BINNENLAND. Koogvlakte van Doberdo ten oosten van Selz onlangs door den vijand veroverde loopgra ven geheel gezuiverd. De vijandelijke tegen aanvallen mislukten. In de sectoren van Le- dro en Judicarië onderhield de vijandelijke artillerie een levendig vuur. De aanvallen van zwake Italiaansche troepenafdeelingen tegen onze stellingen ten noordoosten van 'het Le- dro-meer en Doors-dal werden afgeslagen. Overigens beperkte zich de bedrijvigheid tot matig kanonvuur in enkele sectoren. Rome, 6 April. (Stefani.) Officieel communiqué. Kleine afdeelingen werkten aan het front van Judicare. Er waren artillerieduels van Garda tot de Boven Adige. In het Sugana- 'dal waren de artilleriegevechten bijzonder levendig. In de streek van de Langanza (Brenta) werd de vijand teruggeslagen met zware verliezen; 13 gevangenen werden hem afgenomen. Aan de Boven Isonzo belemmerden regen en mist de actie van de beide artillerieën, die daarentegen vrij intens was op de hoog ten ten noordwesten van Görz. In den nacht ven den 5en werden twee vijandelijke aanvallen op den Monte San Michele teruggeslagen. We'ènen, 6 April. (W. B.) Officieel bericht van heden middag. Op het Balkan-oorlogstooneel is niets bij- zondres gebeurd. Peteisburg, 5 April. (Tel.-agent- schap.) Communiqué van den grooten gene- ralen staf. In de kuststreek vielen de Turken, ge steund door het vuur van den kruiser Bres- lau, onzen rechtervleugel aan. Wij sloegen den vijand terug met groote verliezen voor hem. Tegelijk vielen onze troepen in de ge noemde streek het centrum van den vijand aan en maakten zich meester van een deel van zijne stellingen. In het bekken van den Boven Tsjorokh verdreven wij den vijand uit eene reeks van zijne krachtig georganiseer de stellingen. Konstantinopel, 5 April. (W. B.) Communiqué van het hoofdkwartier. Aan het Kaukazusfront waren gevechten tusschen verkenningstroepen. Een vijandelijke kruiser wierp honderd projectielen tegen de kust bij Edsundjik ten westen van Negri, maar verkreeg geene uit werking. Den 3en beschoot onze vloot met succes vijandelijke stellingen aan de Kau- kazische grens. De vijandelijke troepen, door dezen onverwachten aanval verrast, verlieten hunne stellingen en vluchtten in wanorde, waarbij zij eene menigte dooden en gewonden achterlieten. Denzelfden dag beschoot on/e vloot een Russisch schip en boorde het in den grond, dat met munitie beladen was. In den nacht van 3 op 4 April boorde de kruiser Midilli een groot vijande lijk zeilschip in den grond, dat met oorlogs- materieel en andere goederen beladen was; de bemanning werd gevangen genomen. Den 4en in de vroegte ontmoette de Mi dilli eene Russische vloot, bestaande uit een groot schip van de Keizerin Maria-klas- se, een kruiser en drie torpedobooten, die zich tevreden stelden met zonder uitwerking naar de Midilli te vuren. Konstantinopel, 5 April. (W. B.) Communiqué van het hoofdkwartier. Aan het Irak-front geene verandering. Londen, 6 April. (R.) Het officieele telegram over de operatiën in Mesopotamië bevat bijzonderheden over de gisteren ge rapporteerde gevechten. Het Tigris-corps, onder generaal Gorringe, die generaal Ayl- mer heeft opgevolgd, wierp zich, na de vij andelijke stellingen binnen 100 yards door sappeursarbeid te zijn genaderd, op de eer ste en tweede linie, die een uur daarna ge nomen waren. De zegevierende troepen drongen steeds vooruit en tegen zeven uur In den ochtend was gedeelte der linies vermeesterd. Daar de vijand groote verster kingen kreeg, gaf generaal Gorringe bevel, dat de aanval tot den avond zou worden uit gesteld. Inmiddels nam op den rechteroever een divisie, onder generaal Keary, een aan tal loopgraven De vijand deed 's namiddags een hevigen tegenaanval met infanterie en cavalerie, gesteund door geschutvuur, die met succes werd afgeslagen. Gorringe zette laat in den avond zijn voorwaartsche bewe