„DE E EM LAN DER'.
Dinsdag 11 April 1916.
FEUILLETON.
SOLEDAD.
N° 243
..i P. A. EBBINGE WUBBEN.
Hoofdredactie, j Mr> D j_ VAN SCHAARDENBURO.
14d* jaargang.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden »oor Am.rafoortt J
Idem franco per post
Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) J>. l«.
Afzonderlijke nummers
Wekelijksoh bijvoegsel .Dé Holland,olu BuinrouaT (onder
redactie r»n Thérèae Hoven) per 8 mud 50 cis.
Wekelijkaob bijvoegsel .Pak nu met' per 8 mnd. <0 cis.
Bureau: UTRECHTSCH ESTRAAT 1.
Intercomm. Telefoonnummer 66.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 regelsf >.3(1.
Elko regel meerO.IO,
Dienstaanbiedingen 2.5 cents by vooruitbetaling.
Grooto letters naar plaaLsrui*nl«b
Voor handel en bodryt bestaan zeer voordeelige bepalingen
tot het herhaald advertooron in dit Bladt bij abonnement.
Eene circulaire, bovattondo do YODrvvaardon, wordt op
aanvraAg toegezonden.
Kennisgevingen.
MAXIMUM-MELKPRIJS.
Dc Burgemeester der gemeente Amersfoort
Haakt bekend, dat de maximum-zomerprijs der
melk van 1 April—1 October 1916 is vastge
steld als volgt:
Prijs per Liter aan wederverkoopers 8i cent
1 cent toeslag.
Prijs per Liter aan verbruikers: 11 cent.
Wanneer door de melkleveranciers aan de
wederverkoopers een prijs hooger dan 8J cent
per liter in rekening wordt gebracht kan de
toeslag van 1 cent per liter consumpliemelk
niet worden verstrekt.
Amersfoort, 10 April 1916.
De Burgemeester voornoemd,
v. RAND WIJ CK.
JACHTAKTEN.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort
maakt bekend, dat ter gemeentesecretarie koste
loos verkrijgbaar zijn blanco aanvragen ter be
koming van jachtakten, voor het nieuwe seizoen,
aanvangende 1 Juli aanstaande en eindigende 30
Juni van het volgende jaar, en noodigt belang
hebbenden uit hunne aanvragen ter bekoming
dier akten, zooveel mogelijk, vóór den 1 Mei
•.k. ter secretarie in te dienen.
Amersfoort, 10 April 1916.
De Burgemeester voornoemd,
v. RANDWUCK.
V1SCH AKTEN.
Binnenvisscherij.
De Burgemeester der gemeente Amersfoort
maakt bekend, dat ter Gemeentc-secreta»
rio kosteloos verkrijgbaar zijn formulie
ren voor de aanvragen tot het bekomen van een
visch- of hengelakte, voor het jaar, aanvangende
1 Juli aanstaande en eindigende 30 Juni daar
opvolgende, en noodigt belanghebbenden uit
hunne aanvragen zooveel mogelijk vóór den 1
Mei e.k. aan hem in te dienen.
De navolgende akten worden uitgereikt:
a. groote vischakten, tot het visschen met
all* geoorloofde vischtuigen, tegen betaling van
twee gulden vijftig cents (f 2.50);
b. kleine vischakten, tot het visschen met een
daarin genoemd vischtuig, tegen betaling van
een gulden f 1.
c. Hengelakten, tot het visschen met meer
dan één hengel, tegen betaling van vijftig cents
0.50).
Voor het visschen met één hengel, geen loop-
o? sicephengel en geen peur zijnde, behoeft
ge me aanvrage te geschieden.
kostelooze vergunningen om te visschen wor
den niet meer verleend.
Geen akte wordt uitgereikt
io. aan hem, wien ingevolge art. 34, eerste
lid, der Visscherijwet, de bevoegdheid om
krachtens een consent of akte te visschen is
ontzegd, voor den duu.r der ontzegging
2o. aan veld- en boschwachters, beambten der
marechaussee, niet zijnde hulp-officieren van
Justitie, ambtenaren van Rijks- en gemeentepo
litie, beneden den rang van Inspecteur der
rijksveldwacht en van inspecteur van politie, be
ambten van den rijks- en provincialen water
staat en beambten van de domeinen, beneden
den rang van hoofdopziener.
