N* 284 a» i f- a. ebbinoe wubben. Hoofdredactie: Mf D j VAN schaardenburo. „DE EEMLANDER". 14** Jaargang. abonnementsprijs: Woensdag 26 April 1916. prijs der advertentiën: Pro Domo. BÜïflNLAND. FEUILLETON. DE TREKVOGELS Uitgevers: VALKHOFF Co. Per 8 EQ&andeD *001 Amersfoort Idem franco per post Per week (met gratis verzekering tegen ongelukken) Afzonderlijke nummer* W*k»lijkaeb bijvoeg „D* Bolland tchs Buisvrouw" radactie v*n Thérèav Hoven) per 8 oand. 60 cis. Wekeluksob bgvoe^sel .Po* P®' mnd. 40 clfl. l.OO. I.50. O. I O. 0.05. (onder Bureau: UTRECHTSCHESTRAAT Intercomm. Telefoonnummer 66. V«n I regels.(.50. Elke regel niet>r0.10 PivnsteAnbiedingen «."5 ccnU lig ?uoiuitbetaling. Grooto letters naar plaatsruimte. Voor handel en bedrijf bestaan zeor voordeelige bopalingcn tot het herhaald advurteoion in dit Blad, hij abonnoiuent. Lene oirculaire, bevattende do voorwaardon, wordt op aanvraag toegezonden. In de jongste raadsvergadering heeft de voorzitter verbluffende woorden gesproken. Dat zijn wij niet van hem gewoon. En we nemen dus maar .aan dat het niet uit hem «elf gekomen, doch geïnspireerd is door 'n kwaden geest. Kwade geesten waren overal rond. Zelfs ten stadhuize. Volgens het verslag in het Dagblad zei <!e voorz. .Belangrijke voorstellen van B. en W. worden in de pers zolden besproken." En wren later „nu er in de pers weinig gelegen heid fs voor critiek, enz." Die uitlatingen de nabetrachter be- ifoogde het reeds zijn in de hoogste mate ongemotiveerd en wij moeten er tegen pro testeeren met handen en voeten. Natuurlijk doen wij dit slechts voor het Dagbladde voorzitter sprak over „de pers" en maakte dus geen uitzondering, noch voor ons, noch voor de Eembode, welke o.i. dat verwijt evenmin verdient. Vooral de laatste opmerking was er ge- deel naast. De heer Hofland is wel het le vend bewijs tegen de klacht, dat er hier in de pers zoo weinig gelegenheid voor critiek bestaat. Hij kan z'n .stukken niet zóó lang maken, of wij vinden er wel plaats voor. In den Raad zou hij waarschijnlijk reeds lang door den hamer van den voorzitter in de rede gevallen zijn. Wij herinneren ons niet dat ooft n stuk over gemeentezaken door ons geweigerd is. Of het moest zijn eenige jaren geleden, toen men ons blad wilde misbruiken om aan persoonlijke veeten lucht te geven in ano nieme artikelen van quasi-gemeente-politie- ken aaid. Wt hebben altijd geweigerd om ons door het eene coterietje tegenover het andere te laten dienstbaar maken. Als dat geval den voorz. dus in het oor geblazen is, dan kunnen wij hem wel verzekeren, dat hij valsch voorgelicht is. Wat nu de opmerking betreft dat belang rijke voorstellen van 3. en W. in de pers zelden besproken worden dat is gewoon weg 'n sprookje, 'n Sprookje welks oor sprong wij precies kennen, want van het oogenblik van z'n ontstaan af, hebben wij het in z'n verbreiding kunnen volgen. Het ïpruit n.l. voort uit het bovengememoreerde geval. Uit dépit over die weigering we zouden het nog wel hooger op kunnen zoe ken is toen het lasterpraatje gecolpor teerd, da*t het Dagblad zich van de gemeen tezaken niets aantrok. Negen en negentig procent wist beter, maar in 'n heel klein, destijds nog invloedrijk kringetje, werd de intrigue tegen ons blad naarstig voortgezet. Meer dan eens drong het gerucht tot ons door en altijd kwam het uit denzelfden koker. Veel succes had men er niet mee maar nu schijnt toch zoowaar de voorzitter van den Raad gevangen te zijn. Wij lezen ongeveer alle dagbladen van de voornaamste gemeenten des lands en we zouden niet één blad kunnen noemen, waar in de gemeentezaken meer tot hun recht ko men dan in het onze. Weinige zijn er bijv. welke zoo "uitvoerige nabetrachtingen aan de raadsvergaderingen wijden. De voornaamste vraagstukken op Gem. politiek terrein, hebben in den loop der ja ren hun beurt gehad in het Dagblad. Onze klapper wijst dat uit. De luxe van 'n speci- alen medewerker op gebied van gemeente politiek, kunnen wij ons niet veroorloven. Trouwens wij gelooven dot voor de meeste van diens artikelen, weinig belangstelling zou bestaan. Slechts 'n zeer gering percen tage onzer lezers is raadslid of gemeente ambtenaar we kunnen dus niet ons blad speciaal naar hun wenschen redigeeren. De voorstellen van B. en W. worden steeds in de nabetrachting, dikwijls ook te voren besproken. Een van de laatste „groo- te quaesties", de winkelsluiting, is in ons blad uit den treurer van alle kanten bekeken. Geldt het voorstellen van meer techni- schen aard of van minder belang voor het publièk, dan is 'n dagblad niet zoo zeer de aangewezen plaats voor behandeling. En wat kan men ten stadhuize hechten aan het oordeel van niet-deskundigen Trouwens de meeste voorstellen, die hier van het gemeentehuis uit gaan, zijn we mogen ook-onzen lof niet onthouden van heldere en uitvoerige toelichting vergezeld. Waartoe kan „napraten" dienen of herhalen met andere woorden, wat reeds beter ge zegd is? Heeft de voorzitter meer bepaald „critiek" bedoeld, dan moeten wij toch doen opmer ken dat hem die niet bespaard gebleven is. Zeker, zij was steeds zeer welwillend, maar toch ook weer niet zóó welwillend, dat zij hem ongemerkt voorbij kon, gaan. Vaak genoeg wonden wij er geen doekjes om, dat wij met B. en W. of den Raad van meening verschilden; wij herinneren bijv. aan gemeentelijken woningbouw, welken wij jarenlang verdedigden, aan de bioscoop verordening, aan de winkelsluiting, enz. Wij begrijpen dat den voorzitter uit den aard der zaak de gemeentepolitiek het meest interesseert. Maar als hij niet wil toe geven dat z'n klacht, althans tegenover ons blad hoogst onbillijk was, dan kunnen wij slechts constateeren, dat hij 'n goed voor zitter van den Raad is maar 'n slecht jour nalist zou zijn. Door te veel toe te geven aan eigen voorkeur, zou hij de courant voor het gfoote gros der lezers niet zeer geniet baar maken. Wij gelooven zoo langzamer hand den smaak van dagbladlezers wel zoo'n beetje te kennen, en heusch de belangstel ling voor gemeentepolitiek is niet zóó groot als stadhuismenschen wel denken of zou den wenschen.- Werpt de voorzitter ons dan tegen, dat het juist de taak der pers is die belangstel ling aan te wakkeren, dan verzekeren wij, dat onze wil goed is maar dat wij juist door het stadhuis daarbij tegengewerkt worden want heeft men ons niet opzettelijk een der beste propagandamiddelen voor die belang stelling ontnomenhet stenografisch raads- verslag, dat door ons gratis de grootst mo gelijke verspreiding in de gemeente vond Wie boter op z'n hoofd heeft moet niet in de zon gaan staan. v. S. Politiek Overzicht De wereldstrijd op econo* misch gebied- In den loop van deze week begint in Parijs een nieuwe reeks conferentiën tusschen gemachtigden van de staten der Quadruple- Entente. In tegenstelling tot de vroegere, zullen deze conferenties niet loopen over politieke of militaire zaken, maar zich bezig houden met onderwerken, die liggen op het economische gebied. Uït de inlichtingen, die de Messagero daarover heeft verkregen, blijkt, dat het bij ééne conferentie over dit onderwerp niet blijven zal. Het zijn eigen lijk vier conferentiën, die zullen worden ge houden. De eerste komt bijeen op verlangen van de Fransche regeering, de tweede op gezamenlijk initiatief van de verbonden re geeringen; de derde wordt georganiseerd door eene commissie van Fransche