ging op den linkeroever voort en vermees terde de Falahyak-positie. De front-Ioopgra- ven waren negen voet diep. Het geheele net van de achtereenvolgende liniën had een diepte van 2500 yards. P a r ij s, 6 April. (R.) Communiqué van hei ministerie van marine. Een Duitsche duikboot is heden in den grond geboord- door eene Engelsch-Fran- sche flottille. De officieren en de bemanning zijn gered en gevangen gemaakt. Londen, 5 April. (R.). Een telegram nt Malta meldt, dat het stoomschip Clan- :ampbellr van Glasgow, in de Middelland- >che Zee door een Duitsche duikboot, zon- ier waarschuwing is getorpedeerd. De .-be manning is gered. Londen, 6 April. (R.) Lloyds bericht uit Havre, dat het Noorweegsche stoomschip Baus door een duikboot is getorpedeerd. .Vier man worden vermist. Londen, 6 April. (R.) Bericht van I loyds. Het Britsche stoomschip Zent is tot i "ken gebracht. De bemanning is aan land gebracht. Londen, 6 April. (R.) De Zent is gis terennacht zonder waarschuwing getorpe deerd door een Duitsche duikboot. 50 man van de bemanning zijn verloren, 9 man zijn In Cap Martin aan land gebracht. Kopenhagen, 6 April. (W. B.) Vol gens de National Tidende; blijkt uit de zee verklaring over den ondergang van het Noor weegsche stoomschip Peter Harnze, be staande uit het getuigenis van den eenigen ©verlevenden matroos, voor den Noorweeg- schen consul in Londen, niet met zekerheid, dat het schip is getorpedeerd. Londen, 6 April. (R.) Lloyds bericht, dat het stoomschip Vesuvio tot zinken is ge bracht. 15 overlevenden zijn aan land ge bracht, 6 van de bemanning zijn verdronken. Madrid, 6 April. (R.) De Spaansche regeering heeft eene nota van protest tegen het in den grond boren van de Sussex, waarbij verscheidene Spanjaarden het leven verloren, aan Duitschland gezonden. Ook is geprotesteerd tegen het torpedeeren van den Spaanschen koopvaarder Vigo in de baai van Biscaye., Berlijn, 6 April. (K. N.) Uit Genève wordt aan het Berl. Tageblatt geseind, dat aan het zwijgen van de Parijsche bladen over het doel van de reis van Asquith naar Italië thans een einde gemaakt is door een artikel in de Temps. Daarin wordt gezegd, dat overwegingen op economisch gebied, die aan de Entente-mogendheden bekend zijn, Italië nog altijd beletten om aan Duitschland den oorlog te verklaren, doch dat de aanstaande aanvullingsconferentie der geallieerden de middelen daartoe zou verschaffen.. Londen, 6 April. Minister Asquith is aangekomen op het station Charing Cross. Hij zag er goed uit, maar scheen wel wat vermoeid na de lange reis. B e r 1 ij n> 6 April. (K. N.) Met betrek king tot het aftreden van den Italiaanschen minister van oorlog Zupelli, verneemt het Berl. Tageblatt via Lugano, dat de ware reden daarvan is de nederlaag van Durazzo en de mislukking van de operatiën in Al banië, die niet stonden onder de leiding van de legeraanvoering, doch wel onder die van het ministerie van oorlog. De koning ver leende aan Zupelli het grootkruis van de Iialiaansche kroonorde. B e r 1 ij n, 6 April. (WB.) De rijksdag zette heden de tweede lezing van de staats- begrooting voort. De rijkskanselier was te genwoordig. Payer (vrijzinnig) verklaart zich voldaan over de eensgezindheid, die in de commissie verkregen is over de U-bootkwestie. De rede van den rijkskanselier heeft in het binnen land voldoening gewekt en zal in het buiten land opzien baren. Daaruit is de overtuiging van de regeering te lezen, dat geene macht in de wereld in staat ia ons te ontrukken wat wij reeds hebben bevochten. Wat als doel van den oorlog in het oosten en westen f9 medegedeeld, waarbij de regeering eener- zijds bezonnenheid, anderzijds kracht toonde, komt overeen met hetgeen de vrijzinnigen verlangen. Niemand kan verwachten, dat het voorstel van de sociaal-democratische arbeidsge meenschap ingang zal vinden, dat de rijks kanselier door het inleiden van