Amersfoort, 10 April 1916.
De Burgemeester voornoemd,
v. RANDWIJCK.
De oorloq.
B e r 1 ij n, 10 April. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
In de veroverde trechterstellingen ten zui
den van Saint-Eloi wezen onze troepen de
pogingen tot herovering van vijandelijke
handgranaatafdeelingen volkomen af. De
mijngevechten tusschen het kanaal van La
Bassée en Atrecht namen in de laatste da
gen weer eene grootere levendigheid aan.
Op den westelijken Maasoever werden
Bethincourt en ook de zwaar versterkte
steunpuntenn Alace en Lorraine ten zuid
westen daarvan afgesnoerd. De tegenstander
trachtte zich aan het gevaar te onttrekken
door een snellen terugtocht; hij werd echter
door de Sileziërs nog gepakt en verloor, be
halve zware bloedige verliezen, 19.officieren
en 700 man in rond getal aan ongewonde
gevangenen, twee kanonnen en 13 machine
geweren.
Tegelijk ruimden wij vijandelijke werken,
zooals blokhuizen en fundeeringen Q>p ver
schillende plaatsen van het front, die ons
lastig waren, op ten noorden van het dorp
Avocourt en ten zuiden van het Raven-
bosch. Ook bij deze ondernemingen werden
ernstige nadeelen aan de Franschen toege
bracht. Zij verloren bovendien verscheidene
officieren en 276 man aan gevangenen.
Rechts van de Maas werd op dezelfde
wijze een kloof aan, den zuidwestelijken rand
van de Peperhoogte gezuiverd; 4 officieren
en 184 man en materieel bleven in onze
handen.
Verder oostelijk en In de Woëvre hadden
slechts artilleriegevechten plaats.
In den luchtstrijd werd ten zuidoosten van
Damloup en ten noordwesten van Chateau
Salins een Fransch vliegtuig neergeschoten;
van het eerste was de bemanning dood. Ver
der werd waargenomen, dat in het dorp Loos
en in het Caillette-bosch vijandelijke vlieg
tuigen neerkwamen.
Par ij s, 10 April. (Havas). Namiddag
communiqué.
Ten westen van dé Maas Is het bombar
dement in den loop van den nacht bijzonder
hevig geweest op hoogte 304. De Duitschers
leden belangrijke verliezen in den loop van
den aanval, dien zij gisteren tegen het einde
van den dag deden op den Mort-homme en
die volledig werd teruggeslagen. De Duit
schers konden op eene lengte van ongeveer
500 Meters doordringen in een vooruitge-
legen loopgraaf van hoogte 295. De Fran
schen maakten een honderdtal gevangenen.
Ten oosten van de Maas was een zeer
levendigen strijd in den loop van den nacht
in het boschje van Fontaine Saint-Martin
(ten oosten van Vachtrauville). De Fran
schen maakten vorderingen in de Duitsche
gangen ten zuiden van het dorp Douaumont.
In de Woëvre was een bombardement van
de dorpen aan den voet van de Maashoog
ten.
Het bevestigt zich, dat de dag van 9 April
in de streek van Verdun zich kenmerkte
door het eerste algemeene Duitsche offen
sief, zich uitstrekkende op een front van 20
Kilometers. De Duitschers verkregen geen
enkel waardeerbaar resultaat, vooral als men
de in het vuur gebrachte troepen in aan
merking neemt; van de verliezen, die zij
leden, getuigen de voor de Fransche liniën
opgehoopt liggende lijken.
Avond-communiqué.
Ten westen van de Maas duurde het bom
bardement voort met stijgende intensiteit.
Tegen den middag vielen de Duitschers uit
de streek HaucourtBethincourt onze stel
ling ten zuiden van de Forgesbeek. Ondanks
de hevigheid van de aanvallen, die voor den
vijand de zwaarste verliezen meebrachten,
is onze linie over 't geheel ongedeerd. Aan-
valspogingen op onze stellingen Mort-Hom-
me en Cumières, die volgden op eene in
tense artillerie-voorbereiding, werden door
ons courtinevuur gestuit.
Ten oosten van de Maas bombardeerde
de vijand hevig den Poivre-heuvel. Tegen
het einde van den dag deed hij verschei
dene aanvallen op onze stellingen in het
Caillettc-bosch, maar hij werd overal terug
geslagen.