parle mentsleden en de vierde door eene Fransch- Italiaansche vereeniging. Ieder van deze conferentiën zal verschil lende onderwerpen van de economische politiek behandelen. Een minister van de verbonden staten zal de eerste conferentie bijwonen en ook de diplomatieke vertegen woordigers van die staten zullen er ver schijnen. De tweede conferentie zal het ka rakter dragen van eene interparlementaire handelscon.ferentie en zich bezig houden met het verkrijgen van eenheid in het han delsrecht. Deze beraadslaging zal den 27en April beginnen. Op den 6en Mei is de Italiaansch-Fran- sche conferentie bepaald, waarop uitsluitend de economische betrekkingen van de beide landen ter sprake zullen komen. De vierde conferentie eindelijk, de interparlementaire Fransch-Italiaansche conferentie, zal naar het -voorbeeld van Engeland en Frankrijk, die eene commissie hebben gevormd van 25 volksvertegenwoordigers der beide lan den, hetzelfde doel trachten te bereiken met betrekking tot Italië en Frankrijk. Ook die commissie zal bestaan uit 50 leden, 25 uit ieder van de beide lapden. Het voornemen bestaat uit deze beide commissiën eene groote Fransch-ïtaliaansch-Engelsche com missie samen te stellen, waarvoor men in Italië reeds den naam bedacht heeftParla- mentino anglo-franco-italiano. Als algemeen doel van deze conferentiën wordt door den zegsman van de Messagero genoemd: het verkrijgen tusschen de staten van de Quadruple-Entente, en in 't bijzon der tusschen Frankrijk en Italië, van eene duurzame en vruchtbare vriendschapsbe trekking. Maar daarnaast wordt nog iets an ders beoogd. Dat is in verschillende orga nen van de Entente uiteengezet. Wij laten hier de uiteenzetting volgen, die de Temps, hel/gezaghebbende Parijsche orgaan, er van gegeven heeft. Dit bl&d spreekt van de nood zakelijkheid om den toekomstigen vrede te beschermen tegen de economische aanval len, waardoor Duitschland zal trachten de rampen van zijne militaire onderneming te herstellen. Die noodzakelijkheid is algemeen erkend door de geallieerden. De conferentie te Parijs heeft dat erkend en heeft aan eene technische commissie opgedragen de grond slagen te leggen van die verdedigingsmaat regelen. Om deze grondslagen te doen kennen, ci teert de Temps de verklaring van den Brit- schen eersten minister Asquith op den maal tijd ter eere van de Fransche parlements leden, die Engeland hebben bezocht, dat de geallieerden nooit de gedachte hebben ge koesterd Duitschland te vernietigen of de vrije uitoefening van zijne vreedzame ont wikkeling te storen. Tnderdoad is eene notie van 70 millioen zielen niet van de kaArt uit te wisschen. „Dat is eene waarheid, die men niet ernstig kon betwisten. Maar won nee: niemand er aan denkt het Duitsche volk te vernietigen, don geldt datzelfde niet van het militarisme of liever van die casten- politiek, die in Duitschland regeert en de politieke intrige, de militaire krocht en de handelsuitbreiding vereenigt in eene mon sterachtig plan van wereldoverheersching. Het is niet de schuld van de geallieerden, wanneer het geheele Duitsche volk met die snoode denkbeelden bezoedeld is, die aan de politiek van het rijk der Hohenzollern dat agressieve karakter geven, waartegen de gansche wereld is opgestaan. Zoolang het onmogelijk zal schijnen den Duitschen onder nemingsgeest te scheiden van het Duitsche militarisme en de oogmerken van den gene- ralen staf van Wilhelm II, zullen de geal lieerden in de noodzakelijkheid zijn, op hun ne hoede te blijven tegen een offensief we der optreden van die begeerten,'die niet ge aarzeld hebben de wereld in brand te steken om hun ongeduld te bevredigen." Men heeft hier dus te doen met