vredesonder handelingen de volken tot elkaar moet bren gen. Zoolang bij de tegenstanders de ge zindheid daartoe ontbreekt, blijft slechts over hen militair daartoe te dwingen. Spr. zegt verder, dat de neutralen niet op rozen wandelen. Wij moeten hier uitdruk ken, dat wij ons niet alleen stamverwant met Nederland voelen ,maar levendig voelen, dat Nederland niet alleen voor zich maar ook voor ons lijdt. (Instemming). Hij heeft groot respect voor de sterke kracht van het Neder- landsche volk, dat aan zijne geschiedenis trouw zich schrap zet voor zijne zelfstandig heid en vrijheid. Spr. wijst verder op den grooten dienst, dien Amerika kan bewijzen door de vlammen van den wereldstrijd bin nen de perken te houden. Stresemann (nationaal-liberaal) zegt, dat de rijkskanselier met gevoelens van recht matige voldoening onzen militairen en poli- tieken toestand heeft geteekend. Tegen de verscherpte blokkade, waartoe op de Parij sche conferentie is besloten, moeten wij onze scherpe machtsmiddelen aanwenden, om den Engelschen overmoed te breidelen. Daarbij moeten de rechtmatige belangen van de neutralen beschermd worden; maar onrechtmatige aanspraken van de neutralen moeten afgewezen worden. Amerika legde •het begrip van de neutraliteit uit op eene wijze, die met de Duitsche opvatting onver- eenigbaar is. Het is een onrechtmatig ver langen, dat in het oorlogsgebied bewapende handelsschepen zich onbelemmerd vertre den. (Luide instemming). Iedere maand brengt aan Amerika recordcijfers in het uit buiten van den toestand van Europa. Over deze opvatting van de Amerikaansche neu traliteit heerscht bij ons eene groote erger nis. Het vredesgevoel moet begrensd zijn door het gevoel voor de vrijheid van Duitschland en de beveiliging van zijne toekomst. Dat waarborgt een onaantastbaar Duitschland, dat tegelijk de beste vredes- huishouding voor Europa verschaft. Het standpunt van den vrede door van de wereld politieke expansie af te zien, is ongerecht vaardigd. Zulk eene politiek hebben wij ge durende tientallen jaren gevoerd. Bij den Russisch-Japanschen oorlog, den Boeren oorlog, de verdeeling van Noord-Afrika en Perzië keken wij kalm toe. De wereld kon altijd op de onvoorwaardelijke vredelievend heid van den Duitschen keizer en het Duit sche volk vertrouwen. De instemming en de dank daarvoor is eene wereld van vijan den, haat en hartstochtelijke tegenzin. Spr. dankt den rijkskanselier voor zijne i woorden over de beveiliging van Duitsch land in het oosten en het westen. Hij wenscht aanvulling van het programma van den rijks kanselier betreffende België; bet militair, politiek en economisch overwicht van Duitschland aldaar moet zekergesteld wor den, opdat België niet wederom hot glacis van de vijanden worde. De regeering moet waarborgen verkrijgen voor de bescherming van den Duitschen eigendom in het buiten land. Het behoud van de Duitsahe kolo niën moet worden geëischt, in het belang van e® prestige en onze creheele huishou ding. Westarp (conservatief) noemt als de hoofd taak, dat Engeland moet worden gedwongen zijn vernielingsplan op te geven. Wij willen niet onze vrouwen en kinderen laten uithon geren en onzen politieken en militairen rug- gegraat laten breken. Wij moeten door een krachtig gebruik van alle machtmiddelen ons bestaan tegen Engeland verdedigen. Wij stemmen in met wat de rijkskanselier opgaf als ons oorlogsdoel. Maar wat België betreft, zijn de waarborgen, dat België niet weer een bolwerk van de vijanden wordt, niet door verdragen te krijgen, maar doordat wij dit met ons bloed veroverde land vast in onze hand houden. Werner-Giessen (Duitsche fractie) zegt, dat de successen van de Zeppelins het uit zicht openen, dat Engeland mak gemaakt wordt en naar den vrede zal neigen. De vrede moet eervol en duurzaam zijn. Haase (sociaal-democratische arbeidsge meenschap) komt met nadruk op tegen de