nemingen door de Britsche autoriteiten n over zee vervoerde brievenpost". Ter inleiding van deze mededeeling l er aan herinnerd, dat in de Memorie m Antwoord op het Voorloopig Verslag d?r Eerste Kamer over hoofdstuk Dl der St. s- begrooting voor 1916 werd medegec*. !d dat, toen de Nederlandsche regeering 1 ad vernomen dat postzakken aan boorcl n verschillende Nederlandsche schepen d de Britsche autoriteiten waren in besla- nomen, zij terstond tegen deze hande! door tusschenkomst van Hr. Ms. gezai Londen met klem heeft geprotesteerd beroepende op de bepalingen van hel Verdrag van Den Haag van 1907, r 3 zekere beperkingen van de uitoefening van het buitrecht in den zeeoorlog. De Britsche regeering zoo deelde melde Memorie van Antwoord mede heeft in antwoord op het Nederlands 0 protest aangevoerd, dat de inbeslagnerr van brievenmalen aan boord van Nc landsche schepen niet met het vernv Verdrag in strijd was, daar die inbesla. ming steeds had plaats gehad binnen 1 Britsch watergebied; volgens de Brits ■- regeering waren, daar voor dit gebied het Verdrag niet gold, schepen, daar binnen komende, ten volle onderworpen aan de it- oefening van de Britsche souvereinit De Regeering heeft thans doen afdri; de tot de Britsche regeering gerichte 1 a van 18 December 1915, waarin de Ne.L;- landsche haar bovenvermeld protest tegen het inbeslagnemen van brievenzakken uit bracht, benevens de nota van 12 Jan :i 1916, door de Nederlandsche Regeering tot de Britsche gericht, naar aanleiding van het antwoord van laatstgemelde regeering op het Nederlandsche protest. Voorts werd medegedeeld, dat op 1 April 1916 de Britsche gezant en de Fransche ge zant uit naam hunner regeeringen aan d» Nederlandsche Regeering een Memoran dum hebben overgelegd, nopens de onder- werpelijke aangelegenheid. Ook dit Memo randum is afgedrukt. Er worden daarin mede beschouwingen gewijd aan de inbeslagne ming van postpakketten. Voor zooveel noodig wordt daarom aangeteekend, dat die be schouwingen geen terugslag zijn op een van Nederlandsche zijde tot de geallieerde re geeringen gericht vertoog. De Nederland sche regeering toch is niet van meening dat de pakketpost deelt in de onschendbaarheid, door het Haagsche verdrag aan de over zee vervoerde brievenpost gewaarborgd. Zij heeft tegen de inbeslagneming van post pakketten dan ook alleen geprotesteerd, wanneer deze geschiedde in strijd met hei stellig volkenrecht op het stuk der bevoegd heden van belligerenten ten aanzien van op neutrale schepen over zee vervoerde goederen. Het lijdt volgens de Nederlandsche Re geering geen twijfel, dat de term* „corres pondence postale" in het Haagsche verdrag omvat zendingen van effecten, coupons en andere papieren van waarde. De oorlogvoe-, renden mogen deze derhalve onder geen beding in beslag nemen en de minister van Buitenlandsche Zaken vraagt dan ook de teruggave van de door de Britsche over heden aangehouden zendingen van dezen aard. De vaart op Indië. Naar wij vernemen is het vertrek vaft het stoomschip Sindoro van de Rotterdam- sche Lloyd thans bepaald op Vrijdag 7 April. Het ligt in het voornemen om, behoudens veranderingen, op 21 April de Ophir rond om Schotland en de Kaap naar Indië te doen vertrekken; de Kawi op 19 Mei en de Wilis op 30 Juni. De Tambora, waarvan het ver trek op 26 April a.s. bépaald was, vaar! niet. De Prins der Nederlanden. Het stoomschip de Prins der Nederlanden van de maatschappij Nederland is gisteren middag, van Java komende, te IJmuiden bin- nengeloopen. De reis heeft 61 dagen geduurd, alzoo ongeveer tweemaal zoo lang als in gewon» omstandigheden, welke lange duur is ver oorzaakt door de omwegen langs de Kaap de Goede Hoop, de Noordkust van Schot land en een oponthoud te Plymouth. De reis rond Schotland was, naar enkele pas sagiers mededeelden, zonder 'incidenten ge weest, doch de bemanning, die daaromtrent wellicht meer bijzonderheden zou kunnen mededeelen, had strenge orders gekregen

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 2