In de Woëvre-vlakte was groote artillerie
actie. Op de rest van het front was het be
trekkelijk rustig.
Een Fransche vlieger velde den 8en een
Fokker neer in de streek van Verdun; een
tweede Fokker werd den Oen neergeveld in
de Woëvre door onze afweerkanonnen; een
derde werd naar den grond gebracht in
onze liniën in Champagne en de bestuurder
gevangen genomen. Een Duitsch vliegtuig
wierp heden bommen op Nancy, waardoor
slechts geringe materieele schade werd
toegebracht.
Londen, 10 April. (R.) Britsch com
muniqué.
Gisterennacht vielen wij in Saint-Eloi een
mijn aan. De mijn werd genomen; de trech
ter bleef in Duitsche handen. Door een twee
den aanval vestigden wij ons in de vijan
delijke loopgraven, loopende zuidwestelijk
van den trechter.
B e r 1 ij n, 1 0 A p r i 1. (W. B.) Bericht van
het opperste legerbestuur uit het groote
hoofdkwartier van heden voormiddag.
Op het oostelijke oorlogstooneel is niets
bijzonders gebeurd.
Weenen, 10 April. (W. B.) Officieel
bericht v&n heden middag.
In het gebied van Görz hield de vijande
lijke artillerie plaatsen achter ons front on
der vuur.
Een Carroni-vliegtuig werd bij de landing
in de buurt van Lucinici door ons geschut
vuur vernietigd.
Aan het verdere front duren de gewone
artilleriegevechten voort. In het Suganadal
schoten de Italianen Caldonazzo in brand.
Op Riva wierpen vijandelijke vliegers
bommen neer. Aan den Fonaleweg gelukte
het den tegenstander in eenige vooruitge-
legen loopgraven vast te zetten.
Rome, 10 April. (Stefani). Officieel
communiqué.
Langs het geheele front waren artillerie-
actiën. Op de Mrzli naderden in den nacht
van den 9en sterke vijandelijke detache
menten onze liniën en bewierpen die met
zware bommen. De onzen kwamen uit hunne
loopgraven en sloegen den tegenstander
door een hevig handgemeen terug.
Aan dq Isonzo schoot de vijandelijke ar
tillerie op het station Cormons en de na
burige plaatsen, zonder er slachtoffers te
maken of schade aan te richten.
In den afgeloopen nacht begaf een van
onze bestuurbare luchtschepen zich naar de
versterkte groep van Riva en bombardeer
de met 40 granaten en torpedo's de werken,
spoorwegebplacementen en militaire gebou
wen. Het luchtschip kwam ongedeerd in onze
liniën terug.
Berlijn, 10 April. (K. N.) Het Berl.
Tagebl. ontleent aan de Dépêche de Lyon
een bericht uit Saloniki, volgens hetwelk
langs het Fransch-Engelsche front in Mace
donië een hevig ertilleriegevecht aan den
gang is. Een Taube wierp bommen op het
kamp der geallieerden ten zuiden van Koe-
koesj.
Londen, 10 April. (R.) Volgens een
officieel bericht uit Mesopotamië werd in
den ochtend van den 9en April een aanval
op de vijandelijke stellingen bij Sannaiayt
gedaan, waarbij men er echter niet in slaag
de door de vijandelijke linies te breken. De
operaties worden door de overstroomingen
sterk belemmerd.
Londen, 10 April. (R.) Bericht van
Lloyds.
Het Britsche stoomschip Zafra is tot zin
ken gebracht.
Londen, 10 April. (R.) Bericht van
Lloyds.
De stoomschepen Silkoworth Hall en
Glenalmond, respectievelijk groot 4777 en
2883 ton, zijn In den grond geboord. Beiden
waren onbewapend. Van het eerste schip
zijn de kapitein en 30 man, van het tweede
allen gered.
Malta, 9 April. (R.) Het Britsche on
bewapende stoomschip Yonne, dat voorheen
den naam Tostalia droeg, is zonder waar-
schuwinjg in den grond geboord. De be
manning van 40 personen verwijderde zich
in de booten, waarin zij zes uren bleef vóór
dat zij kon worden gered.