verdeeling van Polen. De Balten, Litauers en Letten wilden voor den oorlog geene aan eensluiting met Duitschland. Het aan België begane onreoht moet weer goed gemaakt worden door zijn herstel als stoat. In 1913 verklaarde von Jagow, dat Duitschland vast hield aan de Belgische neutraliteit. Des te verrassender was de mededeeling van den kanselier op 4 Augustus 1914, dat wij de grens van België waren overgegaan. Staatssecretaris von Jagow zegtHaase warmde oude Belgische geschiedenissen op. Toen ik destijds de verklaring aflegde over België's onzijdigheid, moest ik het voor een neutraal land houden. De kanselier kon de 4e Augustus niet weten, dat België reeds in nerlijk stelling had gekozen. Later is afdoen de bewezen, dat de schuld lag aan de zijde van België. Da uitwerking van verklaringen als die van Haase blijkt uit de onmerking van 't dagblad Oeuvre, dat de laatste zitting van den rijksdag overeenkwam met een over winning met de wapenen. Wanneer in Frank rijk een afgevaardigde ook maar een vierde gedeelte had gezegd van 't geen Haase zei- de, zouden zijne medeleden hem onfeilbaar gesteenigd hebben. Schei demann (sociaal-democraat). Over de bevrijding van het door het czarisme ge knevelde Polen zal de geheele beschaafde menschheid zich verheugen. Wanneer aan de Vlamen mogelijk wordt gemaakt op den grondslag van hunne taal hunne eigen kui tuur te bevorderen, dan vraag ikIs dat ge weldpleging Wij weten, dat de :^<-mieel bereid is in vredesonderhandelingen te tre den de tegenstanders willen dat ech4-1- "'°t. Wij stemden voor de U-boot-motie om goede redenen. Het geld voor de U-booten werd uitgegeven om ze te gebruiken, opdat onze vrouwen en kinderen niet tot den hon gerdood zouden vervallen. De bescherming van het recht der neutralen komt in de mo tie tot uitdrukking. Dat was voor ons be slissend. Het voorstel yan de sociaal-demo cratische arbeidsgemeenschap is voor ons onaannemelijk, omdat het ook de bewa pende handelsschepen wil sparen en geen woord zegt over de ongeschondenheid, zelf standigheid en ontwikkelingsvrijheid van Duitschland. De Fransche eisch, dat wij België en Frankrijk moeten ontruimen voor het begin van de vedesonderhandelingen, is een on mogelijk standpunt. Wie hoorde ooit bij ons Iets van haat te gen Frankrijk? De kanselier drukte gisteren waardeering uit voor den opofferenden moed der Franschen. Dit schoone. woord klinkt anders dan de redevoeringen van Asquith en Briand. (Luide toejuichingen. Handge klap).. Een voorstel tot sluiting van de discussie wordt aangenomen. Het voorstel van de commissie over den duikbootoorlog werd aangenomen en dat van de socialistische arbeidersgemeenschap verworpen. De begrooting van de rijkskanselarij en van buitenlandsche zaken werden goedge keurd. Bij de behandeling van een verzoekschrift waarin wordt verlangd den duikbootoorlog zonder verschooning te voeren, zeide Lede- bour (soc.-dem. arbeidersgemeenschap): Wanneer het verzoekschrift als afgedaan verklaard wordt, dan zou het buitenland het vroeger genomen besluit, betreffende den duikbootoorlog zoo kunnen uitleggen, dat de Rijksdag zich op het standpunt van een duikbootoorlog zonder verschooning stelt. Dayid (soc.-dem.): In het duikbootbesluit wordt nadrukkelijk gezegcj, dat de rechtma tige belangen der neutralen geëerbiedigd moeten worden. De uitlegging van Lede- bour is: een meedoogenlooze torpedeering zonder voorafgaande waarschuwing van elke gezonde logica. (Levendige bijval.) Het valt mij moeilijk aan te nemen, dat Ledebour hier te goeder trouw is. De petitie werd als afgehandeld verklaard. De beraadslaging over de begrooting wordt Vrijdag voortgezet. B e r 1 ij n, 5 April. (W. B.) De Duitsche bank keert uit eene brutowinst van 77,434,609 mark (74,434,609 in het vorige jaar) en eene netto-winst van 49,645,576 (41,074,482) 12# pet. dividend uit. In het vorige jaar was het