een nieu wen vorm van strijd voeren tegen datgene, wat men aan de zijde der geallieerden ge woon is aan te duiden met den naam van „hel Duitsche militarisme." Die strijd wordt, behalve op politiek en militair gebied, ook gevoerd op economisch gebied. Men wil dien strijd nu beter organiseeren en zich er op toerusten, dat men hem zal kunnen voort zetten ook nadat de politieke en de militaire strijd geëindigd zal zijn. Daarvoor moeten de conferentiën dienen, die in der. loop van deze week te Parijs zullen begi De oorlog. B e r 1 ij n, 2 5 A p r i I. (W. B.) Bericht van het opperste legerbestuur uit het groote hoofdkwartier van heden voormiddag. Aan beide zijden was de werkzaamheid van de artillerie en de vliegers zeer leven dig. Ten westen van de Maas kwam hef; des nachts ten noordoosten van Avocourt tot handgranaatgevechten. Een in verschefdene golven tegen onze loopgraven ten oosten van den Mort-homme ondernomen aanval leed schipbreuk in ons infanierievuur. Onze vliegers bewiernen talrijke vijande lijke schuilplaatsen en etappenplaatsen Tuim met bommen. Een vijandelijk vliegtuig werd door ons afweervuur bij Tahure neerge schoten; een onder ging ten oosten van do Maas over den kop en kwam op den grond, P a r ij s, 2 5 April. (Havas.) Namiddag- communiqué. Ten wesjen van de Maas vielen gisteren op het einde van den dag, na een hevig bom bardement, de Duitschers verscheidene ma len de nieuwe Fransche stellingen in do streek van den Mort-homme aan. Nadat de beide eerste pogingen mislukt waren, deden de Duitschers een laatsten aanval met inten sief gebruik van brandende vloeistoffen. Weggemaaid door ons spervuur en inion- terievuur, zijn zij genoodzaakt geworden, met belangrijke Verliezen in hunne linie te rug te keeren. Er was eene intense artillerie-actie in do streek van Avocourt. In den loop van den nacht trachtten de Duitschers vooruitgele- gen posten van het réduit Avocourt te ne men. Oostelijk van de Maas was een wij le vendig bombardement op de eerste en twee de Fransche liniën. In het bosch van Aore- mont was een granaatgevecht. In Lotharingen verstrooiden wij een ster ken Duitschen verkenningstroep, die tracht te een kleinen post ten oosten van Neuvil- lers te naderen. In den morgen wierp een Duitsch vliegtuig zes bommen op Duinkerken; eene vrouw werd gedood; drie mannen werden gewond. De materieele schade was onbeduidend. Londen, 25 April. (R.) Eene Russi sche strijdmachMs in Marseille aangekomen. B e r 1 ij n, 2 5 April. (K. N.) Uit Chris- tlania wordt aan de Voss. Ztg. geseind, dat volgens aldaar uit beslist betrouwbare bron ontvangen berichten het maximum-aantal Russen, dat te Marseille werd ontscheept, 2000 bedraagt. Met het transport via Wla- diwostok naar Frankrijk zijn drie maanden gemoeid geweest. B e r l ij n, 2 5 April. (W. B.) Officieel bericht. In den morgen van den 24sten verscheen voor de kust vari Vlaanderen een talrijke Engelsche strijdmacht, uit monitors, torpedo jagers en groote en kleine vaartuigen be staande, die, naar het scheen, mijnen zoch ten en boeien ter aanduiding van de plaat sen van het bombardement uitzetten. Drie van onze torpedobooten, die zich bij de Vlaamsche kust bevonden, deden her haalde malen eer aanval op de monitors, torpedojagers en andere vaartuigen; zij droiv« gen ze terug en belemmerden ze in hunna actie. Ondanks de hevige tegenactie bleven onze torpedobooten onbeschadigd. De Engelsche schepen verlieten da Vlaamsche kust weer. Londen, 25 \prll. (R.) Bericht van de admiraliteit. Gedurende de operatiën tegen het Duit sche kruiserseskader, dat in den morgen van De laster is als h/.iutskool, hij verbrandt niet maar maakt toch zwart. door ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM. 8 „Ik hoop zóó voor je dat 't lukt, hoewel ik je vreeselijk missen zal die drie maanden." zesl ze met een harteliik kneepje in mijn arm. ..Ga dan mee; voor jou is 't geld geen be zwaar en 't zou éénig zijn zoo met ons beidjes op sjouw." ..Ja dat zou 't", zegt Icn met schilferende oogen. „Maar we zouden niets dóen dar. Hol- lanrlsch praten samen en ik zou mama toch ook niet zoolang alleen kunnen laten. Nee "Wil, laten we ons dóór maar niet ir. verdiepen, dat is een onmogelijkheid." vervolgt zo. terwijl we de straat inslaai die naar „De Koren bloem" leidt. De gelegenheid om verder op deze quaestie in te gaan' ontbreekt, want ach ter ons klinkt 't geluid van snelle pasjes en 't geroep van „Tantes, Tantes," doel ons gelijk tijdig omzien. 't .Zijn de kleine jongens Niekerk: Joosje en Peni die hand in band kernen aangerend, twee blonde matroosjes, bijna cvn groot, hoewel Joos een jaar ouder is dor» rijn broertje. ..We hebben lekkers geheld voo»*. de thee. Kijk eens wat 'n boel," gilt Pepi, een grooten zak in de hoogte stekend en Joosje hijgend, bijna struikelend over# zijn beentjes, voegt er met voldoening aan toe: „Moes zei, dat we dadelijk terug moesten komen, omdat jullie d'er anders al zouën zijn en nu zijn we d'r tegelijk!" Dan bedenkt hij zich, neemt keurig correct zijn petje af en steekt Ina en mij een tenger handje toe. Pepi, belemmerd door den zak, geeft alleen een handje, rent dan vooruit naar de witte, roodgedakte villa, smijt het tuinhekje wagen wijd open, holt over#het smalle klinkerpaadje naar de voordeur, die op een kier staat en laat zich daar met zijn heele lijfje tegenaan vallen om deze verder open te duwen voor de tantes en Joosje, die lachend aankomen. „Moes speelt," fluistert" Joosje, een vingertje voor den mond houdend, als we achter elkaar de vestibule doorloopcn. Voorzichtig open ik de deur der huiskamer en wenk: „stille!" Op de witte vacht voor de schouw, waar onder een helder vuurtje glimt, ligt Sijsje voor over in haar roode jurkje prentjes te kijken, terwijl Ada in de serre, waar 't volle licht op haar valt, viool speelt. Scherp teekent haar fijn profieltje met het donkere, laaggekapte haar zich af tegen den lichten achtergrond. Ze speelt een Romance van Beethoven en is zóó in haar muziek ver zonken, dat ze niets bemerkt, totdat de bewe gelijke Pepi hard tegen den paraplubak aan- bonst en Ada verschrikt opziet. „Domme jongen," verwijt Joosje, als onmid dellijk daarop de strijkstok zinkt „Hè, wat is dat? Zijn jullie daar? Hoe is 't mogelijk, dat ik je niet heb hooren binnen korten," en Ada legt snel strijkstok en viool neer en treedt op ons toev gevolgd door Sijsie, die bereidwillig kusjes uitdeelt en zich knuf felen laat. „Hè. doen jullie gauw je goed af en kom dan gezellig om de schouw zitten. Leg 't daar maar op de canapé. Nee, jongens, jullie jekkers en petten aan de kapstok en Pepi. eerst die git zwarte handen wasschen, voor fe weer binnen komt! Joos, geef jij de koekjes eens hier en vraag dan in de keuken om theewater," kom- mandeert Ada. snel een paar makkelijke stoe len om 't vuur schuivend, terwijl Sijsje aan biedt'. „Zal ikke onze kopjes krijge?" „Ja, help jij moes maar," knikt Ada en Sijsje dribbelt iilings naar 't buffet en haalt er een voor een de kinderkopjes uit, die ze handig op 't onderste blad der theetafel zet. „Ha! Wij krijgen ook thee," juichen de jon gens, die de kamer weer instuiven vóór Nclia, de kindermeid, uit, die de theestoof met 't zin gende water brengt. „Bedaard, jongens, een beetje kalmer en eerst netjes die blekken bij de piano opruimen anders struikelt er iemand over," kalmeert Ada