Londen, 10 April. (R.) Bericht van
Lloyds.
Het onbewapende stoomschip Eastern
City is tot zirtken gebracht.
Het Zweedsche stoomschip Letra heeft ln
Cardiff San land gebracht den kapitein en
de bemanning van het Noorweegsche stoom
schip Sjolyst, dat zonder waarschuwing is
getorpedeerd 25 mijlen ten noorden van
Ouessant door een Duitsche duikboot.
Londen, 10 April. (R.) Bericht van
Lloyds.
Het Spaansche stoomschip Sant Anderlno
moet getorpedeerd en in den grond geboord
zijn. Van de bemanning ontbreekt elk be.
richt.
Het Engelsche stoomschip Marcon Abbey
is in den grond geboord; de bemanning i»
gered.
P a r ii s, 10 April. (Havas.) Een En.
gelsch stoomschip bracht naar Marseille de
bemanning van het Deensche stoomschip
Caledonia, dat in de Middellandsche zee in
den giond geboord is door een Oostenrijk-
sche duikboot. De schipbreukelingen verba-
leb, dat de duikboot onverhoeds verscheen
en, zonder notitie te nemen van de door de
Caledonia.geheschen Deensche vlag, de be
manning beval binnen een half uur het schip
te verlaten. 22 man en de kapitein begaven
zich in de booten, waarna de duikboot het
stoomschip in de lucht deed vliegen. In den
loop van den nacht werden de schipbreuke
lingen door het Engelsche stoomschip opge
nomen. «u.
N e w-Y ork, 10 April. (R..) De ge
ruchten over ernstige'verschillen in de re
geering betreffende de duikboot-kwestie, zijn
geheel van grond ontbloot. De zekerheid
wordt steeds sterker in de bevoegde krin
gen, dat de Sussex door de Duitschers is
getorpedeerd.
Londen, 10 April. (R.) Haslam vei*
zocht, ln verband met het aanhoudend ven
nielen zonder voorafgaande waarschuwing
van koopvaardij- en passagiersschepen zoo
wel van de oorlogvoerenden als van de neu
tralen, de regeering in overweging te nemen
of het niet wenschelijk is met de neutrale
regeeringen besprekingen aan te knoopen
over het in beslag nemen von vijandelijke in.
neutrale havens geïnterneerde schepen, ten
einde het tonnen-aantal, dat door het torpe-
deeren verminderd is, weer aan te vullen.
Cecil gaf ten antwoord, dot de Britsche
regeering van meening is, dat de neutrale
regeeringen de vraag van het in gebruik ne
men van vijandelijke schepen, die in hun
havens gevlucht zijn, voor zich zelf moeten
beslissen.
Wanneer de neutrale regeeringen tot een
besluit komen, zullen zij ongetwijfeld fn
overweging nemen, dat de vernietiging van
koopvaardijschepen, waardoor de tonnage
verminderd wordt, niet alleen den handel
der oorlogvoerenden, maar evenzeer hun
eigen handel evenzeer schaadt.
Voorstellen, die door neutrale regeerin
gen mochten worden gedaan om zich te be
veiligen tegen schade, wanneer vijandelijke
schepen door hen in gebruik worden geno
men, zullen door de Britsche regeering mef
zorg overwogen worden.
Kopenhagen, 10 April. (W. B.) De
National Tidende bericht uit Christiansund,
dat de daar gevestigde stoomvaartmaat
schappij van Engeland de mededeeling ont
ving, dat Engeland haar voor de reizen naar
Frederikshavn geene kolen meer zou leve
ren, als zij geen waarborg stelt, dat de doof
haar vervoerde goederen niet verder zullen
worden verzonden naar Duitschland. De
Christiansundlijn zal dus eerlang den dienst
staken, wanneer zij niet van elders kolen
kan krijgen.
Men kan zich geen begrip maken hoeveel
geld er gaat in 'n vrouwehand, en vooral als
deze klein is.
Roman uit het Spaansch van
A. PALACIO VALDèS. -
40
„Dat nu juist niet, maar het komt toch op
't zelfde neer. Zonder vloeken zooals anderen
altijd doen. knijpt hij, dameskneepjes, weet je,
die me bont eïi blauw maken. En dan lacht de
lieverd nog en vraagt hoogst verbaasd; „Wat
heb je toch beste? heb ik je pijn gedaan?'' Ver
vloekt zij hij en zijn geslacht... Nu ik weet
waar zijn geliefkoosde kroegen zijn, stuur ik
vaak een van de kinders om hem te halen.