dividend 10 pet. Londen, 6 April. (R.) In het lager huis deelde eerste minister Asquith mede, dat de regeering bezig was onderzoek te doen naar het aantal recruten, die onder het tegenwoordige stelsel verkregen zijn en verkrijgbaar zijn. Er wordt onderzocht hoe- vele recruten er nog noodig zijn. De regee ring zal vóór Paschen haar besluit mede- deelen. Londen, 6 ApriL (R.) In antwoord op eene vraag in het lagerhuis deelde de mi nister van handel Runciman mede, dat de netto-tonnage, op het scheepregister in het Vereenigde koninkrijk ingeschreven was einde 1913 12.120.000 ton, einde 1914 12.415.000 ton, einde 1915 12.416..000 ton. Londen, 6 April. (R.) Officieel be richt. De minister van Munitie heeft de prijzen van het materiaal, dat gebruikt en voortge bracht wordt in de ijzer- en staalindustrie aan een onderzoek onderworpen. Er zijn maximumprijzen vastgesteld voor alle soor ten van gietijzer, die op de heerschende ab normale omstandigheden gebaseerd zijn. Duitschland. B e r I ij n, 6 April. (W. B.) De Bonds raad heeft besloten, dat van 1 Mei tot 30 September 1916 de klokken een uur voor uitgezet moeten worden. Dienovereenkom stig zal de le Mei reeds op 30 April 1916 's avonds 11 uur beginnen. Op den 30en September echter zal de dag een liur ver lengd worden, opdat den len October 19T6 de Middel-Europeesche tijd weder in. kracht kan treden. Zweden. Kopenhagen, 6 April. De koningin van Zweden kwam vroeg in den morgen hier aan en zetten in de voormiddaguren de reis naar Duitschland voort. Rusland. Berlijn, 6 April. (K. N.) Uit Stock holm wordt aan het Berl. Tagebl. geseind, dat bij gelegenheid van de debatten der rijkscontrole-commissie over de begrooting in de Doema, door de afgevaardigden Schin- garew, Skobelew en Sjtsjenkeli ernstige be schuldigingen werden ingebracht tegen het lid van de rijkscontrole-commissie Poprows- ki. Schingarew zeide, dat de verduisteringen van staatsgelden op groote schaal toene men. Omkooperijen en misbruiken werden niet alleen gepleegd door lagere beambten, doch ooly door de hoogste civiele en mili taire ambtenaren. Enkele eerlijke mannen, die tegen een dergelijk systeem vochten, stonden de regeering in den weg. Daaruit verklaart zich, dat Kriwoschein, Sjtsjabatow en Poliwanow hebben moeten aftreden. Schingarew legde verscheidene documen ten over ongehoorde diefstallen en verduis teringen aan het front over. Al degenen, die omkooperijen pleegden, ontvingen on derscheidingen en medailles voor dapper heid. Indien met dit systeem nog langer wordt doorgegaan, mag een volkomen rui- neering van Rusland verwacht worden. Mexico. Washington, 6 April. (R.) Berich ten, die door het staatsdepartement ontvan gen zijn, houden in, dat Felix Diaz eene re volutionaire strijdmacht van aanzienlijke sterkte aan land heeft gebracht In het noor den van Mexico. Kameroverzicht Tweede Kamer. In de zitting van Donderdag werden de al- geraeene beschouwingen over de ouder domswet voortgezet. De heer Aalberse (R.-K.) verklaart niet met -het ontwerp te kunnen meegaan. Hij zou zich desnoods over het afbreken van de wet-Talma kunnen heenzetten, staat echter principieel tegenover het stelsel van staats pensioen. Het doet hem leed op dit moment oppositie te moeten voeren, maar de linker zijde heeft hem daartoe genoodzaakt door verwerping van het uitstel^voorstel-Lohman, alleen met het oog op de Statenverkiezingen. Hoe de kosten voor de wet zullen gevonden worden, staat niet vast, sinds eene wijziging van de pensioenbelasting is aangekondigd, doch onbekend is, welke de wijzingen zul len zijn. Het wetsontwerp bevat eene rege ling van armenzorg en van de slechtste soort; het vindt alleen zijn rechtsgrond in de meerwaarde-leer van het Marxisme en is practisch ondeugdelijk en juridisch onjuist. Het werpt -bovendien een klad op de kerke lijke armenzorg, die vervangen wordt door kille