het opgewonden tweetal, dat vanwege de visite en de thee met abnormalen ijver aan het opruimen tijgt, terwijl zij theezet en Ten en ik ons verdiepen in 't uitzoeken van stalen voor gordijnen in mijn zwagers studeerkamer. „Paul heeft van vijf tot zes les boven, maar hij komt straks stellig een oogenblikje hier uitblazen en dan zou ik 't erg geschikt vinden om hem even een paar dingen te laten zien, anders duurt het een week voor hij zelf iets heeft uitgezocht. Hij heeft nooit haast met zulke dingen. O, maar len weet niets van de brand hier in huis, toe Willy schenk jij even in, dan zal ik vertellen." en Ada zet zich in haar lage stoeltje bij 't vuur en vertelt in kleuren en geuren 't heele verhaal. waarna«r ook de kinderen vol animo luisteren. „Een week geleden zoowat, zaten we 's avonds na 't eten allemaal gezellig op Paul's studeerkamer, behalve Sijs. die natuur lijk al sliep, maar de jongens mochten nog even in hun hansop luisteren naar een sprookje "van Andersen, dat ik voor zou lezen. Paul lag op de divan een nijp te rooken en daar is zeker ongemerkt een vonk uitgevallen, want ineens, floep, vliegt me het gordijn vlak bij Paul's hoofd in brand en in een ommezien tje heeft 't andere ook vlam geval I Je begrijpt, hoe we schriktenI Paul en ik grepen gauw ieder een divankussen en sloegen daarmee de vlammen uit onder 't angstgeschreeuw van de jongens, 't Was héél gauw gebluscht, maar als je de zielig-verschroeide vodjes gezien hadt, die er toen voor de ramen hingen," lacht Ada en Joosje valt in: „O, maar 't was zoo akelig, ik dacht, dat ons heele huis ging afbranden," en Pepi betuigt: „En ik kroop gauw weg onder de tafel en daar wou ik eerst niet meer onder uit lomme. Alleen toen vader zei, dat 't heusch uit was, durfde ik wrel!" „Ja, je bent een held! Hier, help jij tante Willy maar eens met de kopjes rond te geven dan mag Joos „prinsenteeren". „Voor zichtig Pepi, niet morsen hoor," verzoek ik, terwijl Sijsje, die ook iels doen wil, zich van Ida's schoot laat glijden om haar beertje en haar nieuwslS prentenboek uit de serre te halen. „Dat heb ik laasl van Oma gekrijgt, toen ik ziek W36. Kijk's tante, hoe mooi," en Ina is zoo goed niet. of ze moet de plaatjes ee* voor een bewonderen. «Die kinderen in (le sneeuw, dit Is 't mooi ste," beweert Pepi met vollen mond. „Fijn om sneeuwballen te gooien I" „Ja," zegt Joosje enthousiast, „die plaat iü prachtigl Laatst, toen 't sneeuwde, hc-b ik er een versje op gemaakt, hè moes? En nader* hand heb ik liet voor vader in 't zwarte schrift geschreven. Zal ik 't voor jullie opzeggen?" En als Ada toestemmend knikt, gaat hij mid den in den kring staan en zegt met hoOge. kil* derstem en schitterende oogjes: „Daar vielen twee snecuwtjes op mijn han/- Toen ilc liep met vader langs 't weideland. Toen begón 't pas te sneeuwen en den volgenden morgeU Lag alles dik onder de sneeuw geborgen. En konden we heerlijk ballen gooien, Maar 't duurde maar kort, want toen ging 't dooiend Hij zucht: „Zie zoo, nou is 'f uit, maar t il echt gebeurd, hè Peep" en Pepi knikt vol geest drift en zegt: ,,'t Is waór gebeurd en Joos heeft 't heela» maal alleen verzonneq." „En hoe kwam je daar zoo toe,"- vraagt Ina» die met goedvinden van Ada wel eens ecil blik in ,,'t zwarte schrift" geslagen heeft, dal meerdere en betere proeven van talent bevat* „O dat weet ik niet. Soms denk ik ineens let* leuks. Dan denk ik allemaal dingen, die rijmerw Vader zegt, dat hij dat ook wel eens doet cii dat ik 't op moet schrijven, als ik zoo Iet* grappigs weet, want nou kan ik goed schril* ven, nou ik bij de juffrouw op 't leaje ga. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1916 | | pagina 1