Denk je dat hij thuis komt of zich boos maakt?
geen kwestie van Hij geeft het kind te drin-
!ken tot het dronken is. Ik stuur een ander en
hij doet er hetzelfde mee. 't.Is gebeurd, dat ik
mijn vier kinders in de herberg had. Nu ont
breekt de keukenmeid nog maar, want zoo
noemt hij mij zei de schaamtelooze."
Paca kon haar lachen onmogelijk inhouden.
„Ja, lach maar, zoo heb ik ook gelachen
toen Ik mijn kinders aan zag komen wagge
len...
E!n weet )e wel wat hij nu weer heeft. Wel
nu permitteert hij zich de luxe jaloersch te
iqn. Verbeeld je zulk een gekheid. Ik kan niet
I op straat gaan, of hij zet zich in hinderlaag.
Ik kan me onmogelijk wat netjes kappen of
kleeden. Na veel moeite was 't me gelukt een
paar nette schoenen en een keurige japon te
koopen. Op een Zondag verbeeldde hij zich,
dat ik iemand wat te veel had aangekeken en
dal men mij een complimentje had gemaakt.
Nauwelijks thuis gekomen neemt hij een
schaar en zonder iets te zeggen knipt hij de
japon en schoenen in stukken... Toen kon ik
op nieuw beginnen."
Juist wilde Paca haar oordeel zeggen, toen
Frasquito tusschen beiden kwam om te vra
gen of het niet goed zou zijn, zijn schoonvader
wat ammoniak te geven om te zien of hij wat
bijkrabbelde. Ofschoon men hem verzekerde
dat zijn schoonvader zijn belofte wel houden
zou als hij maar eerst zijn roes uitgeslapen
had, had Frasquito toch geen geduld om tot
den volgenden dag te wachten.
Paca was er erg tegen, vooral omdat de
oude kalmpjes met Rafaël zat te praten, zeker
niet vermoedende welke snoode plannen zijn
schoonzoon tegen hem in 't schild voerde.
Juist was hij bezig deze een reeks vragen te
doen, djp op het punt van dronkenschap geen
twijfel meer moesten overlaten.
„Zeg, ben ik nu dronken? spreek ik niet als
een ernstig ihan? Heb ik iemand kwaad ge
daan? Ben ik niet een fatsoenlijk man? Maken
een paar glaasjes me dan.dronken?"
Rafaël gaf op al deze vragen ontkennend
antwoord, maar keek ondertusschen zijn neef
beteekenisvol aan.
Ondertusschen dansten de anderen maar
door. Zelfs zij, die even te voren tegengestrib
beld hadden, waren nu druk in de weer. Dc
bruid, hoewel doodmoe, wilde met alle ge
weld dansen, en bij gebrek "aan een cavalier
sprong ze van tijd tot tijd alleen rond, zonder
te luisteren naar Maria. Manuela, die haar
zeide dit niet te doen, want dat ze dan met den
duivel danste.
Mercedes, wat opgewonden door den wijn,
wilde met allp geweld dat Velasquez met haar
danste. Sinds het voorval bij haar aan huis
had ze een gemengd gevoel van woede en
sympathie, van minachting en liefde tegenover
hem. Velasquez, die nooit erg op dansen ge
steld was geweest, weigerde, maar was toch
buitengewoon lief en hoffelijk tegenover haar.
Dit was niet alleen uit galanterie maar ook
uit verwaandheid. Mercedes had als novio een
knap jongmcnsch, Gabino geheeten. Deze
kromp weg van jaloezie, toen hij zag dat zijn
meisje met Velasquez coquetteerde. El guapo
wien het verdriet zijn verwaandheid nog niet
verdreven had, genoot van den gril van Mer
cedes en het verdriet van den armen novio.
„Waar gaat hij heen," vroeg de majo met
een trotsch lachje, toen ze 't jongmcnsch den
tuin uit zagen stormen.
„Laat hean toch" antwoordde ze met een
minachtende beweging. Hij is niet wijs, hij
neemt alles zoo hoog op; zoo goed als zeker
dat hij naar buiten is gegaan om eens goed uU
te huilen."