staatszorg. Nog bedenkelijker wordt de zaak als bet onhyerp wordt bezien uit het oogpunt van de invalidenzorg. Ouderdoms zorg is slechts een 'beperkt onderdeel van de invaliditeitszorg. Het ontwerp voert voor het onderdeel invaliditeitsverzekering de betaling van de geheele premie door den staat in, waarvan de groote principieele en politieke nadeelen door mr. Treub zelf werden aangetoond en dat bovendien inconsequent is als 't ge weigerd wordt voor de eigenlijke invalidi teitsverzekering en de Ziektewet. Tegenover den volkswil plaatst spreker den plicht van den staat om het recht van den arbeider op voldoend loon te handhaven, waaraan niet wordt voldaan, als de arbeider wordt afge scheept met een aalmoes. De heer Brummelkamp (A. R.) noemt het ontwerp eene miskenning van den ar beid en den arbeider. Stopzetting van de verbetering der sociale misstanden en eene parodie op de christelijke barmhartigheid. De heer De Wykerslooth (R.-K.) acht 't principieel juist, de uitvoering van de wet op te dragen aan de gemeentebesturen daar 't hier armenzorg geldt. Spreker critiseert voorts de duisterheid waarin de regeering zich hult ten opzichte harer plannen ten aanzien van de sociale wetgeving, al antwoord zij op de betreffende vragen nog zoo minzaam. Te half 5 worden de beraadslagingen ver daagd tot-Vrijdag half 12, UH de Hert De ond-Stinïster Colïjn over do „Tubantia Aon het artikel over den volkerenkrijg, Stemmen des Tijds, heeft de heer Colijn een naschrift toegevoegd, naar aanleiding van het gebeurde met de Tubantia. De schrijver had in zijn artikel reeds twijfel uitgedrukt aan de waarde der beëedigde verklaringen over het torpedeeren van het HoNandsche schip, Hij zegt in zijn naschrift Ik grondde dien twijfel op de omstundig* heid, dot naar mijn oordeel het onderkeanen van de bellcnbaan van een torpedo voer niet daarop geoefende oogen zeer moeilijk isj Wie nooit een z.g. bellenbnan zag, en dat is hier naar alle waarschijnlijkheid bij da waarnemers het geval geweest, kan vol komen ter goeder trouw natuurlijk al licht meenen, dat een door hem waarge- nomen verschijnsel hel gevolg is v*>n een "zich voortbewegende torpedo, terwijl dit irv werkelijkheid toch niet zoo is. Iemand die nooit te voren een koe zag, is niet de besta beoordeeiaar om uit te maken ot een zeker hem onbekend viervoetig dier mettc daad met den naam van koe moet worden aan« geduid. Sinds dien is nu de verklaring ingekomen van de Duitsche Regeering, dat nóch een harer torpedobooten, nóch een harer duik- booten schuldig is aan het torpedeeren vart de Tubantia, terwijl in de streek waar het ongeval plaats greep door de Duitschers ook geen mijnen zijn gelegd. De Engelsche verklaring is niet zoo vol ledig. Vooreerst vermeldt zij slechts, dat geen Engelsche duikboot in de buurt is ge weest en zegt ze dus niet nadrukkelijk dat er ook geen harer torpedobooten geweest is. En ten tweede rept de Engelsche verklap ring niet over mijnen. Toch meen ik voorshands nog steeds te mogen aannemen, dot hier alleen van onwil lekeurige onvolledigheid in de verklaring' sprake is. Immers tot heden hebben de Engeischen zich nimmer schuldig gemaakt aan het ver nietigen van neutrale handelsvaartuigen. Wat trouwens, bij het heerschend gebrek aan tonnenmaat, tegen het Engelsch belang zou zijn geweest. Ook heeft Engeland bij het leggen van mijnen in de Noordzee steeds de grenzen van haar mijnveldcn nauw keurig aangegeven en de tegenwoordige plaats van het lichtschip Noord Hinder met omgeving valt buiten de grenzen. Zoo bb'jft er dus, al is de vorm der Engel-- sche verklaring onvolledig, practisch geen andere weg open don te zeggen, dai beide partijen ontkennen het vergaan van de - Tubantia te hebben veroorzaakt. Wat dan alleen betrekking heeft op de" aanwezigheid van opzet. Want dat de Tubantia gezonken is ten gevolge van een ontploffing blijft als feit onaangetast. Een gewone aan de opper vlakte drijvende mijn kan mi. moeilijk zulk een verwoesting aanrichten, dat een sclup als de Tubantia er door tot zinken wordi gebracht, weshalve de oorzaak onder water moest worden gezocht. Ter zake van het afschieten van een torpedo kan men abso luut zijn in zijn verklaringen, ter zake van mijnen niet. Dat ze niet op een bepaalde plaats gelegd zijn, sluit nog niet in zich, dat hun aanwezigheid op die plaats ondenkbaar is. De Regeering, zoo betoogt de schrijver dan, kan niet anders doen dan de Duitsche en Engelsche verklaringen aanvaarden, tenzij het tegendeel bewezen kan worden geacht. Of dit bewijs nu geleverd zal kunnen wor den, dient afgewacht. Men zegt, dat in een der sloepen van de Tubantia stukken brons zijn aangetroffen. Is dit juist, dan zou het vermoeden van torpedeeren worden ver sterkt, omdat het eigenlijke^ lichaam van de mijn uit staalplaten bestaat. Maar daarmee is men nog niet veel verder als niet aange toond kan worden van wie de torpedo of mijn afkomstig waren. En dit zal zeer be zwaarlijk zijn, tenzij het duiken betere resul taten mocht geven dan men er van ver wacht. De noodzakelijkheid om al het mogelijke te doen ten eiitde de zaak tot klaarheid te brengen, zal wel niet worden betwist, want ten slotte is het toch niet twijfelachtig. dat het ongeval te wijten is óf aan een torpedo óf aan een mijn, en dat wij zelf de Tubantia niet getorpedeerd hebben, noch ook mijnen in de Noordzee hebben gestrooid, zal zelfs de meest verstokte der oorlogvoerenden wel willen aannemen. Zoodat, torpedo dan of mijn, het helsche toestel afkomstig moet zijn van een der oorlogvoerenden. En onze Re geering kan kwalijk eenigen stap van betee- kenis doen, zoolang niet vaststaat, wie ten deze verantwoordelijk moet worden geacht derhalve is onderzoek naar die verantwoor delijkheid noodig. Doch er moet ook iets gedaan worden om de veiligheid voor onze schepen op óe Noordzee te verzekeren. En dan weet ik geen boter middel dan ook onzerzijds het mijnenvegen langs de door onze stoomers te volgen route syste matisch ter hand te nemen. Dat zal geld kosten en flink ook. Maar aan den anderen kant is het aan den gang houden van onze scheepvaart een bestaansvoorwaarde van ons land. Van de geregelde verbindingen zijn wij afhankelijk voor den aanvoer van levens middelen, veevoeder, grondstoffen voor onza industrie. Het zooveel mogelijk intact hou den van den normalen gang van zaken, daarvoor is geen prijs te hoog. Wat door sommigen is aanbevolen, n.l. om de route voor onze schepen te verleggen naar het Noorden en dus om Schotland te varen, schijnt mij niet voldoende ook in het noor delijk deel van de Noordzee liggen mijnen en moge het vaarwater benoorden Schotland zelf daarvan al vrij zijn, van daar naar onze havens is de gemeenschap evenmin veilig als in het Zuiden. Bovendien is de kans op hulp bij een accident aldaar veel geringer dan in het zuidelijk deel der Noordzee, de Kalverstraat van den Oceaan. Wij rroeten dus m. L de oude route behouden en deze tusschen Noord-Hinder ei> Galloper mede helpen zuiveren. Het recht om dat te doen acht ik onbe twistbaar. De oorlogvoerenden doen wel o! de vrije zee hun particulier terrein is, maar dat behoeft niemand te erkennen. Ik sta aart de zijde van hen die manen tot kalmte en bezadigdheid, maar dat sluit niet in zich, dat ik volstrekte lijdelijkheid, wat er ook gfa» beure I de hoogste wijsheid acht te zijn- Het recht om als neutrale de zee te blijven be varen mogen we niet prijsgeven, al r-.oetèn we velerlei beperking dulden. Is het voor de uitoefening van dat recht noodig straat* veger te spelen, dan moeten we duarto© overgaan. De schrijver acht het niet twijfelachtig* dat het recht om mijnen in de vrije z©f op te ruimen op steviger grondslag rust om ze te leggen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 2