„Om te huilen. Waarom?"
„Omdat hij jaloersch op je is."
„God beware. Hoe is 't mogelijk dat een ge
zonde flinke kerel jaloersch kan zijn op een
armen ouden slakkerd," riep Velasquez met
slecht onderdrukte blufferigheid uit.
„Wel, hij heeft weinig vertrouwen in mijn
smaak, weet je."
„Is die dan zóó bedorven?"
„Geheel en al. Verbeeld je dat ik sedert meer
dan een maand alleen maar koud voedsel kan
eten."
„Wil je mij dan soms opeten?"
„Daar je zoo koud bent zou 't wel gaan, maar
ik vrees dat je te taai bent.
„Wedden waarom dat Je me van avond
onder je balkon verwacht 1"
„En wedden waarom dat Je een dansje met
me maakt?"
„Vooruit dan maar," zei El guapo opstaande.
Ondertusschen was de ongelukkige Gabino
't veld ln gegaan zooals zijn novia al spottend
had geraden. Hij huilde niet, maar was zoo
wanhopig dat hij lust had tusschen de rails te
gaan zitten om te wachten tot de trein voorbij
kwam en een einde aan zijn leven maakte.
Daar rondloopende hoorde hij het geluid van
stemmen. Hij kroop naderbij en verschuilde
zich, niet uit nieuwsgierigheid, maar in dc
hoop de stem van zijn meisje te hooren. Bij
het weinige licht was 't hem toch nog moge
lijk de gezichten van Soledad en Antonio te
herkennen. Hij zag dat 't meisje opgewonden
en zenuwachtig was, dat ze haar woorden van
hevige hoofdbewegingen vergezeld liet gaan,
terwijl Antonico haar weinig en met nederig
heid beantwoordde.
„Vroeger zei je, dat je liever met den duivel
sprak dan met haar," zei het meisje moeite
doende zacht te spreken, „als je haar dan zoo
verafschuwt, waarom nader je haar dan in
't publiek. Waarom doe je haar dat plezier,
terwijl je weet dat je mij verdriet .er mee doet.
Zie je dan niet dat de menschen ons gade
slaan? Verbeeld je je soms dat je mij zoo ge
makkelijk belachelijk kunt maken als je het
haar gedaan hebt? Geloof dat niet, baasje!...
Onze verhouding is van gister, en we zijn ver
bonden door een heel dun draadje... Op een
gegeven oogenblik neem Ik een schaar erf
knip het draadje door. Dan verbindt niets onf,
meer en kunnen we beiden ons eigen weg
gaan!..."
„Welke kant ga lk dan uit?"
„Die je wilt."
„Dan ga lk jou kant op en blijf daar aU
gast."
„Bij mij is voor jou geen plaats, voor grooti
sprekers. Verbeeld je, pas aan den eeneu
„ontsnapt" en dan weer in de handen van cco
anderen vallen!"
,Je zult er nog eens berouw van hebben ma
zoo beleedigd te hebben. Ik ging naar Mariat
Manuela toe om naar haar neefje te vragen
dat ziek was... Je weet wel hoeveel ik van dat
kind houd."
„Slim ben je dat moet lk zeggen. En om naar
de gezondheid van dat kind te vragen, moesf
je een half uur met dat mensch zitten te pra*
ten? Zeg Antonio tracht me nu geen zand ia
de oogen te gooien."
„God beware me voor zulk een heiligschen*
nis! Wat ik wil is juist je de oogen openen
Beken maar dat je nog van Maria houdi. G*
maar weer met haar en laat mij met rust.
„I-k zweer jc dat ik veel van jou houd, dal
ik diep ongelukkig ben als je me kwaad aan«
kijkt cn dat jij de eerste vrouw bent die ik'
waarlijk lief heb... Als bewijs van mijn groot*
liefde bied ik je deze vijg aan," voegde hij cf
bij een vijg oprapende en haar aanbiedende.
„Ga toch heen, gekke vent," riep Soledad
lachend uit, het bewijs van zijn groote liefd*
op den grond werpende. Het gesprek werd
fluisterend voortgezet onderbroken door ge*
lach, ze hadden zich verzoend. f
Wordt vervolgd*